Eindrapport Fundamentele herbeziening Nederlands burgerlijk procesrecht: Partijautonomie en lijdelijkheid van de rechter - Asser - Artikel


In dit artikel worden de standpunten uiteengezet ter onderbouwing van het Interimrapport over Fundamentele herbeziening van het Nederlands Burgerlijk procesrecht. Met name zal het onderwerp zich toespitsen op de bevoegdheden en verplichtingen van de partijen en de rechter. Verhouding tussen de rechter en partijen:

  • Rechterlijke lijdelijkheid en partijautonomie. De inrichting van ons proces dient efficiënt en doelmatig te zijn vanwege het beslag op de middelen van overheid en partijen. Ook moet de inrichting effectief zijn om de doelen van het procesrecht te bereiken. Het doel van een proces kan bijvoorbeeld zijn: geschilbeëindiging, rechtsverschaffing, een executoriale titel verkrijging, of rechtsvorming. Effectiviteit wordt gestimuleerd door het besef dat men gezamenlijke verantwoordelijkheid draagt voor het verloop van de procedure. Dit bevordert een actieve opstelling van de rechter en de partijen, maar beperkt ook de keuzevrijheid en dus de autonomie van partijen, wegens maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen en het algemeen belang. De partijautonomie uit zich voornamelijk slechts nog in de inhoud en de omvang van de rechtsstrijd, het initiatief tot het starten, aanhouden of tussentijds beëindigen van een proces, incidenten in de dagvaardingsprocedure en de bewijslevering.

  • Gezamenlijke verantwoordelijkheid dient de grondslag te zijn voor verdeling van bevoegdheden en plichten van rechter en partijen in de procedure. De partijen moeten zich open opstellen tegenover de rechter en de rechter moet zich actief bezighouden met feitelijke en juridische grondslagen van het geschil en zo nodig het een en ander onderzoeken.

Volgens Asser is het aan te bevelen een bevoegdheid als art. 8:69 lid 3 Awb in te voeren in het burgerlijk procesrecht, een regeling die ziet op aanvulling van de feiten. De rechter moet zelf feitelijke gegevens van derden kunnen opvragen, met inachtneming van het tegensprekelijke karakter van geding en hoor en wederhoor. De bevoegdheid van de rechter in de rekestprocedure om derden in een geding op te roepen, dient algemeen te worden. Het Interimrapport adviseert dat de rechter de vrijheid moet bezitten verweren aan de orde te stellen (bijvoorbeeld een beroep op verjaring of gezag van gewijsde) en derden in het geding te betrekken, binnen de goede procesorde. Dat de rechter de partij aan een rechtsgrond heeft ‘geholpen’ kan vanuit het standpunt van de wederpartij negatief worden ervaren, maar van verlies van onpartijdigheid door meeprocederen is geen sprake (denk aan gevallen waarin belangen van derden een rol spelen).

Reacties op het standpunt: Algemene bezwaren Er zijn kritiekpunten gegeven op het voorlopig standpunt van Asser, dat een actievere rechter wil bereiken met behoud van eigen verantwoordelijkheid van partijen:

  • Overbelasting van de rechterlijke macht. Asser stelt dat zijn voorstel niet in de eerste plaats is gericht op wat gelet op de bezetting van de gerechten haalbaar is, maar voornamelijk om de lasten beter te verdelen over alle actoren in een proces.

  • Geen oog heeft men gehad voor de al gerealiseerde vernieuwingen. Dit is juist want de onderzoeksresultaten die Asser aan zijn voorstel ten grondslag gelegd heeft, zijn van vóór andere vernieuwingen, dus deze vernieuwingen zijn niet meegewogen.

  • Verwachtingsverschillen tussen de actoren. Rechters verwachten dat advocaten beter hun huiswerk doen en andersom verwachten advocaten dat de rechter laat blijken wat hij relevant vindt in een zaak en initiatieven op de zitting ontplooit. Duidelijkheid over de taakverdeling binnen het proces en betere interactie tussen de actoren kan helpen om de wederzijdse verwachtingen beter op elkaar af te stemmen.

  • Kritiek op de kwaliteit van de rechter, dat hij hier niet toe in staat is wegens de strakke budgettering. Met betrekking tot de rechtshelper vereist een meer zelfbewuste advocatuur die zelfverantwoordelijkheid draagt meer trainingen, ervaring en bijscholing.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Hiermee bedoelt Asser niet een op basis van vrijwilligheid gebaseerd gezamenlijk project (daar is bij een proces immers geen sprake van), maar dat partijen zich actief en verantwoordelijk inzetten. Dit is essentieel met als grondslag dat partijen rekening houden met elkaars gerechtvaardigde belangen. Wederzijdse informatie en communicatie ten aanzien van feiten en standpunten is de daaruit vloeiende gedragsnorm voor partijen en de rechter. Voorkomen moet worden dat partijen belangrijke informatie achterhouden, vertragingstactieken toepassen, elkaar met formaliteiten afvangen, enzovoorts. De rechter moet partijen daarom de gelegenheid geven dat zij hun argumenten en bewijzen op behoorlijke wijze aan hem en de wederpartij kunnen presenteren. De sancties die de rechter geeft op verkeerd procesgedrag mogen niet disproportioneel zijn. Het is een rechtsstrijd, geen strijdtoneel.

Partijautonomie niet langer richtinggevend beginsel

Asser neemt afstand van partijautonomie waarop veel kritiek komt uit de literatuur. Afstand van de partijautonomie kan namelijk leiden tot een autoritaire en mee-procederende rechter. Maar het doel van Asser is een gezamenlijke verantwoordelijkheid creëren voor partijen en niet een verschuiving van verantwoordelijkheid naar de rechter. Opvallend is dat partijautonomie door advocaten in hoog vaandel staat, maar zij zelf vaak steken laten liggen en dus veel aan de rechter overlaten. Partijen moeten zich geroepen voelen in een zaak om ‘hun woordje te doen’.

De wettelijke bepalingen in ons huidige procesrecht, uiting van Asser’s uitgangspunten Dit uit zich onder andere in de verstrekkende bevoegdheden van de rechter en plicht van partijen met betrekking tot de waarheid en volledigheid van feitelijke informatie in een geding. Vanuit het idee dat een proces een ‘strijdmodel’ is met als belangrijk beginsel partijautonomie, kunnen de volgende regels niet goed verklaard worden, terwijl deze regels wel goed passen in de gedachtegang van Asser:

  • Invoering comparitie na antwoord.

  • Stringente toepassing daarvan (spilfunctie).

  • Art. 20, 21, 88, 179, 111 lid 3 en 128 lid 5 Rv.

  • Vergaande regulering via landelijke rolreglementen.

  • De bevoegdheid van de rechter ter comparitie om, bij het uitblijven van een schikking, samen met partijen de processtof te ordenen en verdere procesgang te bespreken. art. 25 Rv.

  • De ambtshalve bevoegdheid van art. 130 Rv. Verantwoordelijkheid van partijen in de praktijk Hoe zorg je ervoor dat partijen zich coöperatiever opstellen?

  • Rechtshelpers meer betrekken bij en medeverantwoordelijkheid laten dragen voor de totstandkoming en inhoud van de regels en daartoe structurele overleg- en beslissingscolleges in het leven te roepen.

  • a) Door concrete voorschriften waarin duidelijk wordt gemaakt wat van rechtshelpers verwacht wordt met betrekking tot de voorbereiding en informatieverstrekking en b) een stelsel te ontwikkelen waarin partijen en rechtshelpers door reële financiële prikkels in de vorm van sancties (kostenveroordeling) bonussen of kortingen gestimuleerd worden om zich verantwoordelijk te gedragen in een proces.

Asser vindt dat art. 237 Rv ten aanzien van sancties op ontoelaatbaar procesgedrag uitbreiding verdient zodat de rechter de nodeloos aangewende of veroorzaakte proceskosten voor rekening kan laten voor de partij die deze kosten heeft veroorzaakt. Ook wil hij dat wordt onderzocht of de dwangsom als prikkel tot medewerking kan worden ingevoerd.

Reacties op sanctionering van partijen De Raad voor de Rechtspraak betwijfelt de wenselijkheid voor sanctionering van partijen. Ze vindt dat voorkomen moet worden dat het verloop van de procedure een zelfstandig onderwerp van geding wordt dat het materiële geschil overschaduwt. Verdere kritiek is dat het een extra aanslag op tijd en middelen van een gerecht vergt en bovendien zal de rechter het in de praktijk niet altijd even consequent toepassen.

Conclusie

Asser is van mening dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de wenselijkheid van nieuwe regelgeving omtrent de sancties. Zijn verwachting is niet dat sancties de gerechten disproportioneel zullen belasten, omdat dit in de sfeer van proceskostenveroordeling toch al bij de einduitspraak wordt getroffen. Concrete aanbevelingen in het Interimrapport zijn:

  • de rechter dient bevoegd te zijn ambtshalve de vraag aan de orde te stellen waarom een feitelijke- of rechtsgrond die hij in de stellingen van een partij niet heeft aangetroffen, niet is aangevoerd, als hij dat van belang vindt voor de beoordeling van de zaak. Maakt de wederpartij bezwaar tegen dit alsnog aanvoeren van die grond, dan zal de rechter, gelet op dat bezwaar met inachtneming van de goede procesorde, daarop beslissen.

  • waar belangen van derden in het geding zijn, is de rechter ambtshalve bevoegd dit aan de orde te stellen om met partijen te bezien of die derden in het geding betrokken moeten worden.

  • indien de rechter meent de rechtsgronden te moeten aanvullen (art. 25 Rv) zal hij partijen daarop eerst dienen te horen. Blijkt een aanpassing van de feitelijke grondslag nodig en wenst een partij daartoe over te gaan, dan zal de rechter dat in beginsel toestaan tenzij die dit het proces onredelijk vertraagt of de wederpartij onevenredig in haar processuele positie benadeelt.

  • rechtshulpverleners dienen nauw te worden betrokken bij en mede verantwoordelijkheid te dragen voor de totstandkoming van regelgeving (omtrent de rol, voorbereiding mondelinge behandeling en bewijsverrichtingen) en daartoe dienen structurele overleg- en beslissingslichamen in het leven te worden geroepen.

  • er dient een loopbaanbeleid binnen de rechterlijke macht te worden ontwikkeld dat het mogelijk maakt dat jonge rechters een periode kunnen meedraaien in een gerechtshof en dat ervaren raadsheren in een gerechtshof stimuleert weer deel te nemen aan rechtspraak in eerste aanleg.

  • er moeten middelen worden ontwikkeld om partijen en rechtshelpers tot een coöperatieve proceshouding te stimuleren. Er moet ter voorkoming van ontoelaatbaar procesgedrag onderzoek worden gedaan naar de effecten van vormen van kostenveroordeling of sancties.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting bij belangrijke artikelen voor Bestuursrecht

Samenvatting bij belangrijke artikelen voor Bestuursrecht, zoals behandeld tijdens diverse bachelor vakken over Bestuursrecht aan Nederlandse universiteiten in de periode 2016-2018

Maak gebruik van onderstaande links voor het lezen van de samenvattingen.

Supporting content: 
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
913