Oefententamens Burgerlijk Recht 3 - RUG
- 2558 keer gelezen
Frederik BV, moet een deel van het Amsterdams Concertgebouw renoveren. Hij besteedt de opdracht uit aan onderaannemer Klassen BV. Deze besteedt de klus uit aan ZZP-er Cornelissen. Vast staat dat Frederik BV voor de uitvoering van de opdracht een bij de gevel passende bouwsteiger liet maken bij Steigermateriaal Hans BV. Frederik BV, eigenaar van de steiger, waarop het logo van Steigermateriaal Hans BV prijkt, stelt de steiger gratis ter beschikking aan onderaannemer Klassen BV. Deze stelt de steiger eveneens gratis ter beschikking aan de ZZP-er Cornelissen. Vast staat dat Frederik BV gedurende de uitvoering van het werk de veiligheidsinspectie over de steiger behield. Halverwege de opdracht valt ZZP-er Cornelissen van de steiger van vijf meter hoog en komt op zijn eigen aanhanger terecht, die naast de steiger stond geparkeerd. Hij loopt een kromme rug op. Vast komt te staan dat het ongeluk veroorzaakt is, omdat een veiligheidsklem aan de binnenzijde van het steigermateriaal ontbrak. Of op het moment waarop de steiger in het verkeer werd gebracht de veiligheidsklem wél aanwezig was, blijft onduidelijk. De advocaat van Cornelissen spreekt Steigermateriaal Hans BV aan voor de schade die Cornelissen lijdt. a. Kan hij met succes Steigermateriaal Hans BV aanspreken? Zo ja, op grond waarvan? Zo, neen waarom niet? Ga bij uw antwoord op beide schadeposten , te weten de letselschade en de zaakschade aan de aanhanger van Cornelissen, in. (Laat bij de beantwoording art. 6:162 buiten bespreking en concentreer u uitsluitend op de bepalingen van kwalitatieve aansprakelijkheid en/of risicoaansprakelijkheid). (6)
Variant op het voorgaande. Stel dat toch komt vast te staan dat de steiger door Steigermateriaal Hans BV deugdelijk in het verkeer was gebracht. Cornelissen spreekt Frederik BV aan voor de letselschade – laat de schade aan de bedrijfsauto hier buiten beschouwing – die hij lijdt en nog zal lijden. Frederik BV verweert zich daartegen door te stellen dat Cornelissen zélf de steiger voor de klus heeft gebruikt en dat er derhalve geen deugdelijke grondslag is om Frederik BV aan te spreken. b. Heeft de door Cornelissen tegen Frederik BV ingestelde vordering succes? Zo neen, waarom niet, zo ja op grond waarvan? (Laat bij uw bespreking art. 6:162 buiten bespreking en concentreer u uitsluitend op de bepalingen van kwalitatieve aansprakelijkheid en/of risicoaansprakelijkheid). (6)
In zijn opstel Communautaire invloeden op het nationale stelsel van overheidsaansprakelijkheid (literatuurklapper), somt mr. R. Meijer de drie aansprakelijkheidsvoorwaarden in het Europese recht op. Formuleer die drie voorwaarden. Noem en bespreek tevens een arrest waarin die voorwaarden zijn geformuleerd.(8)
Een Duitse ondernemer gebruikt bij het uitvoeren van een grote bouwklus niet alleen eigen ondergeschikt personeel, maar maakt tevens gebruik van zelfstandige hulppersonen (ZZP-ers). Een van zijn (eigen) leidinggevende ondergeschikten verzuimt op de bouwsteiger adequate veiligheidsmaatregelen te treffen; ten gevolge daarvan laat een ingehuurde ZZP-er een stuk staal naar beneden vallen, waardoor een hardlopende man wordt getroffen. Bestaat er in het Duitse recht een foutaansprakelijkheid of een risicoaansprakelijkheid voor ondergeschikte hulppersonen? En voor zelfstandige hulppersonen?
(bij dit onderdeel niet op de casus zelf ingaan). Beantwoord vervolgens de vraag of de getroffen hardloper met succes de Duitse ondernemer kan aanspreken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op grond waarvan? Beantwoord de vraag naar Duits recht. (8)
De uit Blaricum afkomstige bloemenkwekster Marie-Clair geeft opdracht aan aannemer Roest Rust Nooit (RRN) BV om haar schuur te verbouwen. RRN BV schakelt voor een onderdeel van die klus het elektrobedrijf Volta en Ampera BV in. Werknemers van zowel RRN BV als van Volta en Ampera BV zijn op een zonnige dag aan het einde van de klus gezamenlijk in de schuur bezig. Op die dag zijn twee werknemers van RRN BV aan hun middaglunch bezig. Zij eten hun boterhammen in de tuin op en zitten daarbij op houten krukken. De stoelen staan op een glooiend stuk land en dus een beetje scheef. Tussen de beide etende werknemers staat nog een lege kruk. Op dát moment komt Kees Spanninga, een werknemer van Volt en Ampera BV de schuur uitlopen om zich bij de twee werknemers van RRN BV te voegen. Hij loopt op de lege kruk af. Vóór hij evenwel gaat zitten, geeft hij geheel onverwacht zijn buurman Leo een schouderduw. Leo, die op dat moment net in zijn broodtrommeltje keek, verwachtte die duw niet en valt met stoel en al om en komt met zijn schouder op een steen terecht. Hij breekt zijn schouder en uiteindelijk raakt hij blijvend arbeidsongeschikt. Leo wenst de schade die hij lijdt te verhalen.
Variant op het voorgaande. Stel, dat Leo kweekster Marie-Clair wenst aan te spreken voor de door hem opgelopen letselschade. Leo legt aan zijn vordering art. 6:171 ten grondslag.
Karel Jansen (24 jaar oud) en zijn broer Leonard Jansen (18 jaar), verliezen in de zomer van 2011 hun beide ouders door een auto ongeluk. Hun ouders hadden een ongevallenverzekering afgesloten, ten gevolge waarvan beide broers elk een bedrag van € 75.000 krijgen uitgekeerd. Ook erven zij ieder € 25.000. Karel heeft een goed betaalde baan, en hij besluit de komende vijf jaar de kosten voor onderhoud en studie van Leonard voor zijn rekening te nemen, zodat Karel het bedrag van de ongevallenverzekering en het geërfde bedrag kan reserveren voor de toekomst. Echter, alsof de duvel er mee speelt, is op 2 april 2012 Karel betrokken bij een verkeersongeval aan de gevolgen waarvan hij de dag erna overlijdt. Leonard erft het aanvankelijk door Karel geërfde bedrag van €25.000.
Leonard spreekt de (WAM-verzekeraar van de ) automobilist die het ongeval heeft veroorzaakt aan tot schadevergoeding omdat hij de toelage van Karel voor de kosten van onderhoud en studie moet missen. Deze echter brengt naar voren dat bij het bepalen van het op grond van art. 6:108 lid 1 sub b BW te betalen bedrag rekening moet worden gehouden met het feit dat het vermogen van Leonard de bovengenoemde €75.000,- plus de beide genoemde bedragen van €25.000. bevat. De advocaat van Leonard bestrijdt dit. Wie heeft gelijk? (6).
Leg in eigen woorden de kern uit van de wettelijke regeling verhaalsrechten weer, zoals neergelegd in art. 6:197 BW. (6)
Komkommerverdelingsbedrijf Krommer BV heeft (onder meer) een perceel grond aan de kust achter de duinen in gebruik. Dit perceel is omringd door velden waarop door een aantal grote bedrijven bonen worden gekweekt. Wanneer de komkommerplanten op het terrein achter de duinen plotseling verwelken, blijkt de oorzaak te liggen in een bestrijdingsmiddel dat gebruikt wordt in de bonenteelt. Volgens voorschrift mag dit alleen worden ingezet via een soort drainagesysteem omdat verspreiding door sproeien gevaar oplevert voor het milieu in de naaste omgeving; reeds een kleine hoeveelheid is funest. Een aantal bonentelers zet – hoewel dit niet wettelijk is toegestaan – echter hiervoor een vliegtuigje van het bedrijf Brianair BV in dat via een sproeimechanisme in enkele minuten de klus klaart. Krommer BV stelt een schadevordering in tegen Kidneybonen BV, het enige Nederlandse bedrijf van de bonenbedrijven waarvan vaststaat dat het Brianair BV heeft ingeschakeld. De reden hiervan is dat zij van de andere – buitenlandse – bedrijven moeilijk de vestigingsplaats kan achterhalen en er ook niet zeker is welk van deze bedrijven van de diensten van Brainair BV heeft gebruik gemaakt. Kidneybonen BV stelt zich op het standpunt dat Krommer BV moet stellen – en dat komt vast te staan – wie tot de kring van de aansprakelijke personen behoort, zodat vaststaat wie betrokken kunnen worden bij een eventueel onderling verhaal.
Vlak naast de velden van Kidneybonen BV is eveneens gelegen een perceel van schorsneerumkweker Schorsrum BV. Wanneer de jonge aanplant van Schorsrum BV schimmel vertoont, vordert het bedrijf schadevergoeding van Kidneybonen BV omdat Schorsrum BV van oordeel is dat de oorzaak van de schimmel in het door Kidneybonen BV gebruikte bestrijdingsmiddel ligt . Kidneybonen BV brengt echter naar voren, dat Schorsrum BV zal moeten aantonen dat de schimmel is veroorzaakt door de minieme hoeveelheid door Brainair BV verspreide bestrijdingsmiddel. De oorzaak daarvan kan, aldus Kidneybonen BV, heel goed ergens anders in liggen (bijvoorbeeld in de ondeugdelijkheid van de door Schorsrum BV gebruikte meststoffen). De juridische afdeling van Schorsrum BV legt u de vraag voor of in dit geval wellicht de toepassing van de zg. omkeringsregel Schorsrum BV zal kunnen helpen.
Variant op het voorgaande.
Stel, dat er in de betreffende gemeente niet drie bonentelers zijn, maar slechts twee: Kidneybonen BV en Frijoles BV. Frijoles BV houdt zich – anders dan Kidneybonen BV – wel aan de milieuvoorschriften en heeft daardoor aanzienlijk hogere productiekosten, reden waarom zij haar producten voor een hogere prijs verkoopt. De omzet van Kidneybonen BV is gedurende ruim een jaar groter dan die van Frijoles BV en haar winst is, mede omdat zij geen kosten maakt wegens de milieuvereisten, veel hoger dan die van Kidneybonen BV . Wanneer de betreffende inspectie achter de handelwijze van Kidneybonen BV komt en maatregelen neemt, houdt ook Kidneybonen BV zich in het vervolg aan de milieuvoorschriften. Frijoles BV stelt zich op het standpunt dat Kidneybonen BV (een deel van) de winst die zij heeft genoten gedurende het jaar dat zij de milieuvoorschriften overtrad aan haar moet afdragen en wendt zich daarom tot de rechter. Beantwoord naar aanleiding van deze casus de volgende vragen:
Het antwoord staat in de Literatuurklapper en tevens in de verplichte arresten. Nodig is: * een voldoende gekwalificeerde schending; *van een gemeenschappelijke norm die rechten toekent aan particulieren; * een rechtstreeks causaal verband tussen de geleden schade en de schending . Wie dit vaag neerschreef verloor meteen punten. Zie verder Dillenkofer (Te late omzetting richtlijn inz. reisorganisaties) of Finland-Lethinen (Onjuiste uitlating ambtenaar t.a.v. geïmporteerde producten leidde tot aansprakelijkheid van de Staat).Ingaan op de essentie van die arresten en niet volstaan met het noemen ervan.
Er bestaat in Duitsland een schuldaansprakelijkheid (Par. 831 BGB) voor ondergeschikten. Duitsland kent a fortiori geen risicoaansprakelijkheid voor ingeschakelde zelfstandige hulppersonen, zij het dat ingeschakelde hulppersonen wel onder het tweede lid van Par. 831 BGB vallen. In het onderhavige geval kan de Duitse ondernemer niettemin worden aangesproken op basis van art. 823 BGB.; De zojuist genoemde bepaling neemt in dit soort zaken de rol over van een risicoaansprakelijkheidsbepaling voor ondergeschikten. Ingaan op het zgn. Organisationsverschulden! Zie ook Van Dam, Literatuurklapper. Verdedigbaar is voorts via de zgn. vereenzelvigingsconstructie (leidinggevenden met de werkgever) bij de toepassing van Par. 823 BGB uit te komen.
De (WAM verzekeraar van) de automobilist, want de behoeftigheidseis geldt voor alle vorderingen op grond van art. 6:108 lid 1 BW. In het kader van de vaststelling van de behoefte van de nabestaanden wordt in uitgangspunt rekening gehouden met alle mogelijke financiële factoren (erfenis, uitkering uit sommenverzekering, schenking, of ze nu in verband staan met overlijden of niet. Spier c.s. nr. 257.
De strekking van de tijdelijke regeling verhaalsrechten is een beperking van het ruime werkingsterrein van de bijzondere aansprakelijkheden in titel 6.3., en wel voor wat betreft regres krachtens wettelijke bepalingen en subrogatie. De verhaalsmogelijkheden van regresnemers worden door de regeling bevroren tot het moment van invoering van het huidig BW. Spier c.s. nr. 265.
Sinds het arrest HR 23 november 2012, LJN BX7264 is echter duidelijk dat het sub (ii) genoemde vereiste geen gelding (meer) heeft, zodat wie dit niet noemt in het antwoord geen punten mist. De omkeringsregel zal hier toepassing kunnen vinden, omdat het overtreden sproeiverbod specifiek ziet op milieuschade zoals die zich hier heeft gemanifesteerd.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oefententamens te gebruiken bij het vak Burgerlijk Recht 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2390 |
Add new contribution