Zuinigheid troef - Franken - 2009 - Artikel

De vraag staat centraal hoe de Hoge Raad de jurisprudentie van het EHRM interpreteert en toepast op de Nederlandse rechtsorde. Zoals Knigge stelt in zijn conclusie voor het arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2009, zijn er twee manieren te onderscheiden waarop een rechter EHRM-jurisprudentie kan interpreteren. De eerste methode wordt ook wel de statische methode genoemd. Men beperkt zich dan tot de rechtsontwikkeling die blijkt uit het arrest. Indien er onduidelijkheden zijn of vragen die nog onbeantwoord zijn, dan worden deze gelaten voor wat ze zijn. Bij de andere methode, de dynamische methode, wordt er op zoek gegaan naar het standpunt van het Europese Hof omtrent de onduidelijkheden en de onbeantwoorde vragen. Aan de hand van eerdere arresten wordt geprobeerd de rechtsontwikkeling in te vullen.

Twee manieren van interpreteren

De vraag staat centraal hoe de Hoge Raad de jurisprudentie van het EHRM interpreteert en toepast op de Nederlandse rechtsorde. Zoals Knigge stelt in zijn conclusie voor het arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2009, zijn er twee manieren te onderscheiden waarop een rechter EHRM-jurisprudentie kan interpreteren. De eerste methode wordt ook wel de statische methode genoemd. Men beperkt zich dan tot de rechtsontwikkeling die blijkt uit het arrest. Indien er onduidelijkheden zijn of vragen die nog onbeantwoord zijn, dan worden deze gelaten voor wat ze zijn. Bij de andere methode, de dynamische methode, wordt er op zoek gegaan naar het standpunt van het Europese Hof omtrent de onduidelijkheden en de onbeantwoorde vragen. Aan de hand van eerdere arresten wordt geprobeerd de rechtsontwikkeling in te vullen.

Recente arresten

Uit drie recente arresten van het Hof, blijkt duidelijk dat de Hoge Raad de statische interpretatie gebruikt. De arresten zijn Gerings, Kafkaris en Salduz. Vooral de laatste twee arresten zijn van belang. In het arrest Kafkaris werd geoordeeld dat een levenslange gevangenisstraf die niet kan worden verkort in strijd kan zijn met artikel 3 EVRM. In een arrest van 16 juni 2009 oordeelt de Hoge raad vervolgens dat bij het opleggen van een levenslange gevangenisstraf enig perspectief moet hebben op vrijlating. De Hoge Raad komt niet tot de conclusie dat een levenslange gevangenisstraf dient te bestaan uit een periodieke beoordeling van de straf door een rechter. De Hoge Raad biedt dus de minimumbescherming die het arrest Kafkaris vereist. Een nadere beschouwing leidt zelfs tot de conclusie dat er een lager niveau aan rechtsbescherming geeft dan dat het EHRM voorschrijft. Toen de Hoge raad haar arrest op 16 juni 2009 toewees, gold de volgende situatie: de civiele rechter zou in deze situatie moeten oordelen over de verkorting van levensgevangenisstraf maar in de praktijk had de civiele rechter dit voor het laatst in 1960 gedaan en de politieke was niet van mening dat een levenslange gevangenis ingekort zou moeten worden. Er was dus geen perspectief op vrijlating.

In het arrest Salduz gaat het om rechtsbijstand bij het politieverhoor. Er is in de literatuur geen overeenstemming over de betekenis van het arrest. Uiteindelijk kiest men zelf voor de interpretatie die hij wil. Hierbij spelen rechtspolitieke voorkeuren een rol. De Hoge Raad koos in haar arrest op 30 juni 2009 voor een statische interpretatie: volwassenen hebben een consultatierecht voor het politieverhoor; Salduz heeft dus niet als consequentie de aanwezigheid van een advocaat bij het politieverhoor.

Nadelen van de terughoudende benadering

De terughoudende, statische benadering van de Hoge Raad heeft als consequentie dat zij kan worden overvallen door arresten van het Hof. Een eerder gewezen arrest van de Hoge Raad is dan achterhaald door nieuwe jurisprudentie van het EHRM. Recentere arresten van het EHRM wijzen er al op dat dit mogelijk het geval is bij Salduz.

De houding van de Hoge Raad is teleurstellend. Doordat zij zich steeds beperkt tot de ondergrens van de door het EHRM vereiste bescherming, wordt de indruk gewekt dat zij niet erg enthousiast is over de rechtspraak van het EHM.

Conclusie

De Hoge Raad moet een dynamischere benadering aannemen. Hierdoor kan zij niet minder snel verrast worden door nieuwe jurisprudentie van het Hof en op deze manier wordt er sowieso voldaan aan de verplichting uit art. 1 EVRM. Ook zou de Hoge Raad de EHRM-jurisprudentie als inspiratiebron kunnen gebruik om de eigen strafvordering te verbeteren, in plaats van met weinig enthousiasme en een zeer terughoudende benadering.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting artikelen Strafprocesrecht

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization