Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10766 keer gelezen
Samenvatting bij het artikel: Grenzen aan de strafrechtelijke aansprakelijkheid (2007, pagina 71-93) - Y. Buruma
In dit artikel gaat de auteur in op de definitie van aansprakelijkheid in het strafrecht, in het bijzonder de vraag of de door J. de Hullu in 1993 gestelde conclusie dat er “sprake is van een permanente uitbreiding van de aansprakelijkheid” aan de hand van drie vragen:
Het artikel richt zich voor deze vraag op de periode 1993-2003. In die periode is, zo blijkt, meer dan de helft van de artikelen in het Algemeen deel van het Wetboek van Strafrecht aangepast. De meest uit het oog springende is de invoering van de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen in art. 46. Ook de invoering van art. 140a, waarmee deelname aan een terroristische organisatie apart strafbaar wordt gesteld, kan gezien worden als uitbreiding van het aansprakelijkheidsbegrip in het strafrecht. Gewezen wordt ook op de vele ontwikkelingen op het gebied van het internationale recht, bijvoorbeeld de Wet Computercriminaliteit, die Internet Service Providers in bepaalde gevallen strafrechtelijk aansprakelijk maakt voor daden van haar klanten.
Wat de afgelopen tien jaar betreft kunnen alle drie de gestelde vragen dus positief beantwoord worden; aansprakelijkheid voor gedrag van anderen is mogelijk, aangesproken worden op gedrag van een collectief is mogelijk in het geval van een criminele/terroristische organisatie, en het voorbereiden van bepaalde strafbare handelingen is tegenwoordig op zichzelf al een strafbare handeling.
Hoewel de wetgeving omtrent aansprakelijkheid voor gedrag van anderen de laatste jaren is toegenomen, was er altijd al in bepaalde mate sprake van. In de vorm van 'zorgplicht' is de normadressaat gehouden, in het geval van dreiging van een bepaald gevaar of na openbaring van dat gevaar, al hetgeen te doen wat redelijkerwijs van hem gevergd kan worden. Het probleem hierbij is, dat vaak niet concreet vaststaat wát er precies redelijkerwijs gevergd mag worden. Denk bijvoorbeeld aan het bovenstaande geval van ISPs. Zij kunnen (o.a.) via medeplichtigheid aansprakelijk zijn voor inhoud die anderen via hun netwerk overbrengen. Dit is problematisch, aangezien de ISP enkel een tussenpersoon is, en het vooraf controleren van door gebruikers gepubliceerd informatie op strafbaarheid daarvan zou praktisch onmogelijk zijn en tevens een vorm van censuur zijn. Om te voorkomen dat ISPs met deze last opgezadeld worden, is art. 54a ingevoerd, die een strafuitsluitingsgrond regelt in het geval de ISP, na vordering van de officier, de betreffende informatie ontoegankelijk maakt. De aansprakelijkheid blijft door dit artikel evenwel in stand, maar vervolging wordt erdoor voorkomen.
In het kader van aansprakelijkheid voor gedrag van anderen wordt ook nog gewezen op de actuele discussie over aansprakelijkheid van overheidsorganen in de zin van individuele ambtenaren. Als een ambtenaar de feitelijke leiding heeft over een bepaald overheidsorgaan dat een misdaad begaat, zou die ambtenaar enkel op grond van zijn positie als feitelijk leidinggevende al strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld moeten worden, zo wordt gesteld. Op het moment is het zo dat een ambtenaar immuun is voor vervolging als hij de rechtspersoon waarover hij de feitelijke leiding heeft, zelf immuum is voor vervolging. De commissie Roelvink bepleit vervolgbaarheid van deze personen met het oog op geloofwaardigheid van het betreffende overheidsorgaan, die verloren gaat als zij niet aan haar eigen regels gehouden kan worden.
In één van de meest voorkomende gevallen van strafbaar collectief gedrag, openlijke geweldpleging in vereniging (art. 141) is de aansprakelijkheid de laatste jaren omvangrijk verandert. Waar het voorheen vereist was dat vast stond dat de verdachte zelf gewelddadige handelingen verricht had, is het tegenwoordig voldoende als aan de 'gewone' eisen van medeplegen voldaan is; men is al aansprakelijk als men zich niet 'heeft losgemaakt' van de geweldpleger(s). Daarnaast kan gekeken worden naar art. 140 en 140a, waar de aansprakelijkheid in de laatste jaren is uitgebreid tot ook de personen die enkel geldelijke of andere stoffelijke steun leveren aan de organisatie. Dit kan problematisch zijn voor de rechtsbescherming, aangezien hierdoor wellicht voorbij gegaan wordt aan het eerder in het artikel vereiste 'oogmerk' en 'duurzame onderlinge samenwerking'; wat als iemand geld schenkt aan een criminele organisatie, zonder dat hij of zij weet dat het een criminele organisatie is?
In het tweede kopje is al ingegaan op de invoering strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen met art. 46. Hoewel dit een ingrijpende vergroting van de aansprakelijkheidsmogelijkheden voor burgers inhield, is het artikel reeds meerdere malen aangepast om het toepassingsbereik ervan in te perken. Zo was het aanvankelijk zo, dat zelfs een bepaalde 'houding' al strafbaar kon zijn op grond van art. 46, iets wat gezien kan worden als een zekere vorm van Gesinnungsstrafrecht ('gedachtenstrafrecht'; het veroordelen van mensen louter vanwege hun gedachten over of houding omtrent een bepaald strafbaar feit) en daarom als onwenselijk gezien werd.
De door J. de Hullu gestelde tendens van uitbreiding van aansprakelijkheidsmogelijkheden in het strafrecht is inderdaad aanwezig. De fysieke daad is al geruime tijd niet meer de enige manier om strafrechtelijk aansprakelijk te zijn; men kan aansprakelijk zijn voor gedrag van anderen. Slechts in een aantal gevallen (bijvoorbeeld de ISPs) is die aansprakelijkheid ingeperkt door de wetgever.
Ook wat betreft de aansprakelijkheid van collectief gedrag en voorbereidingshandelingen is sprake van uitbreiding, door de (o.a.) de artikelen 140, 140a en 141 Sr respectievelijk art. 46 Sr.
Op die manier is de essentie van het strafrecht over de jaren heen verschoven van louter aansprakelijkheid voor gewilde strafbare gedragingen, naar ook aansprakelijkheid voor gebeurtenissen die een risico opleveren op het vormen van een strafbaar feit, ongeacht of het een gedraging was van de normadressaat zelf.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1914 |
Add new contribution