Artikelsamenvatting bij De psychosociale aspecten van een leerstoornis van Toll et al. - 2022 - Chapter


In het artikel wordt ingegaan op het psychosociaal functioneren van jongeren met een leerstoornis. De meest voorkomende leerstoornissen zijn dyslexie en dyscalculie. De definitie van een specifieke leerstoornis is dat er ernstige en hardnekkige problemen zijn die blijven bestaan ondanks remediërende hulp. Prevalentiecijfers verschillen door de vele verschillende definities. Een leerstoornis heeft niet alleen impact op schoolprestaties, maar ook op het dagelijkse leven. Het is voor veel jongeren en ouders daarom lastig om een leerstoornis te accepteren. Het kan zo ook het gezinsleven beïnvloeden. Ook kan het een negatieve impact hebben op het psychosociaal functioneren.

Wat is het belang van de omgeving?

De omgeving van een jongere draagt bij aan hoe deze zijn leerstoornis beleeft en draagt dus ook bij aan het psychosociaal functioneren. De ondersteuning die jongeren vanuit hun omgeving ervaren is een van de belangrijkste beschermende factoren die beschermt tegen psychosociale problematiek. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om aandacht hebben voor en ruimte geven aan emoties die spelen rondom de stoornis, het accepteren van de stoornis en begrip tonen voor bijkomende moeilijkheden. In de schoolcontext is het vooral belangrijk hoe dyslexie- en/of dyscalculie-vriendelijk het schoolklimaat is. Steun en begrip op school van docenten en een helder beleid ten aanzien van remediërende en compenserende maatregelen zijn hier onderdeel van. Contact met lotgenoten kan ook bijdragen aan het psychosociaal functioneren van jongeren met een leerstoornis.

Wat zijn de psychosociale gevolgen van een leerstoornis?

Schoolprestaties zijn gerelateerd aan aandachtsproblemen, een laag zelfbeeld of lage motivatie, angst en sociale problemen. Ook vertonen volwassenen met een leerstoornis vaker externaliserend probleemgedrag en hebben zij een verhoogde kans op het ontwikkelen van internaliserende problemen. In de control-value theorie wordt beschreven hoe positieve en negatieve prestatie-emoties ontlokt kunnen worden en wat het gevolg is van deze emoties. Positieve prestatie-emoties zijn bijvoorbeeld plezier in het werken of trots zijn op een resultaat. Negatieve prestatie-emoties zijn schaamte, faalangst of frustratie. De controle component in deze theorie verwijst naar de mate waarin een jongere controle ervaart over een leersituatie. De value (waarde) component verwijst naar het belang dat een jongere hecht aan de taak of het vak en hoe belangrijk het voor hem is om daarop goed te presteren. Deze prestatie-emoties worden beïnvloed door inschattingen van de controle- en waarde aspecten van een leersituatie en door omgevingsfactoren zoals feedback. Als een jongere veel negatieve emoties ervaart en een laag gevoel van controle heeft, kan dit leiden tot een lagere betrokkenheid bij een taak wat op den duur kan leiden tot lagere prestaties en negatieve emoties.

Volgens de zelfdeterminatietheorie is intrinsieke motivatie afhankelijk van de vervulling van drie basisbehoeftes: competentie, autonomie en verbondenheid. Als aan één van deze drie behoeften niet wordt voldaan, dan zal dit een negatief invloed hebben op het psychosociaal functioneren. Het vervullen van deze behoeften blijkt lastig voor jongeren met een leerstoornis. Beperkte motivatie en verminderd zelfvertrouwen zijn volgens deze theorie het gevolg van een tekortkoming in de drie basisbehoeftes.

De attributietheorie richt zich op de cognitieve processen waarmee jongeren de oorzaken voor falen en succes verklaren. Interne attributies verwijzen naar factoren binnen de jongere zelf, zoals capaciteiten. Externe attributies verwijzen naar factoren buiten de jongere zelf, zoals leraren. Voor het welzijn van de jongere is het bevorderlijk als zij succes toeschrijven aan interne factoren en falen aan externe factoren. Onderzoek toont echter aan dat deze groep jongeren successen en falen allebei aan interne oorzaken toeschrijven. Succes wordt dan gezien als een gevolg van hun inspanning en falen wordt gezien als het gevolg van een tekort aan capaciteiten.

Wat zijn aanbevelingen?

School en ouders

Het is van belang dat de school en ouders een steunende en begripvolle omgeving creëren voor de jongere waarin er voldoende ruimte is voor ontspanning en aandacht voor talenten. Om een goed zelfbeeld te ontwikkelen is het belangrijk om aandacht te hebben voor de persoonlijke leerontwikkeling van de jongere en niet te vergelijken met de norm. Om te dealen met faalangst kan is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de onderwijsbehoeften van de jongere. Zo worden onnodige faalangstervaringen voorkomen. Leraren moeten dan specifieke kennis hebben over leerstoornissen. De jongere kan ook geholpen worden met het leren inzetten van geschikte copingstrategieën die gericht zijn op het oplossen van het probleem, het zoeken van afleiding en sociale steun en het inzetten van bevorderende gedachten. Bij jongeren met vermijdingsgedrag is het belangrijk om na te gaan welke factoren dit gedrag bekrachtigen en hoe dit voorkomen kan worden.

Psychodiagnostisch onderzoek

Het in kaart brengen van leerproblemen moet een belangrijk onderdeel zijn van psychodiagnostiek onderzoek dat zicht wil krijgen op de aard en de ernst van leerproblemen. Dit kan op basis van een variatie aan technieken zoals vragenlijsten en observaties. Men kan gebruik maken van algemene screeningslijsten en aanvullend kunnen er gedragsvragenlijsten gebruikt worden.

Behandeling

Een effectieve behandeling bij jongeren en adolescenten met angstklachten, somberheid, een laag zelfbeeld en beperkte probleemoplossingsvaardigheden is cognitieve gedragstherapie (CGT). CGT leert jongeren hoe ze beter kunnen omgaan met hun negatieve gedachten over zichzelf en over hun omgeving. De kernelementen van CGT zijn:

  • Exposure
  • Gedragsactivatie
  • Cognitieve herstructurering
  • Ontspanningsoefeningen
  • Problemen oplossen
  • Psychoeducatie
  • Praktijkgericht vervolgonderzoek

Er is meer onderzoek nodig naar de beleving van een leerstoornis in het verloop en stagnering van de leerontwikkeling. Meer gedetailleerde kennis over deze relaties kan leiden tot meer bewustzijn onder professionals en kan het mogelijk maken om beleid en richtlijnen hierop aan te passen. Ook zijn er studies naar de effecten van behandelingen gericht op psychosociale aspecten van een leerstoornis gewenst. Hierbij is het vooral de vraag welke elementen en technieken belangrijk zijn om op positieve wijze de beleving van een leerstoornis te stimuleren en psychosociale klachten bij deze groep te verminderen. Ook onderzoek naar de prevalentie van onderwijsgerelateerd trauma bi jongeren met een leerstoornis is gewenst. Daarbij is het van belang om te onderzoeken wat de impact hiervan is op de ontwikkeling van een leerstoornis.

Bulletpoints

Wat is het belang van de omgeving?

  • De omgeving van een jongere draagt bij aan hoe deze zijn leerstoornis beleeft en draagt dus ook bij aan het psychosociaal functioneren. De ondersteuning die jongeren vanuit hun omgeving ervaren is een van de belangrijkste beschermende factoren die beschermt tegen psychosociale problematiek. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om aandacht hebben voor en ruimte geven aan emoties die spelen rondom de stoornis, het accepteren van de stoornis en begrip tonen voor bijkomende moeilijkheden. In de schoolcontext is het vooral belangrijk hoe dyslexie- en/of dyscalculie-vriendelijk het schoolklimaat is. Steun en begrip op school van docenten en een helder beleid ten aanzien van remediërende en compenserende maatregelen zijn hier onderdeel van. Contact met lotgenoten kan ook bijdragen aan het psychosociaal functioneren van jongeren met een leerstoornis.

Wat zijn de psychosociale gevolgen van een leerstoornis?

  • Schoolprestaties zijn gerelateerd aan aandachtsproblemen, een laag zelfbeeld of lage motivatie, angst en sociale problemen. Ook vertonen volwassenen met een leerstoornis vaker externaliserend probleemgedrag en hebben zij een verhoogde kans op het ontwikkelen van internaliserende problemen. In de control-value theorie wordt beschreven hoe positieve en negatieve prestatie-emoties ontlokt kunnen worden en wat het gevolg is van deze emoties. Positieve prestatie-emoties zijn bijvoorbeeld plezier in het werken of trots zijn op een resultaat. Negatieve prestatie-emoties zijn schaamte, faalangst of frustratie. De controle component in deze theorie verwijst naar de mate waarin een jongere controle ervaart over een leersituatie. De value (waarde) component verwijst naar het belang dat een jongere hecht aan de taak of het vak en hoe belangrijk het voor hem is om daarop goed te presteren. Deze prestatie-emoties worden beïnvloed door inschattingen van de controle- en waarde aspecten van een leersituatie en door omgevingsfactoren zoals feedback. Als een jongere veel negatieve emoties ervaart en een laag gevoel van controle heeft, kan dit leiden tot een lagere betrokkenheid bij een taak wat op den duur kan leiden tot lagere prestaties en negatieve emoties.
  • Volgens de zelfdeterminatietheorie is intrinsieke motivatie afhankelijk van de vervulling van drie basisbehoeftes: competentie, autonomie en verbondenheid. Als aan één van deze drie behoeften niet wordt voldaan, dan zal dit een negatief invloed hebben op het psychosociaal functioneren. Het vervullen van deze behoeften blijkt lastig voor jongeren met een leerstoornis. Beperkte motivatie en verminderd zelfvertrouwen zijn volgens deze theorie het gevolg van een tekortkoming in de drie basisbehoeftes.
  • De attributietheorie richt zich op de cognitieve processen waarmee jongeren de oorzaken voor falen en succes verklaren. Interne attributies verwijzen naar factoren binnen de jongere zelf, zoals capaciteiten. Externe attributies verwijzen naar factoren buiten de jongere zelf, zoals leraren. Voor het welzijn van de jongere is het bevorderlijk als zij succes toeschrijven aan interne factoren en falen aan externe factoren. Onderzoek toont echter aan dat deze groep jongeren successen en falen allebei aan interne oorzaken toeschrijven. Succes wordt dan gezien als een gevolg van hun inspanning en falen wordt gezien als het gevolg van een tekort aan capaciteiten.

Behandeling

  • Een effectieve behandeling bij jongeren en adolescenten met angstklachten, somberheid, een laag zelfbeeld en beperkte probleemoplossingsvaardigheden is cognitieve gedragstherapie (CGT). CGT leert jongeren hoe ze beter kunnen omgaan met hun negatieve gedachten over zichzelf en over hun omgeving. De kernelementen van CGT zijn:
    • Exposure
    • Gedragsactivatie
    • Cognitieve herstructurering
    • Ontspanningsoefeningen
    • Problemen oplossen
    • Psychoeducatie
    • Praktijkgericht vervolgonderzoek
Check page access:
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
652 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.