HC10: Impulsvorming en geleiding
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college wordt uitgelegd wat een pacemaker is en hoe impulsvorming in het hart ontstaat en verder verloopt
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
De pacemaker
Gewone myocieten kunnen niet zelf depolariseren → ze zijn voor hun activatie afhankelijk van buurcellen die de membraanpotentiaal naar -65 mV tillen. De pacemakercel is de cel die aan impulsvorming doet. Dit vindt vooral plaats in de sinusknoop, als deze het niet doet in de AV-knoop en als deze geblokkeerd is zitten er in de bundeltakken cellen die de taak kunnen overnemen. Impulsvorming in de AV-knoop en in de purkinjevezels gebeurt wel op een langzamer tempo. De sinusknoop, de AV-knoop en de purkinjevezels zijn natuurlijke pacemakers en bestaan uit cellen die zelf kunnen depolariseren: intrinsieke automaticiteit. Dit doen ze met verschillende frequenties:
- Sinusknoop (SA): 60-80 bpm
- Meestal bepaalt de sinusknoop de frequentie
- AV-knoop: 40-50 bpm
- Neemt het over als de SA-knoop stopt
- Purkinjevezels: 15-30 bpm
- Zitten aan het einde van de bundeltakken
Het tempo van de AV-knoop en purkinjevezels moet lager zijn, omdat alles gecoördineerd vanuit de sinusknoop moet worden.
De werking van een pacemaker is gebaseerd op calciumionen die de cel in komen, i.p.v. natriumionen → calcium is de aanzetter van de actiepotentiaal. De actiepotentiaal van een pacemaker is anders dan de "normale" actiepotentiaal van het hart:
- Fase 0: minder steil
- Fase 4: niet vlak
- Fase 2: geen plateau
- Calcium hoeft de snel niet binnen te komen, omdat sinusknopen niet hoeven te contraheren
Werking van een pacemaker:
Pacemakercellen genereren autonoom een actiepotentiaal. Dit gebeurt als volgt:
- Begin fase 4: "funny current", If, speelt een rol
- Dit is een mix tussen instroom van natriumionen en uitstroom van kaliumionen
- Natrium overheerst → de binnenkant van de cel wordt iets positiever → membraanpotentiaal stijgt
- Dit is een mix tussen instroom van natriumionen en uitstroom van kaliumionen
- Halverwege fase 4: de "funny current" wordt overgenomen door een kortdurende (transient) calciumstroom I(Ca)T→ de membraanpotentiaal wordt nog positiever (-50 mV)
- Eind fase 4: eerste deel van de langdurende calciumstroom (I(Ca)L) begint
- Brengt de pacemakercel naar de depolarisatiedrempel
- Fase 0: wordt geïnitieerd door I(Ca)L
- Natrium speelt geen rol
- Fase 3: de cel repolariseert door IK
- Fase 2 is niet (duidelijk) aanwezig: er is geen excitatie-contractiekoppeling
- Dit is ook niet de taak van pacemakercellen
- Fase 2 is niet (duidelijk) aanwezig: er is geen excitatie-contractiekoppeling
Opbouw van de sinusknoop:
Een pacemakercel/sinusknoop bestaat uit 2 typen cellen:
- Pacemaker-cellen ("P"-cellen): genereren een impuls
- Transitiecellen ("T"-cellen): geleiden impulsen naar het rechteratrium
- Een aantal ritmestoornissen kunnen herleid worden tot niet goed functionerende T-cellen
De transitiecellen zitten als een schil om de pacemakercellen heen.
Modulatie van de sinusknoop:
Pacemakercellen worden beïnvloed door het autonome zenuwstelsel. De impulsvorming wordt door zowel sympathische als parasympathische zenuwen gemoduleerd:
- Sympathisch: adrenaline (nor/epi) stimuleert β-adrenerge receptoren
- Hierdoor gaan de inwaartse "funny current" en calciumstroom omhoog → de pacingsnelheid stijgt
- Grotere Ifen ICa
- Grotere influx positieve lading
- Steilere fase 4 → depolarisatiesnelheid is hoger
- Lagere drempelpotentiaal
- Parasympathisch/vagaal: acetylcholine stimuleert muscarie M2-receptoren
- De uitwaartse kaliumstroom gaat omhoog → de pacingsnelheid gaat omlaag
- Grotere IK
- Kleinere influx positieve lading
- Vlakkere fase 4 → depolarisatiesnelheid is lager
- Lagere maximale diastolische potentiaal → er wordt vanaf aan lager punt begonnen aan de depolarisatie
- Er ontstaat een hogere drempelpotentiaal → het duurt langer voordat de depolarisatie is bereikt
- Door de nervus vagus
Als de sinusknoop helemaal niet gemoduleerd zou worden, zou zijn eigen intrinsieke frequentie 100 bpm zijn.
Verlaging van de hartfrequentie
Bètareceptoren zorgen voor een toename van de hartfrequentie. Het verlagen van de hartslag kan in bepaalde gevallen therapeutische voordelen hebben → een lager zuurstofverbruik kan voordelen hebben bij een ischemische hartziekte. Door toename van de diastolische fase verhoogt de myocard perfusie. De hartfrequentie kan op verschillende manieren verlaagd worden:
- Bètablokkers → aangrijpen het systeem van de β-adrenerge receptoren
- Blokkeren bètareceptoren
- Atenolol, betaxolol, metoprolol, etc.
- Heeft bijwerkingen
- Diarree, maagkrampen, misselijkheid, etc.
- Blokkering van de luchtwegen
- Kunnen voorkomen worden door medicijnen die de "funny current" inhiberen
- Ivabradine → grijpt aan op de "funny-current"
- De eerste If-inhibitor (kwam in 2005 op de markt)
- Specifiek voor If
- Lichte fenomenen
- Hoofdpijn
- Duizeligheid
- Atrium fibrillatie
- Bradycardie
Impulsgeleiding
Als de impuls is ontstaan, moet het nog worden doorgegeven aan de rest van het hart. Positieve ionen worden vanuit de pacemaker (SA-knoopt) via gap junctions naar de volgende cel verplaatst. Elke hartcel is via gap junctions verbonden met andere hartcellen. Het hart is een functioneel syncytium.
Gap junctions en intercalated discs:
Als er non conductie (geen verbinding) tussen de cardiomyocyten is, zal er als één cel aan het kloppen is niks gebeuren. Conductie is mogelijk door het vormen van
intercalated discs. IC-discs vormen een mechanische en elektrische verbinding. Gap-junctions en intercalated discs bestaan uit connexines:
- 6 connexines vormen 1 connexon
- 2 connexons van 2 verschillende cellen vormen een gap-junction
Gap-junctions worden dynamisch gevormd: cellen "vinden" elkaar. Door de mechanische stress die erop staat zijn cellen gestrekt. De gap-junctions bevinden zich op de tussengrenzen tussen de gestrekte cellen, dus in de lengterichting. Het signaal wordt in de lengte doorgegeven.
Actieve geleiding:
Er is actieve cel-cel geleiding → voor succesvolle geleiding moeten de cellen actief deelnemen. Dit doen ze door een actiepotentiaal te genereren:
- Als de cel kapot is, gebeurt dit minder of niet
- Als te veel cellen dit doen, ontstaat er een blokkade of ritmestoornissen
Gedurende activatie "lekt" een deel van de instroom in cel A via de gap-junctions door naar cel B:
- Een gedepolariseerde cel links van cel A "injecteert" stroom in de nog gepolariseerde buurcellen → komen op of dichterbij de drempelwaarde
- Een gedepolariseerde cel injecteert o.a. natrium in de gepolariseerde buurcel → de depolarisatie drempelwaarde wordt bereikt
- Hoe verder de cel, hoe minder invloed
- Geïnjecteerd natrium verlaat de cel → de buitenkant van de buurcel is t.o.v. de binnenkant positief geladen
- Bij de begincel is de buitenkant juist negatief geleden t.o.v. de binnenkant (positieve ionen gaan de cel in)
Sucrose gap experiment:
Een "sucrose gap experiment" van een hartspiervezel wordt als volgt gedaan:
- De proximale (P) en distale (D) einden worden in Ringer's fluid (voedingsstoffen, ionen, etc.) gehouden
- Het middenstuk (de "gap") wordt in een sucrose oplossing gehouden → de "gap" geleidt nog steeds, maar kan geen actiepotentialen genereren
- Er is namelijk geen natrium en kalium aanwezig
- De P-kant wordt gestimuleerd en geeft een actiepotentiaal aan
- De actiepotentiaal brengt aan de D-kant de cellen richting de drempelpotentiaal
- Als de drempelpotentiaal is bereikt volgt aan de D-kant een actiepotentiaal
- Dit proces duurt 121 ms
Door een hartspiercel op deze manier neer te leggen, kan men experimenteren met conductie. Het middelste deel kan geen actiepotentialen meer genereren. Delen die dicht bij het proximale deel liggen, gaan heel snel omhoog. Delen in het distale deel gaan minder snel omhoog. Als de hoeveelheid in sucrose-oplossing wordt verhoogd, kan op een gegeven moment het proximale deel niet meer genoeg positieve ionen wegpompen om ze in het distale deel te krijgen → de drempelwaarde wordt niet bereikt → er vindt geen depolarisatie plaats. Dit heeft gevolgen:
- Langzame geleiding: door de condities te verslechteren wordt de geleiding trager
- Blok: door de condities nog verder te verslechteren ontstaat er een blok (geen actiepotentiaal)
Dit kan leiden tot ritmestoornissen.
Geleidingssnelheid
De geleidingssnelheid is afhankelijk van een aantal factoren:
- De helling van de actiepotentiaal-fase 0: hoe steiler hoe sneller
- Pacemakercellen hebben een tragere actiepotentiaal
- De breedte van de actiepotentiaal-piek
- De doorsnede van de vezels: dik is sneller dan dun
- De linker bundeltak van het hart is een dikke bundel → de linkerventrikel wordt sneller geactiveerd
- De rechter bundeltak is een dunne bundel
- De richting van de vezels: longitudinaal is sneller dan transversaal
- Normaal gesproken gaat de geleiding in longitudinale richting
- Een vertakkende gap junction geleidt de elektrische impuls naar een naastgelegen vezel
De snelheden liggen tussen en 0,05 en 5 m/s:
- Atriale wanden: 0,5 m/s
- AV-bundel: 0,05 m/s
- De AV-knoop is een netwerk van dunne vezels → trage geleiding
- De actiepotentialen in het midden zijn van het Ca2+type en hebben een minder steile fase 0
- De AV-knoop heeft een "geprogrammeerde" vertraging tussen atria en de ventrikels
- Hierdoor is al het bloed in de ventrikels voordat ze samentrekken
- Bundel van His (takken): 2 m/s
- Bundeltakken liggen in het endocard
- Worden geactiveerd van endocard naar epicard
- De linker bundeltak is groter dan de rechter bundeltak → geleiding gaat hier sneller
- Purkinjevezels: 4-5 m/s
- Ventriculair weefsel: 0,5 m/s
Activatievolgorde
Normale activatie van de ventrikels:
- Geleiding vindt plaats via de bundeltakken
- De actiepotentiaal start in de bundel van His en loopt via de apex naar de base
- De eerste samentrekking vindt plaats in de apex: het hart pompt van onder naar boven
Bundeltakken liggen in het endocard → activatie vindt plaats van endocard naar epicard.
Relatie tussen AP en ECG
De AP-fases zijn op een ECG af te lezen:
- Atriaal
- Fase 0 = de P-top
- Fase 1 t/m 4 zijn niet van elkaar te onderscheiden
- Ventriculair
- Fase 0 = het QRS-complex
- Fase 2 = het ST-segment
- Fase 3 = de T-golf
- Fase 4 = de TP-tijd
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Collegeaantekeningen bij Basis tot Homeostase 2019/2020
- Basis tot Homeostase HC2: Homeostase en de vitale orgaansystemen
- Basis tot Homeostase HC3: Fysiologische regelsystemen
- Basis tot Homeostase PD1: Inspanningstest
- Basis tot Homeostase HC4: Hemodynamica
- Basis tot Homeostase HC5: Ventilatie, gaswisseling en transport
- Basis tot Homeostase HC6: Zuren, basen en buffers
- Basis tot Homeostase HC8: Anatomie van het hart
- Basis tot Homeostase HC9: Actiepotentiaal
- Basis tot Homeostase HC10: Impulsvorming en geleiding
- Basis tot Homeostase HC11: Genese ECG
- Basis tot Homeostase HC12: Elementaire ECG-diagnostiek
- Basis tot Homeostase PD2: Ritmestoornissen en pacemakers
- Basis tot Homeostase HC13: Contractiemechanismen
- Basis tot Homeostase HC14: Excitatie- en contractiekoppeling
- Basis tot Homeostase HC15: Hartspierfysiologie
- Basis tot Homeostase HC16: Hartfunctie
- Basis tot Homeostase HC17: Statistiek Einthoven Science Project
- Basis tot Homeostase HC18, 19, 20 & 21: Mini Symposium Organisatie van Zorg
- Basis tot Homeostase HC22: Anatomie cardiovasculair systeem
- Basis tot Homeostase HC23: Vasculaire functie
- Basis tot Homeostase HC24: Cardiovasculaire interactie
- Basis tot Homeostase HC25: Neurale regeling
- Basis tot Homeostase HC26: Humorale regeling
- Basis tot Homeostase HC27: Macro- en microanatomie ademhalingsstelsel
- Basis tot Homeostase HC28: Bouw ademstelsel, klinische aspecten
- Basis tot Homeostase HC29&30: Longmechanica
- Basis tot Homeostase HC30&31: Gaswisseling en -transport
- Basis tot Homeostase HC33: Ademregulatie 1
- Basis tot Homeostase HC34: Ademregulatie 2
- Basis tot Homeostase HC35: Hart-long interactie
- Basis tot Homeostase HC36: Roken, fysiologische effecten
- Basis tot Homeostase HC37: Roken, global health
- Basis tot Homeostase PD4: Hart-long interactie
- Basis tot Homeostase PD5: Nierfunctie
- Basis tot Homeostase HC38&39: Microscopie en anatomie nieren
- Basis tot Homeostase HC40: Klaring en GFR
- Basis tot Homeostase HC41: Regeling van GFR en RBF
- Basis tot Homeostase HC42: Tubulaire functies - natrium en chloride
- Basis tot Homeostase HC43: Tubulaire functies - concentrering en verdunning urine
- Basis tot Homeostase HC44: Osmoregulatie
- Basis tot Homeostase HC45: Volumeregulatie
- Basis tot Homeostase HC46: Zuur-base
- Basis tot Homeostase HC47: Zuur-base en kaliumregulatie
- Basis tot Homeostase HC48: Farmacologie
- Basis tot Homeostase HC49: Van fysiologie naar kliniek
- Basis tot Homeostase HC50: Embryologie
- Basis tot Homeostase HC51: Hypertensie, cardiovasculaire en pulmonale aspecten
- Basis tot Homeostase HC52: Hypertensie, renale aspecten
- Basis tot Homeostase HC53: Evaluatie verslag roken
- Basis tot Homeostase HC54: Hartfalen, mechanismen
- Basis tot Homeostase HC55: Hartfalen, klinisch
- Basis tot Homeostase HC56: Cardiorenaal syndroom
- Basis tot Homeostase: deeltoets 24 februari 2020
- Basis tot Homeostase: proefdeeltentamen
- Basis tot Homeostase: proeftoets ademhaling
- Basis tot Homeostase: proeftoets nieren
Contributions: posts
Spotlight: topics
Collegeaantekeningen bij Basis tot Homeostase 2019/2020
Deze bundel bevat alle hoorcolleges en (proef)tentamens voor het blok van Basis tot Homeostase 2019/2020 van de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2222 |
Add new contribution