Verzoek eenhoofdig gezag - Arrest

Verzoek eenhoofdig gezag (HR 28-03-2003, ECLI:NL:HR/PHR:2003:AF2688)

Feiten

Uit de relatie tussen de moeder en de vader is op 9 november 2000 een dochter geboren. De vader is de biologische vader van dit kind en hij heeft haar voor de geboorte erkend. De ouders hebben gezamenlijk het gezag over haar uitgeoefend. De moeder heeft een verzoek om eenhoofdig gezag ingediend, waarmee de vader instemde. Het paar gaat uit elkaar en de moeder richt zich tot de rechtbank.

De rechtbank heeft het op art. 1:253n BW berustende verzoek van de moeder toegewezen. De vader heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld. Hij stelt o.a. dat hij, aangezien hij niet rechtskundig werd bijgestaan, de gevolgen van deze beslissing niet kon overzien. Het Hof heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en het verzoek van de moeder afgewezen. De moeder heeft tegen deze beslissing cassatieberoep ingesteld

De rechtsklachten van het middel komen erop neer dat het Hof ofwel over het hoofd heeft gezien dat partijen nooit gehuwd geweest zijn, ofwel heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, doordat het heeft miskend dat slechts na een echtscheiding de ouders, die gedurende het huwelijk gezamenlijk het gezag hadden, dit gezag in beginsel gezamenlijk blijven uitoefenen. Bij het uiteengaan van ouders die niet met elkaar gehuwd zijn, noch met elkaar gehuwd zijn geweest, kan het gezamenlijk gezag, dat immers (anders dan bij gehuwde ouders) is aangevangen als gevolg van een gezamenlijke keuze van de beide ouders, ook door een keuze van één van de ouders ongedaan worden gemaakt. Een toetsing aan het belang van het kind komt bij die laatste keuze niet aan de orde, volgens het middel.

Hoge Raad

De Hoge Raad dient zich in cassatie te buigen over de vraag of voor het verbreken van het gezamenlijk gezag na echtscheiding andere criteria gelden dan voor niet-gehuwden.

De Hoge Raad verwerpt het beroep. Het Hof heeft overwogen dat er geen reden is om af te wijken van de hoofdregel. Deze hoofdregel houdt in dat na echtscheiding het gezamenlijk gezag doorloopt. In deze zaak bestaat geen reden om deze regel te doorbreken. De moeder voert aan dat het belang van het kind geen criterium moet zijn. Anders dan bij echtscheinding, is in casu het gezamenlijk gezag aangevangen door een keuze van beide ouders, die ongedaan moet kunnen worden gemaakt door de keuze van één ouder. Het middel faalt. De wijze van ontstaan van het gezag is niet relevant bij de beoordeling van de vraag of het gezag moet voortduren. Bovendien valt niet in te zien waarom het belang van het kind bij gehuwde ouders wel een criterium zou mogen zijn.

Het Hof is uitgegaan van een correct uitgangspunt. Het heeft juist geoordeeld dat de enkele wens van een ouder onvoldoende grond is om te bepalen dat het gezag aan één moet worden toegewezen. Een rechter moet het belang van het kind in zijn onderzoek meenemen.

Het gezagsrecht van de ouder geldt in beginsel gelijkelijk voor gehuwde en ongehuwde ouders. Een beslissing inzake eenhoofdig gezag is alleen gerechtvaardigd als een rechter na onderzoek tot het oordeel komt dat een wijziging in het gezag in het belang is van het kind. Vereist is een wijziging van omstandigheden.

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization