Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefenmaterialen
- 2729 keer gelezen
In de buurt van Goes ligt een duingebied. Janneke Hartman heeft dit terrein in gebruik genomen om te werken aan een nieuw kunstproject. Zij heeft de op het terrein aanwezige bunkers verbouwd en als tentoonstellingsruimten voor haar beeldende kunst in gebruik genomen. Zij heeft ook andere gebouwen gecreëerd en beelden in het landschap geplaatst. Hartman heeft een stichting opgericht om dit project te ondersteunen, de Stichting Zoutelande. De Stichting heeft het terrein met gebruik van overheidssubsidie aangekocht en beheert dit. In 2007 overlijdt Janneke Hartman plotseling.
De erven stellen dat zij eigenaar van alle kunstwerken op het terrein zijn en maken aanspraak op afgifte daarvan. De Stichting beroept zich (o.m.) op … omdat de kunstwerken deel uit maken van het totaalkunstwerk Zoutelande.
Noem de wettelijke bepaling(en) op grond waarvan de Stichting meent eigenaar van de sculpturen in het landschap te zijn. (4 punten)
Op welke wijze menen de erfgenamen van de kunstenaar de eigendom van de sculpturen te hebben verkregen? (4 punten)
Welke uitspraak van de HR kan betrokken worden bij de beoordeling van het onderhavige geschil? (2 punten)
Bespreek wie eigenaar is van de in het landschap geplaatste sculpturen. (5 punten)
Ben leent op 15 augustus 2013 de I-pad van Albert. Op 30 augustus 2013 verkoopt en levert Ben deze I-pad aan Florine en Florine neemt de I-pad meteen mee. Ben krijgt last van schuldgevoelens en vertelt Florine op 15 september 2013 dat hij de I-pad slechts geleend had van Albert. Florine verkoopt en levert vervolgens op 16 september 2013 de I-pad aan Frank. Daarbij spreken Florine en Frank af dat Florine de I-pad nog tot 3 oktober 2013 bij zich mag houden.
Wie is eigenaar van de I-pad op 16 september 2013? (12 punten)
Heeft de door jou onder vraag 2a aangewezen eigenaar verkregen op originaire of derivatieve wijze? (5 punten)
Illustreer aan de hand van een voorbeeld wat wordt bedoeld met de processuele functie van het bezit. (4 punten)
Waarom staan de beperkte rechten verspreid over Boek 3 en 5? (3 punten)
Op 1 januari verkoopt Nina haar fiets aan Kelly. Kelly neemt de motor gelijk mee. Betaling zal uiterlijk 15 januari geschieden. Op 28 januari heeft Kelly nog niet betaald. Wie is eigenaar van de motor? (3 punten)
Zijn alle onroerende zaken registergoederen? (3 punten)
Wanneer zijn deegmachines en ovens in een fabriek bestanddelen van de onroerende zaak? (5 punten)
Gezien de kunstwerken deel uitmaken van het totaalkunstwerk beroept de Stichting zich op natrekking art. 5:20 lid 1 sub e jo. 3:3 BW.
De erfgenamen menen dat zij eigenaar van alle kunstwerken zijn, waaronder de sculpturen, op grond van verkrijging onder algemene titel (art. 3:80 lid 2 BW).
HR 31 oktober 1997, NJ 1978, 97 (Portacabin)
In het Portacabinarrest is bepaald dat een gebouw of werk duurzaam verenigd kan zijn met de grond doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatste te blijven. Hierbij moet volgens de Hoge Raad worden gelet op:
De bedoeling van de bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar is. Onder de bouwer moet hier mede worden verstaan degene in wiens opdracht het bouwwerk wordt aangebracht.
De bestemming van een gebouw of een werk om duurzaam ter plaatse te blijven [dient] naar buiten kenbaar te zijn. Dit vereiste vloeit voort uit het belang dat de zakenrechtelijke verhoudingen voor derden kenbaar dienen te zijn. De bedoeling van de kunstenaar was dat de kunstwerken onderdeel uitmaken van het terrein en dat zij bestemd zijn om duurzaam daar te blijven staan.
Voor een geldige eigendomsoverdracht tussen Ben en Florine moet zijn voldaan aan de eisen van art. 3:84 BW.
Tussen Ben – Florine is er sprake van een geldige titel (koop) en is er geleverd. Het bezit is verschaft door feitelijke overgave (art. 3:90 BW). Ben is echter beschikkingsbevoegd, omdat hij slechts houder is. Als Florine te goeder trouw is, kan zij een beroep doen op art. 3:86 lid 1 BW. Aan de vereisten moet wel zijn voldaan ten tijde van de levering (art. 3:118 lid 2 BW). Aan de vereisten uit art. 86 lid 1 is voldaan. Het gaat in casu om een roerende zaak dat anders dan om niet is verkregen. Bovendien is Florine te goeder trouw. Hierdoor is Florine eigenaar geworden.
Tussen Florine – Frank is sprake van een geldige titel (koop), Florine is beschikkingsbevoegd, want ze is de eigenaar. Daarnaast is er constitum possessorium geleverd (art. 3:90 jo 115 sub a).
Op 16 september 2013 is Frank eigenaar van de I-pad geworden. Het is niet relevant om te twijfelen of Florine wel te goede trouw is aangezien Florine op moment van levering Ben – Florine wel te goeder trouw was (art. 3:118 lid 2 BW).
Overdracht is een wijze van derivatieve verkrijging, omdat de verkrijger zijn recht ontleent aan een rechtsvoorganger.
Art. 3:119 lid 1 BW. De wet vermoedt de bezitter van een goed rechthebbende te zijn. Tegenbewijs is toegelaten. Voorbeeld: X steelt de auto van Z en rijdt er mee op straat. Z ziet dief X in de auto rijden. X wordt vermoed rechthebbende te zijn en het is aan Z om aan te tonen dat hij een beter recht op de fiets heeft dan X.
De beperkte rechten die alleen kunnen rusten op zaken staan in Boek 5 (Zakelijke rechten). De beperkte rechten die kunnen rusten op zaken en vermogensrechten staan in Boek 3 (Vermogensrecht in het algemeen).
Kelly is eigenaar door overdracht (art. 3:84 jo 3:90). Ten eerste is er een geldige titel (koopovereenkomst). Ten tweede is Nina als eigenaar beschikkingsbevoegd. Ten slotte is bezit verschaft. Betalen is geen voorwaarde voor een geldige overdracht.
Ja, want voor de overdracht van een onroerende zaak is inschrijving in de openbare registers vereist (art. 3:10 jo 3:89 lid 1).
Deegmachines en ovens zijn geen bestanddeel krachtens verkeersopvatting (art. 3:4 lid 1), omdat het fabrieksgebouw als hoofdzaak moet worden aangemerkt en niet de productieinrichting. Dit kan anders zijn als apparatuur en fabriek in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd. De ovens kunnen wel op grond van art. 3:4 lid 2 BW bestanddeel zijn als ze zijn ingemetseld.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht aan de Universiteit Utrecht.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2147 |
Add new contribution