Hoorcollege 3 Inleiding Jeugdbescherming en jeugdhulp
Materieel jeugdbeschermingsrecht: inhoud van de maatregelen en wettelijke doelstellingen (BW). De procesrechtelijke kant: de procedure wordt beschreven, positie minderjarige (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
Jeugdbescherming: gedwongen hulpverlening voor jeugdigen waar schade dreigt voor hun ontwikkeling.
Driehoeksverhouding kind, ouders en de staat
Nederlandse wet, belangrijkste kinder- en mensenrechtenverdragen (IVRK, EVRM): ouders zijn eerst verantwoordelijk voor opvoeding en verzorging van kind en hebben vrijheid om zelf te bepalen hoe die elementen van opvoeding en verzorging nader ingevuld worden. Een wat afwijkende opvoeding is dus nog geen reden om in te grijpen.
Meestal in privaatrecht gaat het om burgers onderling. Jeugdbeschermingsrecht wijkt daarvan af: overheid moet beslissing nemen om in te grijpen en maatregel te verzoeken. Dit is een verticale verhouding tussen procesdeelnemers. Het is geen onderdeel van publiekrecht. Beginselen van privaatrecht zijn van toepassing op jeugdbeschermingsrecht, maar het heeft ook zeker kenmerken die terugkomen in publiekrecht.
Verhouding jeugdbescherming en jeugdhulp
Definitie jeugdhulp: ‘ondersteuning van, en hulp en zorg (niet zijnde preventie) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders.’
Alle vormen van zorg waaronder gedwongen hulpverlening (jeugdbescherming), maar dus ook vrijwillige vormen.
Het (functioneren van het) systeem van jeugdhulp en de maatregelen moeten in onderlinge samenhang worden bezien.
In praktijk lijkt het om gescheiden werelden te gaan: in de wet: regels t.a.v. jeugdbescherming opgenomen in burgerlijk wetboek, jeugdhulp in Jeugdwet. Beide wetten worden afzonderlijk van elkaar geëvalueerd (wat werkt?). Het is belangrijk om het toch als één geheel te zien. De manier waarop jeugdbescherming functioneert is van invloed op bredere systeem van jeugdhulp. Maar ook jeugdhulp (kwaliteit van beschikbare zorg) maakt heel veel uit voor hoe het systeem van jeugdbescherming functioneert.
Voorbeeld: goede kwaliteit vrijwillige jeugdhulp > tijdig ingrijpen > kinderbescherming is mogelijk niet meer nodig.
Voorbeeld: wijziging systeem jeugdbescherming > eerder ingrijpen mogelijk > hele verhouding tussen wat vrijwillig en gedwongen is verschuift.
Criteria voor gedwongen overheidsingrijpen in het gezinsleven
Voorbeeld uithuisplaatsing: zo licht mogelijk: bijvoorbeeld plaatsing binnen sociale netwerk gezin, dichtbij waar het gezin woont.
Scheiden van ouders is vaak al een traumatische ervaring voor het kind. Als dit toch nodig is, is het dus van belang om het wel op zo’n manier te doen dat de verdere schade zo klein mogelijk is.
De ondertoezichtstelling (OTS) (kern jeugdbeschermingsmaatregelen in NL, meest opgelegd, lichtste kinderbeschermingsmaatregel)
Opgelegd aan de minderjarige (0-18 jaar)
Gedwongen begeleiding door een gezinsvoogd, werkzaam bij een GI, die dwingende (schriftelijke) aanwijzingen kan geven aan kind en ouder. En ouders zijn gehouden die aanwijzingen te volgen. Doen ze dat niet, dan kan zo’n gezinsvoogd een steviger middel inzetten: schriftelijke aanwijzing (dit moet er met de minderjarige gebeuren, formele actie, ouders moeten dit volgen). De schriftelijke aanwijzing kan zowel kind als ouder betreffen. Inhoudelijk moet de aanwijzing wel altijd op het kind gericht zijn.
Ernstige ontwikkelingsbedreiging
Open norm die uitdrukking geeft aan ultimum remedium gedachte. Wat is ernstig?
Flexibiliteit vs. Rechtszekerheid
Flexibel: rechter heeft vrijheid om te beslissen of situatie wel/niet ernstig is.
Dreiging van gebrek aan rechtszekerheid: als burger op zekere hoogte kunnen vertrouwen op en inschatten van bepaalde regels van de overheid. Wanneer is de situatie zodanig dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsdreiging?
Toelichting wetgever: mogelijkheid van schade is onvoldoende maar schade hoeft nog niet te zijn ingetreden.
Theoretische mogelijkheid van schade is te beperkt. Er moet wel aannemelijk gemaakt kunnen worden dat als er niet wordt ingegrepen, de schade waarschijnlijk zal intreden. Die schade hoeft er op dat moment nog niet te zijn (je wil het voorkomen).
Geeft op casusniveau maar zeer beperkt houvast t.a.v. de vraag wanneer ingrijpen gerechtvaardigd is.
Gronden voor maatregel
Moment van ingrijpen > reële dreiging schade
Moment van ingrijpen > ‘ernstig’
Inhoud > kind- en ouderfactoren
Kindfactoren: functioneren van kind zelf. Ouderfactoren: bredere gezinssituatie, opvoedingsstijl.
Vaak een opeenstapeling van factoren.
Noodzakelijke hulp wordt niet, of onvoldoende geaccepteerd door kind en/of ouders
Grens tussen vrijwillig en gedwongen kader
Wil je wel meewerken, dan kan dat in het vrijwillige kader. Wil je dat niet, of onvoldoende meewerken, dan OTS.
Rechtmatigheidstoets
Hulpverlening moet ‘passend’ zijn
Is acceptatie van hulpverlening het juiste criterium om de noodzaak van een OTS te bepalen?
Grote groep ouders die de hulp wel wenst te accepteren, maar die om een bepaalde reden niet in staat zijn dit vast te houden. Of ze willen wel meewerken, maar effect blijft uit. Dan toch wel toepassing OTS.
Bijvoorbeeld bij ouders met LVB.
Gerechtvaardigde verwachting dat ouders binnen een gelet op de persoon en ontwikkeling van de minderjarige ‘aanvaardbare termijn’ de verzorging en opvoeding in staat zijn te dragen.
Aanvaardbare termijn. Is deze niet aanwezig? > gezagsbeëindiging
Tijdelijke maatregel
Periode van onzekerheid die het kind kan overbruggen over de vraag in welk gezin hij zal opgroeien.
Hoe jonger het kind, hoe korter de aanvaardbare termijn
Bij een kale OTS is per definitie aan deze verwachting voldaan
Er staat dus ook niet ter discussie waar het kind zal opgroeien. Het is een aanvaardbare termijn.
Inhoudelijk geldt de maatregel dus alleen voor uithuisplaatsing.
Bij een OTS met uithuisplaatsing moet een termijn worden gesteld en een verwachting worden uitgesproken.
OTS – doelmatigheid
27,5% is geslaagd
36,5% matig geslaagd
36% mislukt
OTS in crisissituaties
De machtiging uithuisplaatsing (MUHP)
Er moet nadrukkelijk onderzoek gedaan zijn naar alternatieven om een uithuisplaatsing te voorkomen.
Besluit en uitvoering maatregel moet consistent zijn met doel van hereniging van het gezin (maatregel is van tijdelijke aard)
Mogelijkheid tot participeren in procedure.
Machtiging gesloten jeugdhulp
Gronden hiervan zijn te vinden in Jeugdwet (dus niet in Burgerlijk Wetboek, zoals de andere machtigingen). Deze gronden zijn extra uitgebreid en aangescherpt omdat het een vorm van vrijheidsbeneming van minderjarigen is.
Vrijheidsbeneming van minderjarigen
Extra waarborgen gezien de ingrijpendheid van de maatregel
Ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren, en
De opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Instemmingsverklaring gedragswetenschapper
De gezagsbeëindigende maatregel
Wel zelfstandige maatregel
Kind is uithuisgeplaatst, hoe gaat het met het kind? Waar ligt het opvoedperspectief? Ligt dat in pleeggezin o.i.d.? Dan is gezagsbeëindiging de voor de hand liggende maatregel.
Gronden voor de maatregel
De verwachting is niet gerechtvaardigd dat de ouders binnen een voor het kind aanvaardbare termijn in staat zijn de opvoeding te dragen, of,
De ouder misbruikt zijn gezag
De aanvaardbare termijn – visie wetgever
Bij een jaarlijkse verlenging OTS zonder perspectief op thuisplaatsing blijft het kind in onzekerheid.
Zwaarwegende betekenis aan continuïteit en een ongestoord hechtingsproces.
De enkele bereidheid van de ouder zich niet te verzetten tegen een MUHP mag niet doorslaggevend zijn in de afweging.
Impact van de gezagsbeëindiging op de bestaande verhoudingen?
Hoe verloopt voogdijmaatregel? Zicht op het kind?
Verhouding gezagsbeperking - gezagsbeëindiging
Wat is voor dit kind, in deze specifieke context een aanvaardbare termijn om in onzekerheid te blijven?
Is de verwachting gerechtvaardigd dat de ouders binnen die termijn het kind weer zelf kunnen opvoeden?
Knelpunten bij toepassing gezagsbeëindiging
Veilig Thuis: hier worden zorgen over opvoedsituatie gemeld. Zij kijken wat de ernst is en wat nodig is. Als het ernstig is melden bij de Raad. De Raad zal eerst kijken hoe ernstig de situatie is en of er onderzoek noodzakelijk is. Zo ja, dan een beschermingsonderzoek (duurt enkele maanden) en houdt in dat ouders en kind en informanten (leerkrachten, hulpverlening, buren etc.) worden gehoord. Dan kan de Raad weer beslissen of kinderbescherming wel/niet noodzakelijk is. Wel? > Raad kan maatregel verzoeken (OM kan dit ook) aan de kinderrechter. Deze kan verzoek toewijzen, afwijzen of aanhouden (oordeel uitstellen om bijvoorbeeld eerst te kijken hoe bepaalde ontwikkelingen lopen).
Maatregel opgelegd? > uitgevoerd door Gecertifieerde Instelling (coördinator OTS). Deze hulpverlener zorgt ervoor dat behandeling er komt, voert niet zelf uit. De GI kan verzoeken om maatregel te verlengen. De GI kan niet zelf in eerste instantie een OTS-verzoek indienen, daarmee zou GI verzoeker worden van een maatregel die ze zelf uitvoeren en betaald voor worden (dit zou tot eerder verzoeken kunnen leiden).
Wat als maatregel vaak wordt verlengd? GI wil soms niet verder verlengen, eerder afbreken of nog langer verlengen. Bij al deze stappen moet de RvK weer betrokken worden. Zij gaan opnieuw een onderzoek starten o.b.v. alle gegevens en resultaten van de hulpverlening of het inderdaad zo is dat de maatregel van gezagsbeëindiging zou moeten worden verzocht. Vervolgens kan RvK deze maatregel verzoeken.
Dit proces is zo geregeld zodat er enige onafhankelijkheid is.
Add new contribution