Aantekeningen HC 8 - CP

Taal bestudeert uit twee kanten: 

  • Formele kant: taalkunde, structuur van taal, regels.
  • Empirische kant: hoe gaat de gebruiker met taal om (psycholinguïstiek); mechanisme van taalgebruik (begrip en productie)

Belangrijke begrippen:

  • Zinnen: zin is de eenheid die een bericht bevat 
  • Semantiek: betekenis van taal 
  • Syntax: grammatica (woordvolgorde)
  • Prosodie: manier waarop we het uitspreken, klemtonen, pauzes, toonvariaties (sarcasme of ironie), als je van een bericht een vraag wilt maken. 
  • Pragmatiek: context, hoe moet je de zin begrijpen?

Niveaus van analyse:

  • Discourse: conversatie; hoe voeren mensen een gesprek 
  • Zinnen: de berichten zelf (Harry bought two brooms)
  • Zinsdelen(phrases): zinnen opdelen (Harry bought/  two brooms)
  • Woord: (Harry bought two brooms)
  • Morfeen: stukje van een woord dat op zich een betekenis heeft, kleinste betekenisvolle eenheid (broom / -s)
  • Foneem: kleinste eenheid van geluid (b / r / ü / m)

Fonemen: kleine eenheid van geluid. Kan de verandering in de betekenis veroorzaken. Verschillende talen hebben verschillende fonemen. Fonemen hebben geen een-op-een relatie met letters. In NL 'slechts' 44 klanken waarmee we onze taal kunnen spreken. Kinderen leren welke klanken relevant zijn voor hun moedertaal.

Allofonen: verschillende realisaties van dezelfde foneem door bijv geslacht sprekers, of context (waar staat de klank in het woord)

Morfemen: kleinste betekenisvolle eenheid in de taal. Boud morfemen: fiets- / -en --> kan niet op zichzelf staan een heeft voor of achtervoegsels. Free morfemen: table, able, the, side --> staat op zichzelf 

Woorden: (een of meerdere morfemen). Inhoudswoorden: actoren, objecten, handelingen (werkwoorden) --> open class: er kunnen nieuwe woorden worden toegevoegd (iPod). Functiewoorden: zinnen aan elkaar plakken, woorden te introduceren (lidwoorden) --> closed class: geen nieuwe woorden

Zinsniveau: combineren van woorden met fonemen. Grammaticale combinatie van woorden. 

Conversatie: universeel karakter

 

Meten van taal: 

Reactietijdtaken:

  • Zinsverificatie
  • Lexicale beslissingen 
  • Lezen van geschreven woorden. 

Oogbewegingentijdens het lezen: onze ogen verspringen per woord, niet geleidelijk lezen. Je kan maar ongeveer 3 letters van een woord scherp zien. 

EEG-apparatuur: wij zijn gevoelig voor talige informatie die onverwacht is (hij smeert het brood met warme sokken). (gekke zin, je krijgt een extra signaal, je ziet op de EEG dat er iets gebeurt) 

 

Hoe herkennen we gesproken en gespreven woorden?

Gesproken woorden: wat zijn de grenzen van woorden (segmentatie probleem: er zijn bijna geen pauzes tussen woorden in een zin)

Luisteraars gebruiken verschillende cues om woorden te herkennen: 

  • Subtiele verschillen tussen de grenzen 
  • Stress patroon 
  • Kennis van de volgorde van fonemen (ingebouwd mechanisme) 

Geschreven woorden: grote verschillen, je leert pas later om te lezen. 

Mapping van grafemen en fonemen: ik zie deze symbolen, hoe moet ik ze verklanken; grote verschillen tussen talen. 

  • Transparante/ regular orthografie (spelling): uitspreken zoals het er staat
  • Opaque/ irregular orthografie (spelling): ambigu in de verklanking van de grafemen (uitspraak grafeem afhankelijk van het woord)
  • VB frans is asymmetrisch: zowel regular als irregular 

 

Hoe mensen lezen (snel): veel individuele verschillen --> factoren die effect hebben op leessnelheid (woordherkenning):

  • Woordfrequentie: hoe vaker een woord voorkomt, hoe sneller je het kan lezen 
  • Age of acquisition: de leeftijd waarop je een bepaald woord hebt geleerd
  • Woordlengte: korte woorden sneller te lezen, dan langer
  • Regelmatigheid in uitspraak: regelmatige woorden sneller te lezen 
  • Als een woord meer lijkt op andere woorden (buren): het aantal woorden dat afgeleid kan worden als je een letter veranderd, hoe meer woorden je van een woord kan maken, hoe moeilijker te lezen 

Belangrijke factoren: lengte, frequentie en buurwoorden

 

Begrijpen van de betekenis van een woord

Woordbetekenissen worden gerepresenteerd als een netwerk vanzowel zintuigelijke als emotionele associaties. Grote associatie tussen taal en kennis van de werkelijkheid. 

VB: Kick (schop): activeert de motor cortex. 

 

Lexial access (woordherkenning)

Belangrijk model voor woordherkenning --> Logogen model van Morton 

Elke woord heeft een herkenningseenheid en wordt geactiveerd als je het woord hoort of ziet, ook geactiveerd door context (presentation & relevant context)

Werking: woord komt binnen, je moet een drempel bereiken voordat je het woord herkent. Baseline activatie: voor frequente woorden is die hoger, je bereikt sneller de drempel 

 

Discussie in taalpsychologie: hoe leren wij onregelmatigheden in de taal. Hebben wij een brein dat voorbereid is om regels te leren van de taal of is ons brein helemaal blanco?

Hoe leer je de verleden tijd van werkwoorden 

Linguïstische kant: we leren regels en ons brein is daarop voorbereid. 

Voorspellingen: de verwerving van kennis is instantaneousbij kinderen 

Het maakt niet uit wat de betekenis is van het woord 

Voor:kinderen maken eerst de juiste keuzes en gaan daarna overgeneraliseren.

Tegenbewijs: connectionistische modellen: het brein is leeg en maakt heel veel associaties obv info die je binnenkrijgt. De benadering negeert dat sommige onregelmatige woorden ook regelmatigheden laten zien (feel-felt, keep-keept, sleep-slept). 

 

Connectionistische model: je leert op den duur verleden tijd (als input), als je een nieuwe woord krijgt --> lijkt het op iets wat ik al weet?

Belangrijk: brein maakt geen verschil tussen bepaalde soorten werkwoorden of andere soorten werkwoorden, brein behandeld alles op dezelfde manier. 

 

Zinsverwerking/begrip

Kennis over de regels van woordcombinatie: grammatica (syntax) 

Belangrijke vraag: is grammaticale analyse onafhankelijk van de semantische analyse?

 

Taalproductie

Levelt's model 

Concept --> lemma --> lexeme 

Tip of the tongue effect: als ze even niet op het woord kunnen komen dan gaat het tussen de lemma en lexeme mis. Ze weten bij een TOT al wel het geslacht van het woord (vrouwelijk of mannelijk, maar ook is het een de-woord of een het-woord)

 

Afasie

Acquired (verkregen): door beroerte of tumor

Developmental: genetisch 

 

Broca: begrip is nog intact, productie problemen

Wernicke: woordsalade, begrip verstoord, productie nog intact of een beetje beschadigd. 

 

Modellen van afasie: Wernicke-Lichtheim model: in welk pad is de beschadiging

 

Lezen: het normale lezen van een tekst: korte fixaties en saccades. Tijdens een fixatie kunnen ongeveer 4-5 letters worden geïdentificeerd. Tijdens de saccades zijn we blind. We slaan korte (functie) woorden over en "landen" op de contentwoorden. Woordherkenning gaat niet van letter naar letter, maar naar de eerste en laatste letter en de algemene vorm, daarnaast wordt er naar de context gekeken. Lezen is een soort van voorspellen. 

 

Modellen van lezen

Beginnen met lezen: 

  1. Luisteren en begrijpen van een woord: auditieve analyse --> auditieve input lexicon (geluid) --> betekenis in het cognitieve systeem 
  2. Horen en herhalen van een woord: spraakproductie 
  3. Produceren van de naam van een concept: de mentale representatie overbrengen 

 

Lezen van grafeem-foneem conversie 

  1. Visuele analyse (grafemen): b-i-k-e 
  2. Grafeem-foneem conversie naar spraakproductie 
  3. Spraakproductie heeft een wisselwerking met de auditieve analyse --> via inner speech naar eigen oren studeren. 

 

Hoe lees je onregelmatige woorden

Werken met woordbeelden

 

Dyslexie: problemen met verschillende routes in het model 

Oppervlakte dyslexie: moeite met woordbeelden en onregelmatige woorden (spelling), kunnen wel nonwoorden en regelmatige woorden lezen. 

Fonologische dyslexie: wel regelmatige en onregelmatige woorden lezen, maar moeite met nonwoorden. Leasie in het pad van grafeem-foneem conversie 

Diepe dyslexie: semantische fouten, moeite met nonwoorden en abstracte woorden. 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1400