Psychology and behavorial sciences - Theme
- 17028 keer gelezen
Sociale beloningen zijn belangrijke bekrachtigers (‘reinforcers’). Mensen herhalen gedrag dat wordt beloond, en stoppen met het vertonen van gedrag dat niet beloond of bestraft wordt. De beloningen kunnen verschillende vormen aannemen. Sommige beloningen hebben we nodig om te overleven, terwijl andere beloningen minder tastbaar zijn. Positieve kenmerken van interpersoonlijk gedrag, zoals glimlachen of een applaus, zijn voorbeelden van minder tastbare beloningen. Deze positieve beloningen beïnvloeden ons gedrag en staan centraal in het concept van bekrachtiging als interpersoonlijke vaardigheid. Het hebben van tekorten in dit gebied kan serieuze negatieve persoonlijke en interpersoonlijke gevolgen hebben, zoals slecht psychologisch welzijn en eenzaamheid. Mensen die goed zijn in het geven van emotionele steun zijn populairder, geliefder, hebben meer vriendschappen, en meer intieme relaties. Bekrachtiging wordt ook veel in de beroepspraktijk gebruikt, bijvoorbeeld in het onderwijs en de psychotherapie.
Het principe van positieve bekrachtiging stelt dat in elke situatie waarin iemand iets doet dat direct wordt gevolgd door een positieve bekrachtiger, de kans groter wordt dat die persoon dat gedrag nog eens vertoond. Het is deze vorm van bekrachtiging waar naar wordt verwezen als interpersoonlijke vaardigheid. Negatieve bekrachtiging betreft het vermijden, verminderen of beëindigen van een aversieve stimulus, die zonder de negatieve bekrachtiger gewoon zou blijven bestaan. Het toepassen van bekrachtigers volgens de principes van Skinner wordt instrumentele of operante conditionering genoemd. De nadruk ligt daarbij op de mogelijkheid van de gevolgen van bepaald gedrag om de kans van dat bepaalde gedrag te verhogen.
Straf (‘punishment’) zorgt ervoor dat het onwaarschijnlijker is dat bepaald gedrag zich weer voordoet. Hierbij bestaat positief en negatief straffen. Positief straffen is het introduceren van een negatieve stimulus, zoals het geven van een klap. Negatief straffen is het weghalen van een positieve stimulus, zoals het wegnemen van de mobiele telefoon. Aangeleerde gedragingen kunnen ook uitsterven (‘extinction’), wanneer men stopt met het vertonen van voorheen bekrachtigde gedragingen.
Sherman (1990) onderscheidt vijf categorieën van positieve bekrachtigers, te weten primaire bekrachtigers, geconditioneerde bekrachtigers, sociale bekrachtigers, sensorische bekrachtigers, en activiteiten.
Primaire bekrachtigers zijn stimuli die door mensen automatisch worden gewaardeerd, zoals eten, drinken, en onderdak. Het betreft stimuli die we nodig hebben om te overleven.
Geconditioneerde bekrachtigers betreft stimuli die geen intrinsieke waarde hebben, maar wiens macht om gedrag te beïnvloeden komt uit een eerdere associatie met primaire bekrachtigers. Men leert om geconditioneerde bekrachtigers te waarderen. Denk aan muntjes, stickers, medailles.
Sociale bekrachtigers zijn stimuli wiens macht om gedrag te beïnvloeden is gebaseerd op het gedrag van anderen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen sociale proces bekrachtigers en sociale inhoud bekrachtigers. Sociale proces bekrachtigers betreft de aanwezigheid van anderen, hun aandacht, en hun conversationele responsiviteit. Sociale inhoud bekrachtigers betreft de inhoud van de communicatie, zoals het geven van acceptatie of complimenten. In tegenstelling tot sociale proces bekrachtigers veronderstellen sociale inhoud bekrachtigers een al bestaande interpersoonlijke relatie (je wilt graag worden geaccepteerd of gecomplimenteerd door een persoon die voor jou belangrijk is). Volgens Lieberman (2000) kunnen bepaalde non-verbale stimuli, zoals een glimlach, wel degelijk effect hebben zonder een al bestaande relatie. Onder bepaalde omstandigheden kunnen een neutrale stimulus en een primaire bekrachtiger aan elkaar verbonden raken. Bijvoorbeeld wanneer men geld nodig heeft om eten te kopen. Skinner noemt deze groep gegeneraliseerde bekrachtigers.
Sensorische bekrachtigers betreft het luisteren naar goede muziek, het kijken naar een mooi schilderij, het bezoeken van het theater, etc.
Activiteiten als bekrachtigers zijn gebaseerd op het Premack principe. Deze stelt dat activiteiten met een lage waarschijnlijkheid kunnen worden vermeerderd door activiteiten met een hoge waarschijnlijkheid ervan afhankelijk te maken. Een voorbeeld is het introduceren van ‘speeltijd’ aan het einde van de dag in een klaslokaal, zolang de regels gedurende de hele dag niet gebroken worden.
Stimulus controle vindt plaats wanneer een organisme zich op een bepaalde manier gedraagt tijdens de aanwezigheid van een stimulus, en op een andere manier tijdens de afwezigheid van die stimulus. Deze stimuli worden discriminating stimuli genoemd. Plaatsvervangende bekrachtiging is het proces waarbij individuen meer kans hebben om bepaald gedrag te vertonen wanneer zij zien dat anderen voor dat gedrag worden beloond. De emoties en motivatie van een individu worden beïnvloed wanneer deze ziet dat anderen worden beloond. De effecten van deze beloningen kunnen sociaal worden gemedieerd. Zo is een bepaalde beloning alleen maar meer gewenst, wanneer men weet dat deze niet vaak wordt uitgedeeld. Een nadeel van plaatsvervangende bekrachtiging is dat sommige mensen genegeerd of jaloers zijn wanneer anderen een beloning krijgen voor hetzelfde gedrag. Hier wordt naar verwezen met de term impliciete effecten van geobserveerde gevolgen.
De belangrijkste doelen die aan de hand van bekrachtiging kunnen worden gerealiseerd zijn de volgende:
Het promoten van interactie en het onderhouden van relaties.
Het verhogen van de participatie van de interactieve partner.
Het beïnvloeden van de aard en inhoud van de bijdrage van de ander.
Het demonstreren van een oprechte interesse in de ideeën, gedachten, en gevoelens van de ander.
De interactie interessanter en leuker maken.
Het creëren van een impressie van warmte en begrip.
Het verhogen van de eigen sociale aantrekkelijkheid als de bron van beloningen.
Het verbeteren van het zelfvertrouwen van de ander.
Het tonen van de eigen macht met betrekking tot het uitdelen van beloningen.
Er wordt een conceptueel onderscheid gemaakt tussen verbale en niet-verbale componenten van bekrachtiging. Met name verbale componenten hebben veel invloed op het gedrag van anderen. Aan de hand van gesproken woorden kan men feedback geven en iemand meer zelfvertrouwen geven, of juist het tegenovergestelde. Verbale bekrachtiging kan op veel verschillende manieren plaatsvinden. Men kan aan de hand van verbale communicatie op een zeer simpele manier iemand erkennen en laat weten dat er geluisterd wordt (“mm-hmm”), of met meer uitgebreide verbale communicatie iemand complimenteren en bepaald gedrag aanmoedigen ( “Geweldig!”).
Het succes van prijzen als bekrachtiger kan worden vergroot door aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo heeft prijzen meer zin wanneer dit constant wordt toegepast en het gedrag dat wordt geprezen duidelijk wordt gespecificeerd. Ook is prijzen effectiever wanneer het direct na het gedrag wordt gegeven, en wanneer het voor de ontvanger geloofwaardig en oprecht is. Tot slot spelen ook socio-economische en sociaal-culturele factoren een rol. Niet alleen bestaan er verschillen tussen culturen, waarbij in sommige culturen veel wordt geprezen en in andere culturen bijna niet. Er bestaan ook verschillen tussen individuen in hun vatbaarheid en ontvankelijkheid voor prijzen. Bij het beoordelen van de effectiviteit van prijzen als bekrachtiger moet rekening gehouden worden met de persoonlijke kenmerken van het individu dat geprezen wordt. Belangrijke factoren zijn geslacht, socio-economische status, locus of control, en self-efficacy.
Julian Rotter introduceerde deze term voor het eerst in 1954. De locus of control, ook wel beheersingsoriëntatie genoemd, is de mate waarin iemand denkt dat die de controle heeft over wat er met hem of haar gebeurt. Individuen die geloven dat zij persoonlijk de mate waarin zij bekrachtigd worden kunnen beïnvloeden, hebben een hoge interne locus of control. Zij geloven dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor een bepaald succes. Individuen die geloven dat bekrachtiging wordt bepaald door externe krachten hebben een hoge externe locus of control. Dit betekent dat zij vaker geloven dat hun successen te danken zijn aan geluk, toeval, of andere externe factoren.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1720 | 1 |
Add new contribution