Complexe systemen: de autonome zenuwstelsel en anderen
Voor de behandeling van hypertensie kunnen alpha-blokkers worden gegeven. Doxazosine en prazosine zijn α1-adrenerge receptor antagonisten, wat betekend dat ze de postsynaptische α1-receptoren van gladde spieren in arteriën en venen blokkeren. Dit geeft een vasodilatie en dus een verlaging van de perifere weerstand en veneuze capaciteit. Α1-receptor antagonisten hebben een voordelig effect op bloed lipide levels, doordat ze het LDL cholesterol verlagen en HDL verhogen. Een belangrijk nadeel van α1-receptor blokkers is het eerste dosis fenomeen: 90 minuten na het begin van de behandeling kunnen er hypotensive klachten komen als duizeligheid, hartkloppingen, hoofdpijn en vermoeidheid.
Ketanserine en urapidil zijn ook α1-adrenerge receptor blokkers, maar met een α1-lytisch effect. Ketanserine heeft mogelijk ook een werking op serotonerge receptoren en op het centrale zenuwstelsel. Urapidil is een selectieve α1-blokker en heeft daarnaast een centrale werking via 5HT-1A receptoren. Bijwerkingen van deze twee medicijnen zijn: hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Bij bradycardie, arrhythmia’s en hypokaliëmie mogen ketanserine en urapidil niet worden gegeven. Dit is omdat ze een interactie hebben met anti-arrhythmica en een extra risico op hypokaliëmie met zich mee brengen.
ß-receptor blokkers zorgen er voor dat de postsynaptische cellen van het sympatische zenuwstelsel minder gevoelig zijn voor stimulatie. ß1-receptors zitten voornamelijk in het myocard, ß2 zitten ook in de tractus respiratorius en in enkele bloedvaten. Algehele stimulatie van ß-receptors geeft tachycardie, een verhoogd hartminuutvolume, verhoogde contractiliteit en een kortere refractietijd. Specifieke ß2-receptor stimulatie geeft dilatatie van bronchiolen, vasodilatatie en tachycardie. Daarnaast zorgt dit voor stimulatie van glycogenolyse en lipolyse. ß-blokkers hebben uiteraard exact het tegenovergestelde effect en zorgen voor minder zuurstofverbruik van myocyten.
Non-selectieve ß-blokkers als propranolol en sotalol blokkeren zowel de ß1- als de ß2-receptoren en hebben dan ook een effect op zowel het vasculaire systeem als het hart, het respiratoire systeem en de glucose-spiegels. Atenolol is een selectieve ß1-blokker. ß-blokkers kunnen dyspnoe en asthmatische aanvallen veroorzaken. Daarnaast kunnen bijwerkingen als vermoeidheid, slapeloosheid en duizeligheid voorkomen. Lipofiele ß-blokkers kunnen door de bloedhersen-barrière en veroorzaken depressie, angst en nachtmerries.
Activatie van de α2-adrenerge receptors zorgt voor perifere sympathische activiteit en dus voor een verlaagde bloeddruk en hartfrequentie.
Methyldopa is een prodrug die wordt omgezet in een actieve metaboliet genaamd
α-methylnorepinephrine. Deze metaboliet wordt gesecreteerd uit neurosecretoire blaasjes in adrenerge neuronen van het brein om neuronale output vanuit de hersenstam te inhiberen. Het is een mimetica van de autoinhibitoire actieve van norepinephrine. Methyldopa werkt mogelijk ook als α2-receptor agonist om vasoconstrictie signalen naar het perifere sympatische zenuwstelsel te verminderen. Het vermindert de vasculaire weerstand, zonder effect op de cardiale output. Bijwerkingen zijn een droge mond, vertraagde reacties en verminderde concentratie.
Ook clonidine, guanfacine en moxonidine stimuleren de α2-receptoren in het brein. Zo zorgen ze voor een verlaagde sympatische output, een verlaagde cardiale output en een verlaagde perifere weerstand. Bijwerkingen zijn droge slijmweefsels en bradycardie.
Cholinerge stimulatie van ß-adrenerge inhibitie leidt tot contractie van de gladde spiercellen in bronchiolen. Hierdoor vindt bronchoconstrictie plaats en vermindert de mogelijkheid tot gasuitwisseling. Stimulatie van de ß2-receptors zorgt juist voor relaxatie van de gladde spieren, zodat bronchodilatatie plaatsvindt. Deze medicatie wordt het liefst via inhalatie gegeven.
Endogene norepinephrine stimuleert α1-, α2-, ß1- en ß2-receptoren. Voor medicatie wordt geprobeerd slechts één van de vier receptortypes te stimuleren, maar dit is voor alsnog niet volledig mogelijk.
Vagale stimulatie van de M2-receptors in de tractus respiratorius zorgt voor constrictie van de luchtwegen. Blocking hiervan geeft dus juist een dilatatie. Er zijn drie types M-receptoren:
M1 = postganglion en in het centrale zenuwstelsel
M2 = postsynaptisch in myocard en de hartknopen
M3 = postsynaptisch in gladde spieren, vasculair endotheel en secretoire klieren
M4 = gelijk aan M2
M5 = gelijk aan M1
De neurotransmitter acetylcholine werkt op de M-receptoren en op N-receptoren. Alle andere agonisten en antagonisten zullen zich verdelen tussen de twee receptoren. De anticholinerge medicatie zal alleen werken op de M-receptoren. Ipratropium en tiotropium zijn parasympatholytica die worden gegeven via inhalatie. Ipratropium werkt zowel op M1-, M2- als M3-receptoren en is kort werkzaam (6 uur). Triotropium is lang werkzaam en is enigszins selectief voor M3-receptoren, omdat het hier langer aan bindt. Bijwerkingen zijn tachycardia, verhoogde contractiliteit, verminderd zicht, een droge mond, verminderde zweetproductie, constipatie en verwarring.
Mucus wordt voornamelijk geproduceerd door de submucosale klieren van kraakbenige luchtwegen. Daarnaast wordt het ook geproduceerd door sommige slijmbekercellen in het epitheel van luchtwegen. Deze klieren worden enkel door de n. vagus gestimuleerd. Hypersecretie wordt veroorzaakt door chronische irritatie, infectie of kiemvrije ontstekingen (asthma). Anticholinergica verminderen de mucus secretie.
Door stimulatie van het sympathische systeem stimuleert het brein de medulla van de bijnieren. Deze maken onmiddelijk adrenaline en noradrenaline aan, die beiden werken op adrenerge receptoren in het lichaam. Adrenaline zorgt er voor dat er meer glucose en vetzuren zijn voor energie en verhoogd de hartslag en contractiliteit.
Feochromosytoom is een primaire tumor van de medulla van de bijnier. Deze tumor produceert grote hoeveelheden adrenaline en noradrenaline. Een patiënt met een feochromosytoom heeft tachycardie, veel zweetproductie, hypertensie, hoofdpijn en is bleek. Behandeling bestaat uit het geven van zowel α- als ß-blokkers en uiteindelijk operatieve adrenalectomie.
Stimulatie van de amygdala via sensorische input leidt tot stimulatie van het angstnetwerk. De amygdala stimueert de locus coeruleus (verhoogd noradrenaline), de hypothalamus (activatie van de HPA-as) en de grijze stof (gedragsverandering). Serotonine oefent via de nuclei Raphi ook invloed uit bij angst.
Thema: ADR bijwerkingen
Medicijnen kunnen verschillende bijwerkingen hebben. Ouderen zijn meer gevoelig voor ADR’s dan jonge mensen. Dit is met name van toepassing bij medicatie die werkt op het centrale zenuwstelsel.
Hieronder de meest voorkomende bijwerkingen:
Medicijn Bijwerkingen
Benzodiazepines sedatie (bewustzijn verlaagd), confusie, ataxia
NSAIDS water vasthouden, ulcer in GI
Opiaten sedatie, confusie, obstipatie
Antiarrhytmica confusie, water vasthouden
Antipsychotica sedatie, confusie, stijfheid
Diuretica dehydratatie, natrium verlaagd, glucosetolerantie
Oudere mensen hebben een verhoogde kans om te vallen. Een belangrijke oorzaak hiervan is orthostatische hypotensie. Verschillende medicatie kunnen die direct of indirect veroorzaken: diuretica, nitraten, ACE-inhibitors en ß-blokkers. Ook psychoactieve medicatie geeft een verhoogd risico op vallen, doordat ze de balans verstoren en duizeligheid, hypotensie en vertraagde reacties veroorzaken.
Dubbele incontinentie is de onmogelijkheid om de stoelgang en urine te lossen op het moment en de plaats van keuze. Minstens 15% van de mannen en vrouwen boven de 75 jaar hebben hier last van. De kwaliteit van leven wordt sterk verlaagd en er is extra zorg nodig. Communicatieve en mobiliteitsproblemen worden sterk gecorreleerd aan urinaire incontinentie.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
949 |
Add new contribution