Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Staatsrecht 1 voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Bundle items:
Aantekeningen, Sheetnotes en Werkgroepopdrachten - Staatsrecht 1 - RUG
Staatsrecht 1 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel
This content is used in bundle:

Staatsrecht 1 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

Aantekeningen, Sheetnotes en Werkgroepopdrachten - Staatsrecht 1 - RUG
Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 1

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 1


Open vragen

Vraag 1a

Noem de vereisten, inclusief uitleg van genoemde begrippen, waaraan moet zijn voldaan wil er sprake zijn van een staat.

Vraag 1b

Geef aan of de Europese Unie als staat gekwalificeerd kan worden?

Vraag 2a

Belinfante stelt dat toepassing van dwang ter handhaving van de gemeenschapsnorm kenmerkend is voor een staat. Wat is de relatie tussen het uitoefenen van dwang en het hebben van gezag?

Vraag 2b

In het boek wordt beschreven dat volgens Rousseau het toebedelen van gezag aan een of meer staatsorganen een zeker spanningsveld met zich mee brengt. Welk spanningsveld is dat en hoe verhoudt zich dat spanningsveld tot het contrat social?

Vraag 2c

Wat is de reden dat politie wel wapens mag dragen en particuliere beveiligers niet?

Vraag 2d

Er gaan met enige regelmaat pleidooien op om particuliere beveiligers van bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden het recht te geven vuurwapens te dragen. Wat vindt u van dat idee?

Vraag 3a

Belinfante stelt dat geen machthebber gemakkelijk macht uit handen geeft. Vaak wordt in dat kader ook gesteld dat macht corrumpeert. Op welke wijze kan machtsmisbruik worden voorkomen volgens Montesquieu?

Vraag 3b

Op welke wijze wordt vandaag de dag in Nederland uitvoering gegeven aan het idee van de machtenscheiding van Montesquieu?

Vraag 4a

Omschrijf de begrippen/kenmerken van democratische rechtsstaat en de wijze waarop deze begrippen zich tot elkaar verhouden.

Vraag 4b

Welke kenmerken/beginselen van de democratische rechtsstaat zijn (enigszins) te herkennen in de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798?

Vraag 4c

Tijdens een (vooralsnog) vredige demonstratie van een extremistische groepering -waarvan de burgemeester van mening is dat de inhoud van de demonstratie niet pas bij het karakter van de stad- besluit de politie op gelaste van de burgemeester een aantal demonstranten die bekend zijn als herrieschoppers, preventief op te pakken en uit de stad te verwijderen. Kan gezegd worden dat een dergelijke actie past in een democratische rechtsstaat?

Vraag 5a

Welke bronnen kent het Nederlandse staatsrecht?

Vraag 5b

Net als veel andere landen kent Nederland een geschreven Grondwet. Waarin onderscheidt de Grondwet zich van veel andere wetten in formele zin?

Vraag 5c

Beschrijf op welke wijze de democratie-gedachte, terugkomt in de wijzigingsprocedure van de Grondwet.

Meerkeuzevragen

Vraag 6

De Italiaanse politieke denker Niccolò Machiavelli (1469 – 1527) schreef in 1513 zijn befaamde boek ‘Il Principe’ (De vorst). Hierin:

  1. geeft hij adviezen over de wijze waarop de gezaghebber de eenheid van de staat dient te bewerkstelligen;
  2. stelt hij dat de begrenzing van de statelijke macht dient te geschieden via machtenscheiding en bescherming van mensenrechten;
  3. waarborgt hij de vrijheid van de vorst door middel van de vorming van een internationale rechtsgemeenschap;
  4. tracht hij tirannie en almacht te voorkomen door de vestiging
.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 2

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 2


Open vragen

Vraag 1a

In hoeverre volgt uit de Nederlandse Grondwet dat Nederland een democratie is?

Vraag 1b

Kennen we in Nederland naast indirecte democratie ook vormen van directe democratie? Zo ja, welke?

Vraag 2a

Stel, bij de Tweede Kamerverkiezingen zijn 9 miljoen geldige stemmen uitgebracht. De stemmen zijn als volgt over de deelnemende partijen verdeeld:

  • Partij Allen voor Nederland (hierna: A) heeft 3,8 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Beter Nederland (hierna: B) heeft 2,3 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Christelijk Sociaal Nederland (hierna: C) heeft 1,6 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Democratisch Europa (hierna: D) heeft 1,3 miljoen stemmen behaald;

Bereken de kiesdeler

Vraag 2b

Hoe vaak hebben de partijen A,B, C en D de kiesdeler gehaald?

Vraag 2c

Hoeveel restzetels zijn er?

Vraag 2d

Welke partij krijgt de eerste restzetel?

Vraag 2e

Wie krijgt de overige restzetel(s)?

Vraag 2f

Welke partijen zouden samen een meerderheidscoalitie kunnen vormen?

Vraag 3a

Stel, Ybbeltje Klaver maakt sinds de laatste verkiezingen deel uit van de fractie van de VVD in de Tweede Kamer. Bij de behandeling van een wetsvoorstel om de criteria voor toelating van vreemdelingen die asiel zoeken flink aan te scherpen, blijkt dat zij fundamenteel met de rest van haar fractie van mening verschilt. De emoties lopen hoog op. In een kamerdebat maakt zij de verantwoordelijke minister en haar eigen fractiegenoten uit voor moordenaars en racisten. Om haar zaak kracht bij te zetten herhaalt ze haar beschuldigingen dezelfde avond via Twitter. Haar fractiegenoten menen dat Klaver te ver gegaan is en strafbare feiten heeft gepleegd. Ze roepen op tot een strafrechtelijk onderzoek naar de uitlatingen.

Kan Klaver strafrechtelijk worden vervolgd voor de gedane uitlatingen?

Vraag 3b

Op de dag van de stemming besluit Klaver, anders dan in de fractie is afgesproken, tegen het wetsvoorstel te stemmen. Het wetsvoorstel wordt mede door haar stem verworpen. De fractie meent dat Klaver staatsrechtelijke aan het standpunt van haar fractie was gebonden, nu zij daarvan juridisch deel uitmaakt.

In hoeverre heeft de VVD-fractie gelijk?

Vraag 3c

Is deze gang van zaken staatsrechtelijke correct?

Vraag 4a

Wie benoemt de minister-president, de ministers met portefeuille, de ministers zonder portefeuille en de staatssecretarissen?

Vraag 4b

In hoeverre is er sprake van gelijkwaardigheid dan wel ondergeschiktheid tussen de in vraag 4a genoemde ambten?

Vraag 5a

Na de verkiezingen vindt de kabinetsformatie plaats. Tijdens de kabinetsformatie wordt gewoonlijk gestreefd nar de vorming van een kabinet dat bestaat uit partijen die een meerderheid in de TK en EK hebben. Waarom doet men dat?

Vraag 5b

Wat houdt de vertrouwensregel in?

Vraag 5c

De Kabinetsformatie verloopt via een aantal stappen. Deze staan hieronder. Zet ze in de juistie volgorde. 

Vraag 6

Op 9 juli 2015 traden minister Opstelten en staatssecretaris Teeven, beide va Veiligheid en Justitie af. De reden hiervoor was dat Opstelten

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3


Open vragen

Vraag 1a

Wat houdt de legaliteitseis in en waarom is dit zo’n belangrijk rechtstatelijk uitgangspunt?

Vraag 1b

Welke ambten zijn op rijksniveau bevoegd tot het vaststellen van wetten in materiële zin, en waar is hun bevoegdheid daartoe geregeld?

Vraag 1c

Zet de volgende begrippen in de juiste hiërarchische volgorde (van hoog naar laag): 

  1. Algemene maatregelen van bestuur
  2. Provinciale verordeningen
  3. Grondwet
  4. Wetten in formele zin
  5. Gemeentelijke verordeningen
  6. Ministeriële regelingen
  7. Statuut

Vraag 2a

Is in art. 13 GW sprake van attributie/delegatie?

Vraag 2

Leg uit of. artikel 4 lid 1 WOM in overeenstemming is met artikel 9 lid 2 GW

Vraag 2d 

Is in artikel 4 lid 1 Wom sprake van attributie of delegatie?

Vraag 3 

Volgens artikel 105 GW wordt de begroting bij wet vastgesteld. Dit betekent dat de Staten-Generaal daarover meebeslissen, een van de oudste bevoegdheden van het parlement.

In de begrotingvan het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor 2017 is een bedrag van 1,7 miljoen euro opgenomen voor een uitstapprogramma voor prostitues. 

Vraag 3a 

Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van veiligheid en justitie moet worden uitgegeven?

Vraag 3b

Het programma is opgenomen in begrotering ter uit voering van een motie van Van der Staaij. Verandert dit het antwoord onder a?

Vraag 3c 

Is de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid verplicht  1 miljoen minder uit te geven?

Vraag 3d

Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast? 

Vraag 4a

De Raad van State bestaat uit twee afdelingen. Welke zijn dit en met welke taken en bevoegdheden zijn zij belast? Noem steeds de relevante wettelijke bepalingen.

Vraag 4b

Er wordt naar gestreefd het werk van deze twee afdelingen zoveel mogelijk organisatorisch te scheiden. Dat heeft te maken met staatsrechtelijke bezwaren tegen het takenpakket van de Raad van State. Leg dat uit.

Vraag 5a

In welke artikelen worden in de Grondwet de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van del eden van de rechterlijke macht beschermd en gegarandeerd?

Vraag 5b

Gelden deze grondwettelijke eisen voor alle rechters in Nederland?

Vraag 6

Geef gemotiveerd aan of de rechter een bepaling in een wet in formele zin onverbindend kan verklaren wegens strijd met:

  1. de Grondwet; Artikel 120 GW;
  2. het Statuut;
  3. eenieder verbindende verdragsbepalingen;
  4. ongeschreven fundamentele rechtsbeginselen;

Vraag 7

Geef gemotiveerd aan of de rechter een algemeen verbindend voorschrift dat niet in een wet in formele zin is neergelegd onverbindend kan verklaren wegens strijd met 

  1. W.i.f.z. 
  2. De grondwet;
  3. eeniederverbindende verdragsbepalingen; 
  4. ongeschreven recht 

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Een Tweede kamerlid dient de volgende motie in:

"De kamer, gehoord

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 4

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 4


Open vragen

Vraag 1

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat, Duitsland is een federatie (bondsstaat). Wat is het verschil tussen beide, en in hoeverre zijn aan dat verschil rechtsgevolgen verbonden?

Vraag 2a

Decentralisatie kent twee verschijningsvormen, autonomie en medebewind. Wat is het verschil tussen beide, en in hoeverre zijn aan dat verschil rechtsgevolgen verbonden?

Vraag 2b

Leg uit of in de onderstaande gevallen sprake is van autonomie of medebewind;

  1. Artikel 149 gemeentewet;
  2. Artikelen 6 lid 2 en 7 van de Participatiewet;
  3. Artikel 150 Gemeentewet; 

Vraag 3a

De drie voornaamste bestuursorganen van de provincie zijn provinciale staten, gedeputeerde en de commissaris van de Koning. Wie beslist over de samenstelling van deze ambten. Noem de relevante wetsartikelen.

Vraag 3b

Zijn de leden van provinciale staten, geputeerden en de commissaris van de Koning verplicht om te wonen in de provincie waar zij hun ambt vervullen?

Vraag 3c

Kunnen provinciale staten de leden van gedeputeerde staten ontslaan als er geen vertrouwen in hun functioneren meer is?

Vraag 4a

Stel het college B&W van Leeuwarden besluit tot het opheffen van een aantal parkeerplaatsen in de binnenstad om zo meer ruimte voor groenvoorzieningen te creëren. Een winkelier is het hier niet mee eens, en beklaar zich bij een bevriend gemeenteraadslid over dit collegebesluit. Het gemeenteraadslid belooft om de wethouder van economische zaken ter verantwoording te roepen.

Is de wethouder van economische zaken individueel verplicht verantwoording over dit besluit af te leggen?

Vraag 4b

De wethouder verklaart dat het besluit tegenzijn zin is genomen, en dat het er in het college door de burgemeester is “doorgedrukt”. Maakt dit uit voor de verantwoordelijkheid van de wethouder?

Vraag 4c

Kan de burgemeester voor het genomen besluit ter verantwoording worden geroepen?

Vraag 5

Welk gemeentelijk orgaan:

  1. Stelt de straf op overtreding van autonome gemeentelijke verordeningen?
  2. Stelt de begroting vast?
  3. Parkeervergunning verlenen?
  4. Besluit tot het aangaan van een overeenkomst met een aannemer?

Vraag 6

Lees het standaardarrest Wilnisser visser. 

Vraag 6a

Welke gedraging was door de gemeenteraad van Wilnis verboden?

Vraag 6b

Waarom kon dit verbod volgens de HR niet in stand blijven?

Vraag 7

Kan de burgemeester, naast zijn bestuursbevoegdheden , ook door middel van verordeningen de openbare orde reguleren?

Vraag 8a

Veel overheidsbeleid wordt door gemeenten uitgevoerd. Daar is vaak (veel) geld voor nodig. Hoe komen gemeenten aan hun inkomsten?

Vraag 8b

De gemeenteraad van Emmen meent dat het oneerlijk is dat eigenaren van honden wel (honden)belasting moeten betalen, maar eigenaren van katten geen kattenbelasting. De raad wil daarom een kattenbelasting gaan heffen. Is de raad daartoe bevoegd?

Vraag 9a

Stel de gemeenteraad van Almere verbiedt het dragen van nikabs, boerka’s en chadors op de openbare weg in de gehele gemeente. De regering meent dat de gemeenteraad de godsdienstvrijheid aantast. Kan de regering

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 5

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 5


Open vragen

Vraag 1a

Geef aan wat de onderscheiden positie is t.o.v. Nederland-in-Europa, van:

  1. Aruba;
  2. Bonaire;
  3. Curacao;
  4. Saba;
  5. St. Eustatius;
  6. St. Maarten;

Vraag 1b

Gelden op St. Maarten dezelfde wetten als in NL?

Vraag 1c

Bestaat tussen Statuut en Grondwet een onderlinge hiërarchie? Betrek in uw antwoord artikel 5 van het statuut.

Vraag 2a

Kan Aruba een verdrag met Trinidad en Tobago en Venezuela sluiten om de onderlinge zeegrenzen af te bakenen?

Vraag 2b

Sel de regering wil dat het Nederlanderschap wordt ontnomen aan Nederlanders met een dubbele nationaliteit die een terroristisch misdrijf plegen. Daartoe moet de rijkswet op het Nederlanderschap worden gewijzigd. Is het nodig de andere landen van het Koninkrijk formeel te betrekken?

Vraag 2c

Sint Maarten is getroffen door de gevolgen van orkaan Irma. Daardoor het functioneren van het openbaar bestuur sterk geraakt. Kan de regering van het Koninkrijk het openbaar bestuur op Sint Maarten overnemen? Betrek in uw antwoord artikel 43 Statuut.

Vraag 3a

Stel dat nederland naar aanleiding van de hoge kosten die de wederopbouw met zich brengt de staatkundige relatie met St. maarten wil verbreken. Kan nederland dit eenzijdig besluiten? 

Vraag 3b

Stel dat NL om dezelfde reden de banden met Saba en St. Eustatius wil verbreken, is Nederland daartoe eenzijdig bevoegd?  

Vraag 4a

Wat is een gevolmachtigd minister?

Vraag 4b

Wetgeving over koninkrijksaangelegenheden wordt gemaakt bij Rijkswet. Wie is de wetgever van het Koninkrijk?

Vraag 4c

Op welke wijze kunnen de andere landen van het Koninkrijk invloed uitoefenen op totstandkoming van rijkswetgeving, en kunnen zij de totstandkoming ervan verhinderen?

Vraag 5a

Dient een Gevolmachtigde Minister verantwoording af te leggen aan de Tweede of de Eerste kamer voor besluiten die in de Rijksministerraad getroffen worden?

Vraag 5b 

Dient een gevolmachtigde minister verantwoording af te leggen aan het parlement van het eigen land? 

Vraag 6

Er is, zegt artikel 13 van het Statuut , een Raad van State van het koninkrijk. Waaruit bestaat het takenpakket van de Raad van State van het Koninkrijk?

Vraag 7a

Welk orgaan is namens het koninkrijk een verdrag te sluiten en op welke wijze zijn de andere landen van het koninkrijk daarbij betrokken?

Vraag 7b

Stel, een verdrag is ter stilzwijgende goedkeuring aangeboden aan de S.G. Wanneer geldt dit verdrag als goedgekeurd en wat moet er gebeuren als dat niet het geval blijkt te zijn?

Vraag 7c

(Vervolg). In de tweede kamer heeft niemand om goedkeuring gevraagd (niet aan de bel getrokken). Moet de goedkeuringswet ook in de Tweede kamer worden behandeld?

Vraag 7d

Wanneer staat het aan de regering niet vrij een verdrag ter stilzwijgende goedkeuring aan te bieden?

Vraag 8

Verdragen die van de GW afwijken moeten door de Staten-Generaal worde goedgekeurd met een twee derde meerderheid, zegt artikel 91 lid 3 GW. Wie bepaalt eigenlijk of

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6


Open vragen

Vraag 1

Zoals bekend besloot het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te stappen (“Brexit”). Waar is de mogelijkheid van uittreding geregeld, en welke procedure moet dan op hoofdlijnen worden gevolgd?

Vraag 2a

Waar is de “gewone wetgevingsprocedure “ geregeld en welke bevoegdheden heeft het Europees Parlement in die procedure?

Vraag 2b

Wat is het verschil tussen een verordening en een richtlijn?

Vraag 3a

Wanneer heeft een bepaling van unierecht rechtstreekse werking?

Vraag 3b

Kan een bepaling in een verordening met rechtstreeks werking ook de Nederlandse grondwet opzijzetten?

Vraag 3c

Wat is de grondslag voor deze rechtstreekse werking en voorrang van bepaling van unierecht?

Vraag 3d

Kan een richtlijn rechtstreekse werking hebben?

Vraag 4a

Waar is het parlementair behandelingsvoorbehoud geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 4b

Waar is de subsidiariteitstoets geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 5a

Welke nationale en internationale rechterlijke instanties zijn bevoegd en verplicht nationaal recht te toetsen aan Europees recht?

Vraag 5b

Welke betekenis heeft de prejudiciële procedure van artikel 267 VWEU in dit verband?

Vraag 5c

Welke uitzonderingen bestaan op de verplichting prejudiciële vragen te stellen?

Vraag 6a

Het is gebruikelijk een onderscheid te maken tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Wat is het kenmerk van een klassiek grondrecht, en wat zijn sociale grondrechten?

Vraag 6b

Waarom is een sociaal grondrecht gewoonlijk niet bij de rechter handhaafbaar?

Vraag 6c

Volgens het boek moet het onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten worden gerelativeerd. Licht dat toe aan de hand van een voorbeeld.

Vraag 7a

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het EVRM beroepen en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7b

Kan een Nederlandse burger een klacht indien bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en zo ja, onder welke voorwaarden?

Vraag 7c

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het IVBPR beroepen, en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7d

Kan een Nederlandse burger een klacht indienen bij het Comité voor de rechten van de mens en zo ja, onder welke voorwaarden?

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Stelling: naast de bevoegdheden die de (organen van de) Europese Unie ontvangen van de lidstaten, heeft de Europese Unie een algemene bevoegdheid om nieuwe onderwerpen aan zich te trekken en te reguleren. Deze stelling is: 

  1. Juist;
  2. Onjuist;

Vraag 9

Kan het Europees parlement een eurocomissaris ontslaan wegens het ontbreken van vertrouwen in dien functioneren?

  1. Ja
  2. Nee. 

Vraag 10

Stelling; Omdat aan de nationale instanties wordt overgelaten om vorm en middelen te kiezen om het resultaat dat beoogd wordt met een Europese richtlijn te bereiken, kan een richtlijn

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 7

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 7


Vragen

Vraag 1a

Artikel 7 GW beschermt de vrijheid van meningsuiting, in het eerste lid wordt de vrijheid van drukpers beschermd

Wordt een handgeschreven brief door de vrijheid van drukpers beschermd? En een gehouden toespraak?

Vraag 1b

In de jurisprudentie met betrekking tot artikel 7 lid 1 GW wordt onderscheid gemaakt tussen het openbaringsrecht en het verspreidingsrecht. Wie kan het verspreidingsrecht beperken, en onder welke voorwaarden?

Vraag 1c

Stel, een journalist loopt een aantal maanden mee met premier Rutte om een beeld te krijgen van diens werkzaamheden. In een contract is vastgelegd dat slechts tot publicatie mag worden overgegaan als de regering tegen het artikel geen bezwaren heeft op grond van staatsveiligheid, de economische belangen van de staat of de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Hoe beoordeelt u deze voorwaarde?

Vraag 1d

Stel, de gemeenteraad van Wassenaar meent dat het aanzien van de gemeente wordt geschaad doordat overal maar posters en affiches worden aangeplakt. Daarom wordt een verbod op het aanplakken van affiches en posters op vanaf de openbare weg zichtbare plaatsen afgekondigd, met uitzondering van verkiezingsposters. De gemeenteraad laat in een toelichting weten de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel te hebben, maar meent dat dergelijke uitingen tegenwoordig prima via social media kunnen worden gepromoot. Door te kiezen voor een algeheel verbod wil de raad bovendien laten zien dat het niet om de specifieke inhoud van bepaalde posters of affiches gaat. Acht u dit verbod toelaatbaar?

Vraag 2a

Het RIVM heeft in de zomer van 2017 een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat de vaccinatiegraad in Nederland voor het derde jaar op rij is gedaald. Het RIVM vindt dit verontrustend, omdat met de gedaalde dekking het risico op een mazelenepidemie toeneemt. Stel, een aantal leden van de Tweede Kamer maakt zich zorgen over specifieke regio’s van Nederland waar de dekkingsgraad het laagst is (denk: de ‘Biblebelt’). Deze Kamerleden stellen dat ouders verplicht moeten worden hun minderjarige kinderen in te enten. Ze dienen een voorstel van wet met deze strekking in.

In het Kamerdebat rijst de vraag in hoeverre het wetsvoorstel verenigbaar is met de vrijheid van godsdienst zoals die onder andere is neergelegd in artikel 9 EVRM. Volgens de initiatiefnemers staat artikel 9 niet aan het aannemen van deze wet in de weg, omdat artikel 9 lid 2 EVRM ruime beperkingsmogelijkheden kent. U krijgt als ambtenaar de vraag een en ander uit te zoeken. De beperking moet allereerst ‘bij wet voorzien’ zijn. Wat betekent het woord ‘wet’ hier, en wanneer kan gezegd worden dat een beperking ‘voorzienbaar’ is?

Vraag 2b

De beperking moet in de tweede plaats ‘noodzakelijk zijn in een democratische samenleving’. Volgens het EHRM wordt de ‘democratische samenleving’ gekenmerkt door een aantal ‘waarden’. Welke zijn dit volgens het Hof?

Vraag 3a

U maakt deel uit van de actiegroep

.....read more
Access: 
Public
Aantekeningen, Sheetnotes en Werkgroepopdrachten - Staatsrecht 1 - RUG
Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Algemene Rechtswetenschap I: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Rechtsgeschiedenis: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Rechtsgeschiedenis: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Rechtsgeschiedenis voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Algemene Rechtswetenschap 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Algemene Rechtswetenschap 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Burgerlijk Recht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Burgerlijk Recht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Burgerlijk Recht 1 voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina
Bestuursrecht: Inleiding: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Bestuursrecht: Inleiding: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Bestuursrecht: Inleiding voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten - B1 - RUG op JoHo.org

Strafrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Strafrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Strafrecht 1 voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
  • Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

Staatsrecht 1 - RUG - Hoorcollegeaantekeningen & Sheetnotes

College Staat, overheid en constitutie

College Staat, overheid en constitutie


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Montesquieu en de verdeling van de macht worden behandeld.

  • De democratische rechtsstaat wordt behandeld: wanneer is er sprake van een democratie en wanneer van een democratische rechtsstaat?

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Om na te kunnen gaan of er sprake is van een democratische rechtstaat, is het belangrijk de grondregels van een democratische rechtstaat te kennen.

  • Herken de kenmerken van het bijzondere karakter van het staatsrecht.

Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: introductie

Staatsrecht

Het staatsrecht is de basis van onze staat en het recht dat door de staatsorganen gemaakt wordt. Het is het recht van én over een bepaalde staat en bindt de overheid aan het recht.

Voor een staat geldt dat er rechtsregels zijn die voor hem verbindend zijn ook al worden deze rechtsregels door haarzelf gecreëerd.

De rechtsregels zijn niet vastomlijnd en er speelt vooral veel politiek in mee. Er is geen orgaan om er voor te zorgen dat de overheid zich aan het staatsrecht houdt en het bestaat ook uit veel ongeschreven regels. Bijvoorbeeld de vertrouwensregel.

Wonderland

Bij Coevorden is er een stukje niemandsland van ongeveer 6 meter. Het wordt wonderland genoemd en bevolkt door ongeveer 14 man. In de tent die er staat zetelt de regering.

Waarom zou dit stukje land geen staat zijn? De staat heeft een gemeenschap van mensen, een volk met een gemeenschappelijke cultuur, godsdienst et cetera. Er zijn immers veertien man. Er is ook sprake van een grondgebied; het is namelijk afgebakend en er wordt gezag uitgeoefend door een overheid die over dwangmiddelen beschikt. Er valt te twisten over het gezag in Wonderland, kan Wonderland handhaven in tijden van nood? Is er een geweldsmonopolie?

De meeste staten voldoen aan de drie eisen die een staat tot een staat maken. Deze ‘staat’ lijkt dat ook te doen. Het enige wat Wonderland niet heeft, en andere staten wel, is dat de staat door andere landen als staat erkend wordt. Dit laatste is niet één van de drie eisen die een staat tot een staat maken maar het lijkt wel belangrijk te zijn.

Groningen bijvoorbeeld, is ook geen staat. In Groningen is dat omdat het hoogste gezag daar niet wordt uitgeoefend.

Staten ontstaan vaak op revolutionaire momenten. Wanneer een staat ontstaat, begint de overheid regels op te stellen om haar eigen macht te beperken. Dat is wat het staatsrecht wordt genoemd. Voor het staatsrecht is het bestaan van de staat een gegeven. Het staatsrecht gaat immers óver de staat, de manier van ontstaan

.....read more
Access: 
Public
College Regering & Staten-Generaal

College Regering & Staten-Generaal


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De volgorde van de behandelde onderwerpen is veranderd. De positie van het tweekamerstelsel wordt als eerste besproken.

  • Het onderwerp 'het kiesstelsel' en de artikelen uit de grondwet worden behandeld.

  • In 2017/2018 worden in het eerste hoorcollege de onderwerpen 'het Koningschap (de kenmerken e.d.) en de ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42 Gw) behandeld in plaats van in het tweede hoorcollege.

  • Het budgetrecht van artikel 105 lid 1 Gw wordt behandeld.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • De parlementaire controlemiddelen zijn uitgebreid: inlichtingenrecht (interpellatierecht/schriftelijk vragenrecht/mondeling vragenrecht) en het recht van parlementaire enquête (art. 70 Gw).

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • De vertrouwensregel behoort tot het ongeschreven staatsrecht.

  • Ken het verschil tussen het actief en het passief kiesrecht.

Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: democratie en vertegenwoordiging

De regering

De regering bestaat uit de Koning en de ministers. (art. 42 Gw.) Er zijn ministers (43), staatssecretarissen (46) en ministeries (44). In het kabinet zitten de ministers en de staatssecretarissen.

Een ministerie is een ambtelijke organisatie met aan het hoofd een minister. Bij het ministerie werken ook staatssecretarissen. Zij kunnen als een soort onder- ministers worden beschouwd.

De Staten-Generaal

De Staten-Generaal, ook wel het parlement, bestaat uit de eerste en de tweede kamer. (Art. 50 jo. 51 Gw.) Er is in de Staten-Generaal sprake van Fracties. Fracties zijn groepen mensen in de kamer met dezelfde politieke kleur. Oftewel. Fracties zijn politieke partijen.

In de Staten-Generaal bestaan ook commissies. Deze zijn juist niet gelijkgezind. Commissies zijn verdeeld om het werk te verdelen en overzicht te geven. Commissies doen voorbereidend werk maar hebben geen macht. In Nederland hebben zij geen bevoegdheid om belangrijke beslissingen te maken. Commissies zijn altijd gericht op een bepaald onderwerp. Vanuit elke fractie gaan een bepaald aantal mensen met een zetel in commissies. De hoofdregel is dat in elke commissie elke fractie vertegenwoordigd wordt.

Directe Democratie

In Nederland is er over het algemeen geen sprake van directe democratie. Er zijn echter wel mogelijkheden toe. De eerste is het burgerinitiatief; Het proces wordt beschreven in 132a RvOII, de mogelijkheid voor burgers om iets op de agenda te krijgen. Dat maakt dat erover gesproken moet worden. Een voorbeeld hiervan is Arjen Lubach die Farao der Nederlanden wilde worden. Voor een burgerinitiatief moeten er een bepaald aantal handtekeningen worden verzameld.

Er zijn een aantal eisen waar een burgerinitiatief aan moet voldoen, deze staan opgenoemd in 132a RvOII, een van de belangrijkste eisen is, ‘Het burgerinitiatief

.....read more
Access: 
Public
College Wetgeving en rechtspraak

College Wetgeving en rechtspraak


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Vanaf dit jaar is de volgorde van de behandelde onderwerpen gewijzigd. De onderwerpen zelf zijn hetzelfde. De colleges lopen in 2017/2018 een week voor ten opzichte van de aantekeningen.

  • De hiërarchie van wetgeving die in de aantekeningen staan is niet meer juist; Verdragen van de Unie en het statuut voor het Koninkrijk der Nederland is hieraan toegevoegd

  • De functies van de wet en wetgeving zijn onderwerpen die in 2017/2018 behandeld worden.

  • Alle artikelen uit de Grondwet zijn toegevoegd aan de wetgevingsprocedure.

  • De hoofdvragen en de inrichting van de rechtsbescherming ​​​​worden behandeld.

    Wat is belangrijk voor het tentamen?

    • Ken de procesgang van de Awb en de toetsingscriteria van de Awb.

    • Ook de civiele rechter, haar bevoegdheid en de toetsingscriteria zijn belangrijke onderwerpen. 

    Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: Staten-Generaal

    Verhouding SG en Ministers

    Tot 1848 waren er grote ontwikkelingen in het koninkrijk. De macht van de koning nam af en ministers namen deze langzaam maar zeker over. In 1848 werd de ministeriële verantwoordelijkheid geïntroduceerd. Zij moesten zich toen verantwoorden tegenover de Staten-Generaal.

    De verhoudingen waren na 1848 nog steeds niet geheel duidelijk. De verduidelijking kwam in 1866/1868. De opkomst van het parlementaire stelsel met als belangrijkste regel; de vertrouwensregel.

    De vertrouwensregel bepaald de gehele verhouding tussen de Staten-Generaal en de ministers. Immers, wanneer de Staten-Generaal het vertrouwen in een minister kwijt is, moet deze minister vertrekken. Dat maakt dat de Staten-Generaal een conflict in beginsel dus altijd zal winnen. De vertrouwensregel is zo belangrijk dat je zou kunnen zeggen dat eigenlijk al het staatsrecht op deze regel berust.

    De vertrouwensregel zorgt niet alleen voor vijandschap maar ook voor controle. De vertrouwensregel veronderstelt parlementaire controle, veronderstelt dus ook dat er overleg plaats vindt. De vraag rijst nu, hoe kun je de verhouding tussen beiden nu schetsen?

    Er zijn twee verhoudingsmodellen te benoemen, model 1 is het monisme. Model 2 is het dualisme. Monisme en dualisme zijn twee heel abstracte begrippen. Ze worden allebei op verschillende manieren gebruikt. in dit geval betekent het dualisme dat er sprake is van twee organen die onafhankelijk van elkaar opereren. Deze organen zijn gelijkwaardig en niet tot elkaar te herleiden.

    Bij het monisme is er sprake van een hoofdorgaan dat een onder-orgaan kiest. Het ene orgaan is dus ondergeschikt aan het andere en kan van het hoofdorgaan worden afgeleid.

    De verhouding tussen de regering en het parlement, hoe kun je die nu schetsen? Wanneer je voor één van beide stelsels zou kiezen zou het dualisme naar voren

    .....read more
    Access: 
    Public
    College Decentralisatie

    College Decentralisatie


    Sheetnotes 18/19

    Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

    • De volgorde van de behandelde onderwerpen in het eerste hoorcollege van deze week is gewijzigd.

    • De Raad en uitleg over dit orgaan is een nieuw onderwerp, evenals art. 160 Gemeentewet en de taken van het College.

    Wat is belangrijk voor het tentamen?

    • Belangrijk voor het tentamen is om op een rijtje te hebben wat de taken zijn van de diverse organen.

    Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: decentraal bestuur

    De organen die de gemeente en het provinciale bestuur hebben, wat mogen ze?

    N.B. Wanneer er over de gemeente of over de provincie wordt gesproken, kan er vaak ook het andere orgaan worden bedoeld, tenzij anders aangegeven.

    Belangrijke begrippen

    Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Primair is het een eenheidsstaat, secundair gedecentraliseerd. Een gedecentraliseerde eenheidsstaat heeft een aantal belangrijke elementen. Ten eerste mag er nooit gehandeld worden in strijd met hogere wetgeving. De hogere organen houden toezicht. Ten tweede komt meer dan 90% van het geld van het rijk. Ten derde heeft elk domein een eigen huishouding. Door de openheid, het rijk dat kan zeggen wie wat doet, hebben de gemeenten en provincies minder te zeggen. De openheid is niet nieuw. Voor 1848 hadden gemeentes en provincies al een eigen huishouding.

    In Nederland is er ook sprake van deconcentratie. Deconcentratie heeft niets met decentralisatie te maken. De centrale overheid kan besluiten delen van ministeries te verspreiden over het land. Simpelweg omdat het makkelijker is om meer locaties te hebben.

    Een ander begrip is functionele decentralisatie. Organen die een bepaalde overheidstaak of functie hebben gekregen. Dit zijn bijvoorbeeld waterschappen en scholen.

    Heel belangrijke begrippen zijn autonomie en medebewind. Autonomie geeft de bevoegdheid tot het maken van eigen regels. Medebewind ook, maar dan in opdracht van de rijksoverheid. Bij autonomie is er sprake van een alleenrecht. Het belang van autonomie is dat de gemeentes en provincies een handvat bezitten om nog enigszins mee te kunnen praten. Voor medebewind geldt dat de rijksoverheid op die manier meer grip houdt.

    De bestuurlijke hoofdstructuur werkt in Nederland als volgt; er zijn drie bestuursorganen. Gemeente, provincie en het rijk. Deze drie organen voeren de overheidstaken uit. Het orgaan met de maximale democratische legitimatie heeft het meest te zeggen. Dat orgaan is het meest democratisch gekozen. Bij de gemeente geldt bijvoorbeeld dat de Raad het belangrijkste is. Dit komt omdat dit orgaan ten opzichte van het College het meest democratisch gelegitimeerd is.

    Grondwettelijk kader sinds 1848

    De pijlers van Thorbecke werken door in de Grondwet.

    Ten eerste is het van belang dat de wetgever

    .....read more
    Access: 
    Public
    College Het Koninkrijk, de internationale rechtsorde en de EU

    College Het Koninkrijk, de internationale rechtsorde en de EU


    Sheetnotes 18/19

    Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

    • De onderwerpen van het eerste en het tweede hoorcollege in deze week zijn omgedraaid.

    • Daarnaast wordt het sluiten van verdragen uitgebreid behandeld, evenals art. 93 en 94 Gw.

    Wat is belangrijk voor het tentamen?

    • Lees de artikelen 93 en 94 Gw goed door en arceer deze in de wettenbundel! 

    Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: de rechterlijke organisatie

    De theorie van de rechtsstaat bestaat uit verschillende kernpunten. Ten eerste de grondwet en de constitutie, dan de machtenscheiding welke uiteenvalt in de democratische wetgeving (de hiërarchische regels), de heerschappij van de wet (bestuurslichamen moeten zich aan de wet houden, legaliteitsbeginsel) en in onafhankelijke rechtspraak, en als laatste de grondrechten.

    Deze week gaat het over rechters. De rechter krijgt steeds meer een rechtsvormende taak. Om fraude binnen deze rechterlijke macht te voorkomen zijn verschillende maatregelen genomen. Zo wijst op grond van art. 116 GW de wetgever de organen die tot de rechterlijke macht behoren, aan en worden deze op grond van art. 117 GW bij een koninklijk besluit benoemd. Rechters kunnen verder niet door iemand van buiten de rechterlijke macht worden ontslagen. Ze stoppen over het algemeen pas met hun functie wanneer ze 70 jaar zijn.

    De onafhankelijkheid is zowel grondrechtelijk als constitutioneel geregeld. In de grondwet (ook art. 6 EVRM) staan de beginselen van onpartijdigheid, zelfstandigheid en eerlijkheid waar de rechter zich aan moet houden. Staatsrechtelijk gezien kennen we de driehoek van de machtenscheiding (zie het plaatje hierboven) Door deze machtenscheiding zou in Nederland de macht gescheiden moeten zijn en de rechter dus onafhankelijk moeten kunnen opereren van deze twee andere organen.

    De bevoegdheid van de rechter wordt in de wet weergegeven. In art. 112 GW staat dat de rechter in beginsel besluit over haar eigen bevoegdheid. In lid 1 wordt ingegaan op de burgerlijke geschillen en in lid 2 de publiekrechtelijke geschillen.

    Over de bevoegdheid met betrekking tot het toepassen van wetten en voorschriften geldt het toetsingsverbod uit art. 120 GW en art. 94 GW wat gaat over het buiten toepassing laten van regels wanneer deze niet overeenkomen met verdragen. Halsema wil dat er een toetsingsmogelijkheid komt voor de klassieke grondrechten. Haar argumenten zijn onder andere de meer democratie, rechtspraak en het verdragsrecht.

    De vraag of je met publiekrechtelijke geschillen naar een civiele of administratieve rechter moet wordt beantwoord in art. 112 lid 2 GW. In art. 1:4 AWB staat dat de administratieve rechter niet tot de rechterlijke macht behoord.

    Voor administratieve (bestuursrechtelijke) rechtspraak kun je voor verschillende gebieden bij verschillende rechters terecht. Bij de

    .....read more
    Access: 
    Public
    College Gastcollege en Inleiding grondrechten

    College Gastcollege en Inleiding grondrechten


    Sheetnotes 18/19

    Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

    • De onderwerpen die in week 6 behandeld worden in 2017/2018, staan in de aantekeningen in week 7. De onderwerpen worden voorts chronologisch behandeld.

    • De volgende onderwerpen zijn nieuw: wat zijn grondrechten en voor wie gelden deze?

    • Op art. 120 Gw ligt in 2017/2018 de nadruk.

    Wat is belangrijk voor het tentamen?

    • Het is belangrijk om 120 Gw goed door te lezen en te begrijpen waar het over gaat (arceer in je wettenbundel)!

    Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: internationale rechtsorde

    Onderwerp van dit college:

    1. Nederland als onderdeel van de internationale rechtsorde

    2. Europees Nederland als onderdeel van het koninkrijk der Nederland

    Doelen:

    1. Begrijpen hoe een verdrag tot stand komt, hoe verdragen voor burgers rechten en plichten kunnen meebrengen en hoe verdragsbepalingen zich verhouden tot het nationale recht.

    2. De staatsrechtelijke verhoudingen binnen het koninkrijk, de belangrijkste koninkrijksorganen. Verdragen: Internationale overeenkomst tussen volkenrechtelijke rechtssubjecten (staten) kunnen uitleggen welke bevoegdheden op koninkrijksniveau en welke op landsniveau liggen.

    Nederland als onderdeel van de internationale rechtsorde

    Er zijn verschillende organisaties waar Nederland deel van uit maakt. Nederland wordt door verdragen en lidmaatschappen beperkt in haar handelen.

    Organisaties zijn bijvoorbeeld de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de NAVO en de EU. Al deze organisaties hebben eigen belangrijke verdragen die beperkend kunnen werken ten opzichte van haar leden.

    • VN:

      • Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR/BuPO) 1966)

      • Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) (1966)

    • Raad van Europa

      • Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) (1950)

      • Europees sociaal Handvest (ESH) (1961/1996)

    • NAVO

      • NAVO-verdrag (1949)

    • EU (Wat in deze samenvatting staat, geldt NIET voor de Europese Unie)

    Artikel 90 Grondwet bepaalt dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert. Uit artikel 91 lid 1 GW blijkt dat het koninkrijk niet aan verdragen wordt gebonden zonder goedkeuring van de Staten-Generaal. Zowel de regering als de Staten-Generaal zijn dus van belang.

    Voor het oprichten van een verdrag moet er een stappenplan worden gevolgd;

    Ten eerste moet er overeenstemming over de inhoud zijn. Er wordt over het algemeen door diplomatieke afgevaardigden onderhandeld. De politieke leiders komen vaak pas voor de ondertekening van de inhoud. Zij zijn meer voor het plaatje.

    Daarna volgt het sluiten van het verdrag. Er wordt ondertekend door de regering of

    .....read more
    Access: 
    Public
    College Enkele specifieke grondrechten en bijzondere leerstukken

    College Enkele specifieke grondrechten en bijzondere leerstukken


    Sheetnotes 18/19

    Wat zijn de veranderingen in de colleges ten opzichte van bestaande collegeaantekeningen/ sheets?

    • Dit college is erg de nadruk gelegd op artikel 7 van de Grondwet, met name lid 1 (Drukpers) 

    • Vorig jaar ging het vooral over artikel 10 Grondwet. 

    Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

    • Geen recente ontwikkelingen (artikelen van de grondwet al zeer oud en zal niet gauw sprake zijn van een wijziging) 

    Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

    • Zorg ervoor dat je artikel 7 Grondwet goed begrijpt, gebruik hierbij tevens de achtergrond bij dit artikel. 

    Aantekeningen hoorcollege 1 16/17: grondrechten

    Grondrechten

    Voorbeeld 1. Meneer van Ooijen, radicaal evangelist met 16 kinderen zet op zijn dakpannen ‘Jezus redt’. De gemeente wil dat niet hebben. Er speelt godsdienstvrijheid tegenover het welstandsbeleid van de gemeente.

    Voorbeeld 2. Rosti Rostelli, een hypnotiseur, wil optreden in Rijssen, een streng Christelijke gemeente. Zij willen echter geen provocerend gedrag in de zaal die hij wil huren van de gemeente. Er speelt vrijheid van meningsuiting tegenover het standpunt van de gemeente die zegt ‘Grondrechten gelden tussen de overheid en de burger, ik ben nu geen overheid, wij verhuren gewoon een zaal’

    Voorbeeld 3. Facebook, Microsoft, Google et cetera. Gelden de grondrechten ook tegenover deze bedrijven? (Gelden ze hetzelfde als tegenover de overheid?)

    Het ontstaan van de grondrechten

    De theoretische ontwikkeling van de grondrechten is begonnen met Locke, Life, liberty en property.

    Een grondrecht lijkt universeel en logisch, voor iedereen te gelden maar ze zijn pas vrij laat ‘ontdekt’. Hoe moeten deze grondrechten worden gefundeerd?

    Locke, een contractsfilosoof zegt; “Mensen zijn redelijke wezens. Ze willen bescherming. De staat is opgericht om life, liberty en property te beschermen en dus ook ter afbakening van het overheidsgezag

    Er is een verschil tussen wanneer de grondrechten ontstonden en wanneer deze werden opgenomen in de wet.

    In 1215 kwam er in Engeland de Magna Carta; De adel dwong de machthebbers tot meer politieke vrijheid en godsdienstvrijheid.

    In 1679, ook in Engeland, de Habeas Corpus Act; Dit was tégen willekeurige vrijheidsberoving. De koning sloot tegenstanders willekeurig zonder proces op. Dit is nog steeds geldend recht.

    In 1776 kwam in de VS de Declaration of Independence: Er kwamen individuele grondrechten, onvervreemdbare rechten. Life, liberty and persuit of happiness

    In 1789 de Déclaration des Droit de l’Homme et du Citoyen: Dit was ook een onafhankelijkheidsverklaring met ongeveer de zelfde grondrechten.

    In 1798 de Staatsregeling Bataafsche volk: Dit was de eerste keer dat in dit gebied allerlei grondrechten werden geformuleerd.

    In 1815 de Grondwet van.....read more

    Access: 
    Public
    Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
    Follow the author: Law Supporter
    Contributions, Comments & Kudos

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.
    Access level of this page
    • Public
    • WorldSupporters only
    • JoHo members
    • Private
    Statistics
    1613