Aantekeningen Angststoornissen - Psychopathologie aan de UU (2023-2024)

Angststoornissen

  1. Abnormaal is niet: aard van de angstresponse zelf
  2. Abnormaal is wel: intensiteit van response (niet in verhouding tot ernst van de dreiging)
  3. Voor diagnose angststoornis: subjectief lijden/hinder

Muizenangst is niet zo snel een stoornis, omdat je niet zo vaak een muis tegenkomt. Vlieganst is iets anders. Je kan prima leven zonder te vliegen, maar sommigen moeten dat doen voor werk. Dan interfereert het met je leven. Dan wordt het een stoornis. Fenomenen die worden gecatastrofeerd bij angststoornissen, zijn als regel ‘normaal’.

  • Je voelt een lichamelijke sensatie, dit is normaal → niet direct een paniekstoornis
  • Blozen (is normaal) → niet direct een sociale fobie

Psychose of schizofrenie, dat zijn minder normale denkbeelden. Dat er marsmannetjes zijn die ons besturen.

Overzicht van angststoornissen

  • Separatieangststoornis
  • selectief mutisme
  • specifieke fobie
  • paniekstoornis
  • gas
  • sociale angststoornis

PTSS stond in het rijtje van angststoornissen, maar tegenwoordig niet meer. 28.8% van de mensen heeft een angststoornis in hun leven.

Cruciale elementen van angststoornissen

  • CS = voorspeller van gevaar (geconditioneerde stimulus)
  • US = gevreesd gevaar / catastrophe
  • CS → US/UR → CR: voorbeeld paniekstoornis
  • Dat leidt tot veiligheidsgedrag en vermijdingsgedrag.

Paniekstoornis:

  • Lichamelijke sensaties worden negatief geïnterpreteerd.
  • Hart gaat harder kloppen. Iemand met een paniekstoornis kan dit interpreteren als het krijgen van een hartaanval.
  • US is hartaanval, dat is gewoon eng
  • UR is de angst die daarbij komt kijken
  • CS is de hartslag die je voelt, dat is aangeleerd gedrag
  • CR is de angst die komt kijken bij de angst voor de sensatie van de hartslag

Hondenfobie:

  • US is gebeten worden door een hond
  • UR is de angst die daarbij komt
  • CS is het zien van de hond
  • CR is de angst bij de hond

Sociale angst:

  • US is afwijzing
  • UR is de angst daarbij
  • CS is sociaal contact
  • CR is de angst daarvoor

Gevolg van angst is vermijdingsgedrag en veiligheidsgedrag. Je wil een bepaalde situatie voorkomen. De emotie is subjectieve angst, reactie op de CS.

G-schema met patiënt:

Gevoelens ⇄ Gedachten ⇄ Gedrag 

Neuroticisme hangt samen met alle angststoornissen BEHALVE met specifieke fobie. Neuroticisme hangt ook samen met depressie, trauma en OCD.

Specifieke kenmerken:

  • Paniekstoornis: catastrofale misinterpretatie van lichamelijke sensaties. Kan ook gevoel van stikken zijn, of tintelingen in je hoofd.
  • Sociale fobie (is de oudere term voor sociale angstoornis): angst voor afkeuring door anderen omdat anderen tekenen van sociale angst zien (blozen, trillen, etc.)
  • E.v. fobie: afhankelijk van aard fobie (hond valt me aan, vliegtuig stort neer, bliksem slaat in)
  • GAD: wisselend (piekeren is vervelend, maar eigenlijk goed)
  • Financiële problemen zie je vaak bij GAS.

Comorbiditeit

  1. Hoog met andere angststoornissen
  2. Hoog met depressie
  3. Hoog met andere stoornissen, bv alcoholverslaving

Vuistregel:

  • Patiënt met een primaire angststoornis dan 50% kans op ten minste 1 comorbide stoornis.
  • Vooral veel comorbiditeit met een andere angststoornis.

Hoe houd je ze goed uit elkaar: Mensen met een angststoornis kunnen genieten van hun hobby’s, maar mensen met een depressie kunnen dat niet. Staat er meer een somberheid of angst op de voorgrond? Of je kijkt naar: waar gaat het piekeren over? Piekeren bij angst = toekomstgericht, stel ik faal nu, dan ontslagen, geen geld, man bij me weg. Piekeren bij depressie gaat meer over het verleden.

Etiologie & Instandhouding

Waarom hebben sommige mensen wel een angststoornis en anderen niet?

  1. Neuroticisme
  2. Life events
    1. Meerderheid heeft geen traumatische ervaring (hondenfobie zijn niet veel mensen gebeten door een hond)
    2. Wel zijn er vaak algemene stressoren in het leven van de patiënt

Weinig relevant bij instandhouding zijn: 

  • Persoonlijkheid
  • Opvoeding
  • Vroegkinderlijke ontwikkeling

Doorslaggevend bij instandhouding zijn:

  • Situatie & cognitie (als situatie A, dan catastrofe B en biases)
  • Vermijdingsgedrag (uit de weg gaan van de situatie) en veiligheidsgedrag (tijdens de situatie: gedrag om de ramp te voorkomen)

Verklarende diagnostiek (dat is iets anders dan een DSM diagnose) Hoe bij deze patiënt de symptomen elkaar instandhouden / versterken. Als situatie A, dan komt er een catastrofe. Dat is een conditionele assumptie.

Interpretatiebias komt veel voor bij angststoornissen. Plekjes op de huid interpreteer je direct als kankercellen. Homografen: één woord met twee betekenissen. Bank is geld en een zitplek. Homofonen: Twee verschillende woorden die hetzelfde klinken.

Vermijdingsgedrag = gedrag gericht op het voorkomen of stoppen van de confrontatie met CSen (inclusief vluchtgedrag)

Veiligheidsgedrag = gedrag gericht op het afwenden van het optreden van de US/UR. Dit kan heel subtiel zijn

Veiligheidsgedrag bij iemand die bang is voor honden is heel stil blijven staan. De ramp is gebeten worden. Handen op de lucht en geen oogcontact maken. De ramp is niet gebeurd, omdat ik doodstil met m’n handen op m’n rug stond. Je wil leren: contact met hond leidt niet tot gebeten worden. De patiënt denkt: mijn veiligheidsgedrag zorgt ervoor dat het niet gebeurd is, maar dat klopt niet. Snap je waar de patiënt bang voor is? Wat doet u om te voorkomen dat A leidt tot B? Zo vraag je dan het veiligheidsgedrag uit.

CGT richt zich op:

  • Cognitieve vertekeningen als aandachtsbias en interpretatiebias
  • De Als dan situatie
  • Gedrag (geen vermijding/veiligheidsgedrag meer)

Cognitieve technieken:

  • Socratische dialoog: vangen van gedachten
  • Perspectiefneming
  • Bewijs voor-tegen techniek
  • Dagboeken bijhouden
  • Kansberekening
  • Informatie zoeken
  • Meerdimensionaal denken
  • Rolwisseling

Je gaat heel veel leren: Je CS leidt niet altijd tot de US. Dus het zien van de hond leidt niet per definitie tot gebeten worden. Het uitblijven van de ramp komt door de slecht voorspellende waarde van de CS en het komt NIET door jouw veiligheidsgedrag.

Gedragsexperiment:

  • Als ik mijn hand uitsteek naar een hond, word ik dan echt gebeten?
  • Dit kan je testen door het echt te doen.
  • Dit doe je creatief en collaboratief ( = samen, dus therapeut en patiënt)

Je moet hiervoor eerst weten: wat is precies de als…dan

Stappenplan:

  • Wat is de gedachte/verwachting
  • Hoe geloofwaardig is deze gedachte
  • Hoe kunnen we dit testen
  • Uitvoeren
  • Hoe is de geloofwaardigheid nu
  • Is er een alternatieve gedachte en wat is die geloofwaardigheid?

CGT:

  • Gedachten uitdagen
  • Eerst begin je met een scoring: Hoe geloofwaardig is deze gedachte?
  • Interpretatiebrainstorm: zijn er andere gedachten die je collega zou kunnen hebben? Wat zou een andere zelfverzekerde collega denken?

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Hugo
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1632