Wat werkt bij risicojongeren? - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 5 Wat werkt bij risicojongeren?

Waarom preventie?

  1. Individuele en maatschappelijke gevolgen;
  2. Ontvankelijkheid voor gedragsverandering;
    1. Voorwaarde van preventie.
  3. Opeenstapeling van risico’s op jonge leeftijd zichtbaar;
    1. Daarom kan je er dan al wat aan doen. Daarmee bespaar je de dader, en de maatschappij een hoop ellende.
    2. Wat kan je er al mee in vroeg stadium (voor 12 jaar)?

Preventieniveaus

  • Universeel (primair): normale/hele populatie (bijv. voorlichting op basisschool)
  • Selectief (secundair): gemiddeld hoger risico (bijv. jongeren in lager SES)
  • Indicatief (tertiair): symptomen van gedragsproblemen (bijv. jongeren die al delinquent gedrag vertonen)

Kwaliteitscriteria interventies

  1. Theoretisch goed onderbouwd;e

Beschrijven wat je op welke momenten doet en wat de theorie daaronder is.

  1. Gebaseerd op mechanismen die crimineel gedrag verklaren;

Bijv. dat groepsdruk een belangrijke factor is bij jeugdcriminaliteit.

  1. Onderzocht en leidt tot verandering crimineel gedrag;
  2. Onderzocht met bewijs relatie tussen behandeling en gedragsverandering;

Hiërarchie kwaliteit evaluatieonderzoek

RNR Model: werkzaamheid interventies

  • Werkzaamheid van interventies aantonen. 3 beginselen waar interventies aan moeten voldoen om effectief te zijn.

    • Recidive: kleine kans op recidive, dan hoeft interventie niet groot te zijn.
    • Behoefte: interventie gericht op criminogene behoeften. Veranderbare, dynamische risicofactoren die direct samenhangen met recidive (bijv. omgaan met vrienden).
    • Responsiviteit: passen bij motivatie, leerstijl en intellectuele mogelijkheden van de dader.

Ingrijpen op criminogene factoren (G8)

  1. Historie van crimineel gedrag
  2. Antisociale persoonlijkheid
  3. Antisociale houding/gedachten
  4. Verkeerde vrienden
  5. Gezinsproblemen
  6. Problemen op school en werk
  7. Problemen in vrijetijdsbesteding
  8. Problematisch middelengebruik

Er zijn ook beschermende factoren (vaak tegenovergestelde van de criminogene factoren).

Programma-integriteit

  • Uitvoeren van een interventie met de inhoud, duur, frequentie en doelgroep zoals ontwikkeld en op effectiviteit onderzocht.
  • Onderscheid in therapist adherence & competence (Boendermaker, 2015)
    • Adherence: in hoeverre uitvoerders technieken gebruiken zoals in programma voorgeschreven is.
    • Competence: hoe goed de uitvoerder in deze techniek is.
  • Hoge programma-integriteit > medium tot groot behandeleffect (Groense e.a., 2016)

Wat werkt niet?

  • Richten op laag recidiverisicogroep

    • Kan zelfs averechts werken: aandacht geven aan gedrag dat toch wel vanzelf overgaat. Kan tot meer van dat gedrag leiden.
  • Werken aan niet-criminogene factoren
  • Avontuurlijke programma’s (bijv. bootcamp)
  • Interventies volgens medisch model
  • Afschrikking en discipline
  • Kale detentie (alleen maar detentie (zonder bijbehorende behandelprogramma’s))
  • Primair groepsgericht werken

Vroege preventie

  • Negatieve uitkomsten preventieve interventie voor jongeren uit achterstandswijken (Cambridge Somerville Youth Study)

    • Overleden voor leeftijd van 35 jaar
    • Veroordeeld voor ernstig misdrijf
    • Diagnose alcoholisme of ernstige psychische stoornis
  • Mogelijke verklaringen:
    • Begeleiders van jongeren kwamen vooral uit middenklasse > middenklasse-waarden loslaten op achterstandsjongeren > sluit niet aan.
    • Jongeren werden te afhankelijk van begeleiders > slechter af toen begeleiders wegvielen.
    • Labelings-effect: er werd iets verwacht van jongeren waaraan ze niet konden voldoen.

Resultaten overzichtsstudies effecten interventies

  • Gestructureerde CGT: gedachten > gevoelens > gedrag.
  • Groepsinterventies: jongeren gaan zich bonden en een gemeenschappelijke vijand zoeken (kan uitvoerder zijn) > eerder samen slechte pad op.

Effectiviteit interventies risicojongeren

  • Meta-analyse: klein positief effect in het voorkomen en verminderen van crimineel gedrag.
  • Ongeveer 13% minder delinquent gedrag t.o.v. andere hulp/geen hulp.

Effectieve interventiecomponenten

  • Algemeen effect: of het crimineel gedrag vermindert.

    • Over het algemeen is het effect van interventies klein. Daarbinnen zijn sommige componenten wel effectiever dan andere.
  • Drie componenten die relatief effectiever zijn: modeling, opvoedingsvaardigheden, gedragscontracten (afspraak maken met jongere).

Format en intensiteit

  • Middelgrote positieve effecten: gezins- of multimodaal format
  • Individueel ook nog wel effectief, maar al minder dan gezins- of multimodaal format.
  • Groepsinterventies niet effectief
  • Minder intensief = effectief

Conclusies en aanbevelingen overzichtsstudies

  • Bescheiden positief effect van interventies voor risicojongeren, effectiviteit kan worden vergroot door:

    • Hulpverlening in familie- en multimodaal format.
    • Inzetten gedragsgeoriënteerde technieken.
    • Vermijden groepsinterventies.
    • Afstemmen op recidiverisico en dynamische criminogene factoren jongere.
    • Niet te intensief.
    • Verbeteringen op macroniveau (bijv. wijkvoorzieningen).

Werk aan de winkel

  • NJI: commissies die interventies erkennen > database.
  • Nu nog maar 7 van de 234 erkende interventies ‘effectief volgens sterke aanwijzingen’.
  • 23 interventies gericht op voorkomen recidive.

HALT

De Halt-interventie, juridisch kader

  • Buitengerechtelijke afdoening (geen strafblad bij geslaagde Halt-afdoening)
  • Maximaal 20 uur straf
  • Besluit aanwijzing Halt-feiten:
    • Zaken van eenvoudige aard;
    • Waarbij sprake is van overlast veroorzakend gedrag;
    • Van geringe ernst;
  • Discretionaire bevoegdheid officier van justitie (misdrijven): als een gepleegd feit niet op de lijst staat, kan de officier daarvoor alsnog verwijzen.
  • Toestemming ouders (<16 jaar), boven 16 jaar wordt wel aan ouders gevraag, maar kan het alsnog gewoon doorgaan.
  • Recidiveregeling: vastgesteld wanneer er voor een 2e/3e keer naar Halt mag worden verwezen.
    • Voor misdrijven 1x
    • Voor overtredingen meer keren
    • Officier van Justitie mag hierover ook beslissen en een uitzondering maken (discretionaire bevoegdheid)

De Halt-interventie, methodisch kader

  • Jongeren 12 – 18 jaar
  • Licht strafbaar feit
  • Bekennende verdachte (de jongere moet het delict bekennen, anders moet hij vervolgt worden door Officier van Justitie, zaak kan dan voor de rechter komen).
  • Voorkomen delictgedrag en recidive
  • Bewustwording van gedrag en schadeherstel d.m.v.:
    • Start-, vervolg- en eindgesprek (ouders aanwezig bij 1e gesprek)
      • 1e gesprek:
        • Signaliseringsinstrument: 2 doelen: kans op recidive en scoring kan aanleiding geven om jongere door te verwijzen in zorg.
        • Leeropdracht meegeven, aangeven hoe excuses gemaakt kunnen worden.
      • 2e gesprek:
        • Ingaan om leeropdracht die jongere heeft moeten maken.

Doel leeropdracht: reflectie en bewustwording.

        • Ingaan op excuses aanbieden.
        • Praten over betalen van schade.
      • 3e gesprek:
        • Straf wordt geëvalueerd, excuses bekeken en hoe jongere in toekomst dit gedrag kan voorkomen.
    • Uitvoeren van werk- en/of leeropdracht
    • Excuses aan slachtoffer (per brief) of herstelgesprek
    • Schade vergoeden en herstellen

Theoretisch kader Halt

  • Elementen van:

    • Sociale leertheorie

Wisselwerking tussen dader en zijn omgeving. Kinderen en jeugdigen die opgroeien in een gezin en tussen leeftijdsgenoten bij wie veel antisociaal gedrag voorkomt ontwikkelen daardoor de behoeften, de (morele) opvattingen en de vaardigheden die het plegen van criminaliteit bevorderen.

      • Je moet dus wat aan omgeving van dader doen. Bijv. zoveel mogelijk ouders betrekken bij straf.
    • Sociale controletheorie

Wisselwerking tussen dader en zijn sociale omgeving. Iedereen is geneigd tot zelfzuchtigheid, dat zich soms uit in criminele gedragingen. Wanneer mensen meer belang hebben en betrokken zijn bij een conventionele samenleving in de vorm van attachment (emotionele gehechtheid aan anderen), commitment (materiële belang), involvement (betrokkenheid in conventionele tijdsbesteding) en beliefs (geloof in geldigheid van conventionele waardensysteem) hebben zij meer zelfcontrole om deze neiging te onderdrukken.

      • Jongeren duidelijk maken wat het belang is van mensen om hen heen.
    • De labelingtheorie

Kenmerken van de maatschappij. Ernstig en duurzaam afwijkend gedrag van een persoon wordt mede veroorzaakt door de bestraffende reacties uit de samenleving op eerder ongewenst gedrag (primaire deviantie) dat vaak een minder ernstig en incidenteler karakter heeft. De ‘verworpene’ identificeert zich met het stigma, het negatieve (zelf)beeld dat naar aanleiding van de afkeurende maatschappelijke reacties wordt gevormd. Dit leidt tot volharding in crimineel gedrag (secundaire deviantie).

      • Jongeren een tweede kans geven. Het goedmaken zodat stigma vervalt.
    • Reintegrative shamingtheorie

Deze theorie integreert elementen uit traditionele criminologische theorieën in een theorie van reintegrative shaming. In deze theorie staat schuldgevoel centraal, Braithwaite stelt dat als daders zich schuldig voelen over hun delicten, dit hen weerhoudt van crimineel gedrag. Daders die zich nauw verbonden voelen met hun familie en met gemeenschap en een negatieve reactie op hun gedrag verwachten zullen zich hierdoor laten weerhouden.

      • Veel doen aan herstel. Jongeren laten inzien wat crimineel gedrag doet met slachtoffers > kans geven het goed te maken.

Op welke mechanismen is Halt gericht?

Onderzoek naar effectiviteit van Halt (2016)

  • Halt-afdoening heeft bij meeste jongeren geen recidiveverminderend effect
  • Jongeren met lichte problematiek profiteren het meest van Halt
  • Halt werkt niet voor jongeren met een problematischer profiel
  • Jongeren die excuses aanbieden, plegen na de Halt-straf minder en/of minder ernstige strafbare feiten.
  • Ander effectief element: ouders betrekken bij interventie.

DSP onderzoek (2013) procesevaluatie:

  • Beoogde doelgroep Halt bereikt.
  • Kernonderdelen Halt conform handleiding (> 70%)
  • Variatie in uitvoering tussen regio’s

DSP literatuurstudie (2017)

  • Werkzame elementen: ouderbetrokkenheid, excuus aanbieden, schadevergoeding en werkopdracht.
  • Geen bewijs voor effectiviteit leeropdrachten.

Meta-analyse Wilson

  • Weinig onderzoek van hoge kwaliteit
  • Veelbelovende resultaten voor buitengerechtelijke herstelinterventies bij lichte doelgroep

CBS onderzoek

  • 75% van de jongeren die bij Halt zijn geweest pleegt geen strafbare feiten meer.

TIER 2014

  • Halt verlaagd vroeg school verlaten met 6%, en verhoogt jaren onderwijs met 0,29 jaar.

Beleidsontwikkelingen, kansen en dilemma’s

  • Uitbreiding ‘Halt-waardige’ delicten – net-widening effect

    • Net-widening effect: heel veel dingen aanpakken die je eigenlijk niet hoeft aan te pakken (die vanzelf overgaan).
  • Verbreding doelgroep: 18+, 12-
  • Maatwerk en programmatrouw werken
    • Lastige balans: je wil programmatrouw zijn, maar soms ook aanpassen aan het individu (maatwerk).
  • Vernieuwing methodiek:
    • Risico- en behoeftetaxatie (RNR model = basis)
    • Meer ouderbetrokkenheid
    • Module sociale vaardigheidstraining en ART
    • Herstelbemiddeling

Specifieke leeropdrachten gericht op cybercriminaliteit

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: AnnevanVeluw
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1670