Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16007 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Mensen met een licht tot borderline verstandelijke beperking (MBID) hebben beperkingen in zowel het cognitieve als adaptieve functioneren. Mensen met MBID hebben moeilijkheden met leren. Kinderen met MBID tonen een vertraagde cognitieve ontwikkeling, vertraagde verwerking van informatie en een beperkt kortetermijngeheugen. Bovendien blijken kinderen met MBID selectieve aandachtsproblemen te hebben als de eisen van een taak of het aantal taken toeneemt.
Om sociaal adaptief te kunnen functioneren, zijn complexe sociaal-cognitieve vaardigheden nodig. Veel studies hebben aangetoond dat de mate waarin jongeren adaptief of problematisch sociaal gedrag tonen, afhangt van verschillende sociaal-cognitieve processen, de zogenaamde sociale informatieverwerking (SIP). Onvoldoende SIP lijkt een belangrijke rol te spelen in de psychosociale problemen bij jongeren met MBID. Jongeren met MBID verschillen van hun normaal ontwikkelende leeftijdsgenoten in SIP, ze coderen meer negatieve informatie, minder assertieve -, maar meer onderdanige en agressieve probleemoplossende vaardigheden. Bovendien, agressief en externaliserend gedrag bij jongeren met MBID kan worden voorspeld door het coderen van negatieve signalen, vijandige intentie attributie, agressieve reactie generatie, en negatieve evaluatie van assertieve reacties. De cognitieve capaciteiten die men aanneemt als belangrijkste voor SIP zijn selectieve aandacht, werkgeheugen en inhibitie, dus de geavanceerde executieve functies die zich beperkt ontwikkelen bij jongeren met MBID. Problemen met inhibitie bleken agressieve reactie generatie te voorspellen bij kinderen met MBID en gedragsproblemen.
Onderzoek heeft aangetoond dat perspectief nemen in kinderen met MBID onderontwikkeld is. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met MBID problemen hebben met het herkennen van emotionele signalen in gezichtsuitdrukkingen en dat deze problemen zijn gerelateerd aan gedragsproblemen. In feite, een adequate herkenning van gezichtsuitdrukkingen is cruciaal voor sociale informatieverwerking. Onderzoek heeft uitgewezen dat de attributie van intenties afhangt van de interpretatie van emotionele expressie. Dus, als gevolg van hun problemen met het herkennen van emoties hebben mensen met een MBID een hoger risico op inadequate interpretatie van bedoelingen van anderen en dus inadequate SIP. Ten slotte, mensen met MBID hebben moeilijkheden met het interpreteren van situaties in het algemeen en sociale situaties in het bijzonder. Recent onderzoek heeft aangetoond dat kinderen met MBID problemen hebben met de interpretatie van situaties en intenties van anderen wanneer ze geconfronteerd worden met complexe en contrasterende informatie.
Hoewel meer onderzoek nodig is, tonen studies aan dat sociaal-cognitieve vaardigheden, zoals executieve functies, perspectief nemen, gezichtsuitdrukkingen herkennen, en interpretatie van situaties nodig zijn om sociale informatie adequaat te verwerken. Daarom moeten bij de ontwikkeling van een instrument om de sociale informatieverwerking te meten deze vaardigheden zijn opgenomen, zodat de professionals de oorzaak van het gebrekkige SIP proces aan kunnen wijzen en hun interventie kunnen aanpassen.
Jongeren met MBID hebben problemen met selectieve aandacht en interpretatie van de situatie wanneer de eisen van de taken verhoogd worden en deze contrasterende of sociale informatie bespreken. De belangrijkste vraag van dit onderzoek is de vraag of de taken van de testbatterij kunnen discrimineren tussen kinderen met en zonder MBID. Kinderen met MBID hebben meer problemen met SIP dan zich normaal ontwikkelende leeftijdgenoten, en kinderen met MBID en gedragsproblemen hebben meer problemen met SIP dan kinderen met MBID zonder deze problemen. We verwachten dat we deze bevindingen kunnen repliceren met het instrument in de huidige studie.
De tweede vraag is of kinderen met MBID meer problemen hebben met SIP in vergelijking met hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten wanneer ze geconfronteerd worden met situaties die meer en complexe informatie omvatten, zoals onduidelijke situaties versus situaties die duidelijk zijn over het doel en gebruik van videobeelden versus eenvoudige tekeningen. We verwachten dat wanneer ze geconfronteerd worden met meer en complexere informatie, zoals het geval is in de video vignetten, kinderen met MBID problemen hebben met het coderen van informatie en dus meer problemen hebben met SIP.
De derde vraag is of kinderen met MBID meer problemen hebben met sociale cognitieve vaardigheden dan hun typisch ontwikkelende leeftijdgenoten. We verwachten dat in vergelijking met hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten, kinderen met MBID problemen hebben met de sociaal-cognitieve vaardigheden die nodig zijn voor de sociale informatie verwerking, zoals inhibitie, geheugenbereik, perspectief nemen, emotieherkenning, en interpretatie van situaties.
142 kinderen van 8-2 jaar van speciaal en regulier onderwijs in Nederland werden in vier groepen verdeeld die verschilden in gedragsproblemen en IQ. Daarbij werden SIP, inhibitie, werkgeheugen, nemen van perspectief, herkennen van emoties en interpretatie gemeten.
Kinderen met MBID, met of zonder gedragsproblemen, gebruiken meer interpretaties in het coderen voor sociale informatie dan kinderen zonder MBID (typical development: TD); kinderen met MBID en gedragsproblemen zelfs meer dan kinderen met MBID zonder gedragsproblemen. Wanneer de complexiteit van de informatie in de sociale situatie toeneemt, gebruikt de klinische groep meer interpretatie dan de MBID en TD groepen, wat suggereert dat ze meer vertrouwen op hun vroegere ervaringen dan op de feitelijke informatie in de tekening.
Alle groepen tonen meer vijandige intentie toeschrijvingen dan de TD-groep. Dit suggereert dat vooral in situaties met meer en complexere informatie, kinderen met MBID en gedragsproblemen problemen hebben met het instellen van externe en positieve doelen en de neiging hebben om interne doelen op basis van wraak te stellen. De resultaten geven aan dat, ongeacht de complexiteit van de situatie, de respons repertoire van kinderen met MBID en gedragsproblemen klein is. Alle groepen genereren minder assertieve en meer agressieve reacties dan de TD-groep. Bovendien, de klinische en DBD groep geven meer onderdanig reacties dan de TD-groep. Dit suggereert dat problemen met het genereren van adequate antwoorden niet afhangt van de hoeveelheid en complexiteit van de informatie, maar moeilijker is voor kinderen met MBID en gedragsproblemen in alle situaties.
De klinische en MBID groep evalueerden de assertieve reacties als minder positief dan de TD-groep. De DBD groep evalueerde de agressieve reacties als positiever dan de TD-groep en de klinische groep evalueerde de onderdanige reacties als positiever dan de TD-groep. Positieve evaluatie van inadequate reacties wordt vaker gezien bij alle groepen dan bij de TD-groep. Blijkbaar hangen problemen met de evaluatie van adequate antwoorden niet af van de omvang en complexiteit van informatie, maar is dit moeilijker voor kinderen met MBID in alle situaties.
Alle groepen voelden meer vertrouwen bij een agressieve en onderdanige respons dan de TD-groep. Met meer en complexere informatie, voelen kinderen met MBID zich zekerder bij het geven van een onderdanige respons dan de TD-groep. Alle groepen selecteerden minder assertieve antwoorden dan de TD-groep. De MBID groep selecteerde meer agressieve reacties, en de DBD-groep meer onderdanige reacties dan de TD-groep. Vooral in situaties met meer en complexe informatie hebben kinderen met MBID en gedragsproblemen de neiging om onderdanig reacties te selecteren.
De klinische en DBD groepen hebben beide meer inhibitie problemen dan de TD-groep. De klinische en MBID-groepen hebben beide lagere scores op het werkgeheugen en meer moeite om het probleem van de sociale situatie te herkennen dan de DBD- en TD-groepen en alle groepen scoren lager op interpretatie dan de TD-groep. Kinderen met MBID hebben problemen met het herkennen van het probleem in een sociale situatie, ongeacht de hoeveelheid en de complexiteit van de situatie. De MBID-groep had lagere scores op de herkenning van verdriet en angst dan de klinische en TD-groepen. De MBID-groep heeft meer problemen met emotieherkenning wanneer de hoeveelheid informatie toeneemt.
De resultaten van de huidige studie tonen aan dat de taken van de testbatterij onderscheid zou kunnen maken tussen groepen die verschillen in intellectueel functioneren en gedragsproblemen, en dat kinderen met MBID, met of zonder gedragsproblemen, meer problemen hadden met complexere informatie in sociale situaties en sociaal-cognitieve vaardigheden dan hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten.
Met betrekking tot de verschillen in SIP-variabelen, coderen kinderen met MBID minder realistisch en meer door interpretatie dan hun zich normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. In het coderen van informatie uit de sociale situatie, lijken ze informatie te gebruiken uit eerdere ervaringen en normatieve overtuigingen, in plaats van zich te concentreren op de feitelijke informatie van de situatie. Bovendien, als de complexiteit van de informatie in de sociale situatie toeneemt, vertrouwen vooral kinderen met MBID en gedragsproblemen nog meer over hun ervaringen en overtuigingen.
Verder toonde kinderen met MBID, gedragsproblemen, of beide meer vijandige intentie attributies bij de interpretatie van de sociale situaties dan hun normaal ontwikkelende leeftijdsgenoten, maar vijandige intentie attributie hangt af van de complexiteit van de informatie in de situatie. In duidelijk opzettelijke situaties verschilden kinderen met MBID, gedragsproblemen, of beide niet in vijandige bedoelingen attributies van hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. Echter, in situaties met ambigue en complexe informatie hadden kinderen met MBID en gedragsproblemen de neiging om meer vijandige intentie attributies te maken dan hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. Dus, hoe meer en complexer de informatie in de sociale situatie, hoe moeilijker het was om adequate intentie attributies en interpretaties te maken.
Met betrekking tot doelen stellen kinderen met MBID, gedragsproblemen of beide, meer interne doelen op basis van wraak en opluchting, en minder externe doelen op basis van sociale redenen dan hun normaal ontwikkelende leeftijdsgenoten. Bovendien hadden kinderen met MBID, met of zonder gedragsproblemen, een kleinere respons repertoire dan hun zich normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. Vooral kinderen met MBID en gedragsproblemen lijken minder mogelijke reacties beschikbaar te hebben voor gebruik in problematische sociale situaties, ongeacht de complexiteit van informatie in de situatie. Bovendien genereren kinderen met MBID, gedragsproblemen of beide, spontaan minder assertief en meer agressief en onderdanig reacties dan hun normaal ontwikkelende leeftijdsgenoten, in het bijzonder kinderen met MBID en gedragsproblemen genereren spontaan minder assertieve reacties, ongeacht de complexiteit van de informatie in de situatie.
Met betrekking tot besluitvorming, kinderen met MBID met of zonder gedragsproblemen, evalueren assertieve reacties minder vaak en onderdanige reacties vaker als positief in vergelijking met hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. Kinderen met MBID in het bijzonder hadden problemen met het geloven dat assertieve reacties een positief resultaat hebben, ongeacht de complexiteit van de informatie in de situatie. Bovendien voelden kinderen met MBID, gedragsproblemen of beide, zich meer competent in het uitvoeren van inadequate reacties dan hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. Vooral kinderen met MBID voelen zich meer competent in het uitvoeren van onderdanigr reacties wanneer situaties complexe informatie bevatten. Tot slot selecteren kinderen met MBID, gedragsproblemen of beide minder assertieve reacties dan hun normaal ontwikkelende leeftijdgenoten, de MBID groep agressiever, en de DBD groep meer onderdanige reacties. In situaties met meer en complexere informatie hebben kinderen met MBID en gedragsproblemen de neiging om onderdanig reacties te selecteren.
Een sterk punt was dat de huidige studie de eerste is die een nieuw diagnostisch instrument voor SIP en sociaal-cognitieve vaardigheden heeft ontwikkeld. Daarnaast is het instrument ontwikkeld door zowel artsen en onderzoekers, dus gebaseerd op theorie en klinische ervaring. Een ander sterk punt van deze studie was dat het vier groepen bevat die verschillen in intellectueel functioneren en gedragsproblemen om de onderscheidende validiteit te onderzoeken van het instrument. De taken van het instrument maken een onderscheid tussen kinderen met en zonder MBID en tussen kinderen met en zonder gedragsproblemen. Na verdere ontwikkeling van het materiaal kan het instrument worden gebruikt om meer informatie te krijgen over de competenties en beperkingen in de sociale informatieverwerking en sociale cognitieve vaardigheden, om de behandeling aan te kunnen passen aan de handicaps van deze kinderen. Bovendien is gebleken uit de studie dat kinderen met MBID de neiging hebben om positieve overtuigingen te hebben over de resultaten van inadequate reacties en negatieve overtuigingen over uitkomsten van adequaat gedrag, wat gerelateerd was aan de selectie van inadequate reacties.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1734 | 1 |
Add new contribution