Oefententamens Burgerlijk Recht 3 - RUG
- 2558 keer gelezen
Op 1 juli 2013 krijgt de blije Marlinde van Luin het bericht dat zij geslaagd is voor haar HAVO-examen. Op 2 juli 2013 organiseert mw. Van Luin een groot tuinfeest ter ere van haar dochter. Op verzoek van mw. Van Luin neemt haar buurvrouw drie waxinelichtwarmtehouders voor het tuinfeest mee. Onder elk van die warmtehouders staan twee waxinelichtjes die bijgevuld kunnen worden met brandgel. Op het moment dat het tuinfeest in volle gang is ziet mw. Van Luin dat een van de branders leeg is. Nadat zij zelf het metalen potje uit de warmtehouder heeft gehaald en op de tafel heeft gezet, vraagt zij de vijftienjarige Lukas, een medescholier en goede vriend van Marlinde, of hij de lege brander met gel wil bijvullen vanuit de fles, die naast de tafel staat. Vaststaat dat mw. Van Luin bezitter is van de onlangs aangeschafte fles met de brandgel. Zij zegt daarbij tegen Lukas, dat zij daarna zelf de brander zal aansteken. Zij loopt vervolgens naar de keuken met een lege groenteschaal om die bij te vullen. Op het moment waarop mw. van Luin zich naar de keuken begeeft, pakt Lukas de jerrycan en vult de brander bij. Op dát moment ontstaat er een enorme explosie. De gel vat vlam en spat in het rond. Helena, een van de gasten, loopt daardoor ernstige brandwonden op. Hoe de explosie heeft kunnen ontstaan blijft ook voor deskundigen een raadsel. Luka staat ten huize van de familie van Luin bekend om zijn nauwgezetheid. Helena spreekt Luka aan voor de ontstane en nog te lijden schade. Zij stelt, nu vaststaat dat Luka de schade heeft veroorzaakt, dat Luka jegens haar daarvoor aansprakelijk is.
Vervolg. Helena spreekt tevens mw. Van Luin aan op kwalitatieve grondslag. Hij stelt dat, nu mw. Van Luin bezitter is van de fles met daarin de brandgel, zij daarvoor hetzij op basis van art. 6:175, hetzij op basis van art. 6:173 met succes kan worden aangesproken.
Van Baarsma heeft een tweedehands meubelzaak in Ter Horst. Hij besluit de winkel met inbegrip van het parkeerterrein een make over te geven. De parkeerplaats aan de voorzijde van de winkel zal van een nieuwe bestrating worden voorzien. Van Baarsma schakelt daartoe aannemer Toonstra in. Van Baarsma geeft Toonstra de vrije hand om zowel de interne verbouwing als de bestrating geheel naar eigen inzicht te realiseren. Partijen spreken af dat Van Baarsma zich tussentijds niet met de werkzaamheden zal bemoeien. Toonstra geeft aan grondbedrijf Hoekstra opdracht 5 m3 zand bij Van Baarsma af te leveren. Het zand wordt op woensdag op het erf van Van Baarsma afgeleverd. De vrijdag daaropvolgend zullen enkele werknemers van Toonstra de nieuwe bestrating aanbrengen. Reeds op woensdagavond kondigt het KNMI aan dat het de volgende dag in het gehele land onverwacht zwaar zal gaan hagelen: code oranje. Tijdens de hagelstorm waait het zand in de richting van het naburig perceel van Autohandel Fritsma met als gevolg dat een drietal Volvo’s, die aan de achterzijde van het garagebedrijf staan opgesteld, lakschade ondervinden door het verwaaide zand. Vaststaat dat Toonstra het KNMI-bericht tijdig heeft vernomen, maar geen actie heeft ondernomen om het zand af te dekken. Autohandel Fritsma wenst de schade aan de drie auto’s te verhalen.
Fritsma spreekt primair Van Baarsma aan op basis van art. 6:173 BW en stelt dat hij als eigenaar van de zandhoop jegens hem voor de daardoor veroorzaakte schade aansprakelijk is. a. Hoe luidt uw oordeel over deze vordering? (5)
Fritsma spreekt subsidiair Van Baarsma aan op basis van art. 6:171. b. Loop kort en bondig alle vereisten van art. 6:171 langs. Hoe luidt uw oordeel over deze vordering? (7)
Door de overheid moeten soms handelingen worden verricht die, bezien vanuit het algemene belang, wenselijk of noodzakelijk zijn, maar die een aantal burgers schade kunnen berokkenen. In dergelijke gevallen rijst de vraag of de benadeelden hun schade kunnen verhalen op de overheid. Geef kort en bondig weer hoe de huidige leer van de Hoge Raad op dit punt luidt. (juridische grondslag bespreken). Illustreer uw antwoord voorts met het noemen (en kort bespreken) van een arrest van de Hoge Raad. (6)
In European Tort Law gaat C. van Dam uitvoerig in op art. 1384 lid 1 CC. Wat betreft de aansprakelijkheid voor zaken schetst hij uitvoerig de ontwikkeling van die bepaling. Heeft lid 1 van art. 1384 CC, voor zover het betreft de aansprakelijkheid voor zaken, zelfstandige betekenis naast de overige leden van die bepaling of is het slechts bedoeld als een inleiding op de overige leden? Leg dat nauwkeurig uit. (6) .
In zijn opstel PETL: liability for others bespreekt R.D. Lubach o.m. de aansprakelijkheid voor kinderen. Hij schetst dat binnen Europa diverse landen de zojuist genoemde aansprakelijkheid op een verschillende wijze vorm geven. Schets kort en bondig die verschillende (drie) systemen en noem bij elk van die systemen een of meer landen. Voor welke systeem heeft PETL gekozen? (6)
Cornelissen is eigenaar van een grote zeiljacht. Hij plant met zijn vaste zeilmaatjes, die hij nog kent van zijn prominente dispuut, voor mei een zeiltocht naar het noorden van Spanje. Dit ondanks de kans op slecht voorjaarsweer in dat jaargetijde; hij gokt er op dat de stormen later beginnen. Zijn buurman Hans – niet behorend tot de vaste crew – lijkt het geweldig om mee te varen. Cornelissen stemt hiermee in op voorwaarde dat Hans hem niet zal aanspreken tot schadevergoeding wanneer hij schade oploopt. De reden hiervoor is dat Cornelissen niet zeker weet of hij steeds helemaal adequaat zal handelen wanneer zich toch extreem weer voordoet.
Tijdens een extreem koude nacht voor die tijd van het jaar – wanneer Cornelissen bijna door de kou is bevangen – geraakt door een kleine onzorgvuldigheid van zijn kant de boot zeer onverwachts uit balans. Hans valt en komt aan de gevolgen van die val te overlijden. Hans vrouw stelt namens zichzelf en hun 16-jarige tweelingzoons Johan en Jens een schadevordering in jegens Cornelissen omdat zij nu de inkomsten van Hans moeten missen. De rechtsbijstandsverzekeraar van Cornelissen brengt naar voren dat rekening moet worden gehouden met de afspraak tussen Hans en Cornelissen dat laatstgenoemde niet aansprakelijk zou zijn voor schade. Is dat juist? (6)
De verhouding tussen de buurgezinnen is door het verongelukken van Hans zeer verslechterd. Op een dag gaat Johan naast Cornelissen brommeren, wanneer die een tochtje wil maken op zijn nieuwe ligfiets. Johan maakt denigrerende opmerkingen over deze fiets en gaat zeer dicht naast Cornelissen fietsen. Plotseling raakt het stuur van Johan ‘s brommer die van Cornelissen en Clornelissen komt ten val. Hij is niet gewond, maar zijn (fragile) ligfiets raakt onherstelbaar beschadigd. Cornelissen is door dit agressieve gedrag van Johan en de gevolgen ervan zeer aangeslagen. Hij krijgt last van slapeloosheid en wordt achterdochtig. Vast staat dat hij schadevergoeding ter waarde van de ligfiets ad €4500 kan vorderen van Johan. Hij benadert u echter met de vraag of hij ook recht heeft op smartengeld. Wat is het criterium dat daarvoor in dit geval doorslaggevend is? (6)
Jeanne legt zich er op toe, in kranten en weekbladen oproepen van officiële instanties op te sporen waarin mensen worden opgeroepen zich te melden in verband met hun eventuele kwaliteit van erfgenaam. Zij gaat dan op zoek naar de betreffende personen. Wanneer in een bepaald geval Jacques en Liselotte zich bij haar melden geeft Jeanne aan dat zij de betreffende gegevens wil doorgeven op voorwaarde dat zij een kwart van de te verwachten erfenis van Jacques en Liselotte zal ontvangen. De grond die Jeanne daarvoor noemt is zaakwaarneming. Nu Jacques en Liselotte weten dat zij wellicht recht hebben op een erfenis gaan zij zelf op onderzoek uit en hebben succes. Zij blijken mede-erfgenaam van een grote erfenis. Geef precies aan waarom Jeanne wel of niet recht heeft op de door haar geclaimde kwart van deze erfenis op grond van zaakwaarneming. (8)
Houtbewerkingsbedrijf Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV is gespecialiseerd in de bewerking van verantwoord verbouwd en gekapt hout. Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV leent op 1 mei 2012 voor een half jaar een bedrag van € 200.000 uit aan meubelbedrijf De Blije Tafel (DBT). De reden hiervoor is dat DBT een nieuwe activiteit wil starten door meubels van verantwoord hout – onder andere afkomstig van Van Dik Hout Zaagt Men Planken– te verkopen. Te verwachten is dat DBT hiervoor binnen een half jaar € 200.000 subsidie zal ontvangen en dan het bedrag aan Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV betaalt. De bedoeling is dat wanneer Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV het geldt heeft terug gekregen daarmee een nieuwe productielijn kan worden gestart. Eind oktober 2012 echter blijkt dat DBT niet voor de beoogde subsidie in aanmerking komt maar dat tegen de verwachtingen in Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV wel subsidie ontvangt. Het gaat om een bedrag van €80.000, en Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV gaat daarmee in combinatie met een van de bank geleend bedrag van €70.000 over tot het opzetten van een nieuwe productie lijn.
Wanneer DBT het geleende bedrag op de afgesproken datum niet terug betaalt vordert Van Dik Hout Zaagt Men Planken BV een jaar later betaling daarvan inclusief wettelijke rente.
DBT stelt zich op het standpunt dat het totaalbedrag van de wettelijke rente moet worden gematigd omdat Van Dik Hout Zaagt Men Planken niet de volledige € 200.000 heeft hoeven lenen en dus ook niet voor dit volledige bedrag schade heeft geleden in de vorm van aan de bank te betalen rente. Is dat juist? (6)
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier nr. 83-86 (7e druk).
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier nr. 103-105, 134-153 (7e druk)
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier nr. 98 (7e druk)
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier nr. 93 (7e druk)
Boekvraag, Spier-Hartlief, nr. 185. In het boek wordt dat leerstuk aangeduid als: gelijkheid van openbare lasten; het vormt een uitwerking van het gelijkheidsbeginsel. Onevenredige nadelige gevolgen van een overheidshandeling of besluit behoren niet ten laste van individuele burgers te komen. Wat de juridische basis betreft: het toebrengen van dergelijke schade is onrechtmatig, ook al is het optreden zélf rechtmatig. Er zal een arrest moet worden genoemd en (kort) moeten worden besproken. Het mag uit een arrest uit de klapper zijn (X-Woningstichting Wherestad, p.19 e.v.) of uit het boek, bijvoorbeeld Lavrijsen-Staat. In beide gevallen werd aangenomen dat er sprake was van onevenredig nadelige gevolgen ten gevolge van beschadiging van het wooncomplex ten gevolge van een huiszoeking, resp. schade ontstaan ten gevolge van een politie-inval. Ook mag worden verwezen naar het arrest Onbegeleid proefverlof, zij het dat de vordering op basis van gelijke lasten c.q. onevenredig nadeel, door de Hoge Raad in die zaak uiteindelijk werd afgewezen. Het hof had de vordering op die grondslag toegewezen.
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier nr. 185 (p. 214). (7e druk).
Van Dam schetst dat art. 1384 lid 1 CC zelfstandige betekenis kreeg. Aanvankelijk ging dat niet verder dan een schuld- of foutaansprakelijkheid (1896!!). Van Dam geeft heel veel voorbeelden: o.m. schade ontstaan door een lift, een vallende boom of een dijk. Vanaf 1930 ontwikkelde de rechtspraak zich in de richting van een pure risicoaansprakelijkheid. Van Dam noemt in dat verband het Jand’heur II-arrest ( niet verplicht om dat te noemen). Van Dam schetst dat er slechts twee uitzonderingen bestaan om aan die strikte aansprakelijkheid te ontkomen: - fout van het slachtoffer ‘faute de la victime’. - een van buitenkomende oorzaak ( un cause etrangère et irrésistible). Zelfs gevallen , waarbij een kind als gardien met een stok een ander schade toebracht werd via de band van art. 1384 lid 1 afgewikkeld. (p. 68/71). Zie Literatuurklapper. Velen volstonden met de opmerking dat art. 1384 CC zelfstandige betekenis heeft. Dat leverde weinig punten op.
*Afzonderlijke regeling ontbreekt; men is aangewezen op de algemenen regeling van de onrechtmatige daad. Onvoldoende toezicht van de ouders dient te worden bewezen (Engeland); *Stelsels die uitgaan van een foutaansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast (Duitsland, Zwitserland); * Stelsels die de facto een kwalitatieve aansprakelijkheid aannemen (Frankrijk, Italië) PETL heeft voor een mengvorm gekozen: systeem2. Van belang is om dat kort te omschrijven en tevens de bepaling te noemen. (art. 6:101).
De rechtsbijstandsverzekeraar heeft gelijk. Wanneer Claudius door de echtgenote en de kinderen van Hans wordt aangesproken op grond van art. 6:108 BW heeft hij volgens art. 6:108 lid 3 BW jegens hen hetzelfde verweer als hij jegens Hans zou hebben gehad wanneer hij door hem zou zijn aangesproken.
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier nr. 7,15,16,253 (inzake art. 6:107 lid 2 BW) ,254 (7e druk).
Cornelissen vraagt zich af of hij smartengeld van Johan kan vorderen omdat hij last heeft van slapeloosheid en van argwaan. Echter niet ieder geval van onbehagen en/of zich gekwetst voelen is voldoende reden voor het toekennen van smartengeld. . Als beslissend criterium wordt gehanteerd of sprake is van aantasting in de persoon (art. 6:106 lid 1 sub b BW – ‘of op andere wijze in zijn persoon is aangetast’). Doorslaggevend daarvoor is of de klachten kunnen worden gekenschetst als een erkend psychiatrisch ziektebeeld.
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J. Spier nr. 247, 248 (7e druk).
Deze casus is afgeleid van het geval dat wordt beschreven in het artikel ‘Der Erbensucher’ van Schrage. Voor zaakwaarneming is nodig dat het streven andermans belang te dienen voorop staat. Daarvan is hier geen sprake. Zie het genoemde artikel op p. 113 sub 3.
Zie Verbintenissen in de wet en schadevergoeding J.Spier afd. 11.3 (7e druk).
De mogelijkheid van matiging van wettelijke rente komt aan de orde in het arrest Ahold/Staat sub 3.5.4 en 3.5.5. Matiging van wettelijke rente ex art. 6:109 BW is wel mogelijk maar gezien het karakter van deze schadevergoeding – een gefixeerde vergoeding – dient matiging terughoudend te worden gehanteerd. Het gegeven dat de crediteur geen/weinig schade (zoals DBT in casu aanvoert) heeft geleden ten gevolge van de vertraging in de voldoening van de betreffende geldsom, is geen reden voor matiging van wettelijke rente.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oefententamens te gebruiken bij het vak Burgerlijk Recht 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2310 |
Add new contribution