Werkgroepopdrachten en antwoorden constitutioneel recht 2019/2020
- 1822 keer gelezen
Bestudeer ABRvS 15 augustus 2018, (zelf opzoeken ECLI:NL:RVS:2018:2715 (Pastafarisme).
Beschrijf in uw eigen woorden hoe de Afdeling in deze zaak over de reikwijdte van de godsdienstvrijheid oordeelt.
Bestudeer ABRvS 13 juli 2011, ( zelf opzoeken ECLI:NL:RVS:2011:BR1448) en EHRM 16 oktober 2012, AB 2013/93 (zelf opzoeken ECLI:NL:XX:2012:BY5233).
Leg uit hoe en waarom in deze uitspraken een verschillende benadering van de reikwijdte van de godsdienstvrijheid naar voren komt.
Welke benadering heeft uw voorkeur en waarom?
Miriam werkt als projectleider bij een bedrijf dat diepvriesgroente inpakt. Vanwege het ophanden zijnde Loofhuttenfeest (joods feest) vraagt ze aan haar werkgever vier weken vantevoren een dag vrij. Haar werkgever weigert haar die vrije dag te geven. Hij stelt dat hij geen rekening kan houden met allerlei religieuze feestdagen, want als hij Miriam een vrije dag toestaat moet hij misschien ook wel de moslims en de hindoes die voor zijn bedrijf werken op voor hen religieuze feestdagen een vrije dag toestaan. Miriam is niet zo blij met de reactie van haar werkgever en gaat ervan uit dat de soep niet zo heet gegeten zal worden als hij wordt opgediend en komt op de betreffende feestdag niet naar haar werk. Dat Miriam een verkeerde inschatting heeft gemaakt blijkt uit de brief die zij de volgende dag in haar brievenbus vindt waarin staat dat ze op staande voet is ontslagen. Miriam laat het er niet bij zitten en verzoekt de rechter de werkgever de arbeidsovereenkomst te laten herstellen. De rechter vernietigt uiteindelijk de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever. Hij vindt dat de reden voor het ontslag van Miriam geen dringende reden is in de zin van artikel 6:677 BW. De rechter overweegt in zijn oordeel: ‘Tenzij het bedrijf ernstig zou worden geschaad door de afwezigheid van de werknemer op die dag, kan in de regel de aanwezigheid op het werk in redelijkheid niet worden verlangd van een werknemer die tijdig te voren onder opgaaf van redenen, toestemming voor het opnemen van een vrije dag heeft gevraagd voor de viering van een voor hem belangrijke godsdienstige feestdag.’
Op welk manier werkt het grondrecht in de verhouding tussen Miriam en haar werkgever?
Op welke manier speelt de belangenafweging een rol in de overweging van de rechter?
Is de werking van het betreffende grondrecht in deze casus vergelijkbaar met de werking van het recht op gelijke behandeling zoals deze naar voren komt in HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4549 (SGP-zaak). Leg uit waarom dit wel of niet het geval is.
Welke belangen werden er in de SGP- zaak tegen elkaar afgewogen en welk belang woog het zwaarst en waarom?
In het bieden van grondrechtenbescherming hebben de Grondwet en het EVRM er enige tijd terug een ‘concurrent’ bij gekregen: het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Waarin wijkt de beperkingssystematiek van het Handvest af van de beperkingssystematiek die men aantreft in de Grondwet en het EVRM?
Men zou kunnen stellen dat bovengenoemd verschil ten aanzien van de beperkingssystematiek teniet wordt gedaan door een bepaling in het Handvest over de reikwijdte van het Handvest. Leg uit.
In het arrest HR 26-05-2015, (zelf te raadplegen ECLI:NL:HR:2015:1338) lezen we dat de advocaat (eiser in cassatie) onder andere een beroep doet op het Handvest.
Waarom werd dit beroep niet door de Hoge Raad gehonoreerd?
Hoe beoordeelt u het niet door de Hoge Raad honoreren van dit beroep in het licht van HvJ EU 26 februari 2013, zaak C-617/10, Åklagaren/Hans Åkerberg Fransson)
Voor beantwoording van deze vraag moet worden gekeken naar ro. 9.4 van het arrest Pastafarisme. Het pastafarisme kan niet worden aangemerkt als een godsdienst. De Afdeling refereert aan EHRM-jurisprudentie waarin is bepaald dat, wil er sprake zijn van juridisch beschermde godsdienst, er denkbeelden of een leer moet zijn die van een zekere mate van ernst en samenhang zijn getuigd.
Arrest Klokkengelui: de afdeling gaat ervan uit dat de redelijke uitleg van grondrechten op grond waarvan vroegtijdig en excessief luiden van kerkklokken niet valt onder de vrijheid van godsdienst. Dit wordt gebaseerd op art. 6 Gw. EHRM: EHRM gaat ervan uit dat deze handelingen wel vallen onder de godsdienstuiting in art. 9 EVRM, maar dat dit rechtsgeldig beperkt kan worden op grond van lid 2.
Eigen mening.
Indirect horizontale werking.
Bij indirecte werking weegt de rechter een in een grondrecht uitgedrukt belang af tegen andere belangen. In deze casus weegt de rechter bij de inkleuring van de privaatrechterlijke norm ‘dringende reden voor ontslag’ de belangen van het bedrijf af tegen het religieuze belang van de werknemer. Daarbij blijkt uit de overweging dat het religieuze belang van de werknemer in beginsel zwaarwegender is dan dat van het bedrijf.
Het is vergelijkbaar, omdat het bij beiden gaat om horizontale werking. Verschil met de SGP-zaak is dat daar sprake was van directe horizontale werking, omdat het recht op gelijke behandeling direct werd afgewogen tegen andere grondrechten. Het passief kiesrecht van vrouwen botst met het recht van de SGP om als politieke partij haar godsdienstige grondslag in praktijk te brengen.
Het discriminatieverbod ten aanzien van het actief en passief kiesrecht in verhouding tot de grondrechten van vrijheid van godsdienst, vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting.
In de Grondwet en het EVRM staan specifieke beperkingsclausules bij de grondrechten, indien beperking daarvan mogelijk is. Het Handvest kent een algemene beperkingsclausule in art. 51 lid 1.
Het gaat om art. 52 lid 3 Hv. Deze bepaling bepaalt dat de inhoud en reikwijdte van Handvestgrondrechten identiek is aan die van EVRM-grondrechten, voor zover zij corresponderen met elkaar. De formulering van deze bepaling lijkt te impliceren dat de generieke beperkingsclausule van art. 52 lid 1 Handvest moet worden uitgelegd in het licht van de specifieke bij het corresponderende EVRM-recht behorende beperkingsclausule. Dit betekent dat voor de betreffende rechten geldt dat er geen verschil in de beperkingssystematiek is tussen het EVRM en het Handvest.
Bekijk hiervoor ro. 4.5.
Zie ro. 21. Daarin oordeelt het HvJEU: ‘De door het Handvest gewaarborgde grondrechten moeten dus worden geëerbiedigd wanneer een nationale regeling binnen het toepassingsgebied van het Unierecht valt, zodat er geen gevallen kunnen zijn waarin het Unierecht geldt zonder dat die grondrechten toepassing vinden.’ In de onderhavige casus is er volgens de Hoge Raad geen sprake van het uitvoeren van regels die binnen het toepassingsgebied van het recht van de Unie vallen en dus zijn de grondrechten van het Handvest niet van toepassing (r.o. 4.5.). Opgemerkt kan worden dat het HvJEU in paragraaf 29 van Åkerberg Franssonstelt dat voor zover een nationale bepaling of maatregel niet volledig door EU-recht wordt bepaald het nationale recht wordt toegepast mits dat niet afdoet aan het door het Handvest geboden beschermingsniveau. In deze zaak lijkt dat echter niet aan de orde omdat de Leerplichtwet helemaal niet door het EU-recht wordt bepaald.
De rechtsstaat wordt zowel in de media, als in de rechtszaal en ’s lands Vergaderzaal regelmatig aangehaald. Maar soms lijkt het er op alsof niemand precies weet wat met ‘de rechtsstaat’ precies wordt bedoeld.
Wat wordt in handboeken staatsrecht normaal gesproken onder de ‘rechtsstaat’ verstaan?
Welke betekenissen worden volgens de bekende jurist Ernst Hirsch Ballin in het maatschappelijk en het politiek debat onderscheiden?
Zijn er volgens u nog andere manieren waarop de rechtsstaat in het maatschappelijk debat zou kunnen worden gebruikt?
Zijn democratie en rechtsstaat volgens u los verkrijgbaar? Moet, met andere woorden, een rechtsstaat altijd democratisch zijn? Illustreer uw antwoord aan de hand van (al dan niet zelfbedachte) voorbeelden.
Welke functie(s) heeft het concept van de rechtsstaat? Illustreer uw antwoord aan de hand van (al dan niet zelfbedachte) voorbeelden.
Aan de vooravond van de verkiezingen van 2012 figureerde op YouTube het volgende filmpje. Het gaat om een interview over de vraag of Nederland wel rechtmatig ‘is’ (of ‘bestaat’). Belangwekkende informatie dus, voor een ieder die zich op het grondgebied van het Koninkrijk bevindt. Bekijk het filmpje en probeer de volgende vragen van een zinnig antwoord te voorzien. Op 0:44-0:54 van het filmpje, wordt gewag gemaakt van het feit dat de eerste regering van na de Tweede Wereldoorlog door het staatshoofd is benoemd.
Welke functie vervult de democratie in dit fragment? En hoe beoordeelt u dit?
Hoe verhoudt zich de manier waarop in Nederland de vertrouwensregel tussen regering en parlement is ontstaan, tot deze redenering?
Volgens de spreker kan de rechtmatigheid van de Nederlande Staat uitsluitend bij het Belgische Grondwettelijk Hof aan de orde worden gesteld. In wezen wordt hier geïmpliceerd dat Nederland, bij gebrek aan een constitutioneel hof, geen volwaardige rechtsstaat is.
In hoeverre klopt dat volgens u? Betrek in uw antwoord, de overwegingen van de Staatscommissie parlementair stelsel omtrent constitutionele toetsing.
In 1848 werd de Nederlandse Grondwet (die dateert van 1814 of 1815, daarover bestaat discussie) ingrijpend gewijzigd. De structuren die toen zijn aangebracht, vormen nog steeds de fundamenten van ons staatsbestel.
Raadpleeg http://www.denederlandsegrondwet.nl/ en wijs drie bepalingen in de grondwet van 1848 aan die deze structuren bevatten en vandaag nog steeds (grotendeels) overeind staan.
In 1917 is het Nederlandse constitutionele bestel opnieuw fundamenteel gewijzigd. De belangrijkste wijziging staat echter niet in de Grondwet. Om welke wijziging zou het hier gaan?
In hoeverre is de wijziging volgens u te beschouwen als rechtsstatelijke of democratische innovatie?
Is het volgens u tijd voor een nieuwe grondwetswijziging? Betrek in uw antwoord, het rapport van de Staatscommissie parlementair stelsel.
Momenteel ligt in de Tweede Kamer voor, het concept-wetsvoorstel ter goedkeuring van het zogenaamde CETA-verdrag. Het gaat om een handelsverdrag tussen Canada en de lidstaten van de Europese Unie. Onderdeel
.....read moreIn de samenvatting van de het rapport van de Staatscommissie Parlementair stelsel (ook wel de commissie-Remkes genoemd) luidt de conclusie: “[d]at de Nederlandse democratie op dit moment behoorlijk goed functioneert, maar nog niet voldoende klaar is voor de toekomst. Er zijn aanpassingen nodig.” Eén van de zaken die volgens de commissie-Remkes niet goed gaan ziet u in de volgende tekst box:
Welke van de vier ideaaltypsiche democratievormen die Hendriks onderscheidt herkent u in de bovenstaande tekst box? Er zijn meerdere vormen te herkennen. Motiveer uw antwoord.
Boogaard en Cohen onderscheiden in hun artikel ook een 4-tal democratievormen. De vorm die in hun artikel centraal staat is de identiteitsdemocratie zoals verwoord door Dölle. Leg uit waarom de identiteitsdemocratie wel en niet past bij bovenstaande tekst box.
In het regeerakkoord van het zittende kabinet Rutte-III is overeengekomen dat het nationaal raadgevend referendum afgeschaft zou worden. Namens het kabinet heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ollongren het wetsvoorstel tot intrekking ingediend. Op 10 juli 2018 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum. Hiermee leek het referendum als instrument voor burgers om directe invloed uit te kunnen oefenen over een specifiek onderwerp uitgespeeld te zijn. Echter de Staatscommissie parlementair stelsel (ook wel commissie-Remkes) heeft in haar Eindrapport Lage drempels, hoge dijken, juist geadviseerd een bindend correctief referendum in te voeren ten einde een bijdrage te leveren aan de onvolkomen, inhoudelijke vertegenwoordiging van de Nederlandse bevolking.
Niet ieder democratieconcept van Hendriks leent zich goed voor de vorm van een bindend correctief referendum zoals de commissie-Remkes heeft geadviseerd. Verschillende aspecten van de door Hendriks onderscheiden democratieconcepten komen ook voor in het Nederlandse staatsbestel. Leg uit waarom het invoeren van zo’n bindend correctief referendum op gespannen voet staat met een aantal bepalingen van de huidige Nederlandse Grondwet?
Het is het jaar 2020 en het gaat goed met Nederland. Uitdagingen zijn er ook. De pensioengerechtigde leeftijd gaat maar met babystapjes omhoog, de vergrijzing neemt toe en de kosten voor de zorg blijven stijgen, een huis is voor een startende op de arbeidsmarkt niet meer te betalen en een grote groep ZZP’ers werkt onverzekerd tegen ziekte en bouwt geen pensioen op.
De rijkste, machtigste en grootste groep kiezers zijn de Baby-boomers, personen geboren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt dat het richten op de belangen van deze groep voor een politieke partij op jacht naar kiezers, interessant is. Dat zien ook de oprichters van de politieke partij 60PLUS, in 2005 opgericht door voorzitter Jaap de Gier, vice-voorzitters Niek Groper en Wies Knol en Hugo Chesterfield. De speerpunten van 60PLUS moeten deze grote groep kiezers aanspreken: verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd, meer asfalt, meer geld naar de zorg, afschaffing van het minimumloon, hogere pensioenen en het beperken van immigratie. Het begrotingstekort mag voor al deze wensen best oplopen. De rekening moet maar door de volgende generatie worden betaald, volgens 60PLUS is dit altijd zo gegaan.
60PLUS wordt steeds
.....read moreZoek de bekendmaking van een voorgenomen grondwetswijziging in het Staatsblad (jaargang 2018) op. Dit wetsvoorstel, parlementair bekend onder nummer 34516, ziet op het opnemen van een zogenoemde algemene bepaling in de Grondwet.
Wie kunnen in Nederland een wetsvoorstel indienen?
Welke ministers hebben dit specifieke wetsvoorstel ingediend/ondertekend?
In hoeverre verschilt het ingediende wetsvoorstel van de tekst zoals deze uiteindelijk in het Staatsblad terecht is gekomen? Hoe is dat verschil te verklaren?
De regering licht in de Memorie van Toelichting toe waarom zij van mening is dat een dergelijke algemene bepaling moet worden toegevoegd. Wat beoogt de regering met dit voorstel, volgens de Memorie van Toelichting?
In de Memorie van Antwoord gaat de regering, naar aanleiding van een verzoek tot toelichting van de Eerste Kamer fractie van het CDA, in op de vraag waarom zij er bewust voor heeft gekozen om geen specifieke inkleuring van het democratieconcept te geven in de algemene bepaling. Waarom is dat?
Het hier besproken ‘wetsvoorstel’ tot toevoeging van een algemene bepaling in de Grondwet, is strikt genomen natuurlijk een voorstel tot wijziging van de Grondwet. In hoeverre verschillen beide procedures van elkaar? En wat is het belang van de zogenaamde ‘tweede lezing’?
Stel: na de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen (vooralsnog op 17 maart 2021) blijft de zetelverhouding exact zoals deze nu is. Ook de politieke partijen veranderen niet van standpunt ten aanzien van dit wetsvoorstel, zowel in de Eerste als Tweede Kamer. Gaat dit voorstel tot wijziging van de Grondwet in de Tweede / Eerste Kamer uiteindelijk ‘de eindstreep halen’?
.....read more
Het zit er eindelijk op. Na maanden van voorbereiden, oneliners bedenken, posters plakken en debatteren zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer voorbij. Met een stel enthousiaste medestudenten heeft u een eigen politieke partij opgericht: 30MIN. Met de partij komt u op voor de belangen van iedereen in Nederland onder de 30. Met u als lijsttrekker heeft de partij deelgenomen aan de verkiezingen. Met speerpunten als beter onderwijs, beter privacybescherming en meer aandacht voor het milieu en klimaat hebben jullie campagne gevoerd. En dat is niet onopgemerkt gebleven. In de exitpoll steeg 30MIN maar liefst naar 8 zetels! Niet verkeerd als binnenkomer!
Toch ontstaat er na de verkiezingen een hoop gedoe. Er doen verhalen de ronde dat het tellen van de stemmen niet goed is verlopen. De meest wilde theorieën zijn te vinden op internet. Van het ronselen van stemmen tot verborgen tellingen en omkoping. Veel is stemmingmakerij, maar er verschijnen ook foto’s en video’s waarbij te zien is dat stemmen niet worden geteld terwijl een verzonnen uitslag wordt doorgegeven.
Na een paar dagen stelt de Kiesraad op grond van de Kieswet de definitieve verkiezingsuitslag vast. Tot ieders stomme verbazing krijgt 30MIN maar twee zetels toegewezen. Ook bij de andere partijen lijkt de definitieve uitslag totaal niet op de peilingen die de afgelopen weken voorbij zijn gekomen.
Wat zou de (wettelijke) reden geweest kunnen zijn om de Kiesraad zijn huidige organisatievorm te geven?
Nadat u bent geïnstalleerd als lid van de Tweede Kamer vraagt u om inlichtingen bij de minister van Binnenlandse Zaken over de verkiezingen. Hoe kunt u vanuit het staatsrecht verklaren dat de minister van Binnenlandse Zaken in politiek opzicht lastig ter verantwoording kan worden geroepen wat betreft het vaststellen van de verkiezingsuitslag?
Kunt u als lid van de Tweede Kamer toch de minister dwingen zijn/haar ontslag aan te bieden aan de Koning vanwege de onregelmatigheden bij de verkiezingen?
Na een weekend heerlijk te hebben uitgerust komt u als lid van de Tweede Kamer maandagochtend aan op uw werkplek van de fractie van 30MIN. U begroet de collega’s, trekt uw jas uit, zet de computer aan en haalt een kop koffie. Terug achter het bureau opent u de mailbox van de fractie. 1847 (!) nieuwe berichten.
Na een snelle scan door de mailbox blijkt dat veel mensen zich afvragen hoe het toch kan dat de Nederlandse Loterij B.V. actief reclame maakt voor loterijen en krasloten, terwijl het een overheidsbedrijf is. Veel ophef is er ook over de nieuwste reclamespot van de Staatsloterij (onderdeel van Nederlandse Loterij B.V.) waarin een bouwvakker zich al dansend staat te verheugen op de maandelijkse trekking. [link] Met al het gedoe rond de stikstof en PFAS waardoor bouwprojecten stil komen te liggen, stoot het veel mensen tegen het zere been dat een overheidsbedrijf op die manier reclame maakt.
.....read moreZet u schrap voor een droevig geval. Gelukkig een fictief, maar helaas wél deels op de werkelijkheid gebaseerd verhaal. De kleine Lara van Driessen is net 8 jaar geworden als bij haar een agressieve variant van de ziekte Multiple Sclerose (MS) wordt geconstateerd. Haar gezondheidstoestand gaat snel achteruit en binnen een jaar kan Lara niet meer lopen, kan ze maar beperkt zien en kan ze haar behoefte niet meer ophouden. Ze heeft bovendien regelmatig aanvallen van ernstige spierkramp en hevige pijn in haar gezicht.
Aan haar ziekte is weinig te doen maar in 2018 gloort er licht aan de horizon. Lara’s arts, de Utrechtse hoogleraar-internist Judith Vossen, vertelt de ouders dat het al jaren bestaande geneesmiddel Monentaf redelijk goed blijkt te werken bij bepaalde vormen van MS. Monentaf werkt tijdens de aanvallen pijnstillend, en het zorgt er ook voor dat de ziekte niet verergert. Monentaf is in Europees verband uitvoerig getest en de resultaten zijn positief. Ze schrijft Monentaf voor en Lara gaat met sprongen vooruit.
Dan komt er echter een kink in de kabel. De zorgverzekeraar meldt de ouders dat Monentaf niet voor vergoeding in aanmerking komt. Aangezien zij het, met hun modale inkomen, niet zelf kunnen betalen, wordt de behandeling stopgezet. De situatie verergert snel. De verwachting is dat Lara zonder Monentaf binnen twee jaar zal overlijden.
Vossen vraagt zich af waarom de zorgverzekeraar weigert om Monentaf te vergoeden. Ze schrijft het geneesmiddel namelijk ook geregeld bij volwassenen voor en dan wordt het wél probleemloos vergoed. Navraag leert dat artikel 11, derde en vierde lid van de Zorgverzekeringswet jo. Art. 2.8 Besluit Zorgverzekering (een Amvb) jo. Art. 2.5 Regeling zorgverzekering (een ministeriële regeling) voorschrijven dat Monentaf alleen voor volwassenen mag worden vergoed. De reden zou zijn dat Monentaf bij volwassenen al uitgebreid getest is, terwijl dat bij kinderen nog niet zo is. Er zijn eenvoudigweg te weinig kinderen met deze vorm van MS om wetenschappelijk bewijs te kunnen leveren dat het geneesmiddel werkt.
Vossen blijft dat verschil onzinnig vinden, discriminatie zelfs. Ze begint een campagne om dit aan de kaak te stellen. Zo nodig gaat ze met een bord voor de Tweede Kamer staan. Die actie heeft maar beperkt effect. Weliswaar neemt de Tweede Kamer een motie aan dat de regeling ook voor kinderen moet gelden, maar de verantwoordelijke minister weigert die motie uit te voeren. Tijdens de Diës van de universiteit zit ze echter naast een hoogleraar mensenrechten. Ze legt het geval voor. Kan dit zomaar? De jurist belooft er werk van te maken. Al snel onderzoekt een team van docenten en studenten, de mogelijkheden voor een procedure.
Na overleg besluit men twee routes te bewandelen. Eerst zullen docenten en studenten van de UU de ouders van Lara ondersteunen bij een bestuursrechtelijke procedure tegen het besluit van de zorgverzekeraar om Monentaf niet te vergoeden. Daarnaast begint de
.....read moreBestudeer ABRvS 15 augustus 2018, (zelf opzoeken ECLI:NL:RVS:2018:2715 (Pastafarisme).
Beschrijf in uw eigen woorden hoe de Afdeling in deze zaak over de reikwijdte van de godsdienstvrijheid oordeelt.
Bestudeer ABRvS 13 juli 2011, ( zelf opzoeken ECLI:NL:RVS:2011:BR1448) en EHRM 16 oktober 2012, AB 2013/93 (zelf opzoeken ECLI:NL:XX:2012:BY5233).
Leg uit hoe en waarom in deze uitspraken een verschillende benadering van de reikwijdte van de godsdienstvrijheid naar voren komt.
Welke benadering heeft uw voorkeur en waarom?
Miriam werkt als projectleider bij een bedrijf dat diepvriesgroente inpakt. Vanwege het ophanden zijnde Loofhuttenfeest (joods feest) vraagt ze aan haar werkgever vier weken vantevoren een dag vrij. Haar werkgever weigert haar die vrije dag te geven. Hij stelt dat hij geen rekening kan houden met allerlei religieuze feestdagen, want als hij Miriam een vrije dag toestaat moet hij misschien ook wel de moslims en de hindoes die voor zijn bedrijf werken op voor hen religieuze feestdagen een vrije dag toestaan. Miriam is niet zo blij met de reactie van haar werkgever en gaat ervan uit dat de soep niet zo heet gegeten zal worden als hij wordt opgediend en komt op de betreffende feestdag niet naar haar werk. Dat Miriam een verkeerde inschatting heeft gemaakt blijkt uit de brief die zij de volgende dag in haar brievenbus vindt waarin staat dat ze op staande voet is ontslagen. Miriam laat het er niet bij zitten en verzoekt de rechter de werkgever de arbeidsovereenkomst te laten herstellen. De rechter vernietigt uiteindelijk de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever. Hij vindt dat de reden voor het ontslag van Miriam geen dringende reden is in de zin van artikel 6:677 BW. De rechter overweegt in zijn oordeel: ‘Tenzij het bedrijf ernstig zou worden geschaad door de afwezigheid van de werknemer op die dag, kan in de regel de aanwezigheid op het werk in redelijkheid niet worden verlangd van een werknemer die tijdig te voren onder opgaaf van redenen, toestemming voor het opnemen van een vrije dag heeft gevraagd voor de viering van een voor hem belangrijke godsdienstige feestdag.’
Op welk manier werkt het grondrecht in de verhouding tussen Miriam en haar werkgever?
Op welke manier speelt de belangenafweging een rol in de overweging van de rechter?
Is de werking van het betreffende grondrecht in deze casus vergelijkbaar met de werking van het recht op gelijke behandeling zoals deze naar voren komt in HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4549 (SGP-zaak). Leg uit waarom dit wel of niet het geval is.
Welke belangen werden er in de SGP- zaak tegen elkaar afgewogen en welk belang woog het zwaarst en waarom?
In het bieden van grondrechtenbescherming hebben de Grondwet en het EVRM er enige tijd terug een ‘concurrent’ bij gekregen: het Handvest van
.....read moreBestudeer HvJ EU 14-03-2017, ECLI:EU:C:2017:203 (Achbita)
Hoe zou u het gelijkheidsbeginsel definiëren?
Noem een aantal bepalingen waarin het gelijkheidsbeginsel is neergelegd.
Is er in de zaak waarover een prejudiciële vraag is gesteld sprake van een horizontale werking van een grondrecht?
De prejudiciële vraag heeft betrekking op de uitleg van een bepaling neergelegd in richtlijn 2000/78/EG. Hoe is deze bepaling in het Nederlandse recht geïmplementeerd?
Het HvJEU legde niet alleen de bepaling uit waarover een prejudiciële vraag was gesteld. Waarom niet?
In de inleiding spraken we over een grondrecht op een gezond milieu. Hoe zou volgens u een grondrecht op een gezond milieu juridisch invulling moeten krijgen?
Op basis van welk(e) fundamente(e)l(e) recht(en) worden milieuklachten bij het EHRM aanhangig gemaakt? Noem 2 arresten waaruit dit blijkt.
Onderstaande vragen hebben betrekking op Rb. Den Haag 24 juni 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:7145 (Urgenda) en HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006 (Urgenda).
Wat is blijkens het arrest van de HR de grondslag van de eis van Urgenda in eerste aanleg? Noem een r.o. waaruit dit blijkt.
Lees HvJ EU 27-09-2017, Ars Aequi Jurisprudentie (Puškár).
Vergelijk de formulering van artikel 47 EU-Handvest met die van artikel 6 EVRM. Wat valt u op?
Welke voorwaarden worden er in het bovengenoemde arrest door het HvJEU gesteld aan een beperking van artikel 47 EU-Handvest?
Welke consequenties heeft de betekenis die door het HvJEU in dit arrest aan artikel 47 EU-Handvest wordt toegekend voor de wijze waarop in Nederland de bezwaarschriftprocedure is ingericht?
Op 9 december 2016 werd PVV-leider Geert Wilders door de rechtbank Den Haag schuldig verklaard voor zijn aandeel in de bekende ‘minder-minder’-uitspraak. Het proces tegen Wilders zorgde voor veel ophef, niet in de laatste plaats omdat Wilders zelf zich vóór en na de beslissing van de rechtbank zeer kritisch uitliet over de rechtbank in het bijzonder en het Nederlandse stelsel van rechtspraak in het algemeen. Zo schreef de PVV-leider op een zeker moment over een ‘neprechtbank’ en publiceerde hij foto’s van de rechters tegen de achtergrond van een D66-logo. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep diende Wilders een wrakingsverzoek in.
Lees de beslissing van de wrakingskamer op het verzoek van Geert Wilders. Welke redenen voert Wilders aan voor zijn wrakingsverzoek en hoe reageert de wrakingskamer hierop?
Stel dat zich na afloop van het proces tegen Wilders een meerderheid in de Staten-Generaal had afgetekend om de rechters tegen wie het wrakingsverzoek werd ingediend te ontslaan. Zou de Staten-Generaal hiertoe bevoegd zijn geweest?
In eerste aanleg had Wilders bij aanvang van het proces aan een van de rechters gevraagd om zich te verschonen, vanwege bepaalde uitlatingen en betrekkingen in het verleden. Dit roept de vraag
.....read moreJoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution