Psychology and behavorial sciences - Theme
- 15756 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Dit artikel is gebaseerd op data uit de Verenigde Staten en de demografische gegevens en conclusies die hier worden getrokken kunnen niet zomaar worden gegeneraliseerd naar andere landen. Omdat de data niet in alle Staten op eenzelfde manier en continue wordt verzameld, is het lastig om vast te stellen hoeveel echtscheidingen er plaatsvinden. De algemene overtuiging op basis van de beschikbare data is dat ongeveer de helft van alle huwelijken eindigen in een echtscheiding.
De volgende variabelen zijn geïdentificeerd als voorspellers van echtscheidingen. Dat betekent echter niet dat zij echtscheidingen veroorzaken. De variabelen zijn als volgt: trouwen in de tienerjaren, armoede, werkloosheid, laag opgeleid, samenwonen met de toekomstige partner voor het huwelijk, kinderen krijgen voor het huwelijk, kinderen van een vorig huwelijk meenemen naar het nieuwe huwelijk, trouwen met iemand van een andere etniciteit, en opgroeien in een huishouden zonder twee continue getrouwde ouders.
Recentelijk wetenschappelijk bewijs laat gemengde resultaten zien met betrekking tot deze vraag. Wanneer de vrouw werkt zijn er zowel negatieve als positieve gevolgen die elkaar beïnvloeden, waardoor er uiteindelijk geen invloed lijkt te zijn op de hoeveelheid echtscheidingen. Er kan echter wel gezegd worden dat, ook al heeft het werk en het inkomen geen invloed op de hoeveelheid echtscheidingen, het maakt het wel makkelijker voor zowel de vrouw als de man om een ongelukkig huwelijk te verlaten.
Relatiekenmerken die op basis van onderzoek kunnen worden beschouwd als risicofactoren voor echtscheidingen zijn relaties met huiselijk geweld, frequente conflicten, ontrouw, waargenomen relatieproblemen, lage huwelijksbetrokkenheid en weinig liefde en vertrouwen. Niet alle echtscheidingen worden echter voorafgegaan door zulke dysfunctie. Er blijkt ook een grote groep te zijn die voor de echtscheiding niet te maken had met ruzie en huwelijkse ontevredenheid. Deze groep bleek echter wel andere kenmerken te vertonen die kunnen worden beschouwd als risicofactoren, zoals het opgroeien in een gescheiden familie en non-religiositeit. De echtscheidingen zouden het gevolg zijn van een accumulatie van risicofactoren via twee mogelijkheden, te weten via een hoge mate van conflict en ontevredenheid of een lage mate van betrokkenheid.
Onderzoek toont aan dat kinderen van gescheiden ouders vergeleken met kinderen van niet-gescheiden ouders gemiddeld lager scoren op diverse emotionele, gedraggerelateerde, sociale, gezondheidgerelateerde en academische uitkomsten. Deze effecten lijken te volharden in de volwassenheid. Het is mogelijk dat de associaties tussen echtscheidingen en de problemen die de kinderen ervaren worden veroorzaakt door selectiefactoren, dat wil zeggen variabelen die beide problemen veroorzaken. Er is daarom meer onderzoek gedaan naar deze selectiefactoren. Deze methoden worden nu besproken.
In een passief genetisch model wordt veronderstelt dat ouders genetische predisposities hebben voor bepaalde kenmerken, zoals agressiviteit en antisociaal gedrag. Deze kenmerken verhogen de kans op echtscheidingen. En de door de kinderen genetisch geërfde kenmerken leiden bij hen tot een hogere kans op gedragsproblemen, slechte relaties met klasgenoten, etc.. Hierdoor ontstaat de spurieuze correlatie tussen ouderlijke echtscheidingen en de problemen van hun kinderen. Wetenschappelijke onderzoeken hebben echter niet kunnen bevestigen dat de associaties tussen ouderlijke echtscheidingen en de problemen van hun kinderen worden veroorzaakt door passieve genetische overdracht.
Een van de redenen waarom er geen conclusies kunnen worden getrokken over causaliteit is dat het onmogelijk is om statistisch voor alle relevante variabelen te controleren. Fixed-effect modellen kunnen dan goed gebruikt worden. Deze modellen elimineren ongeobserveerde bronnen van heterogeniteit die tijdsinvariant zijn, zoals sekse, etniciteit, persoonlijkheid van de ouders, en bepaalde genetische effecten. De modellen controleren niet voor tijdsvariërende factoren. Echter, ook aan de hand van de resultaten van deze onderzoeken is het lastig om tot een goede conclusie te komen, omdat er maar weinig van zulke studies zijn gedaan en de resultaten elkaar tegenspreken.
Het grote probleem dat zich voordoet met betrekking tot dit onderwerp is dat echtscheidingen niet zomaar kunnen worden geïnterpreteerd als een discrete gebeurtenis die op één dag op een bepaald tijdstip plaatsvindt. Echtscheidingen zijn onderdeel van een proces dat zich gradueel ontwikkeld. De problematische familierelaties die voorafgaan aan de echtscheiding zijn onderdeel van het echtscheidingsproces. De vraag welke effecten dus kunnen worden toegeschreven aan de echtscheiding is daardoor meer theoretisch dan empirisch. Longitudinaal onderzoek zou daarop kunnen inspelen door onderscheid te maken tussen ouders die weinig conflict ondervonden en ouders die veel conflict ondervonden.
Het divorce-stress-adjustment perspectief beschouwt echtelijke ontbinding als een proces dat begint wanneer de koppels nog bij elkaar zijn en jaren na de wettelijke echtscheiding eindigt. De wettelijke echtscheiding heeft weinig directe effecten op de kinderen. Het is de stress die voorafgaat aan de huwelijkse problemen die de kans vergroot op verschillende problemen op de gebieden van gedrag, emoties, academische prestaties en interpersoonlijke relaties. Doordat er verschillende factoren zijn die de reactie van de kinderen op de echtscheiding modereren, kan de aanpassing snel zijn en zonder lange termijn problemen, of langzaam zijn met negatieve gevolgen die volharden in de volwassenheid.
Factoren die het welzijn van de kinderen na echtscheidingen lijken te verminderen zijn een vermindering van het huishoudinkomen, slecht psychologisch functioneren en ineffectief ouderschap van de inwonende ouder, verlies van contact met de uitwonende ouder, en continue conflict tussen de ouders en een gebrek aan coöperatief ouderschap. Een interessante moderator is de kwaliteit van de familierelaties voorafgaand aan de echtscheiding. Kinderen lijken minder problemen te ervaren als het huwelijk veel conflicten kende, terwijl het welzijn van kinderen na een echtscheiding van een huwelijk met weinig conflicten lijkt te verslechteren. De gevolgen van een echtscheiding zijn dus afhankelijk van of kinderen worden weggehaald uit een aversieve of steunende familieomgeving.
Dit perspectief beschouwt echtscheidingen als een transitie uit een serie van transities die kinderen meemaken voordat zij volwassen zijn. Het perspectief beschouwt de hoeveelheid transities, en niet alleen de echtscheiding zelf, als een centrale variabele die het welzijn van de kinderen beïnvloedt. Echtscheidingen creëren immers mogelijkheden voor toekomstige ouderlijke samenwoonsituaties, nieuwe huwelijken en nieuwe echtscheidingen.
In plaats van te vragen of echtscheiding invloed hebben op kinderen kan beter worden gevraagd hoe en onder welke omstandigheden echtscheidingen positieve of negatieve invloeden hebben op kinderen. Een echtscheiding kan verschillende gevolgen hebben waarbij het welzijn van de kinderen kan verbeteren, niet verandert, of verslechtert. Er zou minder gekeken moeten worden naar de gemiddelde verschillen tussen kinderen met en zonder gescheiden ouders en meer naar de factoren die zorgen voor variabiliteit in de aanpassing van kinderen.
Gescheiden mannen en vrouwen scoren gemiddeld lager op fysieke en mentale gezondheid dan niet-gescheiden mannen en vrouwen. Ook vertonen zij meer symptomen van depressie en angst, meer gezondheidsproblemen, meer middelengebruik en hebben zij een groter risico op mortaliteit.
Volgens de stress theorie heeft een groot aantal veranderingen in een korte periode negatieve effecten op het mentale en fysieke welzijn. Echtscheidingen gaan gepaard met veel veranderingen, zoals gevoelens van boosheid en verdriet, verhuizingen, en een vermindering van de levensstandaard. Het sociale steun perspectief stelt dat huwelijken vele voordelen met zich meebrengen, zoals gezelschap en emotionele steun. Ook moedigen partners elkaar vaak aan om gezond te leven, minder te roken en regelmatig medisch onderzocht te worden. Deze theorieën volgend zouden echtscheidingen negatieve gevolgen hebben voor het welzijn van de voormalige echtgenoten.
Bepaald onderzoek heeft gevonden dat individuen al een lager mentaal welzijn hadden voordat zij gescheiden waren. Echter, na de echtscheiding verlaagde het mentale welzijn nog meer. Dit wijst op het bestaan van zowel selectie effecten als causaliteit. Kijkend naar de beschikbare resultaten kan worden geconcludeerd dat, ondanks dat er sprake is van het bestaan van selectiefactoren, echtscheidingen negatieve gevolgen hebben voor het mentale en fysieke welzijn van volwassenen.
De vraag bestaat of echtscheidingen moeten worden beschouwd als een type crisis of als vorm van chronische belasting. Het crisis model beschouwt een echtscheiding als een tijdelijk fenomeen waaraan de meeste mensen zich aanpassen. Het chronische belasting model beschouwt een echtscheiding als een fenomeen dat vrijwel niet eindigt, omdat het spanningen veroorzaakt die op de lange termijn blijven bestaan (zoals solo ouderschap voor moeders of het proberen te behouden van een positieve relatie met de kinderen voor uitwonende vaders). Onderzoek toont aan dat beide modellen een kern van waarheid bevatten. Echtscheidingen kunnen zowel gevolgen hebben voor de korte en de lange termijn, afhankelijk van verschillende factoren. Echtscheidingen worden meestal eerst gevolgd door afnames in psychologisch, sociaal en fysiek welzijn. Maar na een aantal jaar past de meerderheid zich daaraan aan en slechts een minderheid houdt er grote problemen aan over.
Een interessant resultaat is dat mannen en vrouwen uit stressvolle huwelijken verbeteringen vertonen na de echtscheiding. Mannen en vrouwen uit niet-stressvolle huwelijken vertonen verminderingen in het welzijn. Wellicht waren de individuen uit het stressvolle huwelijk opgelucht van het huwelijk af te zijn, terwijl de individuen uit het niet-stressvolle huwelijk zich niet bewust waren van de stress die een echtscheiding met zich meebrengt en hoe het leven er zonder de echtgenoot uit zou zien. Een ander resultaat toont aan dat de echtgenoot die de echtscheiding aanvraagt minder problemen heeft met de aanpassingen na de echtscheiding.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1051 | 2 |
Add new contribution