
Hoorcollege 3 aantekeningen
Nature
- Biologische factoren = nature.
- Er is niet 1 gen voor bepaald gedrag, het is veel complexer.
- Microsysteem, dan mesosysteem, dan exosysteem, dan macrosysteem.
Nature, nurture en betekenisgeving.
- Betekenisgeving: Waarneming, geheugen, interpretatie (gehechtheid), gedrag, eigenschappen, innerlijk.
- Onderlinge sociale relaties, ben je veilig gehecht of ben je onveilig gehecht. Veilig gehecht is een enorme voorsprong op anderen.
- Dit zijn psychologische factoren. Dus je hebt biologische factoren, omgevingsfactoren en psychologische factoren.
- Psychologische factoren dragen bij aan je innerlijk.
Rijpen, leren en kiezen.
- Rijpen gaat over de processen in ons lijf.
- Leren vormen ons cognitief, onze taal en groeien we sociaal-emotioneel.
- Kiezen: zelfregulatie. Eigen keuzes maken binnen de mogelijkheden die er zijn.
Infancy - Beginnings
- Ontstaan bij de conceptie. Versmelting eicel en spermacel.
- Na 9 weken is het kind een foetus.
- Na 24 weken lijkt het meer op een baby.
- Na 40 weken geboorte. Tussen de 37-42 weken.
- Als de moeder na 24 weken bevalt, proberen we het kind nog in leven te houden.
Baby tijd, (dreumes), peutertijd en kleutertijd, kind, puber, adolescent, volwassen, middelbaar, bejaard, oud.
Infancy slaat op de eerste 1000 dagen. Als je die leeftijdsperiode op een goede manier doormaakt, heb je een goede basis voor later een goede ontwikkeling. Conceptie tot 2 jaar, dat is een belangrijke periode dus.
Pasgeboren baby’s doen al aan imitatie.
Gedrag is afhankelijk van de state -arousal niveau - bewustzijnstoestand (slapen, wakker, huilen).
- Wakkere toestand
- Onrustige toestand: mopperig
- Huilgedrag
- Huilen neemt met 3 à 4 maanden af.
- Verschillend huilen roept verschil in verzorgingsreacties op.
- Huilbaby: 3 x 3 x 3 = 3 weken, 3 dagen, 3 uur per dag.
Reflexen:
- Grijpreflex → vinger in hand leggen
- Opstap, sta en loop reflexen → misschien handig voor in de baarmoeder
- Oogknipperen (Glabella)
- Zuigen → erg functioneel om te drinken.
- Babinski reflex (tenen)
- Moro reflex = schrikreactie, vooral armen. Als je zijn hoofdje een stukje laat vallen. Dan steekt hij zijn handen uit. Bij apen is het heel functioneel, die handjes pakken dan de moeder. Voor mensen is het minder functioneel → miss evolutionair overblijfsel.
Visus heeft beperkingen bij de geboorte:
- Pas na 6-8 maanden zien ze zo scherp als wij.
- Visual cliff experiment: glazen plaat. Kindje aarzelt. Kind kan gewoon de diepte zien.
Voorkeuren:
- De meeste baby’s hebben voorkeur voor patronen die enigszins op een gezicht lijken.
- De stem van de moeder en vader gaan herkend worden. Als je bij 8 maanden in een andere taal ze toespreekt, dan zie je verbazing.
Tactiel leren ze onderscheid te maken bij normale aanrakingen en pijn.
Visus:
- Gezichtsscherpte neemt toe
- Diepte herkenning
- Patroonherkenning
Multi-sensory perception
- Crossmodaal: veel vindt op hetzelfde moment plaats
Leren is gedrag dat door ervaring gemodificeerd wordt. Basale leerprocessen:
- Klassieke conditionering
- Operante conditionering
- Habituatie
- Observeren / imiteren
- Imitatie vindt al plaats bij hele jonge kinderen.
Spiegelneuronen in onze hersenen: we kijken naar het gedrag van anderen en die roepen iets op in ons om dat gedrag ook te gaan doen. Het feit dat je iemand na kan doen, draagt in primitieve vorm al bij aan je eigen zelfbeeld. Het gevoel dat je zelf ook een mens bent.
Zelfregulatie:
- Baby’s blijven niet aan 1 stuk doorzuigen. Ze stoppen af en toe. Hij stopt en wendt het hoofd af. Moeder probeert meer te geven.
- Baby sappelt dan op zijn vuistje → ik heb genoeg.
- Het kind reguleert zichzelf: dit is ‘’kiezen.’’ Dit is een vroege vorm van zelfregulatie.
- Ouders moeten sensitief zijn = aanvoelen wat het kind nodig heeft.
- Je voedt je kind op naar zelfstandigheid.
Intuïtieve parenting - Papousek:
- Adequate afstand → dan ziet het kind je alleen
- Stem modulatie: motherese
- Hogere stem
- Repetitief praten
- Duidelijk herkenbare gezichtsuitdrukkingen → dit gebeurt vanzelf
Perinatal Risk Factors:
- risk factors that are especially important in relation to the beginning of life; conception, pregnancy, birth, neonatal period
- Lood in water is meer risico tot ADHD en concentratieproblemen hebben.
- PFAS stoffen zijn risicostoffen
- PFAS invloed op schildklier, bloed cholesterol levels, vruchtbaarheid van vrouwen neemt af, bloeddruk neemt toe, hoger risico op kind met laag geboortegewicht.
- Risicofactoren accumuleren: arm, slecht huis, slechte voeding.
- Als de vaders doorroken tijdens de zwangerschap dan heb je een verhoogde kans op ADHD bij kinderen. Dus als er gerookt wordt in de omgeving, heeft het ook effect.
- Alcohol drinken leidt tot fetal alcohol syndrome.
Geboortegewicht
- Als je geboren bent in 37-42 weken maar minder dan 2500 gram → laag geboortegewicht
- Lager dan 1500 gram → very low birthweight. VLBW kind.
- Lager dan 1000 gram → ELBW kind
- Bij kortere termijnperiode, dan hoort dat gewicht gewoon bij je aantal weken.
- Als je bij je te vroege fase nog steeds te laag bent in gewicht, dan wordt je small for gestational age → SGA kind.
- Soms een VSGA, dat is very small for gestational age.
Te vroeg geboren
- 28 weken dan zijn je longen nog niet rijp → couveuse.
- Dit zijn risicofactoren voor de hersenontwikkeling voor de kinderen.
- Dan moeten de hersenen ontwikkelen buiten de baarmoeder, buiten het ritme van hun moeder.
- Bij te vroeg geborenen hebben meer kinderen speciaal onderwijs nodig.
- Lagere scores op taal en rekenen.
- Oplossingen: preventie van preterme geboorte, follow-up voor children at risk, interventieprogramma’s.
De vier dimensies als je naar kinderen wil kijken:
- Groei en gezondheid
- Neuromotorische ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
Leerprocessen vinden vooral plaats in een sociale context:
- psychosociale problemen op latere leeftijd kunnen al jong beginnen!
- Still face Tronick: aandacht is een basisbehoefte.
- Uiteindelijk pogingen om contact te zoeken stoppen ook bij kinderen → stel je moeder is depressief. Dit kan er gebeuren.
- 90% geen speciaal onderwijs nodig bij premature kinderen. Maar ze hebben wel meer aandacht nodig.
Studiehulp Ontwikkelingspsychologie - UU (2022-2023) - Psychologie
- Aantekeningen college Introductie Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Theorie en methode bij Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Human development - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Evolutionary developmental Psychology - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Infancy en early childhood: de basis - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Infancy en early childhood: Cognitieve en Conceptuele ontwikkeling - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Infancy en childhood: Sociale ontwikkeling I, Sociale cognitie en communicatie - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Infancy en childhood: Sociale ontwikkeling II - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Midden Kindertijd - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Adolescentie - Universiteit Utrecht 22/23
- Aantekeningen college Vroege Volwassenheid - Universiteit Utrecht 22/23
- Psychologie jaar 1 - UU (2022-2023)

Contributions: posts
Spotlight: topics
Studiehulp Ontwikkelingspsychologie - UU (2022-2023) - Psychologie
In deze bundel vind je de aantekeningen van alle werkgroepen en hoorcolleges van het vak Ontwikkelingspsychologie, Psychologie, Universiteit Utrecht.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution