Hoorcollege algemene rechtsleer week 2 (2016/2017)

 

Hoorcollege week 2

Elke rechtszaak bestaat uit twee componenten. Het gaat hierbij om het vaststellen van de feiten ne de rechtsregels. Deze twee componenten kan je in een schema zetten. Dit schema kan je ook wel een syllogisme noemen. Syllogisme bestaat uit geval, feiten en de rechtsregels. We brengen de feiten onder de rechtsregels en we komen tot een conclusie. De algemene stellingen zijn de rechtsregels, dit wordt ook wel major genoemd. De toespitsing ervan is de minor, ook wel het geval. Het geval wordt dus onder de rechtsregels gebracht. Elke rechter hanteert de syllogistische vorm van redeneren. Rechters gaan vaak vrij om met deze vorm van redeneren. In hun motivering doen ze alsof ze de feiten onder de rechtsregels brengen. In werkelijkheid doen de rechters soms wel meer of iets anders. Bij het syllogisme dient men de term ‘bepaaldheid van het recht’ toe te voegen. Het gaat hierbij om de mate waarin je in het concrete geval de uitkomst door rechtsregels bepaalt.

Voorbeeld

Alle mensen zijn sterfelijk is de major. Socrates is een mens is de minor. De conclusie houdt dan in dat Socrates sterfelijk is.

Je kan stellen dat de major een onrechtmatige daad is. De minor is dat A schade heeft toegebracht aan B. De conclusie zal dan zijn dat A schadevergoeding moet betalen.

In het strafrecht kan men denken aan diefstal (art.310 Sr) als major. Het geval dat hier speelt, is dat Piet een tube tandpasta uit de Albert Heijn wegneemt. De conclusie zal dan leiden dat Piet schuldig is aan diefstal.

Methode van Langdell

Lange tijd is de stelling verdedigd dat het syllogisme heilig is en dat de rechtsregels de uitkomst helemaal bepalen. Dit is vooral de doctrine die we terugvinden in de 19e eeuw. Als je de oudere jurisprudentie beschouwt kan je tot deze conclusie komen. In de 19e eeuw gaat men zich afzetten tegen het model waarin de rechtsregels de uitkomst volledig bepalen. Men noemt dit ook weleens de methode van Langdell. Men kan ook de volgende termen tegenkomen: formalisme (Hart), mechanical jurisprudence (Hart), bouche de la loi (Montesquieu) en rechtstoepassing (Scholten). We kunnen dan het volgende zeggen: enige determinant van de conclusie zijn de rechtsregels. De determinant is hetgeen wat de conclusie bepaalt. Bij het ontkrachten van deze stelling kan je denken aan het elektriciteitsarrest. In dit arrest doet de rechter veel meer dan het toepassen van rechtsregels. De rechter staat hier immers voor de keuze om elektriciteit te kwalificeren als ‘enig goed.’ De rechters doen in dat geval dus meer dan het toepassen van rechtsregels die voorhanden zijn.

Sommige mensen vinden het idee dat enkel de rechtsregels de conclusie bepalen extreem naïef. Je kunt dit terugvinden in de stroming die bekend staat als het rechtsrealisme. Een hele bekende figuur in deze stroming is Holmes. Een uitspraak van hem is de volgende: ‘The life of law has not been logic, is has been experience.’ Het syllogisme is een logisch redeneerschema. Volgens Holmes geloven sommige mensen dus dat de rechter niets anders doet dan het interpreteren van syllogismen. Je kunt de rechter daardoor zien als een soort automaat. In deze automaat zitten een hele soort rechtsregels, je hoeft daar enkel het geval bij te werpen. Als je de hendel overhaalt volgt de conclusie. Holmes bedoelt met ‘experience’ hoe het recht in werkelijkheid zit. Holmes illustreert dat aan de hand van de ‘bad man.’ De slechterik moet worden bijgestaan en u bent de advocaat die dat moet doen. Als juridisch bijstandsverlener dien je dan aan te geven wat de rechter waarschijnlijk zal oordelen. Het gaat dus om de verwachting van wat rechters zullen doen. Holmes zegt dat de rechtsregels zwaar overschat worden. Volgens Holmes heb je voor de uitkomst andere kennis nodig. Naast de rechtsregels zijn er andere determinanten die de uitkomst uiteindelijk bepalen. De meeste realisten hebben dus weinig vertrouwen in de rechtsregels als bepalende factor voor de uitkomst. Je zou dus kunnen stellen dat realisten regelsceptici zijn. Kenmerkend voor een scepticus is dat hij twijfelt. Sceptici vragen zich af of er überhaupt rechtsregels zijn en of dat niet een verzameling van beslissingen is.  Als er geen rechtsregels zijn komt het syllogisme op losse voeten te staan.

Syllogisme + andere determinanten

Samenvattend betekenen de rechtsregels niet heel veel voor de realisten. De realisten twijfelen aan het nut van de rechtsregels. Toch zijn de uitkomsten van de rechters conclusie genoemd. Er moeten dan andere factoren zijn die de uitkomst bepalen. Hierbij kan men aan de volgende zaken denken: sociologie, psychologie, navolgers van het rechtsrealisme, economisch, cultureel, geslacht, etnische herkomst, enz.

Kenmerk 2: Men stelt zijn vertrouwen in het opstellen van empirische generalisaties van rechterlijk gedrag.

Kenmerk 7: Men onderzoekt langs sociaalwetenschappelijke weg de determinanten van het rechterlijk oordeel

Voorbeeld

Je kunt het ontbijt zien als bepalend voor het humeur van de rechter. Bij een goed humeur zal de rechter immers eerder positief oordelen dan wanneer de rechter een slecht humeur heeft. Dit kan soms ook andere vormen aannemen dan het ontbijt. Een voorbeeld hierbij is de klassenjustitie. Rechters associëren zich sneller en beter met mensen uit dezelfde sociale klasse. Het bleek dat rechters milder waren in het opleggen van straffen ten aanzien van mensen die zich in dezelfde sociale klasse bevonden. Je moet dus veel verder kijken dan enkel de rechtsregels.

Hart – The concept of law

Het rechtsrealisme heeft ook een aantal kritische reacties. Een voorbeeld hiervan is Hart. Hij is ongelofelijk kritisch ten aanzien van het rechtsrealisme.

Harts middenpositie

Bij het praten over Hart moet je twee belangrijke achtergronden achter zijn denken in het oog houden. Het eerste wat hierbij van belang is, is dat Hart veel aandacht heeft voor de taal. Hart stelt het belang van de taal voorop. De taal stond centraal aan Oxford en Cambridge in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Een ander belangrijk aspect van Harts’ visie op recht is het belang van regels. Het gaat daarbij in het bijzonder om de functie die regels kunnen vervullen. Hart vindt die regels dus ontzettend belangrijk. Op dit punt ziet men dus een tegenstelling met de rechtsrealisten. Hart beweert dus het precies tegenovergestelde. Hart zegt dat het belang van een regel heel groot is. Hart zegt dat de regels een sturingsfunctie hebben. De regels sturen ons menselijk gedrag. Ons handelen kunnen we dus oriënteren op regels. In elke samenleving hebben de regels dus een cruciale functie.

Je kunt dit ook terugvinden op pagina 23 van de reader. Hart wijst de mechanical jurisprudence eveneens af. Het gaat daarbij immers om het idee dat de rechter een automaat is. Hart zegt dat hij met zijn positie tussen Scylla en Charybdis staat. Je dient dus tussen twee kwaden te laveren. Voor een deel stemt hij dus wel in met het rechtsrealisme voor zover deze kritiek uiten op het formalisme. Hart gaat echter niet akkoord met het regelscepticisme dat de realisten verdedigen.

Harts methode

Een belangrijk punt dat je steeds in het achterhoofd moet houden bij het lezen en denken bij Hart is dat hij een specifieke methode hanteert. Je neemt steeds een central case. Deze central case zet je af tegen decentrale gevallen. Hart stelt dat er een aantal plain cases zijn. De plain cases zijn de heldere, duidelijke gevallen. Van duidelijke gevallen kan je onduidelijke gevallen afgrenzen. Je kunt hierbij denken aan het elektriciteitsarrest. Hart noemt dit een borderline case, een onduidelijk geval. Volgens Hart kan je geen plain cases hebben doordat we behept zijn met de taal. De taal bevat noodzakelijkerwijs onduidelijkheden. In de taal kunnen de betekenissen van de woorden verschuiven, de taal evolueert steeds. Naast de taal hebben we het ook nog over de textuur van het recht. Het recht is immers iets dynamisch. Hierbij kun je denken aan de dynamiek die ten grondslag lag aan het elektriciteitsarrest.

Voorbeeld: Wat is een bromfiets?

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

Artikel 60

1 De bestuurder en de passagiers van bromfietsen, brommobielen zonder gesloten carrosserie, motorfietsen en driewielige motorvoertuigen zonder gesloten carrosserie moeten een goed passende helm dragen, die door middel van een sluiting op deugdelijke wijze op het hoofd is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk als bedoeld in artikel 22, vierde lid, van de wet.

2 Het eerste lid geldt niet voor: (…).

High speed e-bike

Dit is een nieuw soort elektrische fiets die de trapbeweging ondersteund. Deze trapbeweging wordt ondersteund tot 45 km/h. Als je bij de fiets niet hoeft te trappen kan je het beschouwen als een bromfiets. Per 1 januari 2017 kan je de high speed e-bike echter beschouwen als een bromfiets. Je dient dus een kentekenplaatje te hebben en een helm op te zetten.

Het gaat er dus om dat er een nieuw fenomeen is, te weten de high speed e-bike. De vraag is hoe dat ding in het verkeersrecht ondergebracht dient te worden. De high speed e-bike lijkt echter het meeste op een fiets. Van belang zijn hierbij de spaakwielen en de trappers. Opvallend is dat deze fiets 45 km/h kan door middel van de ondersteunde elementen. Een high speed e-bike noemen we een borderline case. Je kijkt hierbij naar de overeenkomsten en verschillen. Je gaat dus na of het afwijkt van de plain case. Voor ons geval gaat het daarbij om de fiets. In dit geval zouden we na moeten gaan wat de wetgever heeft besloten.

De wetgever heeft besloten om de e-bike gelijk te stellen met de bromfiets. Aan die kwalificatie zit een belangrijk rechtsgevolg, je dient immers een passende helm te dragen. De veiligheid heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. De fiets bereikt immers dezelfde snelheden als een bromfiets. Ook is er sprake van ondersteuning door middel van een motor. Je kijkt dus naar relevante overeenkomsten en verschillen. Je gaat een afweging maken van alle overeenkomsten en verschillen. Hier laat je de overeenkomst tussen de brommer en de e-bike zo zwaar meewegen dat je zegt dat je de e-bike kwalificeert als een bromfiets.

Discretie van de rechter (reader p.14)

Essentieel in de visie van Hart is dat de rechter of de wetgeving altijd een vrije keuze heeft. Het kan namelijk ook zo zijn dat de rechter de hiervoor genoemde interpretatiekwestie op moet nemen. Er is uiteindelijk dus altijd een moment van ongebondenheid.

We kunnen er dus voor kiezen om hem aan te merken als fiets of als bromfiets. Op het punt van de afslag heeft de rechter discretie. Het gaat dus om een moment van ongebondenheid.

Wat is discretie bij Hart

Het begrip discretie leidt heel vaak tot heel veel misverstanden. In ons eigen recht komen we deze term voornamelijk tegen bij de bestuursorganen en dus in het bestuursrecht. Het gaat hierbij niet om zoiets als volledige ongebondenheid. In het bestuursrecht is er altijd sprake van een beperkte vrijheid. Bij Hart moeten we dit eigenlijk ook zo zien. Het gaat immers om ongebondenheid voor een klein stukje.

Wat is een rechtssysteem?

Gedachte-experiment (reader. p. 2)

Hart zet de plain case en borderline case ook tegenover elkaar bij de vraag over wat een rechtssysteem is. De docent gaat hier volgende week op in. 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is used in:

Integratievak algemene rechtsleer (2016/2017)

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Collegeaantekeningen week 2

Collegeaantekeningen week 2 integratievak algemene rechtsleer 2016/2017 

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: hannekedenottelander
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1548 1