Oefententamens Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden
- 4861 keer gelezen
Het college van B&W van de gemeente Rijswijk kondigt de komst aan van een nieuw buitenzwembad in het Wilhelminapark, bij de Muziekwijk. Kort daarvoor hebben de bewoners van de Muziekwijk een bewonersvereniging opgericht. De vereniging telt 150 leden. In de statuten staat onder meer dat de vereniging de belangen van de bewoners behartigt bij gemeentelijke beslissingen die impact hebben op de woon- en leefomgeving van de wijk. Het te bouwen zwembad raakt rechtstreeks de belangen van alleen drie leden van de bewonersvereniging. De vereniging wil de beslissing aanvechten die het zwembad mogelijk maakt.
Waarom zal de vereniging niet worden aangemerkt als belanghebbende bij het besluit een buitenzwembad te bouwen in de Muziekwijk?
De omgevingsvergunning voor het bouwen van het buitenzwembad is aangevraagd door de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB). In het besluit waarin de omgevingsvergunning wordt toegekend, staat de volgende passage:
"Op 19 september 2015 hebben wij uw aanvraag ontvangen tot verlening van een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het perceel, plaatselijk bekend als het Wilhelminapark te Rijswijk, voor het volgende project: ‘nieuwbouw van een buitenzwembad: wedstrijdbad met twee duikplanken, golfslagbad, peuterbad met glijbanen, clubgebouw met cafetaria en kleedhokjes’.
Wij hebben besloten om de vergunning te verlenen.
Dit besluit is een:
Mevrouw Volkers, die aan het de Ocarinalaan een flat huurt op ongeveer 700 meter van het nieuw te bouwen zwembad aan de andere kant van het Wilhelminapark, vreest overlast van het zwembad. Ze heeft geen zicht op het zwembad. Het zwembad is in de periode 15 april tot 15 september elke dag open van 9.00 uur tot 19.00 uur. De sirene van het golfslagbad gaat ieder half uur af. De sirene maakt een zeer luid snerpend geluid. De sirene is ook duidelijk te horen met dichte ramen. Mevrouw Volkers zal ook hinder ondervinden van het stemgeluid van kinderen, met name bij oostenwind, die in Nederland gemiddeld 18% van de tijd waait.
Is mevrouw Volkers belanghebbende bij het besluit?
Het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning is voorbereid door middel van de ‘uniforme openbare voorbereidingsprocedure’ (afdeling 3.4 Awb). Na de aanvraag van KNZB, stuurt het college van B&W een brief waarin de volgende passage is opgenomen:
Op 19 september 2015 hebben wij uw aanvraag ontvangen tot verlening van een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (...). Wij zijn voornemens om de omgevingsvergunning te verlenen. Conform artikel 3:11 Awb zal het ontwerpbesluit ter inzage worden gelegd. Tevens zal een termijn van zes weken worden verleend voor het naar voren brengen van zienswijzen door belanghebbenden (art. 3:16 Awb).
Is deze brief een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb?
De gemeenteraad van Rijswijk heeft Sport hoog op de agenda staan. Het nieuwe sportbeleid van de gemeente zal worden uitgevoerd door Stichting Rijswijk Sportief. Iedereen die in aanmerking wenst te komen voor een subsidie voor het ontwikkelen van sportieve activiteiten, kan daartoe een aanvraag indienen bij de Stichting.
De criteria voor de subsidieverlening worden vastgesteld door de gemeenteraad. De beschikbare gelden zijn toegekend door de gemeenteraad (35%), de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (35%) en ook afkomstig van private partijen (30%).
Is de Stichting een bestuursorgaan?
Op grond van artikel 3 Wet Inburgering is de vreemdeling die rechtmatig verblijf verkrijgt, inburgeringsplichtig. Artikel 6 van deze wet luidt:
Onze minister ontheft de inburgeringsplichtige van de inburgeringsplicht, indien:
De inburgeringsplichtige heeft aangetoond door een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel een verstandelijke handicap, blijvend niet in staat te zijn het inburgeringsexamen te behalen (...).
Dit artikel verschaft de minister:
De minister constateert dat een inburgeringsplichtige niet binnen de wettelijke termijn aan de inburgeringsplicht heeft voldaan en besluit een bestuurlijke boete van €500,- op te leggen als bedoeld in artikel 31 jo. 34 van de Wet Inburgering. Moet de minister, voordat hij deze boete oplegt, de inburgeringsplichtige horen?
Abdulaziz is arts en is gevlucht uit Syrië. Hij vraagt in Nederland een verblijfsvergunning asiel aan. De IND ondervraagt Abdulaziz en het lijkt er op dat hij via de Antwerpse haven naar Nederland is gereisd. Op grond van Europese verordeningen moet in dat geval zijn asielaanvraag in België worden behandeld.
De IND stelt zijn asielaanvraag dan ook buiten behandeling (een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb) en draagt hem over aan België. AbdulAziz is het niet met de buiten behandelingstelling eens, en via zijn advocaat vecht hij dit besluit aan.
Twee jaar later komt er vanuit België het verzoek aan Nederland om Abdulaziz weer terug te nemen. Tijdens de procedure in België is een vliegticket boven water gekomen waaruit blijkt dat Abdulaziz nooit in België is aangekomen, maar op Schiphol. In de procedure tegen de buiten behandelingstelling die de advocaat nog steeds namens Abdulaziz voert, wordt de buiten behandelingstelling herroepen.
Buiten kijf staat dat als de aanvraag wel in behandeling was genomen, Abdulaziz een verblijfsvergunning zou zijn toegekend. Dit gebeurt dan ook per ommegaande.
Abdulaziz stelt schade te hebben geleden als gevolg van dit besluit tot buiten behandelingstelling: hij kon immers twee jaar lang niet werken als arts en is daardoor inkomsten van €200.000,- misgelopen. Hij doet bij de bestuursrechter een beroep op artikel 6:162 BW jo. artikel 17 Verdrag Betreffende de Status van Vluchtelingen (hierna: Vluchtelingenverdrag). Het Vluchtelingenverdrag heeft als doel vluchtelingen te beschermen tegen vervolging in hun land van herkomst door hen een verblijfsrecht in een veilig land te garanderen.
Zal de bestuursrechter de vordering toewijzen?
Had Abdulaziz deze vordering ook op ontvankelijke wijze kunnen voorleggen aan de civiele rechter, in plaats van de bestuursrechter?
Om te zorgen dat er voldoende woonruimte beschikbaar is in steden kan een gemeenteraad wijken en categorieën woningen aanwijzen die niet ‘aan de woonvoorraad mogen worden onttrokken’. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als twee woningen worden samen gevoegd tot één woning of als een woning wordt verbouwd tot bedrijfsruimte of een woning commercieel veelvuldig wordt verhuurd aan toeristen. Voor dit soort ‘onttrekkingen’ is een vergunning nodig op grond van artikel 21 Huisvestingswet (Hvw).
Op grond van artikel 24 Hvw is de gemeenteraad bevoegd om regels te stellen omtrent de weigeringsgronden voor een dergelijke vergunning. De gemeenteraad van Leiden heeft dergelijke weigeringsgronden neergelegd in artikel 5 van de Huisvestingsverordening: Artikel 5 Weigeringsgronden Een vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet kan worden geweigerd als:
Het college van B&W van de gemeente Leiden heeft sinds begin 2018 een nieuwe beleidsregel inzake energieneutraal wonen aangenomen. Op grond daarvan komen alleen woningen voor een vergunning uit de Hvw in aanmerking die voldoen aan de in de beleidsregel genoemde criteria voor energieneutraal wonen.
Het college verleent aan John een vergunning ex artikel 21 Hvw. Met deze vergunning kan John zijn woning structureel verhuren aan toeristen. Aan deze vergunning verbindt het college van B&W de voorwaarde dat hij zijn woning conform de nieuwe beleidsregels energieneutraal moet gebruiken.
John is het niet eens met deze beperkende voorwaarde. Met welke bezwaargrond zal John de meeste kans op succes hebben?
Het college verleent de vergunning uiteindelijk zonder daar de voorwaarden over het energieneutraal wonen aan te verbinden. John biedt de woning direct aan op AirBnB. Het duurt niet lang of de eerste huurders melden zich. Zij willen de woning voor twee maanden huren.
Laila woont naast John en ondervindt veel overlast van de verhuur van de woning van John aan (voornamelijk) Duitse toeristen. Haar woning staat te koop, maar haar makelaar heeft haar verteld dat de woning minstens 10% minder waard is geworden vanwege de overlast. In het algemeen wordt aangenomen dat verhuur aan toeristen tot een grotere druk leidt op de woonomgeving dan reguliere bewoning. Laila heeft de aan
John verleende vergunning niet aangevochten.
Welke grondslag zal Laila moeten kiezen om compensatie van de waarde van haar woning te vorderen?
Heeft een vordering bij de burgerlijke rechter teneinde een verklaring voor recht te verkrijgen dat de vergunningverlening onrechtmatig is geweest kans van slagen?
Toezichthouders van de gemeente Leiden constateren bovendien na een maand dat vanuit John's woning drugs worden verhandeld. Verschillende buurtbewoners hebben al bij Johns geklaagd wegens overlast, maar John heeft geen actie ondernomen. De burgemeester is voornemens om een last onder bestuursdwang op te leggen op grond van artikel 13b Opiumwet.
Aan wie kan deze sanctie worden gericht?
Artikel 13b van de Opiumwet bepaalt dat de burgemeester bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen indien in een woning drugs worden verkocht, afgeleverd, verstrekt, dan wel daartoe aanwezig zijn. Kan de burgemeester op grond van dit artikel besluiten bestuursdwang op te leggen inhoudende onmiddellijke sluiting van de woning van John?
Uit het arrest HR Rotterdam/Hoogland volgt dat:
Op grond van het Unierecht moeten ontvangers van subsidie een deugdelijke projectadministratie voeren. Een Nederlandse veeboer heeft EU-subsidie ontvangen voor het planten en onderhouden van struiken en heesters op zijn grond. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt hem toe dat hij niet langer dan twee jaar de administratie hoeft te bewaren. Drie jaar na de subsidieverlening wordt tijdens een controle geconstateerd dat de veehouder in strijd met de Europese administratievoorschriften niet kan aantonen wanneer de heesters zijn geplant.
Welke strategie raadt u de veehouder aan om onder terugvordering van de subsidie en boeteoplegging uit te komen?
Het uitgangspunt dat de nationale procedureregels niet ongunstiger mogen zijn voor de uitvoering van EU-recht dan voor de uitvoering van nationaal recht, is neergelegd in:
Wat is het verschil tussen artikel 3:4 lid 2 Awb en het ongeschreven égalitébeginsel?
Bij een winkelcentrum in de gemeente Leiden is ’s avonds veel overlast van hangjongeren. De ondernemersvereniging heeft al verschillende maatregelen getroffen zoals het plaatsen van camera’s en het inhuren van particuliere beveiligingsbedrijven, maar tevergeefs. De vereniging verzoekt de gemeente om daadkrachtiger op te treden. In de APV van de gemeente Leiden is immers een samenscholingsverbod opgenomen. De gemeente is bereid aan dit verzoek tegemoet te komen en spreekt af dat de politie iedere avond gaat surveilleren tussen 20:00 en 23:00 uur en dat de burgemeester direct handhavend zal optreden als het samenscholingsverbod wordt overtreden. In ruil daarvoor zal de ondernemersvereniging jaarlijks verschillende activiteiten in het winkelcentrum organiseren om zo de sociale cohesie in de wijk te vergroten. De gemeente stelt hiervoor een bedrag beschikbaar van €500,-. Dit alles wordt in een overeenkomst afgesproken.
Wat voor soort overeenkomst is dit?
Stel, de gemeente kiest ervoor om de rust in het winkelcentrum te handhaven door privaatrechtelijk tegen de hangjongeren op te treden. Welke van onderstaande stellingen is dan juist?
C
B
C
B
C
A
C
C
B
B
C
B
C
A
C
C
B
A
C
A
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oude tentamens met uitwerkingen gebundeld. De meest recente tentamens staan bovenaan.
Met de zoekterm 'bestuursrecht' kan je onder andere op de startpagina van Summaries & study notes nog veel meer oefenmaterialen en...
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2740 |
Add new contribution