Psychology and behavorial sciences - Theme
- 17117 reads
Ondanks dat computers in eerste instantie ontwikkeld zijn voor volwassenen, hebben adolescenten de technologie helemaal eigen gemaakt. SNSs zijn de sociale netwerk sites, zoals facebook. Adolescenten gebruiken bijna allemaal SNSs (73% volgens onderzoek) en liepen hierin meestal voor op hun ouders. Niet alleen adolescenten, ook veel kinderen (ongeveer 7,5 miljoen) jonger dan 13 hebben een account op bijvoorbeeld facebook. Adolescenten van 11-18 besteden gemiddeld ruim 11 uur per dag op sociale media en ze beginnen en eindigen hun dag ermee. Het gebruik van sociale media heeft invloed op de sociale interactie van adolescenten en die invloed wordt nu pas duidelijk.
Twee belangrijke ontwikkelingstaken in de adolescentie zijn om een identiteit te ontwikkelen en om erbij te horen. Deze twee factoren hangen met elkaar samen en hangen ook samen met het sociale mediagebruik. In de kindertijd zijn vriendschappen gebaseerd op gedeelde interesses, in de adolescentie gaat het vooral om vertrouwen, loyaliteit en zelfonthulling. Sociale media geven meer mogelijkheden tot steun en communicatie die adolescenten nodig hebben.
Sociale media bieden adolescenten mogelijkheden en nieuwe uitdagingen om zich te uiten. Adolescenten kunnen binnen sociale media hun mening direct uiten en direct feedback krijgen. Adolescenten kunnen zelf kiezen welke informatie ze delen en daardoor zal er minder informatie privé blijven. De vraag is of adolescenten zichzelf goed en accuraat neerzetten online. Sociale media geven wel de mogelijkheid om je gemakkelijk online aan te sluiten bij internet groepen die aansluiten bij hun identiteit die ze ontwikkelen.
Een andere belangrijke dimensie van sociale media is sociale vergelijking. Alle informatie en uitnodigingen op sociale media kunnen dienen als vergelijking met de eigen prestaties. Negatieve informatie kan zich daarbij ook snel verspreiden. Adolescenten kunnen impulsief informatie delen, wat een negatief effect kan hebben.
Online pesten is een belangrijke negatieve kant van sociale media. Het grootste deel van de adolescenten heeft een of andere negatieve ervaring met sociale media. Dit negatieve effect wordt versterkt door het anonieme, maar wel publieke karakter van de berichten die geplaatst worden.
Sociale media maken de ouder-kind relatie in de adolescentie ingewikkelder. Sociale media beïnvloeden de dagelijkse familie activiteiten, adolescenten besteden minder tijd met het gezin en het zorgt voor meer conflicten. Sommige ouders zijn niet op de hoogte van de activiteiten van hun kinderen op sociale media, anderen gebruiken het juist om meer contact te onderhouden via de sociale media.
Het is lastig om onderscheid te maken tussen internet verslaving en enkel zwaar gebruik. Extreem gebruik van internet wordt gezien als een verslaving, met dezelfde kenmerken als middelenmisbruik of gokverslavingen. Adolescenten met psychologische symptomen en stoornissen (depressie of ADHD) hebben een grotere kans op een internet verslaving.
Adolescenten die veel op de computer of andere media zitten, hebben meer slaapproblemen. Jongens die intensief hun computer gebruiken, slapen minder en meer onregelmatig, wat zorgt voor een zwakkere gezondheid. Studenten met een internetverslaving zijn overdag vaak moe.
Het gebruik van sociale media beïnvloedt ook de academische prestaties. Adolescenten hebben minder tijd om te studeren en gaan vaker inefficiënt studeren door het multitasken.
Sommige theorieën gaan ervan uit dat sociale media over het algemeen goed zijn voor de sociale connecties. De Stimulatie hypothese gaat ervan uit dat adolescenten zich online makkelijker en vrijer kunnen uiten. Hoe beter je jezelf uit, hoe closer de relatie kan zijn. De Rich-get-richer hypothese gaat ervan uit dat voor sociale adolescenten de mogelijkheden van communicatie groter worden door sociale media. Daarentegen zegt de hypothese ook dat mensen met minder offline contact en minder ontwikkelde sociale vaardigheden geen kwalitatieve vriendschappen ontwikkelen door de sociale media. Daarnaast lijkt het erop dat excessief gebruik van sociale media kan leiden tot een depressie en vergrootte sociale isolatie. Als laatste gaat de sociale compensatie hypothese ervan uit dat adolescenten die niet comfortabel zijn in de face-to-face contacten online makkelijker een sociaal netwerk kunnen opbouwen, doordat oogcontact en gezichtsuitdrukkingen geen rol spelen.
Er zijn twee dimensies van sociale media die kunnen bijdragen aan de identiteitsontwikkeling. Als eerste vereist de sociale media zogenaamde self-disclosure. Adolescenten moeten bepalen hoe ze zichzelf willen neerzetten en de keuzes die ze maken, krijgen ze feedback op. Het hyperpersoonlijk model voor computer-gemedieerde communicatie gaat ervan uit dat adolescenten selectief zijn in hoe ze zichzelf presenteren en dat de feedback hun perceptie aanpast.
Daarnaast maakt het internet het mogelijk voor adolescenten om zich aan te sluiten bij groepen met dezelfde interesses of achtergrond. Daardoor kunnen ze hun identiteit verder ontwikkelen en meer kennis opdoen over hun ideeën en interesses.
Middels zelfrapportage, adolescenten moeten vragenlijsten invullen over het gebruik, waaronder frequentie. Veelal wordt een algemene vragenlijst gebruikt, die geen onderscheid maakt met sociale media. Het nadeel van zelfrapportage is dat het sociaal wenselijke antwoorden kan geven en dat adolescenten hun eigen gebruik en de effecten kunnen onderschatten.
Middels experimentele studies, waarbij bepaalde factoren worden gemanipuleerd, zoals het laten invullen van een vragenlijst voor een spiegel of voor facebook. Hiermee kunnen specifieke kenmerken van sociale media geïsoleerd worden in het onderzoek, maar deze onderzoeken zijn misschien niet zo valide.
Middels een objectieve beoordeling, zoals door de content van de berichten van adolescenten te coderen en analyseren. De vraag daarbij is hoe accuraat de informatie is en of alle informatie openbaar staat, omdat adolescenten steeds meer op privacy letten.
De motivatie tot het gebruik van sociale media komt veel overeen met de motivaties voor traditionele communicatie; in contact blijven met vrienden en plannen maken.
Over het algemeen lijkt de sociale media vooral een voordeel te zijn voor het gevoel van aansluiting bij leeftijdsgenoten voor adolescenten, maar het beïnvloedt wel de offline sociale vaardigheden. Adolescenten die offline meer sociale vaardigheden hebben, hebben ook online meer contacten. Of online communicatie de bestaande relaties verbetert, is niet duidelijk. Adolescenten die offline minder sociaal contact hebben, kunnen online meer tevredenheid krijgen, vooral als ze zich online comfortabeler voelen, vergelijkbaar met de sociale compensatie hypothese.
Daarentegen: jongeren die meer negatieve berichten posten, krijgen meer negatieve feedback, waardoor zij minder positieve effecten ervaren van sociale media. Het is onduidelijk of dit alleen zorgt voor voor minder positieve effecten of dat het ook negatief kan werken voor adolescenten.
Zelf-onthulling, het delen van relevante persoonlijke informatie en het ontvangen van feedback is een centraal onderdeel van de identiteitsontwikkeling. Online zelfonthulling lijkt te worden geassocieerd met grotere offline zelfonthulling, maar andersom leidt grotere offline zelfonthulling niet tot meer online zelfonthulling. Adolescenten laten niet hun 'ideale zelf' zien op de Sociale media, maar ze laten wel bepaalde persoonlijkheidskenmerken tot uiting komen, zoals extraversie en openheid. Ze benadrukken en veranderen sommige persoonlijkheidsaspecten daarbij wel, afhankelijk van de ontvanger van berichten. De feedback die ze daarop krijgen, beïnvloedt ook het zelfgevoel.
Sociale media maken het makkelijker voor adolescenten om zich te vergelijken met hun leeftijdsgenoten door de berichten te bekijken. Hoe langer mensen gebruik maken van facebook, hoe meer ze het idee hebben dat anderen gelukkiger zijn dan zijzelf. Ook rapporteren ze een eigen lichaamsfoto negatiever na het zien van een foto van een aantrekkelijke vrouw. Mannen die een profiel bekeken van een succesvolle man, beoordeelden daarna hun eigen carrière minder positief. Het is niet duidelijk wat de impact is van de sociale activiteiten van anderen op de gevoelens van adolescenten, zoals van evenementen waar ze niet voor uitgenodigd worden.
Door sociale media kunnen adolescenten te maken krijgen met mensen buiten hun comfort zone. Ze kunnen daarnaast ook in contact komen met andere adolescenten die een vergelijkbaar specifieke eigenschap hebben, waardoor ze steun bij elkaar kunnen vinden en informatie kunnen uitwisselen. Een voorbeeld is bij chronisch zieke adolescenten. Internet kan ook een ideale context zijn voor adolescenten die het huis niet uit kunnen of die in hun omgeving geen steungroepen hebben. Gezonde adolescenten kunnen daarnaast meer begrip en empathie ontwikkelen als ze horen over de verhalen van chronisch zieken.
Als laatste kunnen sociale media een rol spelen in de expressie van de etnische identiteit en tolerantie voor etnische diversiteit. Het kan verbindend werken tussen verschillende gemeenschappen. Minderheidsgroepen kunnen zich met sociale media beter uiten en kunnen daardoor een positiever zelfbeeld krijgen.
Het internet kan als middel gebruikt worden om meer bewustzijn te creëren bij risicogroepen. Door het openbare karakter van sociale media kunnen risicogroepen mogelijk eerder geïdentificeerd worden. Betere documentatie en beter begrip van bijvoorbeeld berichten van mensen die een suicidepoging gedaan hebben, kunnen helpen om in het vervolg eerder te herkennen dat er sprake is van een risico. Er zijn specifieke gedragingen op sociale media die kunnen helpen om risicojongeren te herkennen, bijvoorbeeld voor sociale isolatie, deviant gedrag of psychopathologie.
Het internet en de sociale media bieden nieuwe contexten voor het ontwikkelen van de identiteit en de sociale vaardigheden. Het faciliteert en intensifieert soms de taken van adolescenten in de sociale ontwikkeling. Sociale media heeft zowel positieve als negatieve invloeden, maar het heeft vooral de adolescentie veranderd.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1302 | 1 |
Add new contribution