Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Open vragen
Wat houdt de legaliteitseis in en waarom is dit zo’n belangrijk rechtstatelijk uitgangspunt?
Welke ambten zijn op rijksniveau bevoegd tot het vaststellen van wetten in materiële zin, en waar is hun bevoegdheid daartoe geregeld?
Zet de volgende begrippen in de juiste hiërarchische volgorde (van hoog naar laag):
A. Algemene maatregelen van bestuur
B. Provinciale verordeningen
C. Grondwet
D. Wetten in formele zin
E. Gemeentelijke verordeningen
F. Ministeriële regelingen
G. Statuut
Vraag 2a
Over welk recht gaat dit artikel en wie is of zijn bevoegd dit recht te beperken?
vraag 2b
Is in art. 13 GW sprake van attributie/delegatie?
Vraag 2c
Leg uit of. artikel 4 lid 1 WOM in overeenstemming is met artikel 9 lid 2 GW
Vraag 2d
Is in artikel 4 lid 1 Wom sprake van attributie of delegatie?
Vraag 3
Volgens artikel 105 GW wordt de begroting bij wet vastgesteld. Dit betekent dat de Staten-Generaal daarover meebeslissen, een van de oudste bevoegdheden van het parlement.
In de begrotingvan het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor 2017 is een bedrag van 1,7 miljoen euro opgenomen voor een uitstapprogramma voor prostitues.
Vraag 3a
Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van veiligheid en justitie moet worden uitgegeven?
Vraag 3b
Het programma is opgenomen in begrotering ter uit voering van een motie van Van der Staaij. Verandert dit het antwoord onder a?
Vraag 3c
Is de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid verplicht 1 miljoen minder uit te geven?
Vraag 3d
Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast?
De Raad van State bestaat uit twee afdelingen. Welke zijn dit en met welke taken en bevoegdheden zijn zij belast? Noem steeds de relevante wettelijke bepalingen.
Er wordt naar gestreefd het werk van deze twee afdelingen zoveel mogelijk organisatorisch te scheiden. Dat heeft te maken met staatsrechtelijke bezwaren tegen het takenpakket van de Raad van State. Leg dat uit.
In welke artikelen worden in de Grondwet de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van del eden van de rechterlijke macht beschermd en gegarandeerd?
Gelden deze grondwettelijke eisen voor alle rechters in Nederland?
Geef gemotiveerd aan of de rechter een bepaling in een wet in formele zin onverbindend kan verklaren wegens strijd met:
Geef gemotiveerd aan of de rechter een algemeen verbindend voorschrift dat niet in een wet in formele zin is neergelegd onverbindend kan verklaren wegens strijd met
A. W.i.f.z.
B. De grondwet;
C. eeniederverbindende verdragsbepalingen;
d. ongeschreven recht
Vraag 8
Een Tweede kamerlid dient de volgende motie in:
"De kamer, gehoord de beraadslaging, gezien de uitslag van de verkiezingen voor provinciale staten, roept de regering op het roer om te gooien, en gaat over tot de orde van de dag."
Namens de regering verklaart de minister-president de motie onaanvaardbaar. Tijdens de stemming over de motie door de Tweede Kamer enkele Kamerleden van de coalitie afwezig wegens deelname aan een spelshow. Mede daardoor wordt de motie aangenomen.
Wat is rechtens?
a. Gezien de tekst van de motie heeft aanneming van de motie geen rechtsgevolgen;
b. Als het kabinet niet opstapt, is de tweede kamer bevoegd de ministers en staatssecretarissen te ontslaan;
c. De regering hoeft geen gevolgen aan de motie te verbinden aangezien moties geen rechtsgevolgen kunnen hebben;
d. Het kabinet moet zijn ontslag aanbieden aan de Koning, behoudens de mogelijkheid van ontbinding.
Vraag 9
De regering dient een wetsvoorstel in bij de Tweede kamer. Door de tweede kamer wordt het in geamendeerde versie aanvaard. Daarop bespreekt en aanvaardt de Eerste Kamer het voorstel. Intussen is echter het kabinet gevallen en zijn er nieuwe tweede kamerverkiezingen geweest. Kort nadat de Eerste Kamer het voorstel aanvaard komt het nieuwe kabinet tot de conclusie dat het geen voortander van het wetsvoorstel is. De regering:
a. is bevoegd het wetsvoorstel in te trekken;
b. is bevoegd het aangenomen wetsvoorstel alsnog te wijzigen en vervolgens te bekrachtigen;
c. is bevoegd het voorstel niet te bekrachtigen;
d. kan niet voorkomen dat het voorstel van wet tot wet wordt verheven.
Vraag 10
De Raad van State hoeft niet gehoord te worden over:
a. Ministeriële regelingen;
b. Algemene maatregelen van bestuur waarin geen bepalingen door straffen te handhaven;
c. voorstellen van wet die door een lid van de Tweede kamer aanhangig zijn gemaakt;
d. Verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring worden overgelegd aan de Staten-Generaal.
Vraag 11
Wat is juist ten aanzien van de procedure van Grondwetsherziening?
a. Na de eerste lezing wordt de Staten-Generaal ontbonden;
b. In tweede lezing kan het wetsvoorstel niet door de regering worden gewijzigd;
c. Indien een wetsvoorstel in de eerste lezng met ten minste een tweederde meerderheid is aangenomen, is in tweede lezing een gewone meerderheid voldoende;
d. In eerste lezing kan het wetsvoorstel niet door de Tweede Kamer worden gewijzigd.
Vraag 12
Een wetsvoorstel afkomstig van de regering dat bij de Eerste kamer ligt:
a. Kan niet meer worden gewijzigd, maar nog wel worden ingetrokken;
b. Kan nog worden gewijzigd door de regering, maar niet meer door de eerste of tweede kamer;
c. kan niet meer worden gewijzigd en niet meer worden ingetrokken.
Vraag 13
De dualistische verhouding tussen regering en staten-generaal blijkt uit de regel dat;
a. Ministers niet door de Staten-Generaal maar bij Koninklijk besluit worden benoemd;
b. Een bewindspersoon in wie het vertrouwen is opgezegd, zijn onstlag moet aanbieden aan de tweedekamer;
c. Informateurs en formateurs worden benoemd door de tweede kamer;
d. Door de kamers aangenomen moties bindend zijn voor de regering.
Vraag 14
Op welke van de onderstaande terreinen heeft de raad voor de rechtspraak geen taak?
a. De selectie van rechters;
b. Advisering over wetgeving inzake de inrichting en het functioneren van de rechtspraak;
c. De opsoring en vervolging van strafbare feiten;
d. Het bewaken van de rechtseenheid.
Vraag 15
Stel, tijdens de Tweede Kamerbehandeling van een inititatiefwetsvoorstel, worden bij amendement ingrijpende wijzigingen voorgesteld. Er is zowel in de kamer als bij de regering behoefte aan advies van de Afdeling advisering van de Raad van State ten aanzien van deze voorgestelde wijzigingen. Wie is bevoegd dit advies te vragen?
a. Alleen de regering;
b. Alleen de tweede kamer;
c. Zowel de regering als de tweede kamer;
d. Noch de regering noch de tweede kamer.
Vraag 16
Artikel 4 van de Beroepswet bepaalt dat de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (grotendeels) ook van toepassing is op raadsheren van de Centrale raad van beroep. Dit artikel 4 van de Beroepswet.
a. Is een uitwerking van artikel 116 lid 2 GW;
b. Is een uitwerking van artikel 117 lid 4 GW;
c. Heeft geen grondwettelijke basis.
De legaliteitseis = de grondregel dat geen orgaan een bevoegdheid kan hebben die niet op de Grondwet of de wet berust. Je mag niets doen als overheid tenzij je toestemming hebt van de formele wetgever (SG+Parlement)
Wet in materiële zin = algemeen verbindend voorschrift.
Bevoegd tot vaststellen van wetten in materiële zin:
De regering én de Staten-Generaal gezamenlijk: artikel 81 GW ; Formele wetten.
De regering: artikel 89 lid 1 GW; AMvB.
De ministers: artikel 89 ld 4 GW; Ministeriële regeling.
G, C, D, A, F, B, E
Artikel 13 GW gaat over het brief-, telefoon- en telegraafgeheim; communicatie is vertrouwelijk. Klassiek grondrecht; tegen overheidsbemoeienis.
“Bij de wet” ; sprake van attributie; komt slechts toe aan regering + S.G, een wet in formele zin.
Artikel 9 lid 2 GW; “ de wet stelt regels ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Artikel 4 lid 1 Wom; “De gemeenteraad stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de gevallen waarin voor vergaderingen en betogingen op openbare plaatsen een voorafgaande kennisgeving vereist is’ Deze wet zegt wat je mag regelen
à Artikel 4 lid 1 is in overeenstemming met 9 lid 2 omdat het in sommige gevallen nodig is om voorafgaande kennisgeving te stellen voor vergaderingen en betogingen op openbare plaatsen ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. (Wat mag je regelen)
Delegatie aan de gemeenteraad.
3a. Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van Veiligheid en Justitie moet worden uitgegeven?
Nee, de begroting is een machtiging en geen verplichting. Het kan ook dat de minister helemaal niks uitgeeft, dat mag ook. Maar hij kan hier wel problemen mee krijgen, maar hij is niet op zichzelf verplicht om het bedrag daadwerkelijk uit te geven.
3b. Het programma is opgenomen in begroting ter uitvoering van een motie van (toen Kamerlid) Van der Staaij. Verandert dit uw antwoord op de vraag onder 3a?
Als het bedrag is opgenomen ter uitvoering van een motie verandert dit dan het antwoord? Nee er veranderd niks aan het antwoord. Nog steeds geen verplichting.
3c. Stel dat de Tweede kamer in meerderheid meen dat er meer geld naar het programma moet. Een meerderheid van de tweede kamer wil het budget van het programma met 1 miljoen verhogen. De tweede kamer besluit bij amendement de begroting van het ministerie van sociale Zaken en Werkgelegenheid met 1 miljoen te verlagen. Is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verplicht 1 miljoen minder uit te geven?
Hij mag minder uitgeven; de wet wordt aangepast en hierdoor wordt ook zijn machtiging aangepast. De machtiging bestaat voor een bepaald bedrag.
3d. Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is al uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast?
Er is hier sprake van een begrotingsoverschrijding, dan moet je de begroting aanpassen wil je meer geld mogen uitgeven. Artikel 14 comptabiliteitswet; door middel van een aanvullende begrotingswet; in dit geval omhoog.
De Raad van Staat bestaat uit twee afdelingen:
De combinatie van adviserende en rechtsprekende functies binnen de Raad van State kan een probleem opleveren indien met betrekking tot dezelfde taak achtereenvolgens beide soorten taken door hetzelfde lid of dezelfde leden vervuld worden. In dat geval kan namelijk de onpartijdigheid van de Raad van State als rechter in twijfel worden getrokken en is er sprake van strijd met artikel 6 EVRM. Procola-arrest;
De rechters bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven geldt de garantie van 117 lid 1 GW niet; maar hun benoeming voor het leven is in gewone wetten vastgelegd. Nadeel hiervan is dat een gewone wet makkelijker kan worden gewijzigd dan de GW.
D: het kabinet moet zijn ontslag aanbieden aan de Koning behoudens de mogelijkheid van ontbinding.
C. Is bevoegd het voorstel niet te bekrachtigen
Artikel 17 Wet op de raad van State; A lichtere regeling dus niet nodig.
137 GW; B is juist
A; niet meer wijzigen maar wel intrekken!
A. Ministers worden bij koninklijk besluit benoemd; LOS van S.G.. onafhankelijk.
C. dit is opgedragen aan het openbaar ministerie.
B.
C; heeft geen grondwettelijke basis; bij bijzondere wet ingesteld en dat is het!
Staatsrecht samenvatting bij werkcolleges
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution