Bedrijfskunde B3 - Rijksuniversiteit Groningen
- 2261 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
|
|
Draagkrachtbeginsel | Beginsel dat uitgaat van ‘zwaarste lasten drukken op de sterkste schouders’. |
Formele belastingwetgeving | Wetgeving die ziet op de manier van heffen van belasting. |
Gelijkheidsbeginsel | Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat uitgaat van gelijke behandeling van gelijke gevallen. |
Inkomstenbelasting | Belasting op het inkomen van natuurlijke personen. |
Loonbelasting | Belasting over het loon van werknemers. |
Materiële belastingwetgeving | Wetgeving die ziet op de inhoud dan wel wetgeving die de hoogte van de te betalen belasting bepaalt. |
Omzetbelasting | Belasting over levering van goederen en diensten door ondernemers. |
Profijtbeginsel | Uitgangspunt dat diegene die profiteert van een voorziening er voor betaalt. |
Vennootschapsbelasting | Belasting over de winst van rechtspersonen of lichamen. |
Vertrouwensbeginsel | Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat bestuursorganen verwachtingen moeten waarmaken en toezeggingen moeten nakomen. |
Aangifte | Schriftelijke dan wel digitale melding van belastingplichtige over de hoogte van de grondslag voor de belasting. |
Aangiftebelasting | Belasting die bij aangifte wordt betaald. |
Aanslag | (Schriftelijke) melding van belastingschuld. |
Aanslagbelasting | Belasting die na aangifte wordt gevolgd door een aanslag. |
Ambtshalve aanslag | In redelijkheid geschatte aanslag bij niet voldoen aan de verplichting tot het doen van aangifte. |
Lichaam | Orgaan dat zelfstandig kan optreden of worden aangesproken. |
Naheffingsaanslag | Belastingaanslag bij niet (tijdig) betalen van aangiftebelasting. |
Navorderingsaanslag | Belastingaanslag opgelegd bij te weinig geheven belasting op definitieve aanslag op aangiftebelastingen. |
Voorheffing | Belasting die direct wordt ingehouden op het inkomen, namelijk loonheffing en dividendbelasting. |
Voorlopige aanslag | Vermoedelijke belastingschuld op aanslagbiljet te betalen. |
Belastbaar inkomen | Inkomen minus de te verrekenen verliezen. |
Boxenstelsel | Stelsel waarin diverse inkomensbronnen naar een verschillend tarief in de inkomstenbelasting wordt belast. |
Heffingskortingen | Korting op de te betalen belasting. |
Inkomen | Inkomen van een box minus de persoonsgebonden aftrek. |
Inkomen uit aanmerkelijk belang | Het box 2-inkomen van een groot aandeelhouder. |
Inkomen uit sparen en beleggen | Het box 3-inkomen over de vermogensinkomsten. |
Inkomen uit werk en woning | Het box 1-inkomen over inkomsten uit werk en woning. |
Persoonsgebonden aftrek | Niet specifiek aan een box toe te rekenen persoonlijke kosten. |
Premies volksverzekeringen | Premies voor sociale verzekeringen zoals AOW. |
Rendementsgrondslag | Bedrag waarover de inkomsten in box 3 worden berekend. |
Verliesverrekening | Salderen van een positief inkomen uit enig jaar met een verlies uit een ander jaar binnen eenzelfde box. |
Vermogen | Saldo van bezittingen en schulden. |
Verzamelinkomen | Optelsom van het inkomen in box 1, 2 en 3. |
Activa | Bezittingen van een onderneming. |
Afschrijving | Boekhoudkundige verwerking van waardevermindering van bedrijfsmiddelen. |
Afwaardering | Waardevermindering bij activa waarop niet wordt afgeschreven. |
Bedrijfsmiddel | Goederen die voor het drijven van een onderneming worden gebruikt. |
Commanditaire vennootschap | Vennootschap met zowel geldschieters als beherende vennoten die beslissingen nemen. |
Egalisatiereserve | Ook wel kostenegalisatiereserve die wordt gevormd om de kosten van een grote kostenpost in de toekomst regelmatig over de jaren uit te spreiden. |
Fiscale reserves | Egalisatiereserve, herinvesteringsreserve en oudedagsreserve die op de fiscale balans kunnen voorkomen. |
Goedkoopmansgebruik | Handelen dan wel boekhouden als goed ondernemer zou doen. |
Goodwill | De meerwaarde van een onderneming buiten de waardering van activa. |
Herinvesteringsreserve | Reserve die onder voorwaarden kan worden gevormd bij het behalen van boekwinst. |
Investeringsaftrek | Fiscale aftrek dan wel extra tegemoetkoming wegens investeren in het bedrijf. |
Lijfrente | Levensverzekering waarbij het in leven zijn van een persoon op een bepaalde leeftijd in gelijke en vaste termijnen een bedrag wordt uitgekeerd aan diezelfde persoon of een ander waarbij de uitkeringen uiterlijk bij overlijden eindigen. |
Maatschap | Samenwerkingsverband voor drijven van een onderneming. |
Oudedagsreserve | Deel van de winst dat onbelast kan worden gereserveerd voor de oude dag. |
Passiva | Eigen vermogen en schulden van een onderneming. |
Staking | Afsluiting van de periode van winst uit onderneming door de ondernemer. |
Stakingsaftrek | Fiscale aftrek dan wel extra tegemoetkoming op de stakingswinst. |
Stille reserves | Meerwaarde van de bedrijfsmiddelen boven de boekwaarde. |
Transparantie | Niet zichtbaar voor belastingwet als zelfstandig belastingbetaler. |
Zelfstandigenaftrek | Fiscale aftrek dan wel extra tegemoetkoming voor de zelfstandig ondernemer onder voorwaarden. |
Eigenwoningforfait | Fictief vastgesteld voordeel uit eigen woning. |
Loonheffing | Belastingheffing en heffing premie volksverzekeringen. |
Reisaftrek | Aftrek op loon wegens gemaakte reiskosten per openbaar vervoer onder voorwaarden. |
Resultaat uit overige werkzaamheden | Resultaat wegens verrichte arbeid, niet zijnde winst of loon. |
Aanmerkelijk belang | Minimaal 5% belang via onder andere aandelen in een lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal. |
Dividenduitkering | Uitkering uit winst aan aandeelhouders. |
Fictief aanmerkelijk belang | Aanmerkelijk belang ondanks bezit onder 5%. |
Meesleepregeling | Door aandelenbezit van minimaal 5% ook een aanmerkelijk belang met winstbewijzen en overige aandelen. |
Meetrekregeling | Aanmerkelijk belang ondanks aandelenbezit onder 5% omdat ouders, kinderen of partner wel een aanmerkelijk belang hebben. |
Forfaitair rendement | Vast percentage (4%) van rendementsgrondslag dat voordeel uit vermogen bepaalt. |
Heffingsvrij vermogen | Deel van het vermogen onder voorwaarden |
Rendementsgrondslag | Waarde van bezittingen minus waarde van de schulden. |
Aanspraak | Recht om na verloop van tijd onder een voorwaarde een of meerdere uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen. |
Bruteren | Omrekenen van nettobedragen naar brutobedragen. |
Brutoloon | Loon voor inhoudingen |
Dienstbetrekking | Arbeidsverhouding waarbij tegenover persoonlijk verrichten van arbeid onder een gezagsverhouding een vergoeding staat. |
Eindheffing | Loonheffing dat voor rekening van de werkgever komt. |
Fictief loon | Bedrag dat bij belastingwetgeving als loon wordt aangemerkt. |
Inhoudingsplichtige | Diegene die op grond van belastingwetgeving loonheffing moet inhouden. |
At arms length | Bepaling winst uitgaande van zakelijke voorwaarden. |
Belastbaar bedrag | Belastbare winst minus te verrekenen verliezen. |
Belastbare winst | Winst verminderd met aftrekbare giften. |
Fiscale eenheid | Begrip voor twee of meer lichamen die op verzoek onder voorwaarden als één belastingplichtige worden aangemerkt. |
Kapitaalsvergelijking | Deel van de aangifte, controleberekening op de winst volgens de verlies- en winstrekening. |
Onttrekking | Betalingen die het vermogen verlagen maar niet de winst. |
Tantièmes | Aandeel in overwinst van de onderneming aan bestuur en personeel wegens verrichte arbeid. |
Dienst | Alles wat niet een levering van een goed is. |
Intracommunautaire levering | Levering van een goed van ondernemer in lidstaat van de EG aan ondernemer in andere lidstaat. |
Intracommunautaire prestatie | Levering en verwerving waarbij ondernemers van twee lidstaten partij zijn. |
Intracommunautaire verwerving | Aankoop van een goed door ondernemer in lidstaat van de EG met plaats van levering in andere lidstaat. |
Invoer | Het brengen in Nederland van goederen uit een derde-land. |
Levering | Overdracht van goederen. |
Uitvoer | Het buiten de EG brengen van goederen. |
Verleggingsregeling | Het laten afdragen van omzetbelasting door de afnemer. |
Voorbelasting | De omzetbelasting die aan de omzetbelasting verschuldigde ondernemer in rekening wordt gebracht. |
Hieronder vind je samenvattingen en studiemateriaal te gebruiken bij Bedrijfskunde jaar 3 aan de Rijksuniversiteit te Groningen
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2770 |
Add new contribution