Aantekeningen college Theorie en methode bij Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht 22/23

Hoorcollege 2 aantekeningen

Psychodynamische theorie

  • Grondlegger: Sigmund Freud
  • Hoe kunnen we interne drijfveren en persoonlijkheid van mensen begrijpen
  • Driften, instincten, ratio en geweten
  • Belangrijkste bijdrage aan de huidige OWP: vroege ervaringen kunnen lange termijn impact hebben op de ontwikkeling

Freud was geïnteresseerd in mentale stoornissen. Dacht dat ziektebeelden vooral waren geworteld in interne drijfveren van mensen. Drijfveren waar mensen zich niet van bewust zijn. Als eerste ontwikkelde hij een ontwikkelingstheorie: over onze persoonlijkheid. Als we geboren worden, worden we geboren met een id: verzamelplaats met driften en instincten, overlevingsdrang. Naar verloop van tijd leren kinderen normen kennen. Daar willen kinderen naar handelen. Die driften worden enigszins in toom gehouden. Ego is ze zijn bekend met wat er van ze verwacht wordt: daarom niet blauw ogen slaan. Uiteindelijk handelen kinderen uit zichzelf: ze hebben een geweten.

Ervaringen die we hebben in onze kindertijd kunnen een langdurige invloed hebben op onze ontwikkeling. Dat is een idee dat logisch is. Freud was de eerste die hierover dacht.

Behaviorisme

  • Belangrijkste behaviorist: John Watson
  • Behavioristen ontstond in de VS.
  • Niet geïnteresseerd in onbewuste processen die leiden tot ziekten.
  • We zijn een natuurwetenschap: alleen geïnteresseerd in meetbare dingen en dat is ons gedrag als enige.
  • Pavlov was geïnteresseerd in reflexmatig gedrag. Skinner keek naar invloed van beloning en straf.
  • John Watson is belangrijkste behaviorist. Hij dacht na over aanleren van psychische ziektebeelden. Het aanleren van angst. 

Little Albert studies: angst is aangeleerd. Hij liet die baby spelen met een rat. Steeds als Albert speelde met die rat, was er een eng geluid. Baby leerde associatie met rat en hard geluid. Albert werd bang bij het zien van de rat. Illustratie van klassieke conditionering. Angst kan ook afgeleerd worden dan. Dat is cognitieve gedragstherapie. Systematische desensitisatie.

Piaget's constructionisme

  • Grondlegger: Jean Piaget
  • Veel intelligentietesten bij kinderen gedaan. Kinderen van dezelfde leeftijd maken dezelfde fouten.
  • Hij maakte dus een fasetheorie van OWP (ontwikkelingspsychologie) bij kinderen.
  • Ontwikkeling gaat niet gradueel (langzaam), maar in stappen. Er is stabiliteit: equilibrium, tot er opeens een abrupte overgang plaatsvindt naar een kwalitatief andere fase van ontwikkeling.
  • Opeenvolging van cognitieve stadia, dat is de theorie van Piaget.

Verloop ontwikkeling:

  • De eerste twee jaar na de geboorte, begrijpen de kinderen de wereld vooral met wat ze kunnen waarnemen.
  • Na 2 jaar leren kinderen ook gebruik te maken van symbolen om naar de wereld te verwijzen: taal.
  • Nog later in de ontwikkeling leren kinderen steeds beter en meer mentale operaties uit te voeren: tellen, hoeveelheden inschatten.
  • Nog wat later leren kinderen beter abstract denken.

Ethologische theorie

  • Belangrijke focus van ethologisch onderzoek: Welke fenomenen helpen kinderen leren en overleven
  • Bijvoorbeeld: Huilen en imiteren
  • Dit is evolutietheorie.
  • Behavioristen zeiden al het gedrag is aangeleerd.
  • Dit is gedrag dat een bepaalde overlevingswaarde heeft.

Huilen doen baby’s niets voor niets. Het heeft een signaalwaarde: ze hebben het koud, warm of hebben honger. Huilen motiveert ouders om die kinderen te helpen. Imitatie is een ander voorbeeld. Baby’s zijn best vaak geneigd om te imiteren. Imitatie is de essentie van het vermogen van kinderen om te leren in de eerste paar levensjaren.

Ethologische theorie

  • Konrad Lorenz
  • Gedrag begrijpen vanuit adaptieve waarde
  • Imprinting
  • Eerste twintig uur nadat een kuiken uit een ei kruipt, hecht hij zich aan het dier dat het dichtst in de buurt was.
  • Dit fenomeen heet imprinting: hechting in een kritische periode.

Ethologische theorie

  • Harry Harlow
  • Kinderen zoeken geborgenheid veiligheid bij ouder-figuur
  • Meer primair dan voeding

 

Behavioristen zeiden al het gedrag is aangeleerd. Harlow wilde aanleren dat baby aapjes niet alleen naar de ouders gaan voor eten, maar ook voor geborgenheid.

  • Experiment Harry Harlow
  • Scheiden baby aapjes bij de geboorte.
  • Behavioristen zouden zeggen de baby aap gaat naar het flesje melk, want dat is primair gedrag: daarom gaan de baby’s naar hun ouders, puur voor de voeding.
  • De baby aapjes gingen vaker naar de dekentjes apen.
  • Ouder-kind contact is erg belangrijk voor sociaal functioneren en om later zelf een ouder te worden.

Gehechtheids-theorie (attachment)

  • John Bowlby
  • Gebrek aan ouderlijke liefde in eerste levensjaren invloed op latere leven
  • Kinderen hebben aangeboren behoefte om zich te binden, dit is een overlevingswaarde
  • Vroege gehechtheid vertaalt zich in latere relaties
  • Nabijheid van ouders wordt gezocht in tijden van stress.
  • Band ouder kind is voorspellend voor de gehechtheid in de volwassenheid.

Sociaal leren theorie

  • Albert Bandura
  • Kinderen leren niet alleen in reactie op beloning/straf, maar ook door observeren van anderen
  • Vereist cognitieve processen zoals aandacht en geheugen
  • Bobo doll experiment
  • Reactie op het behaviorisme.
  • Mensen leren idd met beloning en straf. Maar ook andere manier van leren, door naar mensen te imiteren en te observeren. Dit is een aangeboren vaardigheid.

 

Bobo doll experiment:

  • Opblaasbare pop. Hij liet volwassenen omgaan met de pop. In de ene groep moesten de volwassenen agressief en de andere groep zorgzaam met de pop om te gaan.
  • We leren door te kijken en door anderen te observeren.
  • Gewelddadige videospellen en media kan dus invloed hebben.
  • Dit is de sociaal leren theorie.

Informatie Verwerkingstheorie

  • Mens als computer
  • Input, verwerking, output
  • Net als computer zijn mensen beperkt in informatie die ze gelijktijdig aandacht kunnen geven en snelheid van verwerking
  • Dit is een theoretische stroming. We leven in een tijd van informatievoorziening.
  • Er zit een flow van informatie net als bij computers: input - verwerking - output.
  • Vermogen tot informatieverwerking is aangeboren.
  • Ontwikkelt zich geleidelijk: De informatieverwerking. Geleidelijke ontwikkeling.

 

Zelf-modificatie

  • Piaget had het over stadia van ontwikkeling, abrupte kwalitatieve verandering waarna kinderen opeens betere informatieverwerking hadden. Deze zegt geleidelijke ontwikkeling.
  • Als kinderen leren om een taak te doen: dan doen ze eerst trial and error benadering.
  • Sommige strategieën werken niet zo goed, die zullen verdwijnen over tijd en degenen die wel goed werken zullen blijven bestaan.
  • Dit is zelf-modificatie.
  • Kan je toepassen op sociale informatieverwerking.

 

Cyclus hoe het in het hoofd van een kind gaat:

  • Iemand stoot een kind aan tijdens het lopen.
  • Eerst encoding of clues: kind neemt waar wat er gebeurt.
  • Dan interpretation of clues: kind geeft betekenis aan signalen
  • Clarification of goals: Welk doel hebben de kinderen in deze sociale situatie
  • Response access or construction: geeft toegang tot een respons die ze kunnen laten zien.
  • Response decision: Kind maakt beslissing welke respons hij laat zien.
  • Behavioural enactment: kind geeft uiting in gedrag.

De rol van emoties wordt hier buiten beschouwing gelaten. De context maakt ook uit voor de informatieverwerking of voor de output en het gedrag en de beslissingen. Dat laat dit model ook buiten beschouwing.

Zelf-Determinatie Theorier

  • Edward Deci, Richard Ryan
  • Kinderen zijn van nature gedreven om te leren en zich te ontwikkelen
  • Organistische ontwikkelingstheorie. Die stelt dat kinderen van nature gedreven zijn om te leren en zich te ontwikkelen. Om gezond te functioneren. We weten dat dit niet altijd lukt.. dat niet alle kinderen psychisch gezond zijn. Hoe kan dat dan?
  • Dit is waar nurture een belangrijke rol speelt volgens de zelf-determinatie theorie.

 

Alle mensen hebben drie centrale behoeften.

  • Behoefte aan competentie: in staat zijn om te voldoen aan de taken in het leven
  • Autonomie: vanaf de adolescentie willen we zelf sturing kunnen geven aan het leven.
  • Ook hebben we behoefte aan verbondenheid: We willen ons verhouden aan andere mensen, dat andere mensen ons liefhebben en zelf ook andere mensen liefhebben.
  • Als we aan deze behoefte voorzien worden, dan kunnen we ons optimaal ontwikkelen en leren.
  • De omgeving kan dit dwarsbomen natuurlijk, dan kan problematische ontwikkeling ontstaan. Optimaal leren kan gedwarsboomd worden.

 

Wetenschappelijke kennis vs een mening

  • Systematiek zorgt voor een verschil met zomaar een mening.
  • Er gaat altijd een proces van peer review aan vooraf. Experts, andere wetenschappers gaan het werk controleren. Dat is een safeguard.
  • Betrouwbaarheid = de mate waarin een meetprocedure consistente resultaten geeft
  • Validiteit = mate waarin een meetprocedure meet wat het beoogt te meten.

 

Zelf-rapportage meetmethoden: Dit meet subjectieve variabelen: meningen, gevoelens, gedachten en wensen

Nadelen:

  • Niet geschikt voor jonge kinderen
  • Gevoelig voor sociaal wenselijkheid
  • Mensen zijn zich maar beperkt bewust van hun subjectieve ervaringen

Bias = vertekening. Dat gebeurt veel bij ouder/leerkracht /peer rapportage.

Observatie:

  • Kan in een naturalistische observatie: in alledaagse omgeving
  • Kan ook in een gestructureerde observatie: in geënsceneerde omgeving. In een laboratorium bijvoorbeeld.
  • Ecologische validiteit is een voordeel. Objectief kan je het beoordelen.

Nadeel:

  • Observator kan gedrag beïnvloeden
  • Moeilijk om laag frequent gedrag te meten.
  • .Het is een momentopname: Een snapshot.

Cross-sectioneel onderzoeksdesign

  • Vergelijkt groepen proefpersonen van verschillende leeftijden op 1 en hetzelfde moment. We vergelijken deze groepen op de variabelen waarin we geïnteresseerd zijn.
  • Relatief makkelijk en snel uit te voeren
  • Moeilijk om onderzoeksgroepen te vinden die goed vergelijkbaar zijn en alleen verschillen in leeftijd
  • Geeft geen inzicht in individuele ontwikkeling

Vaak 1 groep kinderen niet alleen ouder, maar ook verschillen in SES, gender of culturele achtergrond. Je weet nooit of de verschillen die je vindt, zijn toe te schrijven aan leeftijd of een ontwikkelingsverschil.

Dan kan je beter longitudinaal doen. Dezelfde proefpersonen worden herhaaldelijk gemeten. Je volgt 1 kind langere tijd over de ontwikkeling heen.

  • Kan individuele ontwikkeling in kaart brengen
  • Geeft inzicht in richting van associaties tussen variabelen
  • Duurt lang voor studie is afgerond

Oorzakelijkheid. Correlaties zijn niet altijd oorzakelijke relaties. Geven longitudinale studies inzicht in oorzakelijkheid?

  • Oorzakelijk verband kan alleen onderzocht worden bij experimenteel onderzoeksdesign.
  • Participanten worden random toegewezen aan 2 of meer condities.
  • Deze condities zijn identiek, behalve voor de onafhankelijke variabelen waarvoor je het oorzakelijk verband wil vaststellen.
  • Deze OV kan medicatie zijn, effect van een behandeling.
  • Condities zijn identiek behalve voor de onafhankelijke variabelen. Als er dan een verschil is, dan moet het wel de gemanipuleerde onafhankelijke variabele zijn.
  • Alleen dan kun je een uitspraak doen over oorzakelijkheid.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Hugo
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1276