Oefententamens Strafrecht 1 - RUG
- 5523 keer gelezen
Giesbert A. wordt vervolgd voor mishandeling art. 300 lid 1 Sr. De rechter acht Giesbert A. niet toerekeningsvatbaar. De rechter heeft een aantal beslissingsmogelijkheden, welke zijn dit?
Stel dat de rechter uit vraag 1 besluit om tot ontslag van alle rechtsvervolging over te gaan en hij daarnaast een extra maatregel wil opleggen, is dit volgens de wet toegestaan?
Aan verdachte Jan K. wordt tenlastegelegd dat hij in de nacht van 1 januari 2015 in de Schilderwijk aan een passant, Simon T., een aantal klappen heeft uitgedeeld, als gevolg waarvan Simon T. met zwaar lichamelijk letsel naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Primair legt de Officier van Justitie aan Jan K. art. 300 lid 2 Sr ten laste en subsidiair art. 300 lid 1 Sr. De advocaat van Jan K. verweert zich door tijdens de zitting te zeggen dat er geen sprake kan zijn van het primaire tenlastegelegde feit, aangezien Jan K. geen opzet op het zwaar lichamelijke letsel van Simon T. had. De rechter vraagt zich af of de advocaat van Jan A. gelijk heeft, wat denkt u?
Yourie C. is met wat vrienden op stap in de binnenstad van Groningen. De drank wordt er goed ingegoten en al snel is Yourie C. zo dronken dat hij geen idee heeft van wat er om hem heen gebeurd. Nietsvermoedend wil Bernard S. Yourie C. passeren in een drukke kroeg en tikt hem op zijn heup met zijn hand om zo achter hem langs te wippen, waarbij Bernard S. hem zachtjes naar voren duwt. Door de duw verliest Yourie C. zijn evenwicht en komt ten val. Vol woede staat Yourie C. op en kijkt met kwade ogen in de richting van Bernard S. en geeft hem vervolgens een enorme knal tegen zijn hoofd. Door deze mep verliest Bernard S. zijn bewustzijn en wordt met zwaar lichamelijk letsel per ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis. De volgende ochtend, zodra Yourie C. nuchter wordt, en hoort wat er is gebeurd, toont hij berouw in is hij erg teleurgesteld in zichzelf. Nochtans besluit de Officier van Justitie om over te gaan tot een vervolging en legt Yourie C. mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten laste. Yourie C. overlegt samen met zijn raadsman dat een beroep zal worden gedaan op ontoerekeningsvatbaarheid, art. 39 Sr. Yourie C. zal volgens zijn raadsman dan ontslagen worden van alle rechtsvervolging, omdat ten tijde van de mishandeling sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens die hem niet kan worden toegerekend.
Zal het beroep op ontoerekeningsvatbaarheid conform art. 39 Sr kans van slagen hebben?
Al een geruime tijd zit Maaike in financiële problemen en zij besluit daar radicaal verandering in te brengen. Haar huis is voor een veel hogere waarde dan de werkelijke waarde verzekerd en daarom besluit zij om haar huis in de brand te steken. Er blijft niets van het huis over, omdat de brandweer te laat arriveerde. Later blijkt dat Maaike gebruik heeft gemaakt van haar contacten met de commandant van de brandweer. Maaike heeft namelijk de commandant overgehaald om het apparatuur van de meldkamer te saboteren met als chantagemiddel het bekendmaken van zijn buitenechtelijke verhouding. In eerste instantie weigerde de commandant, maar bij nader inzien wilde de commandant niet het risico riskeren dat de verhouding bekend werd. Daarom besloot de commandant te doen wat Maaike vroeg. Conform art. 159 Sr wordt de commandant vervolgd. Ter zitting bekent de commandant dat hij de apparatuur heeft vernield, maar voert het volgende verweer:
‘Toen Maaike dreigde om mijn affaire bekend te maken, raakte ik volledig in paniek. Het idee dat niet alleen mijn vrouw en kinderen, maar ook de rest van de omgeving hier achter zouden komen, was voor mij niet te harden. Ik zou alles in één klap kwijt zijn; mijn maatschappelijke positie en mijn baan. Voor mij zat er niets anders op dan te doen wat Maaike aan mij vroeg. Om deze reden vind ik dat ik vrijuit dien te gaan. Ik vind niet dat het recht niet onder alle omstandigheden vergt om alle wettelijke bepalingen strikt na te leven.’
Zal het verweer van de commandant kans van slagen hebben?
Indien de rechter het beroep op overmacht niet aanvaardt, zal de rechter het verweer dan in zijn vonnis gemotiveerd moeten weerleggen?
Sharon en haar vriendje Joost hebben een feestje. Afgesproken wordt dat Sharon de auto zal besturen. Sharon heeft de hele avond aan de cola light gezeten en Joost aan het bier. Op de terugweg zit Joost zingend en gierend naast Sharon. Tijdens het rijden geeft een politieagent een stopteken in verband met een alcoholcontrole. Joost begint hem te zweten en begint erg agressief te doen tegen Sharon dat zij door moet rijden, Sharon krijgt angst en rijdt door. Na dit incident wordt Sharon vervolgd ter zake van art. 184 Sr en subsidiair art. 160 WVW. Ter zitting doet Sharon een beroep op angst voor het agressieve gedrag van Joost. Zal de vervolging kans van slagen hebben?
Uitgaande van de situatie in de vorige casus stelt Sharon het volgende ter zitting:
‘Ik heb besloten om door te rijden, op grond van ervaringen waarbij Joost eerder dronken bij mij in de auto zat. Er zat voor mij niets anders op, aangezien de kans groot was dat Joost aan het stuur zou trekken waardoor de politieagent, die het stopteken gaf, aangereden zou kunnen worden. Doorrijden leek mij in dit geval de beste oplossing. Om deze reden ben ik dan ook van mening dat ik vrijuit kan gaan.'
Zal dit verweer kans van slagen hebben?
Stel dat de rechter Sharon veroordeeld tot één maand voorwaardelijke celstraf wegens overtreding van art. 184 lid 1 Sr. Welke motiveringen en beslissingen dient het vonnis ten aanzien van het tenlastegelegde feit te bevatten?
Bij de derde materiële vraag kan de rechter besluiten tot ontslag van alle rechtsvervolging vanwege de niet-strafbaarheid van de verdachte Giesbert A. Tevens kan de rechter daarbij besluiten om over te gaan tot terbeschikkingstelling met of zonder een bevel tot verpleging krachtens art. 37a en 37b Sr of tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van art. 37 Sr. Daarnaast kan de rechter twijfelen aan zijn opzet, aangezien de verdachte Giesbert A. ontoerekeningsvatbaar was, zodat tot een vrijspraak kan worden gekomen. Dit is echter zeer uitzonderlijk, dit kan namelijk alleen als de verdachte elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedraging en de mogelijke gevolgen daarvan heeft ontbroken.
Zonder advies van deskundigen kan de rechter niet tot een ontslag van alle rechtsvervolging komen met een extra maatregel. De rechter dient namelijk advies in te winnen van tenminste twee gedragsdeskundigen van verscheidende disciplines conform art. 37 lid 2 Sr. Wat betreft het artikel over terbeschikkingstelling, namelijk art. 37a Sr, verwijst in lid 3 naar art. 37 lid 2 Sr.
Een voorbeeld van een door het gevolg gekwalificeerd delict is art. 300 Sr, wat betekent dat een strafverzwarende omstandigheid kan ontstaan als een bepaald gevolg van de gedraging intreedt. Er is geen opzet vereist voor het intreden van de gevolgen die een strafverzwarende omstandigheid opleveren aangezien de gevolgen zijn geobjectiveerd. De advocaat van Jan K. heeft geen gelijk, omdat er voor een veroordeling van art. 300 lid 2 Sr niet vereist is dat Jan K opzet had op zwaar lichamelijk letsel.
Het beroep op ontoerekeningsvatbaarheid, art. 39 Sr. zal geen kans van slagen hebben. Omdat Yourie C. dronken was, zal dit geen gebrekkige ontwikkeling zijn of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens. Dronkenschap is een dader toe te rekenen en daardoor is er sprake van culpa in causa. Yourie C. had van tevoren moeten weten dat als hij alcohol zou drinken hij wellicht een strafbaar feit zou kunnen plegen.
De commandant probeert een beroep te doen op art. 40 Sr, namelijk overmacht. Overmacht moet worden onderscheiden in psychische overmacht en overmacht noodtoestand. Er is sprake van overmacht noodtoestand als zich er een conflict van plichten voor doet waaruit een keuze gemaakt moet worden. Als aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan, rechtvaardigt overmacht het handelen pas.
Om te bepalen of er sprake is van overmacht-noodtoestand is de vraag bepalend of het gerechtvaardigd was. In casu is het niet gerechtvaardigd, aangezien de commandant het verkeerde belang heeft gekozen; namelijk een privébelang. Daarnaast is er niet voldaan aan de proportionaliteitseis, aangezien het belang van het overtreden van de wet van meer gewicht dient te zijn dan het belang dat de commandant wenste te beschermen.
Is er dan eventueel sprake van psychische overmacht? Nee, aangezien de commandant een verwijt kan worden gemaakt, want hij had weerstand moeten bieden. Het verweer van de commandant zou dan ook geen kans van slagen hebben.
Er wordt gedoeld op de vraag of er sprake is van een 358 lid 3 verweer. Als eerste moet gekeken worden naar art. 159 Sr. In dit artikel is wederrechtelijkheid een bestanddeel. Het beroep op overmacht noodtoestand is een bewijsverweer, omdat het een bestrijding is van de tenlastelegging en het dus géén 358 lid 3 verweer betreft. Overmacht noodtoestand is een rechtvaardigingsgrond en kan de wederrechtelijkheid aantasten. De rechter hoeft niet te motiveren dat hij het verweer niet heeft aanvaard.
Het beroep op psychische overmacht, wat een schulduitsluitingsgrond is, kan de wederrechtelijkheid niet aantasten. Indien de rechter het verweer niet aanvaardt, zal de rechter het moeten motiveren, aangezien er sprake is van een 358 lid 3 verweer.
Sharon doet in casu een beroep op art. 40 Sr, overmacht. Is er sprake van overmacht noodtoestand? Heeft Sharon de juiste keuze gemaakt gelet op de in casu weergeven belangen? Nee, aangezien er niet is voldaan aan de eis van proportionaliteit, waardoor een beroep op overmacht noodtoestand niet zal slagen. Is er dan eventueel een beroep op psychische overmacht mogelijk? Sharon had weerstand kunnen en moeten bieden, hierdoor zal een beroep op psychische overmacht ook niet op gaan.
Conclusie: Sharon haar verweer heeft geen kans van slagen.
In casu doet Sharon opnieuw een beroep op art. 40 Sr, overmacht. De vraag is of er sprake is van overmacht noodtoestand. Heeft Sharon de juiste keuze gemaakt? In het huidige geval kan worden gezegd dat is voldaan aan de proportionaliteitseis, omdat Sharon heeft doorgereden in plaats van de politieman aangereden te hebben. Maar tevens dient ook aan de eis van subsidiariteit worden voldaan. Dit is discutabel. Sharon had bijvoorbeeld kunnen stoppen toen zij de agent was gepasseerd, zodat een aanrijding ook vermeden had kunnen worden. Daarnaast waren er nog andere mogelijkheden om schade te voorkomen. Sharon heeft niet voldaan aan de eis van subsidiariteit. Dit verweer heeft dus ook geen kans van slagen. Een beroep op psychische overmacht heeft evenmin kans van slagen, omdat niet blijkt dat Sharon geen weerstand kon en hoefde te bieden door de angst. Er kan worden verondersteld dat er sprake is van culpa in causa. Sharon had de situatie kunnen voorkomen door Joost geen alcohol te laten drinken, aangezien Sharon wist dat Joost zich op onverdraaglijke wijze kon gedragen met alcohol op.
In het vonnis hoeft niets opgenomen te worden over de formele vragen, aangezien deze niet tot een uitspraak hebben geleid conform art. 358 lid 1 Sv. Wat betreft de vordering van de OvJ en de tenlastelegging, deze dienen wel altijd in het vonnis te worden opgenomen krachtens art. 359 lid 1 Sv.
De materiële vragen moeten gemotiveerd worden op grond van:
Afwijken van verweren beslissing motivering:
I. Beroep op overmacht noodtoestand: art. 358 lid 3 Sv en art. 359 lid 2, eerste zin Sv.
II. Beroep op psychische overmacht: art. 358 lid 3 Sv en art. 359 lid 2, eerste zin Sv.
Beide beroepen komen aan de orde bij de derde materiële vraag en zijn art. 358 lid 3 Sv verweren, aangezien zowel de wederrechtelijkheid als de schuld van art. 184 lid 1 Sr geen bestanddeel zijn.
Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten:
In de casus zijn er geen uitdrukkelijk onderbouwde standpunten krachtens art. 359 lid 2, tweede zin Sv.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Strafrecht 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2260 |
Add new contribution