
HC1 Diagnostiek
Intelligentieonderzoek
Wat is intelligentie?
Intelligentietest
Eerste IQ test: Binet, 1905
Nationale IQ-test
Slim versus minder slim
Theorieën
Resing en Drenth, 2007
Intelligentie is een conglomeraat (samenstelling) van verstandelijke vermogens, processen en vaardigheden, zoals:
Abstract, logisch en consistent kunnen redeneren
Relaties kunnen doorzien
Regels kunnen ontdekken in schijnbaar ongeordend materiaal
Met bestaande kennis nieuwe taken kunnen oplossen
Problemen kunnen oplossen
Zich flexibel kunnen aanpassen in nieuwe situaties
Leervermogen vertonen zonder directe en volledige instructies
Wechsler (1974)
‘Intelligence is the overall capacity of an individual to understand and cope with the world around him. This definition conceives of intelligence as an overall or global entity; that is, a multi-determined and multi-faced entity rather than an independent, uniquely-defined trait. It avoids singling out any ability, however esteemed (e.g. abstract reasoning), as crucial or overwhelmingly important’
Benaderingen m.b.t intelligentie
Psychometrische benadering
Differentiële psychologie (Binet)
Zwak: theoretische onderbouwing
Sterk: instrumentontwikkeling
Binet (1905): 1e intelligentietest
Eerst intelligentie meten dan pas bestuderen
WISC-RN, WISC-III, WISC-V ontwikkeld binnen deze traditie
G-factor & factoranalyse
Charles Spearman
Structuur van intelligentie:
G-factor
Factoranalyse
Vervolg structuur intelligentie
Primary mental abilities
Thurstone (1938): 7 primaire intelligentiefactoren
Uitgangspunt voor o.a. RAKIT
Guilford (1967): 3 dimensies, leidend tot 120 intelligentiefactoren
Er is een zwakke samenhang tussen de 7 factoren en die samenhang noemt Thurstone dan de G-factor
Three-stratum theory
Carroll (1993): hiërarchisch model met 3 niveaus:
G-factor (niveau 3), 7 groepsfactoren (niveau 2) en specifieke factoren (niveau 1)
Factoren op niveau 2 samen te vatten in: proces, inhoud en capaciteit
Proces: hoe wordt informatie verwerkt
Inhoud: welke informatie wordt verwerkt
Capaciteit: hoeveel informatie wordt verwerkt en hoe snel gaat dat (werkgeheugen)
CHC-model
Cattell en Horn (1978): fluid en crystallized intelligence (niveau 2 Carroll)
Fluid: taken die gaan om relatief nieuwe problemen, waarbij je niet goed kan terugvallen op eerdere ervaringen (nieuwe problemen snel op kunnen lossen)
Crystallized: cultuur beïnvloed dit omdat het je ervaringen in het leven beïnvloed. Crystallized is dus dat je kan terugvallen op ervaringen.
Herziene IQ-test
Waarom een herziening?
Actualisering van de normen
Flynn-effect
Intelligentie is niet constant over generaties. Als je niks zou doen aan de intelligentietest, zouden er 10 punten bijkomen per generatie. Dus zouden de volgende generaties steeds ‘slimmer’ te worden, maar wordt er eigenlijk een overschatting gemaakt.
Inhoud van subtesten en scoringsregels actualiseren
Nieuwe subtests en factorstructuren:
Folder WISC-V
Wechsler Intelligence SCale
Doel: zo breed mogelijke meting
Gestandaardiseerde test
Onderverdeling: VIQ en PIQ
Kaufmanfactoren:
Verbaal begrip (Taalvaardigheid en kennis)
Perceptuele organisatie
Verwerkingssnelheid
G-factor verklaard ongeveer 42% van de variantie
WISC-III: systematische interpretatie
Stap 1: totaal IQ
Stap 2: Verbaal en performaal IQ
Stap 3: Intelligentiefactoren
Stap 4: Afzonderlijke subtests
Stap 5: Kwalitatieve gegevens
In WISC-V is er geen onderscheid meer tussen verbaal en performaal IQ
WISC-V: (gebaseerd op het CHC-model)
Totaal IQ
Primaire indexen
Verbaal begrip
Visueel-ruimtelijk
Fluid Reasoning
Werkgeheugen
Verwerkingssnelheid
Secundaire indexen
Kwantitatief redeneren
Auditief werkgeheugen
Non Verbaal
Algemene Vaardigheid
Cognitieve Competentie
Benadering m.b.t intelligentie
Cognitieve benadering
Intelligent gedrag omvat meer dan intelligentie zoals gemeten met onze intelligentietests
Gebaseerd op model van cognitief functioneren, informatieverwerkingsmodel.
Neuropsychologische theorie Luria
1e systeem regelt:
Arousal en alertheid
Speelt rol bij aandachtsfunctie
2e systeem betrokken bij:
Perceptie, verwerking (analyse) en opslag van informatie
Informatie wordt simultaan en sequentieel verwerkt
K-ABC; K-ABC-II
3e systeem betrokken bij:
Uitvoering: sturen en reguleren van cognitieve processen en gedrag (executieve functies)
Drievoudige-intelligentietheorie en Sternberg
Componenten Dimensie
Cognitieve processen / componenten informatieverwerking
Ervaringsdimensie
Ervaring met taken en problemen
Mate van automatisering
Contextuele dimensie
Aanpassen, veranderen of vermijden.
Cognitive Assessment System-2 (testen van 5 ™ 17 jaar)
Doel: intelligentiemeting en cognitieve processen
Uitgangspunt PASS-theorie (Das et al., 1994): cognitieve processen staan centraal:
Planning
Aandacht
Simultane verwerking (ruimtelijke, in 1x verwerken)
Successieve verwerking (op volgorde verwerken)
Benaderingen m.b.t intelligentie
Vygotskiaanse benadering
Cultuurhistorische theorie
Internalisatie
Zone van naaste ontwikkeling
Actuele niveau (wat het kind al kan) en wat het kind kan met hulp van volwassen (potentieel)
Vaststellen leerpotentieel impliceert hulp en dialoog met de testleider: “mediated learning”
Leergeschiktheid en leertest
Fasen leertest
Pretest: Actuele niveau
Oefenfase Hulp (aard varieert)
Posttest: Potentiële niveau
Voorbeeld oefenfase
Pre: Afname Blokpatronen uit WISC-III
Oefenfase Hulp van raster
Post: Opnieuw afname fout gemaakte items
Verschillen in leertest
In de vormgeving van de oefenfase
Het geven van eenvoudige hints
Het geven van goed/fout-feedback
Het aanleren van strategieën/vaardigheden
Testherhaling
In de mate van standaardisering van de geboden hulp
Dynamic assessment
Dynamisch testen: begeleide instructie en leren gedurende testafname
Beoordelingsprocedure is dynamisch: aandacht ligt op veranderlijkheid van kinderen
‘All testing is dynamic testing’
Sternberg en Grigorenko (2001)
Impliciet leren
Micro-ontwikkeling van cognitieve vaardigheden
Gebruik intelligentie in praktijk
Diagnostische cyclus (De Bruyn et al., 2003)
Aanmelding
Klachtanalyse
Probleemanalyse
Verklaringsanalyse
Indicatieanalyse
Advisering
Rapportage
Tak, Bosch, Begeer, & Albrecht (2014)
Methodologie
Methoden van diagnostische onderzoek
Domeinen van onderzoek
Veel Gebruikte intelligentietests
WPPSI-III; WISC-III; WAIS-IV
WNV-NL
RAKIT; RAKIT-2
SON 2,5-7; SON 6-40
K-ABC-II; KAIT-NL
Raven
NIO
Keuze afhankelijk van:
Aard van de vraagstelling
Diagnostiek, selectie/plaatsing, behandeling, monitoring/evaluatie
Leeftijdsbereik en afnameduur
Theoretische uitgangspunten en intelligentiebegrip
Beschrijving subtests, intelligentiefactoren en –profielen
Kwaliteiten test
Bijzonderheden
Specifieke doelgroep, verkort, (non-)verbaal
Verantwoord gebruik intelligentietests?
In classificatiesystemen
Indeling op basis van intelligentiescores
In onderwijspraktijk
Criteria indeling speciaal onderwijs
Classificatiesysteem intelligentiescores
> 130 zeer begaafd
121-130 begaafd
111-120 bovengemiddeld
90-110 gemiddeld
80-89 benedengemiddeld
70-79 moeilijk lerend
50-69 lichte verstandelijke beperking
35-49 matig verstandelijke beperking
20-34 ernstige verstandelijke beperking
< 20 diepe verstandelijke beperking
Kritische noot
Toekenning absolute betekenis aan IQ-score
Betrouwbaarheidsinterval
IQ:90, interval 81 tot 99
Betrouwbaarheid test
COTAN: Son .90-.95, Wisc .94, Rakit .95
Inhoudelijke en methodische verschillen tussen tests
Intelligentieonderzoek
Als onderdeel van diagnostisch onderzoek
IQ-score(s)
Informatie over:
Werkhouding/ concentratie
Frustratie Tolerantie
(faal) angst
Sociale vaardigheden
Indicaties voor andere problemen/stoornissen
Interessante, leuke, onverwachte voorbeelden
Punten van discussie:
Erfelijk - omgeving
Stabiliteit door jaren heen?
Tot slot…
Betekenis intelligentie
Operationalisatie middels tests
Verschillende tests
Mate van standaardisering (o.a. leertests)
Toepassing in de praktijk
Individuele factoren
Omgevingsfactoren
Beeldvorming en/of classificatie
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcollegeaantekeningen Diagnostiek. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege Intelligentieonderzoek. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege Neuropsychologie. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege diagnostiek van onderwijsleerproblemen. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege vroegkinderlijke diagnostiek. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege Diagnostiek van de psychosociale problemen. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege gezinsdiagnostiek. Universiteit Utrecht
- Hoorcollege psychodiagnostiek bij mensen met een verstandelijke beperking. Universiteit Utrecht

Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcollegeaantekeningen Diagnostiek. Universiteit Utrecht
Hoorcollegeaantekeningen van het vak diagnostiek in 2018. Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Utrecht.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution