Programma ontwikkeling, implementatie & evaluatie in cross-culturele contexten - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 7 Programma ontwikkeling, implementatie & evaluatie in cross-culturele contexten

Voorbeeld: racerbacks uit Australië (neergezet door reizigers > populatie van zwijnen om op te jagen (investering) deze dieren passen zich aan, aan de omgeving/klimaat (haar, kleur etc.). Ze hebben zichzelf geleerd te overleven, brengt negatieve gevolgen mee (ecosysteem, ziektes). Canadese zeehond jagen op kreeft en hebben mooie vacht > werd op gejaagd, maar verbod. Geen jacht meer > exponentiële groei in aantal > bijna geen kreeft meer te krijgen > impact op toeristenindustrie. Dus: hoe een bepaalde keuze met de beste intenties negatieve gevolgen heeft > effectiviteit: varkens achterlaten zou effectief zijn, maar: er kwamen veel andere problemen uit voor. Zeehonden, moraliteit: jagen van zeehonden verbieden, ethisch niet langer verantwoord > specifiek gevolg dat we vooraf niet hadden voorzien. Belangrijk om dit te onthouden als je kijkt naar internationaal beleid. Men denkt dat ze het juist hebben en juist implementeren, maar dit kan ongewenste gevolgen met zich meebrengen.

Skillful Parenting programma in Kenia

  • Kenia, o.a. sociale problemen: armoede, geweld, verwaarlozing e.d. bij ouders en kinderen.
  • Oprichter: NGO – Investing in Children & Society (ICS)
  • Ontwikkeld in Kenia a.d.h.v. ideeën uit al bestaande (westerse en niet-westerse) programma’s, ideeën, concepten en theorieën (deze werden allemaal geïntegreerd).
  • Onderdeel van A (afrocultural microfarming programme) > B (skillful parenting) model:
    • A: Mensen opleiden als boer zodat er geld en voedsel kwam en ouders hun gezin konden voorzien.
    • Maar, geld werd volgens ICS niet goed geïnvesteerd (bijv. alcohol, prostitutie).
    • Ontwikkeling naar Skillful parenting.
  • Doel: voorzieningen, aandacht en het werk van de ouders op de juiste manier investeren. Problemen rondom mishandeling, verwaarlozing etc. moesten aangepakt worden. Dit gebeurde door met ouders in gesprek te gaan, moment van reflectie geven > ouders zouden daardoor hun kinderen beter moeten gaan behandelen > sociale cohesie binnen gezin versterken, minder problemen etc.
  • Doel: even concreet
    • Werken met ouders: Bottom up; grassroots; eigen kracht; civil driven change;
      • Het begint direct bij de ouders (grassroots), dus niet vanaf hogerhand. Door als een groep samen te communiceren een duurzame, effectieve verandering doorgaan.
    • Empowering van ouders, ownership leren (eigenaarschap over waar ze mee bezig zijn, niet opgelegd door een autoriteit). Door deze ouders te betrekken en bewust te maken zouden ze moeten veranderen.
    • Om te voorkomen/verminderen: mishandeling van kinderen, verwaarlozing en uit elkaar vallen van families.

Maar hoe? En wanneer weet je hoe het is gelukt? Wat betekenen de concepten eigenlijk?

  • Evaluatie

    • Wat is het probleem?
    • Hoe ontstaat dat probleem?

Systemen die er zijn die leiden tot problematische gegevens. Probleem kan systeem zelf zijn, of een uitkomst van dat systeem.

    • Hoe verhelp je dat probleem?

Hoe denken we dat het probleem tot stand komt? Je wil de oorzaak van het probleem aanpakken, niet de gevolgen.

    • Hoe meet je of je een verschil hebt gemaakt?

Focus op voorwaarden van effectiviteit.

Algemene Methodologische Voorwaarden voor Effectiviteit (Green, Bartholomew)

  • In tijd van Skillfulparenting was dit stappenplan niet helemaal doorgenomen.
  • Voorwaarden: zie dia’s. Geen verdere uitleg.

 

  1. Sociale & epidemiologische analyse

Wat is het probleem, en hoe groot is het precies?

    • Waar richt de interventie zich specifiek op? Mishandelen, verwaarlozen van kinderen, versterken van familiebanden.
    • Wat weten we over de problematiek in Kenia? Zie dia.
      • Het is normaal dat kinderen een tik krijgen, maar het kan extreme vormen aannemen.
      • Migratie-vaders: weg uit de omgeving waar het gezin woont, om geld te verdienen. Moeders doen thuis al het werk (dus ook op het land).
      • HIV: hierdoor zijn families uit elkaar gevallen. Ook pedagogische systemen/netwerken zijn uit elkaar gevallen.

Belangrijke vragen:

    • Wat is (dan nog) ‘normaal’?

      • Zoals plaatje. Mensen zijn meer gewend aan sterfte, armoede, hopeloosheid > mensen zijn niet zozeer bezig met veiligheid. Meer bezig om de dag te overleven.
    • Wat mag je verwachten? Waarom?
    • Wat is juist? Wat is realistisch?

“Life is cheap here”: hoe realistisch is het om in het leven van deze mensen in te grijpen? Hoeveel recht heb je om te verwachten dat jij het leven van die mensen moet veranderen?

    • Mag/moet je ingrijpen?

Als ouders niet genoeg verdienen om het gezin te onderhouden, mag je dit dan wel willen veranderen?

Canadese Zeehond > Should you change it? How?

 

  1. Analyse van factoren

Hoe ontstaat het probleem?

    • Armoede, HIV > bepaalt hoe mensen in het leven staan.
    • Cultuur/religie: genderrollen, gebrek aan flexibiliteit kan oplossing in de weg staan.
    • Armoede > stress > afbrokkeling sociale relaties?
      • ‘hangry’: is dit hoe het werkt?
    • Globalisering: nieuwe ideeën leiden tot nieuwe verlangens. Kloof tussen generaties
      • these kids are digitally’: mensen die begrepen dat de wereld anders werkte. Meer de moderne mensen (met bijv. telefoon). Maar het kan ook gaan om een hond die uitkijkt op de straat: wezens die meegaan met de tijd en bewust zijn dat de wereld verandert. Begrijpen dat er meer is dan Kenia en hoe het daar gaat, dat het anders zou kunnen > afkeer bij jongere generaties. Dit kan voor een kloof tussen generaties zorgen (ook binnen gezinnen).

 

  1. Bepalen van determinanten van gedrag

Welke mechanismen spelen een rol, en hoe gebruiken we die om de situatie te veranderen?

    • Theory of Planned Behaviour: mensen zullen hun gedrag veranderen als ze overtuigd zijn van de noodzaak en de mogelijkheid hebben om te veranderen.
    • Mensen zien geen noodzaak/mogelijkheid om dingen anders te doen.
      • Deficit narrative: als deze ouders de mogelijkheid, kennis en inzicht zouden hebben, dan zouden ze het wel doen zoals wij het doen (WEIRD).
      • WEIRD: we hebben maar een klein plaatje van hoe de wereld werkt. We hebben een heel selectief raamwerk, valt niet zomaar te generaliseren naar een andere context. Is niet universeel.
      • Vergelijkbaar met wilde varkens > WEIRD- praktijken toepassen in Kenia: ben je dan effectief bezig en krijg je wat je verwacht?

Welke mechanismen spelen een rol?

    • Culturele adaptatie: proberen te kijken naar de leefwereld van de respondenten, om zich zo met hen te verbinden en verandering te creëren.

      • On-topic: gericht op de problemen van ouders
      • Contextueel relevant: praten over Keniaanse kwesties in Keniaanse huishoudens.
      • Culturele artefacten: dans, zingen, lachen en erkenning van bestaande sociale structuren en gewoonten.

Niet zeggen dat dingen anders moeten, maar vragen hoe mensen denken over de manier waarop het nu gaat. Ook religie werd meegenomen in het programma (God als vadervoorbeeld voor de vader). Dat gaf mensen waarde en erkenning en waardering in wat ze deden. Waardevol onderdeel van identiteit.

    • Makers van programma’s leken zich niet per se bewust van wat ze deden. Niet alles was voorhand uitgeschreven. Niet weten waarom het werkt wat ze doen. Rol van de evaluator wat de elementen zijn die wel werken.

 

  1. Specifiek en operationeel geformuleerde doelen

    • Ouders hebben een betere relatie met kind en elkaar.
    • Vermindering van misbruik/ geweld van/tegen kinderen

Hoe dan? > proces

Ontwerpers van programma waren hier niet van op de hoogte. Geen procesbeschrijving van wat ze deden.

Hoe weet je of het werkt? > uitkomst

Niet zoveel doelen. Geen duidelijke operationalisering van hoe het vorm moest krijgen > lastig omdat nu achteraf bepaald moest worden wat er gebeurd was.

Hoe zou een geoperationaliseerde vorm eruitzien? > volgens SMART-doelen werken.

 

  1. Op theorie en praktijkervaring gebaseerde doelen en methodiek

Is de methode verantwoord vanuit theorie en zijn de technieken operationeel afgestemd vanuit heldere theoretische standpunten?

    • Niet het geval bij Skillful parenting. Wel wat theorieën, maar die waren in de praktijk niet echt zichtbaar. Dus mogelijk zou de voorwaarde wel behaald zijn, maar zou dit in de praktijk niet gezien zijn.

 

  1. Implementatieprotocol

Is er een protocol en zijn er bepaalde eisen? Ja.

    • Eén document: manual. Manual gebaseerd op wat er al plaatsvond.

      • Er wordt gewerkt met bestaande groepen.
      • Dia
      • 5 modules (ondertussen 7) die worden toegepast.
      • Er zijn geen determinanten. Geen duidelijke verbinding met theorie. Dus ook niet duidelijk wanneer het doel precies is gehaald.
        • Geen Westerse theorie. Veel van de inhoud van de modules heeft niets te maken met hoe wij dingen zouden doen. Lastig om theoretische onderbouwing te vinden voor praktijken die voor ons een ‘ver van ons bed-show’ zijn.
      • Nadruk op veranderen gedrag en attitude ouder.

 

  1. Evaluatieplan

Hoe te meten?

    • Plan van aanpak

Houvast:

      • Doelen en uitkomsten zoals eerder benoemd. Hoe hebben mensen het eerder al geprobeerd?
      • Kijken hoe andere ouderschapsprogramma’s worden geëvalueerd.

Veel van deze programma’s zijn in het Westen ontwikkelt.

Wat maakt een ouder-training effectief? > dia. Doelen zouden kunnen werken in een context als NL, maar hoe zit dat in Kenia? Deze specifieke formuleringen van de doelen zijn problematisch (deficit narrative).

Door nadruk op deficit narrative, vergeten we te kijken naar de dingen/elementen die wel werken voor die mensen. Maar, je zou situatie zo kunnen veranderen dat ouders dingen kunnen veranderen als ze dat willen.

Omdenken: beter = zoals ouders vinden dat beter is. Inclusie van lokale waarden, technieken, relaties. Vergelijk het met ouderschapsstijl: of een stijl wel/niet werkt, is afhankelijk van de context waarin het plaatsvindt.

  • Evalueren: wat willen ouders? Is dat bereikt?
  • Voelen ouders zich competent en goed?
  • Wordt het sociale/pedagogische netwerk versterkt door dit programma? > zou verbetering kunnen betekenen voor gezinscohesie.
    • Triple-nested sample
      • Sample van 100 > 30 > 10
    • Interviews met 30 respondenten
    • Longitudinaal: periode van 6 maanden
    • Pilot: NOSI getest.
      • Vragenlijst opgesteld.
        • 1e vragenlijst: m.b.v. een Likertschaal van 6. Ouders hadden geen goed begrip van goed antwoorden (ja/nee) op positief gestelde ouder.
      • Op een andere manier vragen gesteld: punten op de grond tekenen. Goed voor relatie tussen onderzoekers en respondenten. Bevorderde participatie.
      • Interviews: prettig maar ook verwarrend (veel informatie, andere perceptie van dingen).
    • Ouderschapscompetentie: ouders erkenden dat lessen meerwaarde hadden.
    • Pedagogisch netwerk was niet groter geworden. Ouders hadden meer vaardigheden en wilden niet dat anderen zich met de opvoeding zouden bemoeien. Wel helpen ze andere ouders die de cursus niet hadden gevolgd.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: AnnevanVeluw
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1048