Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 2 - Geneeskunde UL (2014-2015)


Patiëntdemonstraties

PD-01: Koorts (09/09/2014)

Casus 1: Een vrouw van 75 jaar oud komt bij de dokter met de volgende klachten: Pijn net onder de ribbenkast tot aan de schouder en koorts. DD: Hartinfarct, pneumonie (veel voorkomende oorzaak van koorts), longembolie.

Anamnese: Ze was kortademigheid en de pijn kwam acuut opzetten. Ze had eerder een hartinfarct doorgemaakt maar dat was hele andere pijn. Ze had verder geen last van hoesten of andere klachten.

Lichamelijk onderzoek: Bij zuchten werd de pijn op haar borst erger. Als je diep zucht gaan de longbladen over elkaar heen, als daar een ontsteking zit wordt dat veel pijnlijker. Ook horen we pleurawrijven (knisperen) bij haar longen. Als je dat hoort wijst het op pleuritis. De oorzaak van de pleuritis is dan nog onbekend.

Crepiteren hoor je als de longblaasjes openknappen. Ze zijn dan dus anders dan normaal dan zit er vocht in de longblaasjes of er zit ontstekingsinfiltraat in de longblaasjes. Het crepiteren hoor je bij het inademen.

Aanvullend onderzoek: Om een longembolie uit te sluiten moet je de D-dimeren prikken. Er werd een te hoge concentratie van het D-dimeer vastgesteld. Het is het afbraakproduct van een trombus. Vervolgens is er een longfoto gemaakt. Aan de linker zijde was duidelijk wat te zien wat er niet hoorde. De bloedgassen waren goed op peil. Dit laatste geeft aan hoe acuut het is. Als de bloedgassen op peil zijn weet je dat het hart nog goed functioneert en dat er genoeg zuurstof wordt opgenomen in de longen.

Als er een te hoge D-dimeer concentratie wordt geprikt mag je nooit meteen concluderen dat het een longembolie is. Er werd nog een CT-scan gemaakt waaruit bleek dat er wat vocht zat aan de linkerkant en dat er misschien wat collaps was van de luchtwegen aangezien het diafragma links hoger ligt dan normaal. Uit de CT-scan werd vastgesteld dat mevrouw een pneumonie had. Een pneumonie is een infectie van het longweefsel.

Symptomen pneumonie: Hoesten, koorts en kortademigheid zijn de 3 belangrijkste en meest voorkomende symptomen van een pneumonie. Andere symptomen zijn pijn op de borst mentale verwardheid, zweterig, hoofdpijn, malaise. Er is altijd een reden voor iemand om een pneumonie te krijgen:

  • Verminderde weerstand (door een eerder doorgemaakte infectie)

  • Blootstelling aan een micro-organisme uit een ander land. Je bent dan vaak machteloos en een behandeling is niet mogelijk.

  • Een overweldigende belasting van je longweefsel bijvoorbeeld door verslikken in maagzuur. Ook mensen die zich vaak verslikken hebben meer kans op pneumonie.

Onderzoek van de longen gaat in de volgende volgorde: inspectie, percussie, auscultatie, palpatie. Met percussie kan je 5 tot 7 cm diep horen. Een gedempte toon geeft aan dat er vocht in de longen zit. Geïnfecteerd pleuravocht noemen we empyeem. Waar je het meest aan hebt bij onderzoek van je longen is luisteren met een stethoscoop.

Het is moeilijk om te bepalen of je de patiënt in het ziekenhuis wil houden of dat je de patiënt een kuur voor thuis geeft. Voordat je deze beslissing kan maken moet je een goede anamnese uitvoeren en lichamelijk onderzoek doen.

Er is een score ontwikkeld over of je de patiënt moet opnemen of niet. Je krijgt een punt voor een aantal dingen en dat wordt uitgezet in het risico van mortaliteit. Scores zijn handig maar het ligt uiteindelijk aan het hele verhaal van de patiënt en aan de dokter of de patiënt ook daadwerkelijk wordt opgenomen of juist niet. Score:

  • Verwarring: weet iemand waar diegene op dat moment is etc.

  • Ureum: zijn de organen goed doorbloed?

  • Ademfrequentie: hoe is de ademhaling?

  • Bloeddruk: hoe afwijkend is de bloeddruk?

  • Leeftijd: Als iemand boven de 65 jaar koorts heeft is het eigenlijn altijd een reden om diegene op te nemen.

Op iedere factor kan de patiënt 1 punt geven. Als de patiënt 2 of meer punten heeft is het een reden om hem of haar op te nemen.

Casus 2

Vrouw van 33 jaar komt bij de arts met flinke koorts en koude rillingen. Donderdag was ze al niet zo lekker en vervolgens had ze in de nacht van vrijdag op zaterdag hele hoge koorts gekregen.

Op haar 12e is er diabetes vastgesteld. Ze is daar een aantal jaren niet goed mee omgegaan en leeft nu met de gevolgen van een ongecontroleerde suikerziekte. Ze heeft nog maar 12% zicht en ze heeft 1,5 jaar geleden een gecombineerde nier-pancreas transplantatie gehad. Ze slikt nu nog flink wat medicijnen om haar immuunsysteem te onderdrukken. Ook het gevoel in haar voeten is volledig weg.

Bij lichamelijk onderzoek wordt er een geïnfecteerd wondje op haar voet gevonden. Dit kan erg gevaarlijk zijn bij mensen die een verlaagd immuunsysteem hebben. Het eerst waar je aan moet denken is een bacteriemie. Bij een bacteriemie zit er een bacterie in het bloed die hevige koorts kan veroorzaken. Verder kun je bij koorts nog denken aan: pneumonie, buikvliesontsteking, blaasontsteking en een huidinfectie. Via je urinewegen, luchtwegen en je huid kunnen het makkelijkst micro-organisme binnendringen. Het is dan ook belangrijk om deze tracti goed uit te vragen.

Bij aanvullend onderzoek werd in haar bloed een verhoogde concentratie leukocyten gevonden. Op de röntgenfoto die werd gemaakt was een waarschijnlijke osteomyelitis te zien. Osteomyelitis is een ontstoken botje. In ze ontsteking zijn hoogst waarschijnlijk grampositieve en gramnegatieve bacteriën aanwezig. Hierdoor zal ze flink wat medicatie moeten slikken. De diagnose is nog steeds niet zeker.

PD-02: Urineweginfectie en Icterus (07/10/2014)

Casus 1: Mevrouw is 50 jaar oud. Een paar weken geleden kreeg zij pijn bij het plassen. Het was een branderig gevoel. Mevrouw heeft al vaker pijn bij het plassen gehad. De klachten dit keer zijn hetzelfde als de voorgaande keren. De klachten zijn: een branderig gevoel bij het plassen, vaker naar het toilet moeten, de urine ruikt erg (stinkt) en een lage lichaamstemperatuur (dit keer ongeveer 35 graden Celsius). In het verleden heeft mevrouw een niertransplantatie gehad. Doordat zij deze transplantatie heeft gehad, gebruikt zijn medicatie die het immuunsysteem onderdrukken. Hierdoor is mevrouw gevoeliger voor het krijgen van een ontsteking of een infectie.

Bij de differentiaaldiagnose van mevrouw staan nierbekkenontsteking en een UWI bovenaan. Vervolgens wordt er bij lichamelijk onderzoek een urinekweek uitgevoerd bij mevrouw. Hierdoor kan er op een snelle manier gekeken worden of er sprake is van een urineweginfectie. Deze kweek wordt uitgevoerd door middel van een urinedipstick. Hiermee kunnen bacteriën aangetoond worden, daarnaast kan het leukocyten-gehalte bepaald worden. Bij een infectie stijgt het leukocyten-aantal. Bij de kweek van mevrouw is er E. coli aangetoond. Hierdoor werd de diagnose urineweginfectie gesteld. Vervolgens kreeg zij antibiotica en na een paar weken waren de klachten verdwenen.

Wanneer er een bacterie in de bloedbaan bevindt is er sprake van een sepsis. Bij een sepsis krijgt de patiënt vaak koude rillingen, daalt de bloeddruk, krijgt de patiënt een snellere pols (ter compensatie van een gedaalde bloeddruk), ziet de patiënt bleek en daalt het bewustzijn. De meest voorkomende klachten bij een urineweginfectie (blaasontsteking) zijn:

  • Pijn bij het plassen

  • Een branderig gevoel bij het plassen

  • Vaker moeten plassen

  • Kleine hoeveelheden plassen

  • Stinkende urine

  • Pijn in de onderbuik (stekend)

  • Niet lekker voelen

  • Vermoeidheid

Vrouwen hebben vaker last van een urineweginfectie. Dit komt doordat bacteriën makkelijker de blaas bereiken bij een vrouw dan bij een man. Wanneer een man een urineweginfectie heeft, moet er gekeken worden naar mogelijke anatomische afwijkingen. Bij kinderen moet men extra alert zijn. Wanneer een kind een urineweginfectie heeft moet er een echo gemaakt worden om anatomische afwijkingen uit te sluiten. De meeste urineweginfecties ontstaan door de E. coli bacterie; namelijk in 68% van de gevallen.

Casus 2

Meneer is 54 jaar oud en ligt sinds 2 weken in het LUMC. De reden voor zijn opname was: extreme vermoeidheid, gele ogen, koorts en koude rillingen. Meneer had geen pijn. Verder had meneer bleke (beetje gelig/wit) en plakkerige ontlasting. Deze klachten passen bij een probleem in de lever en/of de galwegen. Ongeveer 2,5 jaar geleden had meneer dezelfde klachten. Ook toen werd hij opgenomen in het ziekenhuis. 25 jaar geleden, toen meneer 29 jaar oud was, kreeg hij darmklachten. Hij had last van diarree en bloed bij de ontlasting. Hij besloot naar de huisarts te gaan. Deze huisarts stuurde hem gelijk door naar het ziekenhuis. Daar werd de diagnose de ziekte van Crohn gesteld.

Een andere benaming voor de ziekte van Crohn is Colitis ulcerosa. Er werd vervolgens een echo gemaakt, hierop waren ernstige vernauwingen van de galwegen te zien. Dit leidde ertoe dat er een levertransplantatie bij meneer uitgevoerd moest worden.

Bij geelzucht is er een verhoogd aantal bilirubine in het bloed aanwezig. Bilirubine is een afbraakproduct van rode bloedcellen. Bilirubine wordt in de lever geconjugeerd. Dit betekend dat bilirubine wateroplosbaar gemaakt wordt. Bilirubine verlaat het lichaam door gal. Bij geelzucht is er een verhoogd aantal bilirubine in het lichaam aanwezig. De differentiaaldiagnose bij geelzucht is:

  • Hepatocyten (hepatitis)

  • Galstenen in galwegen

  • Hepatitis

  • Verhoogde afbraak van rode bloedcellen.

Wanneer er verwacht wordt dat de oorzaak van geelzucht in de lever ligt, worden er de volgende vragen gesteld:

  1. Bent u pas geleden in het buitenland geweest?

  2. Heeft u een bloedtransfusie gehad?

  3. Bent u in contact gekomen met bloed?

  4. Bent u in contact gekomen met naalden/prikincidenten?

  5. Drinkt u regelmatig alcohol?

Wanneer er op 1 van deze 5 vragen 'ja' is beantwoordt is de diagnose hepatitis (ontsteking van de lever) zeer waarschijnlijk.

Bij een verstopping van de galwegen heeft de patiënt erg veel pijn. Een verstopping van de galwegen ontstaan vooral door galstenen (slechts in enkele gevallen zijn de oorzaken kleine tumoren die in de galwegen zijn gelokaliseerd). Wanneer er een verstopping is van de galwegen heeft de patiënt vooral last van koliekpijn; bij beweging neemt de pijn toe. Wanneer de galwegen verstopt zijn is het geconjugeerd bilirubine in het bloed verhoogd. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van een echo. Een MRI wordt bijna nooit gebruikt voor het stellen van de diagnose.

De therapie bestaat uit het verwijderen van de galstenen. In sommige situaties wordt er besloten om de galblaas in zijn geheel te verwijderen. Dit kan doormiddel van een gewone buikoperatie of een kijkoperatie.

PD-03: Anemie (14/10/2014)

Een vrouw van 84 jaar wordt door haar zoon naar de SEH gebracht. De reden dat haar zoon het ziekenhuis belde is het gedaald bewustzijn van mevrouw, verkleurde huid (bleek) en een vermoeide indruk (mevrouw lag alleen op de bank). Mevrouw heeft al ongeveer 10 dagen last van deze klachten. Wanneer mevrouw van de bank wil opstaan, heeft zij startproblemen en wilt zij processen uitvoeren die steeds minder goed verlopen. Vervolgens gaat mevrouw weer naar de bank, omdat zij uitgeput is. De eetlust van mevrouw is goed. Mevrouw had de laatste week last van lage rugpijn en is erg moe, tijdens het lopen heeft mevrouw geen pijn, maar wanneer zij lang stil staat wel. Mevrouw is niet gevallen. Mevrouw gebruikt medicatie (slikt bloedverdunners, volgens een schema van de trombosedienst), heeft hartproblemen (bypass chirurgie) en is vorig jaar geopereerd aan haar heup.

Mevrouw heeft last van een anemie. Bij anemie is er sprake van een te laag Hb-gehalte, waardoor er minder zuurstof kan binden aan de rode bloedcellen. Anemie kan ontstaan zijn door medicatie, bloedverlies (een oppervlakte wond of een interne bloeding), overmatig alcoholgebruik (waardoor en levercirrose kan ontstaan), een verhoogde afbraak van Hb (hemolyse) of te weinig aanmaak van Hb. Mevrouw heeft geen oppervlakte wond gehad. De meest voorkomende situatie waarbij een anemie optreedt onder vrouwen is de menstruatie.

De meest voorkomende situatie bij anemie onder ouderen is ontstaan door een maagzweer (veroorzaakt door NSAIDS. Bij een bloeding in de maag ontstaat er zwarte ontlasting, melena. Melena heeft een sterke geur. Melena krijgt de zwarte kleur door hematine.) of een darmulcus. Mevrouw heeft naast de antistollingsmiddelen paracetamol gebruikt, maar geen NSAIDS. De ontlasting van mevrouw was zwart gekleurd. De ontlasting van mevrouw kwam moeilijk opgang, mevrouw was al een week niet naar de wc geweest. Mevrouw werd iets meer misselijk, maar heeft thuis niet overgegeven. In het ziekenhuis heeft zij een klein beetje overgegeven, het braaksel zag er gewoon uit.

Bij lichamelijk onderzoek wordt er gekeken naar de handpalmen (bleke huid), nagels en in de ogen. Palpatie van de buik geeft geen abnormaliteiten. Hb wordt geprikt, er is sprake van een lage Hb (anemie) wanneer er een waarde onder de 7,5 is. Mevrouw had een Hb-gehalte van 3.3. Als eerst wordt er een gastroscopie uitgevoerd, hiermee wordt er gekeken waar de bloeding is gelokaliseerd. Mevrouw was slecht geïnformeerd over de gastroscopie. Tijdens de gastroscopie was mevrouw verdoofd, echter geeft zij aan wel last hebben gehad van dit onderzoek. Tijdens deze gastroscopie zijn er geen bloedingen gevonden, vervolgens wordt er een endoscopie uitgevoerd, hier heeft mevrouw geen last van gehad. Uit de endoscopie kwam er opnieuw geen resultaat. Acuut bloedverlies is de meest voorkomende klacht bij de SEH.

Hemoglobine (Hb) is een eiwit waarmee rode bloedcellen zuurstof kunnen binden en transporteren. De normaalwaarden voor mannen zijn: een Hb gehalte tussen de 8,5 – 11. Bij vrouwen zijn de normaalwaarden tussen 7,5 – 10.

De MCV is het gemiddelde celvolume van een rode bloedcel. Bij anemie kan er sprake zijn van een reductie van:

  1. Aantal rode bloedcellen

  2. Hoeveelheid hb

  3. De massa van de rode bloedcellen

De aspecifieke symptomen die ontstaan bij een anemie zijn:

  • Vermoeidheid

  • Kortademigheid (met name bij inspanning)

  • Hartkloppingen tijdens lichamelijke inspanning

  • Duizeligheid

  • Bleekheid van de huid

Specifieke symptomen ontstaan alleen bij een bepaald soort van anemie. Allereerst wordt er een bloed-uitstrijk gemaakt, hierbij wordt er gekeken naar reticulocyten. Reticulocyten zijn jonge rode bloedcellen. Wanneer er veel reticulocyten aanwezig zijn, weet men dat het beenmerg goed werkt, maar dat er ergens een bloeding is waardoor er compensatie van rode bloedcellen is.

Anemie kan ook ontstaan zijn door ijzergebrek, een tekort aan foliumzuur of een vitamine B12 tekort. Een vitamine B12 tekort ontstaat door een onvoldoende toediening van voedingsmiddelen (zeldzaam) of door verminderde absorptie (door bijvoorbeeld auto-immuun ziekten). Een tekort aan foliumzuur ontstaat door een alcoholverslaving of door onvoldoende orale inname.

Bij een hemolytische anemie is er een verhoogde afbraak van rode bloedcellen. Bij de afbraak van rode bloedcellen ontstaat er bilirubine, deze stof zorgt voor een gele kleur. Bij een hemolytische anemie hebben de patiënten last van geelzucht. De meest voorkomende vorm van hemolytische anemie is een auto-immuun ziekte, waarbij er autolichamen gevormd worden tegen rode bloedcellen.

PD-04: Reumatoïde Artritis (18/11/2014)

Een patiënt met pijn in de pols komt bijna dagelijks voor in een huisartsenpraktijk. De meest voorkomende diagnoses bij pijn op de pols zijn:

  • Verkeerde werkhouding

  • Gevallen/trauma

  • Reuma

  • Ziekte van Quervain

  • Carpaal tunnel syndroom

  • Jicht

  • Infectie

  • Bottumor (erg zeldzaam)

Bij reuma is er veel synovium (gewrichtsvloeistof) aanwezig. Dit synovium neemt toe in aantal, en groeit vervolgens het gewricht in (pannus). Hierdoor kunnen er makkelijk infecties ontstaan. De cellen die het meest aanwezig zijn in het pannus zijn lymfocyten en macrofagen.

Kenmerkend voor reuma zijn de gebogen vingers. Vingers staan naar de ulnaire kant toe (gebogen naar de pink). Ongeveer 1% van de Nederlandse bevolking heeft de diagnose reuma. De diagnose wordt vooral gesteld in de leeftijdscategorie 30-50 jaar. 75% van de patiënten waarbij reuma is vastgesteld is vrouw. Wanneer er in de familie reuma voorkomt, is de kans groter dat je reuma krijgt. Welke genen een rol spelen is (nog) niet bekend.

Reuma is een systeem ziekte. Bij reuma zijn er te veel pro-inflammatoire cytokines aanwezig. Vooral TNF-alfa is verhoogd. Wanneer reuma vroeg gediagnosticeerd wordt en behandeld wordt is de kans op het krijgen van schade ten gevolgen van reuma verlaagd. Wanneer reuma onbehandeld blijft kan er ernstige schade ontstaan in gewrichten en het hart. Medicatie die voorgeschreven wordt bij reuma heten DMARDS. De meest gebruikte DMARD is methotrexaat.

 

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Lijn Beroepsvorming (LBV) - Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 3 - Geneeskunde UL (2014-2015)

Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 3 - Geneeskunde UL (2014-2015)

Bevat notes bij de colleges, werkcolleges en patientdemonstraties, gebaseerd op 2014-2015


HC 1 – Inleidend hoorcollege LBV jaar 3

Casus 1
Vrouw van 38 jaar is nooit ziek geweest, ze is erg moe en tijdens het werk in het huishouden heeft ze soms last van duizelingen en hartkloppingen. Haar man vindt dat ze er bleekjes uit is gaan zien en hij moet haar steeds meer helpen in het huishouden. Verder zijn er geen bijzonderheden in de ontlasting en er zijn geen maagklachten, buikpijn of krampen in de buik. Verschillende oorzaken voor moeheid zijn: overbelasting, anemie, hypothyreoïdie, slaapproblemen, tumor, psychische klachten, infecties enzovoorts. Moeheid kan voorkomen bij oneindig veel ziekten. De voorgeschiedenis roept geen vragen op, maar ze heeft thuis wel drie kinderen en doet het huishouden. Anemie geeft over het algemeen pas moeheid als het Hb lager is dan 6.5.

De zeven dimensies bij moeheid zijn natuurlijk iets anders dan pijn. De lokalisatie is niet echt aan de orde, behalve als je vraagt of iemand meer moe is in het hoofd of in het lichaam. De kwaliteit kan wel uitgevraagd worden, lusteloosheid duidt eerder op een psychische oorzaak zoals een depressie, terwijl een verminderde uithouding de kans op een somatische oorzaak vergroot. Bij de kwantiteit vraag je in hoeverre de patiënt belemmerd wordt in zijn dagelijkse bezigheden door de aanwezigheid van de vermoeidheid. Beloop: wanneer men in de ochtend al moe is duidt dit eerder op een psychische oorzaak, wanneer deze pas later op de dag ontstaat is er meer kans op een somatische oorzaak. In de context wordt er gevraagd naar de context en bezigheden voor het begin van de moeheid. Bij factoren van invloed vraag men naar medicatie, intoxicaties en de invloed van rust. Als laatste vraagt men naar begeleidende verschijnselen. Omdat moeheid op zoveel verschillende ziekten kan duiden is de lijst met de verschijnselen ontzettend lang en moet je de patiënt hierop voorbereiden.

Casus 2
Een jonge man van 24, zesdejaars geneeskunde student, heeft last van moeheid. Afgelopen maanden waren erg leuk, is verliefd geworden op een medestudente. Nu heeft hij echter al enkele weken geen fut meer en is bij het opstaan al moe. Zijn medestudente komt iedere dag kijken hoe het met hem is en kookt dan ook voor hem. Hij heeft helaas bijna geen eetlust. Moeheid bij opstaan duidt eerder op.....read more

Access: 
Public
Samenvatting verplichte artikelen bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Geneeskunde UL

Samenvatting verplichte artikelen bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Geneeskunde UL

Deze samenvatting is gebaseerd op voorgaande studiejaren.


Pendleton Rules

De regels van Pendleton geven een richtlijn om feedback te geven over een presentatie of een video. Er zijn vijf stappen:

  • Vraag om uitleg bij onduidelijke punten

  • Vraag de spreker wat hij/zij vond dat goed ging

  • Bespreek met de groep wat goed ging, voeg hier je eigen bevindingen aan toe

  • Vraag de spreker wat hij/zij vond dat minder goed ging en wat er volgende keer beter/anders kan.

  • Bespreek met de groep wat minder goed ging en geef tips.

De regels van Pendleton zijn goed omdat de spreker zelf ook kan evalueren en over de eigen goede punten kan nadenken. Een minder goed punt is dat je vier aparte conversaties hebt en dus telkens de conversatie moet afbreken. Daarbij komt de feedback pas als allerlaatste, waardoor mensen vaak alweer veel vergeten zijn.

Culturele interviews

('Bijlage cultureel interviewen in de huisartsenpraktiek' in LBV blokboek)

De culturele vragenlijst
De exploratiefase van de anamnese is bedoeld om een helder beeld te krijgen van de klacht van de patiënt. Hierbij hoort ook het culturele interview. De opvattingen van patiënt en de naasten worden hierin uitgevraagd. Het is een aanvulling op de SCEGS. Cultuur is een abstract begrip wat patiënten zelf invullen, dus stel vooral open vragen. Er is een culturele vragenlijst opgesteld door de GGZ. Deze inventariseert:

  • De culturele identiteit van de patiënt

  • De opvattingen en verklaringen van de patiënt over de klachtenpatroon

  • De sociale context en het functioneren van de patiënt

  • Aspecten die van belang kunnen zijn bij de behandelrelatie

De vragenlijst begint met een verkenning over identiteit, omgeving en (psychosociaal) functioneren. Deze vragen zijn niet klachtgericht en worden meestal alleen bij het eerste contact met de patiënt gevraagd. Het tweede deel van de vragenlijst heeft betrekking tot de klacht. Belangrijk bij beide is dat de arts actief luistert, doorvraagt en ordenende, motiverende en verhelderende gesprekstechnieken toepast. Hierbij moet de arts niet oordelen en zorgen dat de patiënt zich begrepen voelt. Probeer in te schatten hoe de vraag gesteld moet worden. Bij sommige patiënten is de vraag 'bent u gelovig?' bijvoorbeeld beledigend omdat het geloof onlosmakelijk verbonden is aan het leven. Dan is een vraag als 'voor veel van mijn patiënten is het geloof erg belangrijk, is dat voor u ook zo?' beter. Vraag de patiënt om antwoorden toe te lichten.

De niet-klachtgebonden vragen
Deze vragen zijn niet alleen relevant bij allochtone patiënten, maar ook autochtone patiënten die uit een bepaalde streek komen of buitenlandse ouders.....read more

Access: 
Public
Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 1 - Geneeskunde UL

Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 1 - Geneeskunde UL

Bevat 10 patientdemonstraties, gebaseerd op voorgaande studiejaren.


PD 1 – Een patiënt met acute buik

Casus 1: meisje, 12 jaar, buikpijn

Een meisje van 12 jaar met een blanco voorgeschiedenis heeft sinds de ochtend buikpijn. Deze buikpijn is in de loop van de dag toegenomen: het is progressief. De pijn zit voornamelijk in de rechter onderbuik. Verder heeft ze in de loop van de dag koorts gekregen en ze voelt zich niet lekker.

Bij een acute buik is de differentiaal diagnose afhankelijk van de lokalisatie van de pijn. Bij deze patiënte was er acute pijn in de rechter onderbuik. Hierbij past de volgende differentiaal diagnose: gastro-enteritis, appendicitis, opstijgende urineweginfectie of beginnende pijnlijke menstruatie. De eerste twee diagnoses passen bij de tractus digestivus en de laatste twee bij de tractus urogenitalis.

Hierna wordt gekeken of er andere zieken zijn in de familie en of er een medische voorgeschiedenis is. Ook wordt de klacht verder uitgevraagd. Het blijkt dat de pijn hoog in de buik is begonnen, waarna de pijn naar rechtsonder is gezakt. De pijn is continu en het is een zeurende pijn. Verder heeft de patiënte geen eetlust. Ze heeft geen last van braken, misselijkheid, pijnlijke mictie en diarree.

Door deze extra informatie wordt de diagnose appendicitis waarschijnlijker. Bij gastro-enteritis zou er sprake moeten zijn van diarree, maar deze diagnose wordt niet uitgesloten. Hetzelfde geldt voor een UWI, want daarbij is normaal gesproken een pijnlijke mictie.

Bij lichamelijk onderzoek wordt er gelet op meerdere dingen. Als er een vermoeden zou zijn op een peritonitis, dan zou er geen peristaltiek waar te nemen zijn bij auscultatie. Verder geeft pijnlijke percussie ook kans op een peritonitis.

Door de verdenking op een appendicitis wordt de patiënte doorverwezen naar de chirurg. Bij het lab blijkt dat de CRP verhoogd is. Dit duidt op een ontstekingsproces. Uit de echo blijkt dat er een ontstoken appendix is. De appendix is normaal gesproken niet goed te zien bij een echo, maar als de appendix wel goed te zien is, dan duidt dit op een verdikking en dus op een ontsteking. De verdikking kan ook een andere oorzaak hebben.

De behandeling bij een appendicitis is een operatie: een appendectomie. Hierbij wordt de appendix verwijderd. Tijdens deze operatie wordt de diagnose bevestigd. Als de appendix geperforeerd is, dan zijn er zeer ernstige complicaties. Er kan.....read more

Access: 
Public
Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 2 - Geneeskunde UL (2014-2015)

Study Notes bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 2 - Geneeskunde UL (2014-2015)


Patiëntdemonstraties

PD-01: Koorts (09/09/2014)

Casus 1: Een vrouw van 75 jaar oud komt bij de dokter met de volgende klachten: Pijn net onder de ribbenkast tot aan de schouder en koorts. DD: Hartinfarct, pneumonie (veel voorkomende oorzaak van koorts), longembolie.

Anamnese: Ze was kortademigheid en de pijn kwam acuut opzetten. Ze had eerder een hartinfarct doorgemaakt maar dat was hele andere pijn. Ze had verder geen last van hoesten of andere klachten.

Lichamelijk onderzoek: Bij zuchten werd de pijn op haar borst erger. Als je diep zucht gaan de longbladen over elkaar heen, als daar een ontsteking zit wordt dat veel pijnlijker. Ook horen we pleurawrijven (knisperen) bij haar longen. Als je dat hoort wijst het op pleuritis. De oorzaak van de pleuritis is dan nog onbekend.

Crepiteren hoor je als de longblaasjes openknappen. Ze zijn dan dus anders dan normaal dan zit er vocht in de longblaasjes of er zit ontstekingsinfiltraat in de longblaasjes. Het crepiteren hoor je bij het inademen.

Aanvullend onderzoek: Om een longembolie uit te sluiten moet je de D-dimeren prikken. Er werd een te hoge concentratie van het D-dimeer vastgesteld. Het is het afbraakproduct van een trombus. Vervolgens is er een longfoto gemaakt. Aan de linker zijde was duidelijk wat te zien wat er niet hoorde. De bloedgassen waren goed op peil. Dit laatste geeft aan hoe acuut het is. Als de bloedgassen op peil zijn weet je dat het hart nog goed functioneert en dat er genoeg zuurstof wordt opgenomen in de longen.

Als er een te hoge D-dimeer concentratie wordt geprikt mag je nooit meteen concluderen dat het een longembolie is. Er werd nog een CT-scan gemaakt waaruit bleek dat er wat vocht zat aan de linkerkant en dat er misschien wat collaps was van de luchtwegen aangezien het diafragma links hoger ligt dan normaal. Uit de CT-scan werd vastgesteld dat mevrouw een pneumonie had. Een pneumonie is een infectie van het longweefsel.

Symptomen pneumonie: Hoesten, koorts en kortademigheid zijn de 3 belangrijkste en meest voorkomende symptomen van een pneumonie. Andere symptomen zijn pijn op de borst mentale verwardheid, zweterig, hoofdpijn, malaise. Er is altijd een reden voor iemand om een pneumonie te krijgen:

  • Verminderde weerstand (door een eerder doorgemaakte infectie)

  • Blootstelling aan een micro-organisme uit een ander land. Je bent dan vaak machteloos en een behandeling is niet mogelijk.

  • Een overweldigende belasting van je longweefsel bijvoorbeeld door verslikken in maagzuur. Ook mensen die zich vaak verslikken hebben meer kans op pneumonie.

Onderzoek van de longen gaat in de volgende volgorde: inspectie, percussie, auscultatie, palpatie. Met percussie.....read more

Access: 
Public
Samenvatting literatuur bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 1 - Geneeskunde UL (2013-2014)

Samenvatting literatuur bij Lijn Beroepsvorming (LBV) - Jaar 1 - Geneeskunde UL (2013-2014)

Let op, deze samenvatting is van het collegejaar 2013/2014.


[toc:menu]

Samenvatting van de verplichte stof

Het geneeskundig proces, hoofdstuk 1: Een klacht

Een klacht is een ongewone en meestal onaangename sensatie, zoals pijn, kortademigheid, verdriet, ontevredenheid, bewegingsbeperking, etc.

Klagen

Klagen is het communiceren van de klachten. Dit gebeurt veelal verbaal. Sommige mensen kunnen zich alleen non-verbaal uiten: hele jonge kinderen, geestelijk gehandicapten, dementerende bejaarden, etc. In de communicatie van klachten worden twee aspecten onderscheiden; het inhouds- en betrekkingsaspect. Het inhoudsaspect heeft betrekking op wat de klager zegt. Iemand die keelpijn zegt te hebben, geeft hiermee aan dat er onaangename sensaties worden waargenomen in het keelgebied. Het betrekkingsaspect heeft te maken met de bedoeling die de patiënt heeft met het communiceren van de klachten. Het betrekkingsaspect is vaak verborgen, omdat het niet alleen uit de verbale uitingen gedestilleerd kan worden: houding, gelaatsuitdrukking zijn vaak een belangrijk onderdeel hiervan. De arts dient ervan bewust te zijn dat het uiten van een klacht vaak meer inhoudt dan het letterlijke aspect.

Ziek-zijn

Het begrip gezondheid volgens de definitie van de WHO is: een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn. Daardoor wordt iedereen die klachten heeft ongezond verklaard, zonder dat er per se sprake is van ziek-zijn. Gezondheid zou volgens deze definitie een zeldzame toestand zijn. Echter, iemand die klachten.....read more

Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Geneeskunde Bachelor 3 aan de Universiteit Leiden

Samenvattingen en studiehulp voor Geneeskunde Bachelor 3 aan de Universiteit Leiden

Bevat collegeaantekeningen, oefenmateriaal e.d. bij de blokken van zowel het nieuwe als ook het oude Geneeskunde curriculum van de Universiteit Leiden. 

Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Geneeskunde aan de Universiteit Leiden
Follow the author: Medicine Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
WorldSupporter and development goals:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1849