Goederenrecht - UL - B3 - Oefententamen juni 2013

Vragen

HoJo is een bedrijf dat jachten en onderdelen daarvan verkoopt. Alle vaartuigen en bootonderdelen betrekt zij krachtens een op 1 april 2011 aangegane overeenkomst van groothandel Poseidon BV (verder: Poseidon). De overeenkomst is voor vijf jaar aangegaan en bevat ter zake van de eigendom van de vaartuigen en de bootonderdelen de volgende bepaling:

“Gedurende de looptijd van de overeenkomst behoudt Poseidon zich de eigendom voor van de aan HoJo geleverde vaartuigen en bootonderdelen, totdat de verschuldigde koopprijs voor alle reeds geleverde en nog te leveren vaartuigen en bootonderdelen volledig aan Poseidon zal zijn voldaan, alsmede totdat de vorderingen die voortvloeien uit door Poseidon verrichte werkzaamheden en de vorderingen die ontstaan door een tekortschieten van HoJo in de op haar ter zake van deze overeenkomst rustende verplichtingen volledig zullen zijn voldaan.”

Op 1 september 2012 levert Poseidon bij HoJo vijf jachten af. HoJo heeft het verschuldigde bedrag voor deze jachten reeds aan Poseidon voldaan. Op diezelfde datum staan er bovendien geen andere vorderingen van Poseidon op HoJo meer open. HoJo stelt dat het eigendomsvoorbehoud van Poseidon teniet is gegaan.

Vraag 1a

Geef een argument pro en een argument contra het standpunt van HoJo.

Al eerder, op 1 mei 2011, heeft HoJo één van de in dat jaar door Poseidon geleverde jachten aan Panday verkocht en geleverd. In de overeenkomst die HoJo en Poseidon gesloten hebben is geen beschikkingsbevoegdheidsclausule opgenomen.

Vraag 1b

Welk oordeel is de Hoge Raad in het arrest Love-Love (HR 14 februari 1992, NJ 1993, 623) toegedaan met betrekking tot de vraag of en in hoeverre HoJo bevoegd is tot onvoorwaardelijke overdracht aan Panday?

Vraag 2

Vredenburg is een ondernemer in voetbalkleding. De onderneming wordt gefinancierd door de ROG bank (verder: ROG), die zich op 1 maart 2012 op alle goederen van de onderneming van Vredenburg, bestaande en toekomstige, een stil pandrecht heeft doen vestigen. Op 10 februari 2013 is Vredenburg in gesprek met voetbalvereniging ‘VCV Reeuwijk’ over de verkoop van tweehonderd paar voetbalschoenen aan VCV Reeuwijk tegen een totaalprijs van € 28.000. Tijdens de onderhandelingen met VCV Reeuwijk ontvangt Vredenburg een brief van ROG waarin deze meer goederenrechtelijke zekerheid eist in verband met de verslechterde schuldpositie van Vredenburg.

Kan Vredenburg het recht op de koopprijs bij voorbaat verpanden?

Vraag 3

Costanza Art BV (verder: Costanza Art), een kunstgalerie, vestigt op 1 april 2012 ten behoeve van Nostrand Bankiers een stil pandrecht op al haar tegenwoordige en toekomstige roerende zaken, tot zekerheid van de nakoming van een door Nostrand Bankiers aan haar verstrekte geldlening. Op 22 oktober 2012 worden bij een inbraak bij Costanza Art verschillende, haar in eigendom toebehorende, kunstvoorwerpen gestolen door Jerry Kramer. Kramer plaatst een van de gestolen voorwerpen, een Costanza schilderij, op Marktbay.nl. Op 25 oktober 2012 verkoopt hij het beeld aan Marie Benes; de levering vindt plaats door de afspraak dat Kramer het schilderij onder zich zal houden totdat Benes het op 15 november 2012 komt ophalen. Benes weet niet en behoeft niet te weten dat Kramer het schilderij heeft gestolen. Omdat Costanza Art al enige tijd haar betalingsverplichting niet is nagekomen, wenst Nostrand Bankiers haar pandrecht uit te oefenen. Na enig speurwerk weet Nostrand Bankiers te achterhalen onder wie het Costanza schilderij zich bevindt.

Kan Nostrand Bankiers op 2 oktober 2012 met succes het pandrecht uitoefenen?

Vraag 4

De zaken van consoleontwikkelaar Valves BV (verder: Valves) gaan goed. Het bedrijf heeft het plan opgevat om uit te breiden en heeft daarvoor tien nieuwe tafels en tien nieuwe stoelen nodig. Valves doet zaken met Linlin BV (verder: Linlin) die erin is gespecialiseerd om kantoorartikelen - ‘on demand’ – zo goedkoop mogelijk aan te kopen. Valves komt op 10 februari 2013 met Linlin overeen dat Linlin op eigen naam maar voor rekening van Valves tien stoelen type ‘Uxux 3.0’ en tien tafels type ‘Houtplank 1986’ zal verwerven. Valves betaalt € 15.000 voor de te verwerven tafels en € 10.000 voor de te verwerven stoelen. Linlin schaft op 11 februari 2013 de tien door Valves gewenste stoelen aan bij Macrohard BV en haalt deze meteen op. Vervolgens gaat Linlin op 14 februari 2013 op zoek naar tafels van het type ‘Houtplank 1986’ en vindt deze bij Appelboom BV. Linlin vindt het een dusdanig mooie tafel dat zij er meteen twintig koopt en deze direct meeneemt. De tafels plaatst hij bij elkaar in de opslagruimte. Op 15 februari 2013 gaat Linlin failliet. Op de inventarislijst staan onder meer de tien stoelen type ‘Uxux 3.0’ en de twintig stoelen van het type ‘Houtplank 1986’. De curator stelt zich op het standpunt dat zowel de stoelen als de tafels tot de failliete boedel behoren.

Is het standpunt van de curator juist?

Antwoordindicatie

Vraag 1a

Argument pro:

Een overdracht onder eigendomsvoorbehoud is een overdracht onder opschortende voorwaarde van voldoening van de tegenprestatie (of opschortende voorwaarde van betaling), zie art. 3:92 lid 1 BW. Met de laatste betaling is aan de opschortende voorwaarde voldaan (Poseidon heeft verder niets meer van HoJo te vorderen) en is de eigendom overgegaan.

Argument contra:

Uit de tekst van de bepaling (het eigendomsvoorbehoud geldt ook voor nog te leveren vaartuigen en bootonderdelen) en de strekking van de bepaling (het contract heeft een looptijd van vijf jaar en er kunnen dus nog nieuwe vorderingen ontstaan) volgt dat de eigendom voorbehouden blijft totdat bij het einde van de overeenkomst Poseidon geen vorderingen meer op HoJo heeft. Art. 3:92 lid 2 BW laat een dergelijk eigendomsvoorbehoud (ook voor nog te leveren zaken) toe. Vgl. het arrest Potharst/Serrée (HR 4 december 1998, NJ 1999, 549) (blz. 421 nr. 500).

Vraag 1b

Indien de overeenkomst waarbij het eigendomsvoorbehoud is bedongen niet met zoveel woorden in een beschikkingsbevoegdheidsclausule voorziet, is niet uitgesloten dat een dergelijke bevoegdheid toch bestaat. Volgens de Hoge Raad in het arrest Love-Love zal in dat geval alles afhangen van uitleg van de overeenkomst. De enkele omstandigheid dat de zaak voor doorlevering was bestemd leidt niet tot zulk een bevoegdheid.

Vraag 2

Toekomstige vorderingen zijn in beginsel vatbaar voor verpanding, zie art. 3:98 jo. 3:97 BW. De bank heeft reeds een bezitloos pandrecht op alle bestaande en toekomstige goederen, daaronder dus begrepen een stil pandrecht op toekomstige vorderingen. Voor stille verpanding geldt dat deze slechts mogelijk is voor zover de vordering ten tijde van de vestiging van het pandrecht hetzij reeds bestaat, hetzij rechtstreeks zal worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding. Dit volgt uit art. 3:239 lid 1 BW. De toekomstige vordering van Vredenburg op VCV Reeuwijk kwalificeert echter als een dubbel toekomstige vordering, nu niet alleen de vordering nog niet bestaat, maar ook de overeenkomst tot verkoop van de voetbalschoenen nog niet is gesloten, hetgeen betekent dat er nog geen sprake is van een rechtsverhouding tussen Vredenburg en VCV Reeuwijk waaruit een vordering zou kunnen worden verkregen. Deze vordering kan daarom niet onder het reeds door de bank bedongen pandrecht vallen.

Een stil pandrecht kan in dit stadium niet worden gevestigd. Dat neemt niet weg dat Vredenburg de toekomstige vordering op VCV Reeuwijk wel openbaar kan verpanden overeenkomstig art. 3:236 lid 2 BW (jo. 3:94 BW). Voor openbare verpanding van vorderingen brengt de vestigingsformaliteit – mededeling aan de debiteur – mee dat ten tijde van de verpanding bij voorbaat ten minste bekend moet zijn wie de toekomstige debiteur is. In casu is bekend dat VCV Reeuwijk de toekomstige debiteur is en kan dus mededeling worden gedaan. Vredenburg kan daarom het recht op de koopprijs bij voorbaat aan de bank openbaar verpanden (blz. 469 nr. 545).

Vraag 3

In de overdracht tussen Kramer en Benes is niet voldaan aan de vereisten van art. 3:84 BW. Er is weliswaar een geldige titel (de koopovereenkomst tussen Kramer en Benes), maar Kramer is beschikkingsonbevoegd (hij heeft het beeld gestolen).

Het betreft een leveringdoor middel van art. 3:90 jo. 3:115 sub a BW (levering cp). Kramer is bezitter en kan op deze wijze leveren, maar de levering cp wordt gerelativeerd in art. 3:90 lid 2 BW: blijft de zaak na de levering in handen van de vervreemder, dan geldt de levering niet jegens een derde met een ouder recht. Op 2 november 2012 is het beeld nog in handen van de vervreemder (Kramer). Het pandrecht van Nostrand Bankiers is een ouder recht, en dus geldt deze levering aan Benes niet jegens Nostrand Bankiers. De bank kan op 2 oktober 2012 haar pandrecht uitoefenen. Een beroep op bescherming van art. 3:86 lid 2 is jegens Nostrand Bankiers afgesloten, hiervoor is een geldige levering vereist (blz. 303 nr. 360 e.v.).

Vraag 4

Het gaat hier om middellijke vertegenwoordiging. Indien voldaan is aan alle vereisten, kan de principaal bij middellijke vertegenwoordiging direct verkrijgen op de voet van art. 3:110 BW (de directe leer):

  1. In de eerste plaats moet er tussen de principaal en de tussenpersoon een rechtsverhouding bestaan die ertoe strekt, dat een door een tussenpersoon te verkrijgen goed door hem voor de principaal zal worden gehouden.
  2. In de tweede plaats moet de tussenpersoon daadwerkelijk verkrijgen ter uitvoering van deze rechtsverhouding.
  3. In de derde plaats moet het gaan om een roerende (niet register-)zaak of toondervordering die door bezitsverschaffing wordt geleverd.
  4. Het goed waar het om gaat moet in voldoende mate geïndividualiseerd zijn.

In deze casus moet een onderscheid worden gemaakt tussen de stoelen en de tafels. De tien stoelen die zich bij Linlin bevinden zijn ten tijde van het faillissement op 15 februari 2013 eigendom van Valves. Aan alle vereisten rond de toepassing van 3:110 is voldaan:

  1. Op 10 januari 2013 komt Linlin met Valves overeen dat Linlin op eigen naam maar voor rekening van Valves tien 'Uxux 3.0.'-stoelen in zal kopen. Vanaf dat moment bestond er tussen Linlin en Valves een rechtsverhouding met de strekking dat Linlin tien ‘Uxux 3.0’-stoelen zal verwerven teneinde deze direct te houden voor Valves in de zin van art. 3:110 BW.
  2. Ter uitvoering van deze rechtsverhouding verwerft Linlin op 11 februari 2013 tien stoelen bij Macrohard.
  3. De stoelen zijn roerende zaken die worden geleverd door bezitsverschaffing ex. 3:90 jo. 3:114.
  4. De stoelen zijn voldoende individualiseerbaar: Linlin koopt tien stoelen van het type ‘Uxux 3.0’.

De tafels van het type ‘Houtplank 1986’ zijn daarentegen eigendom van Linlin. Niet aan alle vereisten voor de direct leer is voldaan. Deze conclusie is langs twee wegen te bereiken. Ten eerste geldt dat er tussen Valves en Linlin weliswaar een rechtsverhouding bestond in de zin van 3:110, maar dat niet kan worden gezegd dat Linlin de tafels heeft verkregen ter uitvoering van deze verhouding: hij kocht twintig tafels en niet duidelijk is welke hij voor zich zelf kocht en welke voor Valves. Daarnaast geldt dat de tafels niet individualiseerbaar zijn: er zijn twintig tafels ‘Houtplank 1986’ door Linlin aangeschaft; niet duidelijk is welke nu precies voor Valves bestemd zijn. De leer gaat niet op voor goederen die enkel en alleen naar soort bepaald zijn.

Wat de stoelen betreft heeft de curator kortom ongelijk, wat de tafels betreft gelijk (blz. 366 nr. 437).

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1956 1