Adolescentenstrafrecht - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 6 Adolescentenstrafrecht 

Het WODC 

  • Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum 

  • Wetenschappelijk en beleidsgericht onderzoek (ministerie van Justitie en Veiligheid) 

  • Zowel intern als extern onderzoek 

  • Zelf onafhankelijk onderzoek doen of uitbesteden 

  • Ongeveer 100 werknemers 

  • Vier afdelingen: 

  • Criminaliteit, Rechtshandhaving en Sancties (CRS) of een combinatie van deze onderwerpen.  

  • Rechtsbestel, Wetgeving, Internationale- en vreemdelingenaangelegenheden (RWI): onderzoek naar migratie, vreemdelingenvraagstukken etc. 

  • Statistische Informatievoorziening en Beleidsanalyse (SIBa): databeheer en data toegankelijk maken voor onderzoekers, onderzoek naar nieuwe manieren van onderzoek. 

  • Extern Wetenschappelijke betrekkingen (EWB): onderzoek uitbesteden aan bijv. Universiteiten of onderzoeksbureaus. 

 

Verschil jeugd- en volwassenenstrafrecht: uitvoerlegging van sancties (JJI vs. Gewone gevangenis), verschillende maximale straffen (jeugdigen max. 2 jaar detentie, volwassenen levenslang), pedagogisch karakter in teken van heropvoeding, volwassenen: vergelding en beveiliging van samenleving. Binnen het jeugdrecht standaardbehandeling > heropvoeding en resocialisatie. 

Oververtegenwoordiging in criminaliteitscijfers 

  • Adolescenten zijn oververtegenwoordigd in alle criminaliteitsstatistieken. 16/17-23 komen vaker voor dan oudere en jongere leeftijdsgroepen.  

  • Mogelijke oorzaak: onvoltooide morele, sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling van deze groep. Hierdoor nodig om hen als een aparte groep te benaderen binnen het strafrecht. 

  • Individuele variatie in ontwikkeling: bijvoorbeeld: impulscontrole is bij de een veel beter dan bij de ander. Hersenontwikkeling ligt daar voor een groot deel aan ten grondslag. 

 

Afgelopen decennia meerdere pogingen ondernomen om voor adolescenten aparte voorzieningen te treffen. Sinds 1965 toepassing jeugdstrafrecht bij 18-21 jaar. 2010: voornemen adolescentenstrafrecht voor 15-23 jaar. In 2013 is het voornemen door de Kamers gekomen. In 2014 is het in werking getreden. Het is niet een nieuw type strafrecht, het betreft wijzigingen in de bestaande wet. 

Doel adolescentenstrafrecht 

  • Flexibele werking van het sanctiestelsel rond het 18e levensjaar. 

  • Bij sanctioneren wordt meer aansluiting gevonden bij ontwikkelingsleeftijd van adolescent. Bij sommige daders zal jeugdstrafrecht meer effectief zijn voor recidive dan volwassenenstrafrecht. Er wordt veel belang gehecht aan pedagogische mogelijkheden. 

  • Maatwerkaanpak: er wordt specifiek naar het individu gekeken en wat het best passende sanctiestelsel is. 

  • Preventieve werking: resocialisatie, rol in maatschappij pakken, recidive verminderen. 

  • Speciale bejegening van jongvolwassenen (18-23 jaar) volgens het jeugdstrafrecht. 

Nadruk op de toeleiding naar de berechting 

  • Wanneer jongere wordt aangehouden, dan wordt de keten gelijk gestart en gekeken of er toepassing van jeugdstrafrecht mogelijk is. 

  • Belangrijke rol: reclassering, NIFP, rechter en OvJ. 

  • OvJ geeft in vordering aan welk sanctiestelsel wordt beoogd. 

  • NIFP en reclassering geeft info over persoon van verdachte en welk sanctiestelsel zij adviseren. Het is volwassenenstrafrecht, tenzij... 

  • Rechter baseert uiteindelijk zijn beslissing op de informatie die hij in toeleiding naar de berechting in het dossier heeft kunnen doornemen. 

 

Onderzoek naar adolescentenstrafrecht. Diverse onderzoeken zijn al afgerond. Alleen effectmeting loopt nog. Alle onderzoeken resulteren in een overkoepelend onderzoek. Vandaag twee deelonderzoeken belicht: kenmerken doelgroep en effectmeting. 

Kenmerken van de doelgroep 

  • In opdracht van WODC 

  • Kenmerken van jongvolwassenen die volgens het jeugdrecht zijn berecht. Aanleiding onderzoek: kenmerken van doelgroep waren onduidelijk. Nadruk lag op onvoltooide ontwikkeling (wat ook een centraal punt is), maar het moet specifieker. Dit is van belang om het aan de juiste persoon te kunnen toewijzen, wie komen er in aanmerking voor een jeugdsanctie?  

  • Daarnaast was er weinig bekend van de kenmerken van volwassenen die daadwerkelijk door het jeugdstrafrecht zijn berecht. 

  • Dus: wie komen er in aanmerking en hoe ziet die groep die berecht is er daadwerkelijk uit? > zowel theoretische benadering als empirisch onderzoek. 

De doelgroep van het ASR: drie perspectieven 

  • Beleid: wet rondom adolescentenstrafrecht, memorie van toelichting bij de wet en reconstructie van beleidstheorie. 

  • Praktijk (ketenpartners): screeningslijsten die door ketenpartners zijn ontwikkeld, richtlijnen en toelichting op gebruik distribueringslijsten, implementatie en indicaties van de lijsten. 

  • Wetenschap: wat wordt er in wetenschappelijke literatuur gezegd over onvoltooide ontwikkeling? Onderzoek naar kenmerken van die jongvolwassenen? Doel: kader schetsen van wat er in recente literatuur wordt geschreven. 

Het adolescentenstrafrecht: wetenschap 

  • Individuele processen 

  • Hersenrijping 

  • Verschillen in zelfcontrole 

  • Cognitieve veranderingen 

  • Gedrags- en psychische stoornissen, alcohol/drugsmisbruik 

  • Sociale- en omgevingsprocessen 

  • Levensgebeurtenissen 

  • Buurtkenmerken 

  • Situationele context 

Toename in crimineel gedrag in adolescentie en continueren in volwassenheid komt door psychosociale en neurologische onrijpheid. Kijken naar hersenstructuren > zelfcontrole, impulscontrole, empathie, inhibitie. Het stoppen met criminaliteit valt te zien als rijping van psychosociale en neurologische aspecten, maar ook het doorgaan met criminaliteit als onrijpheid van ontwikkeling.  

Het adolescentenstrafrecht: beleid; verschillende afbakeningen: 

  • Persoonlijkheid van de dader: persoonlijke problematiek, onvoltooide ontwikkeling (sociaal, moreel, emotioneel, intellectueel). Verdere omschrijving is er niet. 

  • Omstandigheden van het feit: weinig aandacht aan besteed. Wel aandacht voor strafbare feiten in groepsverband waarbij zowel meerderjarige als minderjarige daders betrokken zijn. Memorie van toelichting: meerderjarige ook volgens jeugdstrafrecht. 

  • Pleegleeftijd: leeftijd ten tijde van plegen van delict. 18-23 jaar oud waren ten tijde van plegen van delict, komen in aanmerking voor toepassen van jeugdstrafrecht.  

  • Ernst van het gepleegde feit: niet alle typen delicten komen in aanmerking voor toepassing jeugdstrafrecht. M.n. jongvolwassenen die een keer een licht delict plegen, vallen niet in de doelgroep. Het gaat m.n. om daders van ernstige delicten die tot voorlopige hechtenis kunnen leiden.  

Advies ten behoeve van de berechting 

  • Openbaar Ministerie 

  • Screeningslijst 

  • Reclassering 

  • Wegingskader 

  • NIFP 

  • Wegingslijst  

Verschillende screeningsinstrumenten bieden een kader om af te wegen of iemand in aanmerking komt voor het jeugdstrafrecht. 

OM screeningslijst 

  • De verdachte: 

  • Gaat nog naar school (indicatie JSR) 

  • Woont nog bij zijn ouders/verzorgers (indicatie JSR) 

  • Heeft een LVB (indicatie JSR) 

  • Weigert mee te werken aan begeleiding (contra-indicatie JSR) 

  • Aard/ernst van het delict (contra-indicatie JSR) 

  • Justitiële voorgeschiedenis (contra-indicatie JSR) 

  • Screeningslijsten worden in praktijk weinig gebruikt. Gebruiken punten wel, maar gaan af op hun ervaring met jongverdachten. 

  • Verwarring: ernst van feit kan door wetgever als uitzonderingsmogelijkheid worden gezien, terwijl het OM de ernst van het feit opgenomen heeft als contra-indicatie. M.n. OM zegt dus wanneer sprake is van een ernstig feit, zijn zij terughoudend met toepassing van artikel 77c. Dit komt ook door onbekendheid met jeugdinterventies die opgelegd kunnen worden. 

Wegingskader reclassering 

  • Reclassering adviseert de rechter en OvJ over de persoon van de dader en de omstandigheden waaronder het delict is gepleegd. Ook maken ze inschatting van recidiverisico en welke interventie goed zou passen. 

  • Om tot een advies te komen is er het Wegingskader Adolescenten ontwikkelt. Vanuit psychologisch perspectief inzicht bieden in de ontwikkeling van de jongvolwassene. Ook het Wegingskader bestaat uit indicaties en contra-indicaties. 

  • Bestaat uit zes clusters (zie dia) 

Wegingslijst NIFP 

  • Wanneer er sprake is van psychopathologie of een ontwikkelingsachterstand en een ernstig gepleegd feit, kan NIFP gevraagd worden om advies. Dit zijn psychologen en psychiaters. Verschil met reclassering: dit zijn geen gedragsdeskundigen en kunnen geen klinisch oordeel geven over een persoon. Bij NIFP kunnen wel testen afgenomen worden en wordt een klinisch oordeel gegeven over de verdachte. Het is dus ander type informatie. Beide adviseren wel over het toe te passen sanctiestelsel. 

  • NIFP onderzoekt toerekeningsvatbaarheid en invloed van stoornis op delict. En of de persoonlijkheid en ontwikkeling van de verdachte aanleiding geven om jeugdrecht toe te passen.  

  • Wegingslijst adolescenten: vergelijkbare clusters met reclassering. 

  • Het invullen van de wegingslijst leidt niet tot een uitkomst van een type stelsel, maar kijkt naar indicaties en contra-indicaties om het advies op te baseren. 

De toepassing van artikel 77c Sr. in de praktijk 

  • Vijf vonnissen 

  • Hoe gaat de rechter om met het advies van de reclassering/NIFP? 

  • In hoeverre komen indicaties en contra-indicaties terug in de vonnissen? 

Empirisch onderzoek 

  • Kenmerken van jongvolwassenen die in jeugdstrafrecht zijn berecht, zijn onderzocht. 

Onderzoeksgroepen 

  • De ASR-groep: 18- tot 23-jarigen die tussen 1 april 2014 en 1 april 2015 bij het OM zijn ingestroomd voor het plegen van een delict en daarvoor zijn gesanctioneerd met een jeugdsanctie. 

  • Gelijktijdige VSR-groep: 18-23 –jarigen die in 2-15 bij het OM zijn ingestroomd en volgens het volwassenenrecht zijn gesanctioneerd. 

  • Historische vergelijkingsgroep: 18-21-jarigen die in periode van 1 januari 2010 tot 1 januari 2014 bij het OM zijn ingestroomd en zijn gesanctioneerd volgens het jeugdstrafrecht. 

  • Is de samenstelling van de groep veranderd na invoering tot 23 jaar? 

Welke gevolgen heeft invoering van adolescentenrecht in de praktijk gehad? 

Resultaten onderzoek 

  • Hoe vaak wordt het jeugdstrafrecht toegepast bij jongvolwassenen? 

  • Stijging van totaal aantal jongvolwassen daders waarbij jeugdstrafrecht is toegepast. Totaal aantal daders 18-23 jaar neemt af.  

  • Er wordt steeds beter duidelijk hoe en bij wie jeugdstrafrecht moet worden toegepast. Het wordt echter relatief gezien nog steeds weinig toegepast. 

Leeftijd, delict en sanctie 

  • ASR-groep jonger (dan jongvolwassenen die een volwassen sanctie krijgen), zowel voor als na invoering ASR 

  • Vooral jeugdstrafrecht opgelegd bij diefstal met geweld en geweldsmisdrijven. Zedendelicten en verkeersmisdrijven komen relatief weinig voor. 

  • Relatief vaak onvoorwaardelijke gevangenisstraf en minder vaak een taakstraf in ASR-groep. Dit kan verklaard worden door de relatief zware ernst van de misdrijven. Ook vaker aanknopingspunten om op pedagogische wijze bij te sturen in een jeugddetentie. 

Demografische en resocialisatie kenmerken 

  • ASR-groep & gelijktijdige vergelijkingsgroep 

  • ASR-groep relatief vaker lagere opleiding (gevolgd en afgerond) 

  • ASR-groep relatief vaker een uitkering 

  • ASR-groep relatief minder vaak uit kerngezin: institutioneel huishouden 

  • Geen verschil in herkomst 

  • ASR-groep & historische vergelijkingsgroep: 

  • ASR-groep vaker lager opleidingsniveau, gevolgd en afgerond 

Conclusie 

  • Wanneer is sprake van een onvoltooide ontwikkeling? Nog geen concreet antwoord... 

  • Rechtsongelijkheid door diverse invulling doelgroep? 

  • Onderbenutting flexibele toepassing? Misschien worden wel niet alle jongvolwassenen die in aanmerking komen door het jeugdstrafrecht berecht. 

  • In de praktijk lijkt redelijke consensus over doelgroep te bestaan 

  • Ernstiger type delicten 

  • Vaker problemen op verschillende domeinen 

  • Vaker gerapporteerd over (onvoltooide) ontwikkelingskenmerken 

  • Voor welke groep jongvolwassenen is jeugdstrafrecht nou het meest geschikt? Wordt deze groep bereikt?  

 

Effecten van toepassing artikel 77c. Heeft het een gewenst effect?  

Om een effect aan te tonen is het van belang om de effecten niet te kunnen toewijzen aan andere verschillen tussen de groepen die je onderzoekt. Groepen moeten dus op elkaar lijken. Om dat te doen zijn er verschillende technieken. In dit onderzoek: propensity score: o.b.v. bekende achtergrondkenmerken (inkomen, leeftijd, arrondissement van berechting, type delict) ga je kijken of je op basis van die kenmerken een zo vergelijkbaar mogelijke controlegroep kunt samenstellen. Op zoek naar mensen met dezelfde score.  

In hoeverre leidt een berechting in jeugdstrafrecht of in volwassenenstrafrecht tot een bepaalde uitkomst? Dit is te meten in de uitkomstmaat van recidive, opleiding, werk en huisvesting. Verwachting is dat een sanctie uit het jeugdstrafrecht bijdraagt aan een betere resocialisatie > daardoor minder recidive. 

Uitkomsten: niet duidelijk voor wie het nou bestemd was, hoe de uitvoering precies moet plaatsvinden. Dit moet worden meegenomen in de effectmeting.  

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Jeugdrecht - colleges - Universiteit Utrecht - 2020/2021

Geschiedenis en grondslagen jeugdstrafrecht - Universiteit Utrecht

Geschiedenis en grondslagen jeugdstrafrecht - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 1 deel 1 Geschiedenis en grondslagen jeugdstrafrecht 

Civiele recht: kinderbeschermingsrecht versus jeugdstrafrecht (maar er is overlap zichtbaar). Wel gescheiden gebieden met afzonderlijke regels. Maar wel overeenkomstige uitgangspunten die ten grondslag liggen aan beide rechtsgebieden en de manier waarop met jeugdigen wordt omgegaan en met welk doel wordt ingegrepen.  

Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 

  1. 19e eeuw: heropvoeding 

  1. 19e eeuw: modernisering strafrecht 

  1. 1901: Kinderwetten 

  1. 1920: psychologisering 

  1. 1965: juridisering 

  1. 1995: verharding 

  1. 2014: ? 

Vroeg om nu al een oordeel te vellen over hoe het in 2014 was. Wetgeving toont elementen van verschillende stromingen geïntegreerd. Lastig om één stempel te gebruiken. 

19e eeuw: heropvoeding 

  • Belangrijke ontwikkelingen 

  • Zorg om scholing en verpaupering/tekortschieten ouders/roep om overheidsingrijpen. 

  • Overheid heeft rol in heropvoeding van verpauperde kinderen. Absolute macht van vader > overheid krijgt een rol. 

  • Overheid als parents patriae: overheid als noodouder/vangnet wanneer ouders zelf verantwoordelijkheid onvoldoende hebben waargemaakt. 

  • Verplichtingen in de wet t.a.v. het kind: 

  • Onderwijs (klassikaal onderwijs & leerplicht) 

  • Leerplichtwet in 1901 (voor kinderen tussen de 5 en 12 jaar) > basisniveau van scholing 

  • Heropvoeding (particuliere internaten) 

  • Weg uit het ‘ziekmakende’ gezin 

  • Verwaarloosde kinderen/onderlaag samenleving opnieuw opvoeden. Kinderen moesten weggehaald worden uit verdorven omgeving (gezin) > naar particulier internaat.  

  • Heropvoeding zou langdurig plaats moeten vinden voordat kind goede dingen had geleerd. Een enkele overtreding van een minderjarige zou ertoe kunnen leiden dat een kind in een internaat belandde en daar de rest van zijn jeugd doorbracht.  

Eind 19e eeuw: modernisering strafrechtelijk denken (Moderne richting versus Klassieke richting) 

  • Moderne richting 

  • Degeneratie  

  • Crimineel gedrag wordt verklaard door ouderlijk gedrag (en omgeving) 

  • Verwaarlozing 

  • Invloed mensenwetenschappen > Accent op bescherming kind. Ook tegen verwaarlozende ouders 

  • Verwaarlozing/gebrek aan zorg > wegvallen proportionaliteitsprincipe: op een licht misdrijf kon een lange straf staan. 

  • Speelt rol in de Kinderwetten (1901) 

  • Klassieke Richting (verdwijnt eind 19e eeuw) 

  • Individuele verantwoordelijkheid voor regelovertredende gedraging (schuld, verwijtbaarheid > bestraffing > volgens proportionaliteitsbeginsel: straf naar mate van schuld).  

  • Vergelding 

  • Klassiek strafdoel: oog om oog, tand om tand. Degene die de regels overtreedt zal ook moeten voelen d.m.v. straf dat dat fout is geweest > ingrijpen in leven en rechten > rechtstoestand wordt hersteld.  

Kinderwetten 1901 (voor het eerst een eigen deel wetgeving speciaal voor kinderen) 

  • Burgerlijke kinderwet 

  • Voor het eerst de mogelijk om t.a.v. verantwoordelijkheid van vader (met name) om t.a.v. verzorging in te grijpen en het ouderlijk gezag te ontnemen in situaties waarin het kind ernstige (ontwikkelings)schade opliep en ouders hun taak als opvoeder niet goed hadden vervuld. 

  • Ouders mogen zelf weten hoe de opvoeding

.....read more
Access: 
Public
Jeugdrecht - Universiteit Utrecht

Jeugdrecht - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 1 deel 2 Jeugdrecht 

Jeugdbescherming: kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar beschermen tegen schadelijke invloeden. 

Jeugdhulp: alle zorg voor minderjarigen, dus ook vrijwillige hulpverlening en jeugdbescherming. Jeugdbescherming is meest vergaande vorm om in te kunnen grijpen in het gezinsleven. 

Geschiedenis jeugdbescherming 

  • Rond 1900: kinderwetten geïntroduceerd > strafrechtelijk ingrijpen bij kinderen (Strafrechtelijke Kinderwet) en systeem van kinderbescherming (Burgerlijke Kinderwet). Aan deze kinderwetten zijn betrekkelijk weinig wijzigingen doorgevoerd. 

  • 1901: de Burgerlijke Kinderwet 

  • 1921: introductie van de ondertoezichtstelling en de kinderrechter 

  • Centrale maatregel in ons maatregelenpakket.  

  • Tegelijkertijd d.m.v. dezelfde wet is het ambt van kinderrechter ontstaan.  

  • 1956: uithuisplaatsing krijgt een zelfstandige plek in de wet 

  • Tot 1956 werden kinderen ook wel uit huis geplaatst, maar vanaf 1956 kwamen er wettelijke vereisten en meer rechtswaarborgen voor betrokkenen tegen een uithuisplaatsing. 

  • 2015: omvangrijke aanpassing van het maatregelenpakket 

  • Sinds 1901 de eerste keer dat het maatregelenpakket echt ingrijpend is gewijzigd. 

1901: de Burgerlijke Kinderwet 

  • Mensen hadden geen ongelimiteerde macht meer om te doen en laten wat ze willen als het gaat om verzorging en opvoeding van kinderen. Bepaalde schadelijke elementen die voorkwamen in gezinnen, werden niet meer gezien als de verantwoordelijkheid van het gezin. De overheid heeft een rol in die situaties waarin het kind ernstige schade dreigt op te lopen. Einde aan absolute vaderlijke macht (tweeledig): 

  • Niet alleen vader, maar nu ook moeder bevoegd om beslissingen te maken. 

  • Mogelijkheid om macht van ouders in te perken. Dit ging vrij rigoureus. 

  • Twee kinderbeschermingsmaatregelen die leiden tot beëindiging van het gezag: 

  • Ontheffing uit het gezag: ouder is ongeschikt of onmachtig om taak als opvoeder en verantwoordelijk voor opvoeding en verzorging van de minderjarige te dragen. Ouders kunnen dus wel hun best doen, maar ze zijn niet in staat een goed opvoedingsklimaat te bieden. Hierin ligt niet direct een verwijt besloten aan de ouders (verschil met ontzetting). 

  • Ontzetting uit het gezag: grove verwaarlozing of slecht levensgedrag (plegen van ernstige strafbare feiten). Hierin ligt wel een verwijt besloten. Wel/niet opzettelijk gezorgd dat het kind schade oploopt. De ouder die ontzet was, verloor ook het actief kiesrecht (je hebt als persoon gefaald en je verantwoordelijkheden als ouder en volwassene onvoldoende waargemaakt). 

  • Geen ouders over met gezag > voogdij of hulpverleningsinstelling 

1921: introductie van de ondertoezichtstelling en de kinderrechter 

  • Rigide, alles-of-niets systeem 

  • Niets tussen ontheffing of ontzetting uit het gezag. Grote gevolgen voor gezinnen: kinderen werden weggehaald en kwamen in beginsel niet meer terug.  

  • Kinderen werden weggehaald bij ouders (definitief) 

  • Behoefte aan een minder ingrijpende maatregel gericht op preventief, opbouwend werk in het gezin. Niet gelijk alle banden verbreken tussen ouder en kind. Toezicht door iemand die de bevoegdheid heeft om belangrijke beslissingen te nemen t.a.v. het kind (beslissingen moeten gehoorzaamd worden door ouders). 

  • Dit wordt de ondertoezichtstelling 

  • Nu dus 3 maatregelen: ontheffing, ontzetting en ondertoezichtstelling. 

  • Ondertoezichtstelling is gezagsbeperkend (maar wat betekent dat in de praktijk?): ouders moeten luisteren naar gezinsvoogd, maar ouders hebben op papier nog wel gezag). Gezag kan door dwingende aanwijzingen in de praktijk worden beperkt (bijv. Kind naar bepaald soort school, ouders of kind moeten een bepaalde behandeling ondergaan). 

  • De wettelijke vereisten zijn zeer ruim: ‘bedreiging met de zedelijke of lichamelijke ondergang’ 

  • Deze wettelijke definitie is nog steeds hetzelfde. Er is sprake

.....read more
Access: 
Public
Familierecht, jeugdhulp en jeugdbescherming - Universiteit Utrecht

Familierecht, jeugdhulp en jeugdbescherming - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 2 Familierecht, jeugdhulp en jeugdbescherming 

Afstamming (vestigen en verbreken van ouderschap) 

Afstamming- belangrijkste kenmerken 

  • Afstammingsrecht: wie staan tot elkaar in familierechtelijke betrekking? Art 1:197 BW: een kind, zijn ouders en bloedverwanten 

  • Betreft dwingend recht (dus onderlinge afspraken zijn niet rechtens afdwingbaar) 

  • Belang van het kind om twee juridische ouders te hebben (is het uitgangspunt, is niet altijd zo) 

  • Rechtszekerheid (levenslange, moeilijk te verbreken band) > belangrijk voor rechtsverkeer: weten waar we aan toe zijn. 

Rechtsgevolgen van ouderschap 

  • In boek 1 en 4 BW zijn belangrijke rechtsgevolgen verbonden aan de verhouding ouder-kind: 

  • Gezag 

  • Niet iedere juridisch ouder heeft het gezag. Dit gaat niet automatisch samen. 

  • Onderhoudsplicht 

  • t/m 21-jarige leeftijd van kind.  

  • Omgang 

  • Kind zelf heeft recht op omgang met juridische ouders. Juridische ouder heeft ook zelf weer het recht (en plicht) tot omgang met kind. 

  • Erfrecht 

  • Kinderen zijn aangewezen als erfgenaam van ouders. 

  • Naamrecht > wiens achternaam krijgt een kind? 

Juridisch ouderschap 

  • Wie juridisch ouder wordt van een kind hangt in beginsel af van: 

  • Biologie 

  • Gekozen relatievorm ouders 

  • Formele relatie: huwelijk, geregistreerd partnerschap 

  • Geen formele relatie 

  • Hoe word je juridisch ouder van een kind? 

  • Door het baren van het kind > moeder is de vrouw uit wie het kind geboren is 

  • Dus ook draagmoeder 

  • Door in een formele relatie te zijn met de geboortemoeder 

  • Door erkenning 

  • Door gerechtelijke vaststelling 

  • Door adoptie (geen afstammingsrecht) 

Formele relatie, erkenning en gerechtelijke vaststelling was eerst voor vrouw niet mogelijk. 

Ouderschap door huwelijk/GP 

  • Juridisch ouder door huwelijk/GP met de geboortemoeder 

  • Huwelijk/GP moet er al zijn op het moment van de geboorte.  

  • Juridisch moederschap 

  • Extra voorwaarde: kind moet zijn verwekt door kunstmatige inseminatie met hulp van onbekende donor – verklaring overleggen bij geboorteaangifte; 

  • Bij een bekende donor zou deze donor ook een rol kunnen willen spelen. Bij een onbekende donor wel ruimte voor de meemoeder. 

  • Bij bekende donor moet je erkenning vragen. 

  • Bij overlijden meemoeder tussen kunstmatige donorbevruchting en geboorte kind, dan toch juridische moeder, mits verklaring bij geboorteaangifte wordt overgelegd. 

  • Juridisch vaderschap: bij overlijden man tijdens huwelijk/GP wordt deze man juridisch vader als kind binnen 306 dagen na overlijden wordt geboren. Dit hoeft dus niet de biologische vader te zijn. Moeder kan bij Burgerlijke Stand aangeven dat de overleden vader niet de biologische vader was. 

Ouderschap door erkenning 

  • Juridisch ouder door erkenning 

  • Erkenning kan voor de geboorte, bij de geboorteaangifte (80%) of op

.....read more
Access: 
Public
Inleiding Jeugdbescherming en jeugdhulp - Universiteit Utrecht

Inleiding Jeugdbescherming en jeugdhulp - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 3 Inleiding Jeugdbescherming en jeugdhulp 

Materieel jeugdbeschermingsrecht: inhoud van de maatregelen en wettelijke doelstellingen (BW). De procesrechtelijke kant: de procedure wordt beschreven, positie minderjarige (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). 

Jeugdbescherming: gedwongen hulpverlening voor jeugdigen waar schade dreigt voor hun ontwikkeling. 

Driehoeksverhouding kind, ouders en de staat 

 

Nederlandse wet, belangrijkste kinder- en mensenrechtenverdragen (IVRK, EVRM): ouders zijn eerst verantwoordelijk voor opvoeding en verzorging van kind en hebben vrijheid om zelf te bepalen hoe die elementen van opvoeding en verzorging nader ingevuld worden. Een wat afwijkende opvoeding is dus nog geen reden om in te grijpen.  

Meestal in privaatrecht gaat het om burgers onderling. Jeugdbeschermingsrecht wijkt daarvan af: overheid moet beslissing nemen om in te grijpen en maatregel te verzoeken. Dit is een verticale verhouding tussen procesdeelnemers. Het is geen onderdeel van publiekrecht. Beginselen van privaatrecht zijn van toepassing op jeugdbeschermingsrecht, maar het heeft ook zeker kenmerken die terugkomen in publiekrecht. 

Verhouding jeugdbescherming en jeugdhulp 

  • Definitie jeugdhulp: ‘ondersteuning van, en hulp en zorg (niet zijnde preventie) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders.’ 

  • Alle vormen van zorg waaronder gedwongen hulpverlening (jeugdbescherming), maar dus ook vrijwillige vormen. 

  • Het (functioneren van het) systeem van jeugdhulp en de maatregelen moeten in onderlinge samenhang worden bezien. 

  • In praktijk lijkt het om gescheiden werelden te gaan: in de wet: regels t.a.v. jeugdbescherming opgenomen in burgerlijk wetboek, jeugdhulp in Jeugdwet. Beide wetten worden afzonderlijk van elkaar geëvalueerd (wat werkt?). Het is belangrijk om het toch als één geheel te zien. De manier waarop jeugdbescherming functioneert is van invloed op bredere systeem van jeugdhulp. Maar ook jeugdhulp (kwaliteit van beschikbare zorg) maakt heel veel uit voor hoe het systeem van jeugdbescherming functioneert. 

  • Voorbeeld: goede kwaliteit vrijwillige jeugdhulp > tijdig ingrijpen > kinderbescherming is mogelijk niet meer nodig. 

  • Voorbeeld: wijziging systeem jeugdbescherming > eerder ingrijpen mogelijk > hele verhouding tussen wat vrijwillig en gedwongen is verschuift. 

Criteria voor gedwongen overheidsingrijpen in het gezinsleven 

  • Belang van het kind 

  • Bij alle maatregelen die het kind betreffen vormt het belang van het kind een eerste overweging (art. 3 IVRK). 

  • Per geval verschillend. 

  • Concretisering bedreiging en doelstelling 

  • Inschatting effect op het kind (micro en macroniveau) 

  • Ultimum remedium 

  • Serieuze ontwikkelingsbedreiging 

  • Uiterst redmiddel: alle mogelijkheden in het vrijwillige kader moeten zijn uitgeput of zijn overwogen. 

  • Zo licht mogelijk (proportionaliteit) 

  • Streven naar de minst ingrijpende oplossing 

  • Voorbeeld uithuisplaatsing: zo licht mogelijk: bijvoorbeeld plaatsing binnen sociale netwerk gezin, dichtbij waar het gezin woont.  

  • Scheiden van ouders is vaak al een traumatische ervaring voor het kind. Als dit toch nodig is, is het dus van

.....read more
Access: 
Public
Jeugdstrafrecht - Universiteit Utrecht

Jeugdstrafrecht - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 3 Jeugdstrafrecht 

Introductie 

Sr: Wetboek van Strafrecht 

Sv: Wetboek van Strafvordering 

Het jeugdstrafrecht 

  • Sr 77a t/m 77gg Sr materieel jeugdstrafrecht 

  • Voor jeugdigen aparte sancties en aparte duur 

  • 486 t/m 505 Sv formeel jeugdstrafrecht 

  • Procesregels 

  • Kinderrechter? Meervoudige kamer? Wie zijn er allemaal betrokken bij de rechtszaak? Rol kinderbescherming en ouders? 

  • Wat als een jeugdige (op verdenking) voorlopig vastzit? 

  • Buiten toepassing verklaren artikelen uit commune strafrecht en/of toevoegen specifieke artikelen t.b.v. berechting jeugdigen (ten tijde van gepleegde feit). 

  • Je gaat uit van de leeftijd die de minderjarige had op het moment van het plegen van het feit. Met name van grote invloed op de jeugdsanctie en de duur daarvan. 

Het materiële jeugdstrafrecht – deel 1 

Het materiële jeugdstrafrecht betreft de sancties en maatregelen die aan jeugdigen (en jongvolwassenen) opgelegd kunnen worden. Het materiële jeugdstrafrecht is te vinden in Titel VIII A Bijzondere bepalingen voor jeugdigen en jongvolwassenen (art. 77a - 77gg) van het Eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht. 

Wat staat er in artikel 77a Sr? 

  • Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van twaalf jaren doch nog niet die van achttien jaren heeft bereikt, zijn artikelen … niet van toepassing. 

  • Artikelen die verband houden met opleggen van straffen en maatregelen en ook hoe er geoordeeld moet worden over bijvoorbeeld straffen voor meerplegers. 

  • Waarom zijn ze niet van toepassing? Omdat jeugdstrafrecht eigen bepalingen heeft. 

  • In plaats daarvan treden de bijzondere bepalingen vervat in de artikelen 77d tot en met 77gg. 

Leeftijdsgrenzen 

  • De leeftijdsgrenzen vinden we niet alleen in Sr, maar ook in Sv. Welke artikelen uit Sv zijn van belang? 

  • Artikel 486 Sv: niemand kan strafrechtelijk worden vervolgd wegens een feit, begaan voordat hij de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt. 

  • Artikel 488 Sv 

  • De bepalingen van dit wetboek zijn van toepassing voor zover deze afdeling geen afwijkende bepalingen bevat. 

  • De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op personen die ten tijde van het begaan van het feit de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, voor zover deze Titel geen afwijkende bepalingen bevat. 

  • De bepalingen van deze afdeling die betrekking de ouders of voogd, zijn alleen van toepassing, zolang de verdachte minderjarig is. 

  • Ondergrens omhoog? 

  • Minimumleeftijd verschilt per land 

  • IVRK General Comment 24 

  • Interpretatie van de bepalingen die in het IVRK staan. Niet het verdrag zelf, maar deze comments kun je niet geheel naast je neerleggen. Niet zo bindend als het verdrag, maar geven aan hoe invulling te geven aan verdrag. 

  • In de meeste landen strafrechtelijke verantwoordelijkheid vanaf 14 jaar. General comment 24 stemt hiermee in. In NL is dit niet zo. 

.....read more
Access: 
Public
Jeugdbescherming in de praktijk - Universiteit Utrecht

Jeugdbescherming in de praktijk - Universiteit Utrecht

Hoorcollege Jeugdbescherming in de praktijk 

Parents patriae en prudentie: grondslagen van jeugdbescherming (Weijers) 

  • Schadebeginsel als uitgangspunt 

  • Ingrijpen door overheid alleen gerechtvaardigd als er een concrete dreiging is van schade voor de ontwikkeling van het kind. 

  • Overheid als parents patriae (staat als opvoeder): ‘niet als gids voor goed ouderschap, maar achtervang in noodgevallen’ 

  • Perfectionisme: als overheid op allerlei fronten bepalen wat beter zou kunnen zijn of wat een wenselijke opvoeding is. Rol van overheid is niet een tweede opvoeder die bepaalt wat beter is voor het kind, maar een overheid die alleen gerechtigd is om de ondergrens te bepalen. Noodzakelijke bescherming bieden. Bij perfectionisme kijk je verder: wat is wenselijk voor het kind? 

  • Preventionisme: de neiging tot doorschietende preventie: de neiging om maar snel in te grijpen en daarmee allerlei mogelijke risico’s te vermijden.  

  • Hoe komen deze twee elementen terug in de zaak van Laura Dekker (zeilmeisje)? 

  • Bovenintelligent meisje, bovenintelligente ouders. Mensen die instemden met een min of meer afwijkend idee. Heeft de Staat in dit soort gevallen een rol? Hoe ver mag je gaan? 

  • Preventionisme: al heel snel gekoerst op allerlei vergaande spoedmaatregelen: schorsing gezag van ouders. Op dat moment was er nog helemaal geen beeld van pedagogische capaciteiten van ouders.  

Criteria voor overheidsingrijpen in het gezinsleven 

  1. Belang van het kind 

  1. Onderzoek laten plaatsvinden 

  1. Concretisering bedreiging, geen vage omschrijvingen of vooruitlopen op eventuele risico’s 

  1. Helder doel ingrijpen, doel moet passen binnen wettelijke doelstelling 

  1. Inschatting effect op kind 

  1. Dreiging ernstige schade 

  1. In principe casuïstisch 

  1. Tenzij... hard bewijs, dan categorisch 

  1. Ultimum remedium 

  1. Alles geprobeerd in vrijwillig kader 

  1. Minst ingrijpende ingreep 

  1. Geen perfectionisme 

  1. Terughoudend t.a.v. waardeoordelen, 

  1. Doortastend t.a.v. misstanden 

  1. Dit kan tot spanningen leiden: waar gaat de overheid te ver? Waar is de overheid te weinig doortastend geweest om misstanden te voorkomen? 

Verschil met grondslagen: bescherming tegenover erkenning van rechten van ouders (verzorging en opvoeding op zich nemen). Het is dus algemener. Criteria zijn concreter.  

Vertaling naar Nederlandse wet 

  • Maatregel van gezagsbeëindiging 

  • Ernstige ontwikkelingsbedreiging: wordt bepaald t.o.v. ouder met gezag. Het gaat om het oordeel t.a.v. de plek thuis en opvoedingssituatie bij ouders met gezag. 

  • Kind niet binnen aanvaardbare termijn naar huis 

  • De ondertoezichtstelling 

  • Ernstige ontwikkelingsbedreiging 

  • Hulp wordt niet of onvoldoende geaccepteerd 

  • Aanvaardbare termijn 

  • De ondertoezichtstelling met uithuisplaatsing 

  • Aanvullend op bovenstaand: 

  • Noodzakelijk in het belang van opvoeding en verzorging 

  • Het stellen van een aanvaardbare termijn 

.....read more
Access: 
Public
Gesloten Jeugdzorg en familierecht in de praktijk - Universiteit Utrecht

Gesloten Jeugdzorg en familierecht in de praktijk - Universiteit Utrecht

Hoorcollege Gesloten Jeugdzorg en familierecht in de praktijk 

Wanneer een gesloten plaatsing? 

  • Als je jeugdhulp nodig hebt 

  • Als je je aan de jeugdhulp onttrekt of door anderen wordt onttrokken 

Kinderen krijgen niet altijd te horen/uitgelegd waarom ze gesloten moeten zitten. Het is wel belangrijk om te doen, maar het is niet duidelijk wiens taak dat is. 

Hoofdroute gesloten plaatsing: als je een OTS hebt (gezinsvoogd en kinderbeschermingsmaatregel), het gaat niet langer in huidige situatie. Gezinsvoogd kan veiligheid niet meer garanderen, kind staat niet open voor behandeling > gesloten plaatsing. Het kan dat jongeren van tevoren niet worden ingelicht. Sommige kinderen hebben geen gezinsvoogd en kinderbeschermingsmaatregel, dan hebben ouders toestemming gegeven om gesloten te plaatsen. Dit kan een lastige relatie met ouders tot gevolg hebben. Ouders gaan naar gemeente, de gemeente kan dan om een gesloten plaatsing verzoeken. Lastig dat er geen gezinsvoogd is: wie heeft het grote plaatje in de hulpverlening? Kind krijgt een mentor: waar moet het kind straks weer naartoe? 

Mensen die in instellingen werken: wat doen we eigenlijk? Heeft het wel zin om op deze manier kinderen op te voeden door vrijheid te beroven? Heel ruim in de wet: er moet een vangnet zijn als het nergens anders meer lukt. Wet op de gesloten jeugdzorg zit sinds 2015 in de Jeugdwet verpakt. Het gaat om 2000-3000 kinderen die per jaar gesloten geplaatst worden. Ongeveer 40 kinderen onder de twaalf jaar >> niet goed! Alleen die kinderen plaatsen waarvoor het noodzakelijk is: qua problematiek, duidelijk hebben wat je gaat doen (doel). Proportionaliteit: noodzaak en doel moeten met elkaar in verhouding zijn.  

Drie groepen kinderen met wie het slecht gaat: 

  • Kinderen in gesloten jeugdhulp: onttrekken aan zorg, gevaar zijn voor anderen; 

  • Strafrechtgroep: kinderen die verdacht worden van een strafbaar feit: voorlopige hechtenis, jeugddetentie 

  • Jeugd GGZ 

Deze drie groepen vertonen qua gedragskenmerken wel overeenkomsten. Kinderen met moeilijk gedrag die al veel hebben gemaakt. 

Wie bepaalt in welke groep welk kind terechtkomt? Kinderen in gesloten jeugdhulp ligt voor gezinsvoogd voor de hand. Gezinsvoogd weet wat daar gaande is. Rechter moet beslissing maken. Dit mag alleen met instemmingsverklaring van gedragswetenschapper > Is vrijheidsbeneming noodzakelijk? Aan wat voor behandeling moet er gedacht worden? Hoelang moet het duren? Machtiging wordt vaak voor 9 maanden afgegeven, maar kan afgegeven worden voor 1 jaar. Verlenging is mogelijk. In principe een open einde tot iemand 18 is. Kind is 18, geen vervolghulp > kind mag nog 6 maanden in gesloten jeugdhulp mits duidelijk is waar het kind naartoe gaat, en er moet een hulpverleningsplan zijn opgesteld. Gemiddelde duur van een plaatsing is een half jaar.  

Hoe wordt dit halve jaar ingevuld? Voor veel kinderen al genoeg dat er sprake is van dagstructuur. Docent: dit is onvoldoende voor een gesloten plaatsing. Kind heeft recht op een behandeling (hoogwaardig pedagogisch leefklimaat). Je moet kinderen een kans bieden om eruit te komen. Dit is lastig. Voor kinderen kan het lastig zijn dat er geen afgesproken tijd is: bij jeugddetentie is dit wel. Kinderen kunnen vaak niet terug

.....read more
Access: 
Public
Adolescentenstrafrecht - Universiteit Utrecht

Adolescentenstrafrecht - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 6 Adolescentenstrafrecht 

Het WODC 

  • Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum 

  • Wetenschappelijk en beleidsgericht onderzoek (ministerie van Justitie en Veiligheid) 

  • Zowel intern als extern onderzoek 

  • Zelf onafhankelijk onderzoek doen of uitbesteden 

  • Ongeveer 100 werknemers 

  • Vier afdelingen: 

  • Criminaliteit, Rechtshandhaving en Sancties (CRS) of een combinatie van deze onderwerpen.  

  • Rechtsbestel, Wetgeving, Internationale- en vreemdelingenaangelegenheden (RWI): onderzoek naar migratie, vreemdelingenvraagstukken etc. 

  • Statistische Informatievoorziening en Beleidsanalyse (SIBa): databeheer en data toegankelijk maken voor onderzoekers, onderzoek naar nieuwe manieren van onderzoek. 

  • Extern Wetenschappelijke betrekkingen (EWB): onderzoek uitbesteden aan bijv. Universiteiten of onderzoeksbureaus. 

 

Verschil jeugd- en volwassenenstrafrecht: uitvoerlegging van sancties (JJI vs. Gewone gevangenis), verschillende maximale straffen (jeugdigen max. 2 jaar detentie, volwassenen levenslang), pedagogisch karakter in teken van heropvoeding, volwassenen: vergelding en beveiliging van samenleving. Binnen het jeugdrecht standaardbehandeling > heropvoeding en resocialisatie. 

Oververtegenwoordiging in criminaliteitscijfers 

  • Adolescenten zijn oververtegenwoordigd in alle criminaliteitsstatistieken. 16/17-23 komen vaker voor dan oudere en jongere leeftijdsgroepen.  

  • Mogelijke oorzaak: onvoltooide morele, sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling van deze groep. Hierdoor nodig om hen als een aparte groep te benaderen binnen het strafrecht. 

  • Individuele variatie in ontwikkeling: bijvoorbeeld: impulscontrole is bij de een veel beter dan bij de ander. Hersenontwikkeling ligt daar voor een groot deel aan ten grondslag. 

 

Afgelopen decennia meerdere pogingen ondernomen om voor adolescenten aparte voorzieningen te treffen. Sinds 1965 toepassing jeugdstrafrecht bij 18-21 jaar. 2010: voornemen adolescentenstrafrecht voor 15-23 jaar. In 2013 is het voornemen door de Kamers gekomen. In 2014 is het in werking getreden. Het is niet een nieuw type strafrecht, het betreft wijzigingen in de bestaande wet. 

Doel adolescentenstrafrecht 

  • Flexibele werking van het sanctiestelsel rond het 18e levensjaar. 

  • Bij sanctioneren wordt meer aansluiting gevonden bij ontwikkelingsleeftijd van adolescent. Bij sommige daders zal jeugdstrafrecht meer effectief zijn voor recidive dan volwassenenstrafrecht. Er wordt veel belang gehecht aan pedagogische mogelijkheden. 

  • Maatwerkaanpak: er wordt specifiek naar het individu gekeken en wat het best passende sanctiestelsel is. 

  • Preventieve werking: resocialisatie, rol in maatschappij pakken, recidive verminderen. 

  • Speciale bejegening van jongvolwassenen (18-23 jaar) volgens het jeugdstrafrecht. 

Nadruk op de toeleiding naar de berechting 

  • Wanneer jongere wordt aangehouden, dan wordt de keten gelijk gestart en gekeken of er toepassing van jeugdstrafrecht mogelijk is. 

  • Belangrijke rol: reclassering, NIFP, rechter en OvJ. 

  • OvJ geeft in vordering aan welk sanctiestelsel wordt beoogd. 

  • NIFP en reclassering geeft info over persoon van verdachte en welk sanctiestelsel zij adviseren. Het is volwassenenstrafrecht, tenzij... 

  • Rechter baseert uiteindelijk zijn beslissing op de informatie die hij in toeleiding naar de berechting in het dossier heeft kunnen doornemen. 

 

Onderzoek naar adolescentenstrafrecht. Diverse onderzoeken zijn al afgerond. Alleen effectmeting loopt nog. Alle onderzoeken resulteren in een overkoepelend onderzoek. Vandaag twee deelonderzoeken belicht: kenmerken doelgroep en

.....read more
Access: 
Public
Vrijheidsbeneming - Universiteit Utrecht

Vrijheidsbeneming - Universiteit Utrecht

Hoorcollege vrijheidsbeneming 

Laatste jaren is er een daling in jeugdcriminaliteitscijfers te zien. 

Plaatsingsgronden:  

  • Jeugdige kan in JJI geplaatst worden als hij door de rechter is veroordeeld voor het plegen van een bepaald misdrijf = tenuitvoerlegging strafrechtelijke veroordeling 

  • Zodra een jeugdige verdacht wordt van een misdrijf (onder bepaalde voorwaarden). Het gaat hier om de vrijheidsbeneming in de voorfase.  

Tenuitvoerlegging strafrechtelijke veroordeling 

  • Internationaal 

  • Artikel 37 IVRK 

  • Verbod op levenslange gevangenisstraf zonder mogelijkheid van vrijlating 

  • Is dit niet in strijd met sub b van artikel 37? > zo kort mogelijk. 

  • Behandeling met menselijkheid; behoeften naar leeftijd 

  • Gevolg: volwassenen en jeugdigen van elkaar gescheiden plaatsen, behalve als dit niet in het belang is van het kind. 

  • Contact met familie is mogelijk. Dit kan worden beperkt. 

  • General Comment no 24: vrijheidsbeneming als uiterste maatregel 

  • Kernnormen die door Staten in acht moeten worden genomen wanneer jeugdige van zijn vrijheid is beroofd. 

  • Jongere mag niet onderworpen worden aan foltering, scheiding volwassenen en kinderen, kindvriendelijk, rechtspositie moet beschermd worden en er moet een onafhankelijke Klachtencommissie zijn. 

  • Meer aandacht voor vroegtijdige interventie en preventie.  

  • Nationaal 

  • Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) 

  • Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj) 

  • Ministeriële regelingen, o.a.: 

  • Regeling model huisregels JJI 

  • Regeling plaatsing en overplaatsing jeugdigen 

  • Regeling straf- en afzonderingscel JJI 

  • Regeling toepassing mechanische middelen jeugdigen 

  • Er worden hier bevoegdheden gegeven aan bijvoorbeeld de directeur in het opleggen van disciplinaire straffen maar daarnaast ook plichten: voldoen aan waarborgen. Ook deze zijn opgenomen in de Beginselenwet. 

Plaatsing 

  • (Onherroepelijke) strafrechtelijke veroordeling 

  • Jeugddetentie, PIJ-maatregel, TBS & gedragsbeïnvloedende maatregel 

  • Voorlopige hechtenis 

  • Inbewaringstelling, gevangenhouding & gevangenneming 

  • Onderscheid o.b.v. leeftijd. Jonger dan 18 jaar bij plegen van strafbaar feit, en jongeren van 18-23 jaar waarbij artikel 77c wordt ingezet. 

  • Selectiefunctionaris  

  • Belast met het plaatsen van de jeugdige in de betreffende instelling en afdeling. Is bijv. Afhankelijk van titel van vrijheidsbeneming, doel, persoon jeugdige en advies van rechter-commissaris. In beginsel jongens en meisjes van elkaar gescheiden, behalve als dat door bijzondere afdeling niet mogelijk is. 

  • Beperkt beveiligde inrichting (open) en normaal beveiligde inrichting (gesloten). Dit kan ook per afdeling verschillen. In beginsel wordt jeugdige in een normaal beveiligde inrichting geplaatst, behalve als door OM of rechter is bepaald dat beperkt beveiligd beter aansluit.  

  • Jeugdige kan tijdelijk geplaatst worden in politiecel als ergens anders nog geen plaats is (dit is laatste redmiddel, en van zo kort mogelijke duur). Vanaf 16 jaar is maximale termijn 10 dagen, jonger dan 16 jaar is het maximaal 3 dagen (en alleen als dat in afwachting is van vervoer naar de inrichting toe). 

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1868