HC5: Mechanisme van het baringsproces
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college worden het baringsproces en de fases ervoor en erna besproken
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Voor de baring
De vagina en baarmoeder liggen achter de blaas. De blaas kan tijdens de zwangerschap verdrukt worden. Tijdens de zwangerschap zwemt de foetus in het vruchtwater in de baarmoeder. Hij krijgt via de navelstreng voedingsstoffen.
De baarmoeder:
De baarmoeder bestaat uit:
- Uterus
- Glad spierweefsel (myometrium)
- Rustig, geen gecoördineerde contracties, m.u.v. ongecoördineerde Braxton Hicks contracties aan het einde van de zwangerschap (voorweeën)
- Cervix (baarmoedermond)
- Bindweefsel
- Sterkere collageen verbindingen
- Zachter
De uterus moet tijdens de zwangerschap uitzetten, wat goed kan omdat er weinig bindweefsel is. Omdat er in de cervix voornamelijk bindweefsel zit, kan deze goed gesloten blijven. Als er een cervixinsufficiëntie is, blijft de cervix niet goed dicht waardoor het kind verloren kan worden.
Aan het einde van de zwangerschap moet de cervix weker worden → hierlangs moet het kind naar buiten. De baarmoeder moet juist steviger worden → het kind moet naar buiten geduwd worden. In het begin van de zwangerschap is de cervix dus staand en gesloten, aan het einde verstreken en open.
Aanzet tot baring
Baring wordt gezien als het proces van een regelmatige uteruscontractie. Dit leidt tot een sluiting van de uterus en daarbij geboorte van het kind inclusief de placenta. Het begin en de eindfase van een zwangerschap is niet exact weer te geven. Het einde van de eindfase wordt gemarkeerd als het moment dat het kind en de placenta zijn uitgedreven.
Fases:
De baring is opgedeeld in verschillende fases:
- Het eerste tijdperk: de ontsluitingsfase
- Het tweede tijdperk: de uitdrijvingsfase
- Er is volledige ontsluiting: de baarmoedermond is helemaal open en de vrouw perst actief mee
- Het derde tijdperk: het nageboortetijdperk
- De moederkoek/placenta wordt geboren
- Het vierde tijdperk: als de moeder weer stabiel wordt
- De eerste 2 uur na de geboorte van de placenta
Baringstijd:
De gemiddelde duur van de zwangerschap bij de mens is 280 dagen. Dit wordt gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie, 2 weken hierna vindt de bevruchting plaats. Vroeger gebruikte men de regel van Naegele:
- De laatste dag van de menstruatie + 9 maanden + één week bij op = verwachte bevaldatum
Nu wordt de bevaldatum berekend m.b.v. een echo, waarin meerdere gegevens worden ingevoerd. Meestal wordt deze echo in de eerste 13 weken gemaakt. Dit gebeurt op basis van de crown-romp lengte.
Eén op de twintig vrouwen bevalt op de uitgerekende datum. Als dit niet gebeurt, is er niet per definitie iets mis:
- De à terme periode is 37-42 weken (259-294 dagen)
- De pre terme periode is onder de 37 weken
- De post terme periode is na 42 weken
- Komt nu bijna niet meer voor → men probeert elke vrouw voor dat moment te laten bevallen door inleiding
- Een te lange zwangerschap vergroot de kans op foetale zwangerschap
De baringstijd heeft een (onnauwkeurige) samenhang met het verloop van de zwangerschap:
- Vrouwen met een ongecompliceerde zwangerschap of waarvan het niet de eerste zwangerschap is bevallen vaker 's ochtends (04:00-10:00u)
- Vrouwen met een gecompliceerde zwangerschap bevallen vaker 's middags
- Dit komt gedeeltelijk doordat het voor de vrouw en arts handiger is om de bevalling 's middags te doen
Rol van hormonen
Verschillende hormonen spelen tijdens de zwangerschap een rol:
- Cortisol
- Zorgt voor een afname van progesteron en een toename van oestradiol
- Zorgt er bij de foetus voor dat de foetus klaar is om geboren te worden
- Oestradiol
- Progesteron
- Stijgt heel hard tijdens de zwangerschap
- Zorgt ervoor dat het gladde spierweefsel in de baarmoeder gerelaxeerd blijft → een belangrijke remmer van contracties
- Als bij dieren progesteron wordt onttrokken, wordt de bevalling geïnduceerd
- Bij mensen is wel progesteron aanwezig tijdens de bevalling
- Dit wordt verklaard door de aanwezigheid van minder actieve progesteron receptoren en door de verandering van de progesteron/oestradiol verhouding
- Heeft ook effect op het gladde spierweefsel in de maag en darmen → zwangerschapskwaaltjes (bijv. obstipatie)
- Relaxine
- Oxytocine
- Wordt gemaakt buiten de zwangerschap
- Wordt gemaakt in de achterkwab van de hypofyse
- Productie neemt aan het einde van de zwangerschap toe
- Ook krijgt het gladde spierweefsel van het myometrium krijgt veel meer oxytocinereceptoren
- Belangrijk bij de ontsluiting, persing en nageboorte
- Wordt gebruikt voor:
- Inleiding van de bevalling
- Niet vorderende baring
- Voorkomen/behandelen fluxus (veel bloedverlies)
- Heet ook wel het knuffelhormoon/verliefdheidshormoon
- CRH
- Wordt geproduceerd door de placenta
- Stijgt exponentieel tijdens de zwangerschap
- Hogere concentraties leiden tot een vroegere bevalling
- Positieve terugkoppeling:
- Als het hormoon geproduceerd wordt, wordt ACTH in de hypofyse geproduceerd
- ACTH zorgt voor productie van cortisol en DHEAs in de bijnier
- Dit leidt tot een verandering van de progesteron-oestradiol verhouding
- Dit leidt tot meer CRH-productie
- Dit gebeurt ook bij het kind → leidt tot rijping van de longen en toename van surfactant
- Prostaglandine
- Wordt geproduceerd in de decidua (maternale deel van de placenta)
- Wordt gestimuleerd door surfactant (als het kind rijpe longen heeft)
- Zorgen voor productie van metalloproteases
- Metalloproteases in de vliezen zorgen ervoor dat de vliezen breken
- Metalloproteases in de cervix zorgen ervoor dat de cervix weekt → cervix gaat open → decidua komt los van de cervix → productie prostaglandines
- Wordt gebruikt bij inleidingen bij een onrijpe cervix
- Wordt gebruikt bij abortus/afbrekingen
- Een afname van progesteron en een toename van oestrogeen veroorzaakt een toename van prostaglandine
- Zorgt ervoor dat er meer gap junctions in het myometrium komen
- Zorgt ervoor dat collageenbundels in de cervix uiteenvallen
- Maakt (samen met oestradiol) meer oxytocinereceptoren
- Catecholamine
Dieren:
Bij schapen bepaalt het lam wanneer de baring op gang komt:
- Er gaat een seintje van de hypothalamus, naar de hypofyse, naar de bijnier
- De bijnier gaat cortisol afgeven → er komt een afname van progesteron en een toename van oestrogeen
- Door de verandering in de progesteron-oestrogeen ratio neemt de hoeveelheid prostaglandine toe
- De bevalling komt op gang
Bij de mens is het proces waarschijnlijk vergelijkbaar, maar dit is nog niet helemaal bekend. Waarschijnlijk is het een combinatie van een moederlijk en foetaal proces. Het foetale proces is nog onduidelijk.
Anencefalie:
Bij baby's met anencefalie (een schedeldak defect, waarbij het vruchtwater de hersenen van de foetus vernietigen) duurt de zwangerschap langer dan 40 weken. Hieruit wordt geconcludeerd dat het foetale proces invloed heeft op de duur van de zwangerschap. Het moederlijk proces gaat over de verweking van de cervix en contracties van de uterus.
Postpartum:
Na de bevalling is het hormoon oxytocine nog steeds belangrijk. Het heeft een aantal functies:
- Het samentrekken van de uterus en het geboren worden van de placenta
- Door het samentrekken wordt de moederkoek losgewoeld van de wand
- Als de contractie sterk genoeg is, gaat dit niet gepaard met bloedverlies
- Het geven van borstvoeding
- Als het kind aan de tepel zuigt, ontstaat er een seintje waardoor oxytocine wordt geproduceerd → het spierweefsel rond de melkklieren gaat samentrekken
- Het terugkeren van de baarmoeder naar de oorspronkelijke grootte voor de zwangerschap
Veranderingen in het myometrium en vorm van de uterus
Uterus:
Bij een niet zwangere vrouw die nog nooit een kind heeft gekregen is de baarmoeder zo groot als een mandarijn. Als een vrouw wel al een kind heeft gekregen is deze zo groot als een sinaasappel. Aan het einde van de zwangerschap is de baarmoeder zo groot als een watermeloen.
Er is een verschil tussen moeders die voor het eerst en niet voor het eerst bevallen:
- Voor het eerst: de baarmoederwand wordt eerst korter (verstrijken) en gaat vervolgens open
- Niet voor het eerst: het verstrijken en openen gebeurt tegelijkertijd
Cervix:
De cervix bevat veel bindweefsel en weinig spierweefsel. Aan het einde van de zwangerschap vallen de collageenbundels o.i.v. prostaglandines uiteen → de cervix verweekt.
Het myometrium:
Aan het einde van de zwangerschap gebeuren er een aantal dingen met het myometrium:
- Meer contractiliteit: door meer prostaglandines en oxytocine komt er meer calciuminflux in de cel → er zijn meer contracties mogelijk
- Actine is niet meer globulair (in bolletjes) maar filamenteus
- Gevoeliger: toename van het aantal gap junctions zorgen ervoor dat de spiervezels steeds meer gezamenlijk gaan samentrekken
- Toename van het aantal gap junctions in de gladde spiervezels van het myometrium zorgen ervoor → dat als het ene deel van het myometrium contraheert, andere delen ook gaan contraheren
- De toename van het aantal gap junctions wordt veroorzaakt door prostaglandines
- Toename van het aantal gap junctions in de gladde spiervezels van het myometrium zorgen ervoor → dat als het ene deel van het myometrium contraheert, andere delen ook gaan contraheren
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
- Sturing en Stofwisseling HC1: Inleiding
- Sturing en Stofwisseling HC2: Regeling van de voortplanting
- Sturing en Stofwisseling HC3: Microscopie van de gonaden
- Sturing en Stofwisseling HC4: Sturing en temperatuur
- Sturing en Stofwisseling HC5: Mechanisme van het baringsproces
- Sturing en Stofwisseling HC6: Sturing en seksualiteit
- Sturing en Stofwisseling HC7: Feedbacksystemen en modellen
- Sturing en Stofwisseling HC8: Inleiding maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC9: Macroscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC10: Microscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC11: Ontwikkeling maag, darm en lever
- Sturing en Stofwisseling HC12: Ontwikkeling en groei
- Sturing en Stofwisseling HC13: Transport van de voedselbrij door het maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC14: Lever (galtransport)
- Sturing en Stofwisseling HC15: Farmacologie
- Sturing en Stofwisseling HC16: Secretie, digestie en absorptie
- Sturing en Stofwisseling HC17: Patiënt met diarree
- Sturing en Stofwisseling HC18: Sturing van de maagprocessen
- Sturing en Stofwisseling HC19: Stofwisseling van de cel
- Sturing en Stofwisseling HC20: Cholesterol, the good and the bad
- Sturing en Stofwisseling HC21: Regulatie van de energiehuishouding
- Sturing en Stofwisseling HC22: Metabool syndroom
- Sturing en Stofwisseling HC23: Psychologie van eetstoornissen
- Sturing en Stofwisseling HC24: Type I + II diabetes
- Sturing en Stofwisseling HC25: Complicaties van diabetes mellitus
- Sturing en Stofwisseling HC26: Schildklierhormoon-ontregeling
- Sturing en Stofwisseling HC27: Cortisol regelkring, hyper- en hypocortisolisme
- Sturing en Stofwisseling HC28: Microscopie schildklier, bijnier, hypofyse
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 1
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 2
Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
Deze bundel bevat alle hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens van het blok Sturing en Stofwisseling van de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1951 |
Add new contribution