Europees Recht Hoorcollege 5 - Rechten UL B2 (2019-2020)

Europees Recht Hoorcollege 5 - Rechten UL B2 (2019-2020) - Mededingingsrecht I: concurrentievervalsing door ondernemingen

1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

  • Mededinging en EU-mededingingsrecht
  • Restrictieve mededingingspraktijken
  • Misbruik van machtspositie
  • Handhaving van het EU-mededingingsrecht

 Mededinging en EU-mededingingsrecht

Was is het doel van het mededingingsrecht? Allereerst moet het ervoor zorgen dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren. Er moet een 'level playing field' zijn. Hier schuilt ook het geloof in de marktwerking als instrument van maatschappelijke ordening achter. Lagere prijzen leiden tot meer concurrentie, investeringen, meer keuzemogelijkheden voor consumenten en een verbetering van de kwaliteit. Het mededingingsrecht moet ervoor zorgen dat deze processen kunnen functioneren. Het is dus van toepassing als bedrijven buiten de regels treden: een correctie-instrument. Het is namelijk niet zo dat bedrijven zich uit zichzelf aan de regels van de vrije markt zullen houden, zeker niet als er hoge winsten behaald kunnen worden. De overheid is dus nodig om de vrije markt te kunnen garanderen. Anders ontstaat kartelvorming en daarmee beperking van de vrije markt. Dit gebeurde het eerste in de Verenigde Staten, waar enorme bedrijven ontstonden die complete economische sectoren bezaten. Toen werden er regels opgesteld, die onder meer inhielden dat sommige grote bedrijven verplicht opgesplitst werden (antitrustregels).

Doelen van het mededingingsrecht in de EU:

1. Het beschermen van 'werkzame' mededinging. Dit betekent dat de mededinging niet perfect hoeft te zijn; dit is namelijk onbereikbaar. Er moet alleen een werkbare situatie gecreëerd worden.

2. Marktintegratie. Het is de bedoeling dat de handel boven de lidstaten uit moet stijgen. Daarom is het vrij verkeersrecht ook zo belangrijk. Bedrijven mogen hier geen belemmeringen voor opwerpen door de markt onder zich te verdelen.

Art. 3 lid 1 VWEU: De Unie is exclusief bevoegd op de volgende gebieden: de vaststelling van mededingingsregels die voor de werking van de interne markt nodig zijn. De kern van het recht is te vinden in de artt. 101-109 VWEU.

Er zijn vijf belangrijke verboden:

  • Kartelverbod (art. 101)
  • Verbod misbruik dominante economische positie (art. 102)
  • Verbod mededingingsbeperkende wijzigingen in controle, bijv. bij fusies (Verordening 139/2004)
  • Regels over publieke ondernemingen (art. 106)
  • Staatssteunregels (artt. 107-109)

Restrictieve mededingingspraktijken (kartelverbod)

Art. 101 VWEU is hierin het uitgangspunt. Lid 1 bepaalt het principiële kartelverbod, lid 2 geeft de sanctie aan (nietigheid) en lid 3 regelt een vrijstelling in sommige gevallen. Soms kan samenwerking tussen bedrijven namelijk nuttig zijn, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van geneesmiddelen.

Criteria voor toepassing art. 101 lid 1:

  1. Een onderneming of ondernemingsvereniging. Het Hof heeft hier een ruime interpretatie van. Sommige activiteiten van instellingen tellen wel als onderneming, en andere activiteiten worden weer niet meegerekend. Dit is een gevolg van de functionele benadering van het Hof. Het gaat om een entiteit die een economische activiteit uitoefent.
  2. Er moet sprake zijn van een overeenkomst, besluit, of gedraging. Ondernemingen mogen hier geen gebruik van maken om hun activiteiten te coördineren. Het is belangrijk om te beseffen dat men niet altijd beseft dat er sprake is van kartelvorming. Zakenlui vinden het vaak een slimme manier van handeldrijven. Daarom worden soms overeenkomsten gesloten die tot een kartel leiden, terwijl dit niet de bedoeling was. Er zijn horizontale afspraken tussen daadwerkelijke of potentiële concurrenten; daarnaast kan er sprake zijn van verticale afspraken, tussen leveranciers en afnemers.
  3. Ze moeten een (ongunstige) invloed hebben op de tussenstaatse handel. Wanneer dit niet het geval is en de betreffende partijen 'te klein' zijn, is nationaal recht van toepassing. Een vuistregel hiervoor: het marktaandeel van de betrokken ondernemingen is kleiner dan 5% en de jaaromzet lager dan 40 miljoen euro.
  4. Ze hebben een mededingingsbeperkende strekking of effect. Dus zelfs als er geen daadwerkelijk effect is, maar het doel van de overeenkomst dit wel is, is het mededingingsrecht van toepassing. Afspraken omtrent prijzen, marktverdeling, productiehoeveelheden, etc. tellen altijd als doelbeperking. De Commissie gaat echter meestal via strekkingsbeperkingen, omdat deze makkelijker te bewijzen zijn. Sommige kartels zijn dusdanig klein dat de Commissie er verder geen aandacht aan besteedt: de De minimis-bekendmaking (2014). Dit is van toepassing als er sprake is van bedrijven met een gezamenlijk marktaandeel kleiner dan 10% (bij horizontale overeenkomsten) of kleiner dan 15% (verticale overeenkomsten). Belangrijke uitzondering hierbij is echter dat het niet van toepassing is op afspraken met doelbeperkingen. Prijsafspraken vallen dus niet onder De minimis.

Het gevolg van schending van art. 101 lid 1 leidt tot nietigheid van de betreffende overeenkomsten of besluiten. Ook kan de Commissie een boete opleggen. Deze kan oplopen tot 10% van de wereldwijde omzet.

Er zijn echter een aantal ontsnappingsroutes, bijvoorbeeld via groepsvrijstellingen. Deze worden door middel van Verordeningen gegeven. Een voorbeeld hiervan is te vinden in Vo. 330/2010 inzake verticale overeenkomsten. Ook zijn er individuele excepties mogelijk, via art. 101 lid 3. Er moet dan sprake zijn van een efficiënt resultaat van de kartelvorming, wat ten gunste komt van de consument. Ten slotte mogen er alleen afspraken zijn die echt noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doelstelling, en mededinging mag niet volledig uitgesloten worden. Het is lastig om afspraken via deze weg door de Commissie geaccepteerd te krijgen.

Misbruik van machtspositie

Dit wordt geregeld in art. 102 VWEU. Toepassingsvoorwaarden:

  1. Een onderneming met een machtspositie. Dit is een erg feitelijke vraag; er moet bepaald worden welke productmarkt van toepassing is en de betreffende geografische markt moet bepaald worden. Als de markt niet meer in staat is de onderneming te controleren, heeft deze onderneming een machtspositie. Dit wordt vermoed aanwezig te zijn bij een marktaandeel van meer dan 50%. Daarnaast zijn er factoren als: de structuur van de markt (bijv. de grootte van de andere concurrenten), financiële reserves, drempels voor toetreding en technologische voorsprong.
  2. Met een ongunstige invloed op de tussenstaatse handel. Het hebben van een machtspositie op zich is niet verkeerd. Het brengt alleen wel 'bijzondere verantwoordelijkheden' met zich mee (Michelin-arrest). De verworven positie mag niet misbruikt worden. Deze bedrijven mogen geen andere handelingen dan die binnen normale mededinging vallen doen. Er zijn twee types van misbruik: het uitbuiten van consumenten of het uitsluiten van concurrenten. Een bijzonder geval wordt gevormd door roofprijzen: Het op korte termijn verlies lijden om concurrenten uit de markt te duwen. Hiervan is altijd sprake als de prijzen lager zijn dan de gemiddelde variabele kosten van het product. Ook kan er sprake zijn van verhindering van toegang tot essentiële faciliteiten (IMS Health-arrest). Het Hof heeft hierin bepaald dat je soms toegang moet kunnen krijgen tot informatie van concurrenten, bijvoorbeeld als het gaat om intellectuele eigendom.

De artt. 101 en 102 kunnen tegelijkertijd van toepassing zijn.

Handhaving van het EU-mededingingsrecht

Er is allereerst een belangrijk onderscheid tussen private en publieke handhaving. Private handhaving vindt plaats als ondernemingen een rechtszaak bij de nationale rechter beginnen om schadevergoeding te krijgen. Publieke handhaving gebeurt door overheden en de Commissie. Voor private handhaving is de richtlijn 2014/104 belangrijk. Verordening 1/2003 is een kernverordening als het gaat om handhaving door de EU. De procedure wordt gevoerd door een College van Commissieleden. Ondernemingen kunnen in beroep bij het Hof. De facto vindt veel handhaving plaats door nationale autoriteiten.

Ook is er de mogelijkheid van clementie, geregeld door de Commissie in 2006. Ondernemingen die onderdeel uitmaken van een kartel kunnen dan klikken, en krijgen dan immuniteit of boetevermindering in ruil voor informatieverstrekking. Je bent dan echter niet immuun voor private handhaving, alleen tegenover de boete.

2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur

3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Behalve de bovenstaande ontwikkelingen worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.

4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college door de docent gedaan met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gedaan met betrekking tot het tentamen.

5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Er worden geen tentamenvragen behandeld.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Universiteit Leiden en studieverenigingen

Crossroads: term ref right 1: 
Samenvattingen voor psychologie in Leiden via Labyrint en JoHo
Samenvattingen voor pedagogiek in Leiden via Emile en JoHo
Samenvattingen voor rechten in Leiden

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: 2250269182
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1527