Beginselen van de democratische rechtsstaat: TentamenTests - UL
- 2857 keer gelezen
De vereniging van Frisdranken, Waters en Sappen is niet tevreden over de belastingverhoging op water en sap die laatst is aangekondigd door de regering. De vereniging wil de kwestie door middel van een burgerinitiatief, art. 132 a van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, op de agenda van de Tweede Kamer krijgen. Dit burgerinitiatief zal echter niet zijn toegestaan omdat het belastingen betreft.
Een anterieure gemeentelijke verordening die hetzelfde onderwerp bestrijkt als een hogere regeling komt van rechtswege te vervallen.
Op grond van art. 9 lid 2 Gw kan de regering in een algemene maatregel van bestuur beperkingen stellen aan het recht tot vergadering en betoging ter bescherming van gezondheid, mits de formele wetgever de bevoegdheid om beperkingen te stellen heeft gedelegeerd aan de regering.
Leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast kunnen door de Tweede Kamer der Staten-Generaal disciplinair worden ontslagen.
Artikel 3, eerste lid van het IVRK luidt:
'Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.'
Uit het arrest Spoorwegstaking (HR 30 mei 1986, NJ 1986, 688) volgt dat deze bepaling slechts 'een ieder verbindend' in de zin van artikelen 93 en 94 Gw kan zijn, indien de opstellers van het betreffende verdrag dit hebben geoogd.
De regering kan een door haar ingediend wetsvoorstel dat door de Tweede Kamer is geamendeerd altijd intrekken, zolang het nog niet is aangenomen door de Staten-Generaal.
De procedure voor het vormen van een nieuw kabinet kan alleen worden veranderd als er tweederdemeerderheid van de Tweede Kamer ermee instemt.
Artikel 89 lid 1 Gw:
Om zijn 'positieve verplichtingen' na te komen, dient de staat zich te onthouden van inmenging in de vrijheden van de burgers.
Bij mandaat is het bestuursorgaan niet langer verantwoordelijk voor de wijze waarop de gemandateerde taak wordt uitgevoerd, terwijl het bestuursorgaan bij delegatie wel verantwoordelijk blijft voor de uitoefening van een gedelegeerde bevoegdheid.
Welke stelling klopt?
Welke stelling is correct?
De Raad van State adviseert zowel over een wetsvoorstel ingediend door de regering als over een wetsvoorstel ingediend door een lid van de Tweede Kamer.
Nederland is een democratische rechtsstaat, wat betekent dat al het staatsrecht is gecodificeerd in de Grondwet.
Vrouwen kunnen sinds 1917 worden verkozen in de Tweede Kamer.
In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan de burgemeester een noodverordening uitvaardigen, mits de inhoud daarvan niet afwijkt van wetten in formele zin of de Grondwet.
Welke stelling is juist als het gaat om de rol van de overheid in de klassiek-liberale rechtsstaat (ook wel nachtwakersstaat genoemd)?
Stel je voor: De gemeenteraad van Utrecht besluit na de Pegida-demonstratie van begin deze maand geen enkele demonstratie meer toe te staan voor de duur van één jaar. Het algemene verbod om te demonstreren wordt opgenomen in de gemeentelijke verordening 'Voorkoming overlast demonstraties'. Volgens de Stichting Demonstratievrijheid Nul komt dit verbod in strijd met bestaand hoger recht. U dient als rechter hierover te oordelen. Welk antwoord geeft het meest volledige beeld van uw toetsingsmogelijkheden.
Als aan besturen van decentrale overheden, de bevoegdheid tot regeling en bestuur van de 'huishouding' van provincie of gemeente wordt overgelaten, is er sprake van:
Als de rechter beoordeelt of een beperking van een in artikel 8 EVRM neergelegd recht gerechtvaardigd is, gaat hij na of deze beperking 'in een democratische samenleving noodzakelijk' is. Dat wil zeggen dat de rechter bekijkt of de beperking:
Welke van de onderstaande stellingen is juist?
Voor het nemen van welke van de volgende besluiten is geen grondslag in de wet of Grondwet vereist?
Welke van de onderstaande stellingen is onjuist wat betreft bestuurlijk toezicht?
Stel: Uw cliënt heeft een verfbom naar de Rolls Royce van de staatssecretaris. Zij wil zich beroepen op vrijheid van meningsuiting. U bent bekend met het arrest Verfbommetje (HR 19 april 2005, NJ 2005, 556) en u kunt haar vertellen:
Welke stelling is niet correct?
Wilma Mansveld, had kritische rapporten over het functioneren van ProRail aanvankelijk niet aan de Tweede Kamer gestuurd, waardoor de Kamer pas in een laat stadium op de hoogte raken van de problemen. De Tweede Kamer is ontevreden over deze gang van zaken en neemt een motie jegens Mansveld waarin staat dat de Kamer teleurgesteld is in het handelen van de staatssecretaris en haar aanmoedigt de Tweede Kamer in de toekomst beter op de hoogte te brengen. Dient de staatssecretaris volgens geldend staatsrecht af te treden na het aannemen van de motie?
In Nederland bestaan verschillende zelfstandige bestuursorganen. Welke van de onderstaande stellingen over zbo's klopt niet?
Er wordt wel betoogd dat de democratische legitimatie van de Eerste Kamer minder sterk is dan die van de Tweede Kamer. Dit zou komen doordat:
Welke stelling klopt niet?
Volgens de Hoge Raad in het Fluoridering arrest (HR 22 juni 1973, NJ 1973, 386):
In artikel 6 lid 2 Gw staat:
Stel u bent werkzaam als ambtenaar bij de gemeente Den Haag en houdt zich onder andere bezig met de beoordeling van aanvragen voor gehandicaptenparkeerkaarten. U weet dat de Nederlandse regering in 2007 het IVRPH heeft ondertekend, maar dat zij dit verdrag nog niet heeft geratificeerd. In een gesprek met uw leidinggevende zegt deze daarover: Voor ons maakt het allemaal niets uit, het bestuur is pas aan de bepalingen uit het IVRPH gehouden zodra de rechter heeft bepaald dat deze 'een ieder verbindend' zijn. Heeft hij gelijk?
Stel er is een wetsvoorstel tot wijziging van de Grondwet ingediend bij de Tweede Kamer. Wat moet er gebeuren, en in welke volgorde, voordat kan worden overgegaan tot de tweede lezing van dit wetsvoorstel?
Welke stelling ober het Europese hof voor de Rechten van de Mens is niet correct?
Welke van de onderstaande stellingen, is correct?
De schrijvers van het boek Beginselen van het Nederlandse staatsrecht onderscheiden naast het legaliteitsbeginsel nog drie beginselen die kunnen worden gezien als voorwaarden voor het bestaat van een rechtsstaat, welke drie?
In welk van de onderstaande gevallen is sprake van gezag, zoals door de schrijvers van het boek Beginselen van het Nederlandse staatsrecht wordt gedefinieerd?
De arresten Gend & Loos en Costa/ENEL zijn van belang voor het Nederlandse staatsrecht, omdat:
Waaruit vloeit de macht van de vorst volgens de theorie van het maatschappelijk of sociaal contract voort?
De gemeente Almere had deze zomer last van nudisme. In de zomermaanden ontving de gemeente veel klachten van inwoners over Duitse toeristen die naakt recreëerde. De gemeente Almere neemt dit zeer serieus en neemt in de gemeentelijke verordening het volgende op:
'Het is in de maanden juni, juli en augustus verboden naakt te zwemmen binnen de gemeentegrenzen van Almere'.
Kan deze bepaling in stand blijven?
De democratische rechtsstaat van Nederland kan niet meer los worden gezien van de internationale juridische ontwikkelingen en daarnaast ook de verdragen. Onderwerpen zoals grondrechtenbescherming, economische samenwerking en milieubescherming zijn opgenomen in verdragen. De vergaande invloed van deze verdragen leidt tot de vraag wat de rol van het parlement is bij de totstandkoming hiervan.
In februari 2015 diende Joost Taverne van de VVD een initiatiefwetsvoorstel in tot het veranderen van de Rijkswet, namelijk goedkeuring en bekendmaking verdragen (Zie hiervoor Kamerstukken II 2014/15, 34 158 (R 2048) nr. 2). Met dit voorstel beoogt men de mogelijkheid van stilzwijgende goedkeuringen van verdragen met een ieder verbindende bepalingen te laten vervallen. Onder meer door art. 6 Rijkswet aan te vullen met het volgende:
'Indien een verdrag bepalingen bevat die naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden als bedoeld in art. 93 Gw, wordt dit verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring onderworpen. '
Het doel van deze toevoeging is de democratische legitimatie bij het sluiten, wijzigen en opzeggen van verdragen te vergroten.
Stel u het volgende voor: U bent een student en daarnaast ook werkzaam als medewerker van Tweede Kamerlid Valerie Lutjes, lijsttrekker van PDV (Partij van Democratie en Volksinvloed). Mevrouw Lutjes heeft wel oren naar dit nieuwe wetsvoorstel, maar weet niet (vanwege een gebrekkige juridische kennis) of dit mogelijk is en/of correct. Daarom vraagt ze u aan de hand van deze vragen om de juridische aspecten uit te leggen:
Wat houdt het legaliteitsbeginsel in en waarom is het gezien dit beginsel van belang dat niet enkel de regering maar ook de Staten-Generaal betrokken zijn bij de totstandkoming van verdragen?
Hoe geschiedt ‘uitdrukkelijke goedkeuring’ van een verdrag en wanneer is dit naar huidig recht in elk geval vereist?
Welke opties heeft de Tweede Kamer om invloed uit te oefenen op de inhoud van een verdrag en waarin verschillen deze van de mogelijkheden die de Tweede Kamer heeft om invloed uit te oefenen op de inhoud van een wetsvoorstel?
Wie beslist in laatste instantie of een verdragsbepaling ‘een ieder verbindend’ is en wat maakt een bevestigend antwoord op deze vraag uit voor de rechtspositie van individuen?
De Nederlandse democratische rechtsstaat kan niet meer los worden gezien van internationale juridische ontwikkelingen en verdragen in het bijzonder. Steeds meer onderwerpen, zoals (klassieke en sociale) grondrechtenbescherming, economische samenwerking en milieubescherming, worden internationaal bij verdrag geregeld. De vergaande invloed van verdragen leidt tot discussie over de rol van het parlement bij de totstandkoming ervan.
In maart van dit jaar diende Tweede Kamerlid Henk Zoetjes (D66) een initiatiefwetsvoorstel in tot wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (Kamerstukken II 2014/2015, 34 519 (R2048), nr. 2). Dit voorstel beoogt de mogelijkheid van stilzwijgende goedkeuring van verdragen met een ieder verbindende bepalingen te laten vervallen, onder meer door aan artikel 6 van deze rijkswet het volgende toe te voegen: 'Indien een verdrag bepalingen bevat die naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden als bedoeld in aritkel 93 van de Grondwet, wordt dit verdrag aan uitdrukkelijke goedkeuring onderworpen'. Het doel van dit, thans bij de Tweede Kamer bij het sluiten, wijzigen en opzeggen van verdragen te vergroten.
Stel: u bent student aan de Universiteit Leiden en tevens werkzaam als medewerker van Tweede Kamerlid Sarah Bloemen, lijsttrekker van de Partij voor de Stem van het Volk (PvSvV). Deze oppositiepartij is met een zetel vertegenwoordigd in de Tweede Kamer en richt zich met name op het 'vergroten van de stem van het volk' bij overheidshandelen. Om deze reden heeft Bloemen wel oren naar het initiatiefwetsvoorstel van Zoetjes, maar als niet-jurist moet zij ook bekennen dat ze eigenlijk geen idee heeft hoe het een en ander momenteel geregeld is. Omdat ze heeft begrepen dat u zojuist het vak Beginselen van de democratische rechtsstaat heeft gevolgd, vraagt ze u als medewerker een notitie te schrijven over enkele juridische aspecten van de parlementaire invloed bij de totstandkoming van verdragen.
Specifiek vraag Bloemen u in uw notitie in te gaan op de volgende punten:
Wat houdt het legaliteitsbeginsel in en waarom is het gezien dit beginsel van belang dat niet enkel de regering maar ook de Staten-Generaal betrokken zijn bij de totstandkoming van verdragen?
Hoe geschiedt 'uitdrukkelijke goedkeuring' van een verdrag en wanneer is dit naar huidig recht in elk geval vereist?
Welke mogelijkheden heeft de Tweede Kamer om invloed uit te oefenen op de inhoud van een verdrag en waarin verschillen deze van de mogelijkheden die de Tweede Kamer heeft om invloed uit te oefenen op de inhoud van een wetsvoorstel?
Wie beslist in laatste instantie of een verdragsbepaling 'een ieder verbindend' is en wat maakt een bevestigend antwoord op deze vraag uit voor de rechtspositie van individuen?
Schrijf een beknopte notitie van 1 à 1,5 pagina (250-350 woorden). Voorzie uw notitie van een titel, maak duidelijk wat het onderwerp is en zorg ervoor dat u Kamerlid Bloemen een duidelijk en logisch antwoord op haar vragen biedt. Schrijf u notitie in goed lopende zinnen en niet in telegramstijl. Maak in uw notitie gebruik van de begrippen die u in de studiestof bent tegengekomen en verwijs waar nodig naar relevante wetsartikelen en/of jurisprudentie.
Voor de beantwoording van deze essayvraag kunt u maximaal 10 punten verdienen: voor elk onderdeel maximaal 2,5 punten. Uw essay wordt ook beoordeeld op een goede tekstuele structuur en opbouw en op een correct taalgebruik (voor taalkundige gebreken kunnen maximaal 2 punten van de totaal 10 punten worden afgetrokken).
a
a
a
b
b
a
b
a
b
b
a
a
a
b
a
b
d
d
c
b
b
d
a
b
a
a
c
b
c
a
d
a
d
a
d
c
c
c
c
d
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat er geen overheidsbevoegdheid is zonder grondslag in de wet of Grondwet (1 punt voor een goede omschrijving van het staatsrechtelijke legaliteitsbeginsel waarbij het belang van wettelijke grondslag voor overheidshandelen genoemd moet worden; geen punten worden toegekend voor het noemen/omschrijven van artikel 16 Grondwet/het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel). Omdat wetten in formele zin worden gemaakt door regering en Staten-Generaal, garandeert dit betrokkenheid van de volksvertegenwoordiging bij machtsuitoefening door de overheid (1 punt voor een goede uitleg van het legaliteitsbeginsel waarbij wordt verwezen naar de democratische legitimatie/invloed van de volksvertegenwoordiging). In lijn met het belang van democratische legitimatie is het belangrijk dat de Staten-Generaal invloed hebben op het tot stand komen van verdragen, en dat dit niet alleen aan de uitvoerende macht wordt overgelaten (0,5 punt voor een goede link tussen democratische legitimatie en de rol van de Staten-Generaal bij verdragen).
Uitdrukkelijke goedkeuring wordt verleend bij wet (0,5 punt). Zie artikel 4 Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (0,5 punt). Dit is naar huidig recht vereist indien binnen dertig dagen na een daartoe strekkende overlegging van een verdrag aan de Staten-Generaal door of namens een van de kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de kamers de wens daartoe te kennen wordt gegeven (0,5 punt) en wanneer verdragen bepalingen bevatten die afwijken van de Grondwet of tot zodanig afwijken noodzaken (0,5 punt). Zie artikel 5, eerste lid Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (of artikel 124/125 Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal) en artikel 6, eerste lid Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (of artikel 91, derde lid Grondwet) (0,5 punt ).
Gedurende een onderhandelingsfase kan de Tweede Kamer middels haar controlebevoegdheden invloed uitoefenen op de inhoud en tekst van een verdrag (0,5 punt; in plaats hiervan kan 0,5 punt worden toegekend voor het noemen en omschrijven van artikel 1 eerste lid Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, mits daarbij de link wordt gelegd met de controlemogelijkheden die hierdoor ontstaan). De Tweede Kamer kan verdragen echter niet amenderen/de Tweede Kamer kan een verdrag alleen goed- of afwijzen (1 punt). Dit is anders bij voorstellen van wet, die de Tweede Kamer wel kan amenderen (0,5 punt). Zie artikel 84 lid 1 Gw of artikel 96 e.v. Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (0,5 punt).
De nationale rechter bepaalt in laatste instantie of een verdragsbepaling een ieder verbindend is (0,5 punt). Zie een van de volgende arresten: HR Spoorwegstaking of Rookverbod (0,5 punt). Als een bepaling een ieder verbindend is, kunnen individuen zich er voor de rechter op beroepen (1 punt voor een goede omschrijving waarin zowel de rechter als het individuele beroep worden genoemd). Zie artikel 93 Grondwet (0,5 punt).
1. Het legaliteitsbeginsel houdt in dat er geen overheidsbevoegdheid is zonder grondslag in de wet of Grondwet (1 punt voor een goede omschrijving van het staatsrechtelijke legaliteitsbeginsel waarbij het belang van wettelijke grondslag voor overheidshandelen genoemd moet worden; geen punten worden toegekend voor het noemen/omschrijven van artikel 16 Grondwet/het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel). Doordat wetten in formele zin worden gemaakt door regering en Staten-Generaal, garandeert dit betrokkenheid van de volksvertegenwoordiging bij machtsuitoefening door de overheid (1 punt voor een goede uitleg van het legaliteitsbeginsel waarbij wordt verwezen naar de democratische legitimatie/invloed van de volksvertegenwoordiging). In lijn met het belang van democratische legitimatie is het belangrijk dat de Staten-Generaal invloed hebben op het tot stand komen van verdragen, en dat dit niet enkel aan de uitvoerende macht wordt overgelaten (0,5 punt voor een goede link tussen democratische legitimatie en de rol van de Staten-Generaal bij verdragen).
2. Uitdrukkelijke goedkeuring wordt verleend bij wet (0,5 punt). Zie artikel 4 Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (0,5 punt). Dit is naar huidig recht vereist indien binnen dertig dagen na een daartoe strekkende overlegging van een verdrag aan de Staten-Generaal door of namens een van de kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de kamers de wens daartoe te kennen wordt gegeven (0,5 punt) en wanneer verdragen bepalingen bevatten die afwijken van de Grondwet of tot zodanig afwijken noodzaken (0,5 punt). Zie artikel 5, eerste lid Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (of artikel 124/125 Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal) en artikel 6, eerste lid Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (of artikel 91, derde lid Grondwet) (0,5 punt ).
3. Tijdens de onderhandelingsfase kan de Tweede Kamer middels haar controlebevoegdheden invloed uitoefenen op de inhoud en tekst van een verdrag (0,5 punt; in plaats hiervan kan 0,5 punt worden toegekend voor het noemen en omschrijven van artikel 1 eerste lid Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, mits daarbij de link wordt gelegd met de controlemogelijkheden die hierdoor ontstaan). De Tweede Kamer kan verdragen echter niet amenderen/de Tweede Kamer kan een verdrag alleen goed- of afkeuren (1 punt). Dit is anders bij voorstellen van wet, die de Tweede Kamer wel kan amenderen (0,5 punt). Zie artikel 84, eerste lid Grondwet of artikel 96 e.v. Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (0,5 punt).
4. De nationale rechter bepaalt in laatste instantie of een verdragsbepaling een ieder verbindend is (0,5 punt). Zie het arrest HR Spoorwegstaking of Rookverbod (0,5 punt). Als een bepaling een ieder verbindend is, kunnen individuen zich er voor de rechter op beroepen (1 punt voor een goede omschrijving waarin zowel de rechter als het individuele beroep worden genoemd). Zie artikel 93 Grondwet (0,5 punt).
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat 10 oefententamens te gebruiken bij het vak Beginselen van de democratische rechtsstaat aan de Universiteit Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2594 |
Add new contribution