Psychology and behavorial sciences - Theme
- 15722 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Er zijn veel verschillen in antisociaal gedrag. Veel mensen gedragen zich antisociaal, maar hun gedrag is tijdelijk en situationeel. In tegenstelling tot sommige mensen, waarbij het antisociale gedrag stabiel en persistent is. Deze vorm van antisociaal gedrag komt maar onder een klein deel van de bevolking voor. Deze mannen hebben vaak extreme gedragsproblemen. Het centrale beginsel in dit artikel is dat tijdelijke vs. persistente antisociale personen twee verschillend soorten personen zijn.
Als we kijken naar officiële statistieken over criminaliteit en leeftijd, dan zien we dat die vaak op z’n hoogst is gedurende de adolescentie. Met kleine variaties geldt deze leeftijdcriminaliteitscurve voor zowel mannen als vrouwen voor de meeste vormen van criminaliteit. Vaak mist het linker deel van de curve, doordat de data gebaseerd is op officiële data en kinderen van 12 jaar of jonger komen vaak niet in die data voor. Echter begint antisociaal gedrag al lang voordat het voor het eerst bij de politie komt. Het is dus duidelijk dat antisociaal gedrag veel eerder begint in de levensloop en ook niet helemaal ophoudt. Er is veel overeenstemming dat de curve van criminaliteit zo klopt, maar er zijn maar weinig verklaringen voor. Empirische studies suggereren op dit moment dat de piek in de adolescentie een tijdelijke verhoging reflecteert van het aantal mensen dat antisociaal gedrag laat zien en niet zo zeer een tijdelijke verhoging in het percentage overtredingen van individuen. Er zijn dus meer mensen die antisociaal gedrag vertonen in de adolescentie en niet zozeer een kleine groep die op dat moment meer antisociaal gedrag gaat vertonen.
We kunnen onderscheid maken in twee typen antisociale mensen: de life-course-persistent personen. Deze personen laten hun gehele leven lang crimineel gedrag zien. En de adolescence-limited die meer tijdelijk antisociaal gedrag vertonen. Er zijn twee regels bij life-course-persistent overtreders. Volwassen antisociaal gedrag vereist dat dit gedrag in de kindertijd ook al voorkwam, maar niet ieder antisociaal kind wordt een antisociale volwassene. Hare en McPherson rapporteerden dat een veroordeling voor geweld in de vroege 20-jaren karakteristiek is voor ongeveer iedere man die gediagnosticeerd wordt met antisociale(psychopathische) persoonlijkheidsstoornis.
Continuïteit is het woord dat past bij de life-course-persistent personen. Deze mensen beginnen al vroeg met antisociaal gedrag en houden dit hun hele leven vol.
Het concept van heterotypische continuïteit houdt in dat gedragingen in de kindertijd niet per se hetzelfde soort gedrag uitlokken in de volwassenheid, maar het is conceptueel wel consistent met het eerdere gedrag.
Als in sommige gevallen antisociaal gedrag stabiel is vanaf de peuterschool tot de volwassenheid, dan moeten we misschien kijken naar factoren die daarvoor liggen. Het is mogelijk dat het allemaal begint met een factor die verschillen in de neuropsychologische functies van mensen maakt. De fout ligt dan dus nog voor of net na de geboorte. Er is veel bewijs dat zegt dat kinderen die uiteindelijk persistente antisociale personen worden lijden aan gebreken in de neuropsychologische capaciteiten. Twee van deze capaciteiten die erg belangrijk zijn, zijn verbale en uitvoerende functies. Als er gebreken zijn bij deze functies, dan hebben mensen een grotere kans op antisociaal gedrag. Hertzigs’s studie liet zien dat zelfs kleine neurologische foutjes invloed kunnen hebben op iemands gedrag en antisociaal gedrag in de latere kindertijd.
Vaak is niet alleen dat het probleem. Kinderen en ouders lijken vaak op elkaar. Dit betekend vaak dat ouders van kinderen die moeilijk te hanteren zijn, zelf vaak ook niet de psychologische en fysieke bronnen hebben om hier mee om te kunnen gaan.
Moffit gelooft dat het naast elkaar plaatsen van een kwetsbaar en moeilijk kind in een nadelige context het risico op life-course-persistent gedrag vergroot.
Reactieve interactie houdt in dat verschillende jongeren worden blootgesteld aan dezelfde omgeving en ze reageren er dan op hun eigen manier op.
Proactieve interactie houdt in dat mensen een omgeving kiezen die bij hun past.
Dit heeft dan weer twee consequenties:
Cumulatieve consequenties en tijdelijke consequenties.
De theorie begint met een karaktertrek: variatie tussen individuen in neuropsychologische gezondheid. De karaktertrek is onderliggend, het trekt zelden iemands aandacht tenzij het wordt uitgedaagd. Deze theorie over life-course-persistent antisociaal gedrag laat het constante proces van interactie van persoonskenmerken en omgevingsreacties zien. Het is dus de omgeving en persoonskenmerken die er voor zorgen dat iemand een levensloopcrimineel wordt.
Drie onderzoeken hebben aangetoond dat de aanwezigheid van meerdere gedragsstoornissen een voorspeller is voor persistentie van illegaal gedrag gedurende het leven.
Dit is het sleutelwoord bij AL. Het antisociale gedrag beleeft een piek rond de tienerjaren. Dit komt bij veel mensen voor en niet, zoals bij de LCP, maar bij een kleine groep. Ook is er weinig continuïteit binnen deze groep. De AL passen zich ook makkelijk aan. Wanneer antisociaal gedrag minder belonend is dan sociaal gedrag, zullen ze zich snel aanpassen. De vraag die we ons kunnen stellen is:waarom vertonen deze jongeren dit gedrag, terwijl ze vroeger geen problemen hebben gehad?
Een van de antwoorden de vraag is het kopiëren van gedrag, omdat het functioneel is. Jongeren nemen het gedrag over van iemand die succesvoller is. Daarnaast is er een maturity gap aanwezig die er voor zorgt dat jongeren antisociaal gedrag gaan vertonen. Jongeren weten op een bepaalde leeftijd niet waar ze aan toe zijn. Er is een discrepantie tussen de biologische en de sociale volwassenheid. In tegenstelling tot de LCP, die geen last hebben van deze maturity gap. Ook spelen vrienden een rol. Deze kunnen probleemgedrag stimuleren. Deze vrienden hebben vaak geen invloed op de LCP, want deze personen hebben vaak geen vrienden waar ze beïnvloed door kunnen worden. Wel werken de LCP jongeren vaak goed als rolmodellen, waardoor ze nieuwe leden voor bepaalde groepen kunnen werven. De AL jongeren willen vaak hun onafhankelijkheid bewijzen. Dit kan inhouden dat ze gaan roken, te laat komen, veel geld uitgeven, etc. Uiteindelijk kan dit resulteren in crimineel gedrag. De individuele onafhankelijkheid kan dus een bekrachtiger zijn voor crimineel gedrag.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
5461 |
Add new contribution