Effecten van proximale processen op de cognitieve ontwikkeling van Nederlandse, Surinaams-Nederlandse en Turks-Nederlandse voorschoolse kinderen - Leseman & van den Boom - Artikel

Inleiding

Veel immigrante kinderen in Nederland hebben al op de kleuterschool een gebrek aan belangrijke cognitieve vaardigheden. Hierdoor zijn ze minder succesvol op school, wat leidt tot verschillende andere problemen later in het leven. Een mogelijke verklaring voor de vroege ontwikkelingsachterstanden van jonge immigrante kinderen is dat ouder-kind interacties m.b.t. geletterdheid en probleemoplossing in deze groepen fundamenteel verschillen van interacties in Nederlandse gezinnen.

Genen en omgeving

Zijn verschillen in opvoedpraktijken tussen Nederlandse lagere klasse, Nederlandse middenklasse, Surinaamse en Turkse familie, vooral m.b.t. geletterdheid en probleemoplossing, gerelateerd aan verschillen in de cognitieve competentie van kinderen? Er is bewijs voor genetische invloed op individuele verschillen in intelligentie. Daarnaast heeft de unieke omgeving veel meer invloed op de cognitieve competentie dan de gedeelde omgeving. Dit is een complicatie voor onderzoek naar familiesocialisatie, omdat socialisatiefactoren (bv. ouderlijke opvoedideeën) meestal deel uitmaken van de gedeelde omgeving. Daarom is een belangrijke vraag in welke mate deze bevindingen van toepassing zijn op een multiculturele en sociaaleconomisch heterogene samenleving.

Volgens het bioecologische model wordt genetisch potentiaal verwezenlijkt door proximale processen: het genotype wordt getransformeerd in een fenotype door interacties tussen de fysieke, sociale en symbolische omgeving. Dit model gaat uit van interactie tussen genen en omgeving. Het kwantitatieve aspect van proximale processen heeft betrekking op tijd: frequentie, duur en blootstelling. Het kwalitatieve aspect is de toe-eigening en constructie van bepaalde kennis en vaardigheden. Het bioecologische model voorspelt dat de genetische component in individuele verschillen onder gunstige omstandigheden (veel tijd en veel mogelijkheden tot individuele proximale processen) relatief groot zal zijn in vergelijking met de invloed van de gedeelde omgeving, omdat:

  • Genetisch potentiaal onder gunstige omstandigheden optimaal verwezenlijkt wordt.

  • Het individu met een groot verwezenlijkt genetisch potentiaal beter in staat is een omgeving te zoeken of creëren die goed past bij het potentiaal.

Het model voorspelt daarnaast dat de genetische component onder nadelige omstandigheden kleiner zal zijn. Door minder beschikbare tijd en resources en door meer stress is de kwantiteit en/of kwaliteit van de proximale processen lager. Omdat het genetisch potentiaal niet optimaal verwezenlijkt wordt, kan zelfs een kleine variatie in de omgeving relatief belangrijk zijn voor individuele verschillen. Een minder optimaal ontwikkeld potentiaal leidt tot een grotere afhankelijkheid van resources in de omgeving. In dit artikel worden moeder-kind interacties m.b.t. geletterdheid en probleemoplossing gezien als proximale processen die het genetisch potentiaal voor cognitieve competentie verwezenlijken. De auteurs verwachten verschillen binnen groepen in effecten op moeder-kind interacties en verschillen tussen groepen in de gemiddelde cognitieve competentie.

Genetisch gemedieerde covariatie

Er is een belangrijke kwestie bij het vaststellen van de causale invloed van omgevingsfactoren. Een genetisch mechanisme kan ten grondslag liggen aan de correlatie tussen omgeving en cognitieve competentie, namelijk het mechanisme van genetisch gemedieerde covariatie van socialisatiepraktijk en ontwikkelingsuitkomsten. Door de correlatie tussen het genotype van ouder en kind kan het verband tussen omgeving en ontwikkeling veroorzaakt worden door erfelijkheid als derde factor.

Onderzoeksvragen

De vraag die gesteld wordt, is of verschillen in moeder-kind geletterdheid en probleemoplossing een verklaring is voor vroege verschillen in cognitieve ontwikkeling tussen kinderen uit verschillende sociale en etnisch-culturele groepen.

Resultaten

Differences between the four groups

Uit de resultaten bleek dat kinderen uit verschillende sociaaleconomische en culturele gemeenschappen al op vroege leeftijd verschillen in cognitieve competentie. Ook werden er tussen de groepen grote verschillen gevonden in zowel de kwantiteit als kwaliteit van de proximale processen.

Different effects of proximal processes

De effecten van de aspecten van proximale processen op cognitieve ontwikkeling zijn verschillend in elke groep.

Discussie

Proximale processen hebben verschillende effecten op de cognitieve ontwikkeling van het kind in de vier groepen. In de Nederlandse middenklasse groep waren de proximale processen niet systematisch gerelateerd aan cognitieve uitkomsten. Bij de Nederlandse lagere klasse en Surinaamse groepen had alleen de kwaliteit van proximale processen effect. Bij de Turkse groep hadden zowel de kwantitatieve als kwalitatieve aspecten van proximale processen effect op de cognitieve ontwikkeling.

Het kan zijn dat de Nederlandse middenklasse groep een bepaald minimumniveau van kwantiteit en kwaliteit had bereikt, wat leidde tot de volledige verwezenlijking van cognitief potentiaal, waardoor overige variaties in proximale processen irrelevant waren voor individuele verschillen in cognitieve competentie. Dit komt overeen met Scarr’s idee van de ‘species-specific range of average expectable environments’. Boven de laagste grens van deze reeks zijn verschillen in omgeving functioneel gelijkwaardig voor de ontwikkeling van cognitieve competentie, waardoor genetische variatie en de unieke omgeving de grootste invloed hebben op individuele verschillen in cognitieve competentie. Voor de Nederlandse lagere klasse en Surinaamse groep was deze laagste grens van de reeks van te verwachten omgeving slechts gedeeltelijk bereikt (m.b.t. kwantiteit, waardoor variatie in kwaliteit effect heeft op cognitieve competentie), terwijl de Turkse gezinnen de laagste grens helemaal niet bereikten.

Het feit dat er geen effecten waren van proximale processen in de Nederlandse middenklasse groep betekent niet dat de gedeelde omgeving niet belangrijk is voor de cognitieve ontwikkeling. De hoge niveaus van proximale processen leiden er juist toe dat de genotypen zich optimaal kunnen ontwikkeling en min of meer onafhankelijk worden van variaties in socialisatiepraktijk. Een mogelijke verklaring komt overeen met het idee dat het genotype actief matching omgevingen zoekt en creëert, als het genotype voldoende verwezenlijkt is. De invloed van de gedeelde omgeving neemt af met de leeftijd (met de toenemende verwezenlijking van genetisch potentiaal), terwijl de genetische en unieke omgeving belangrijker worden.

In de Nederlandse lagere klasse, Surinaamse en Turkse groepen was de verwezenlijking van het cognitieve potentiaal niet optimaal, door de minder gunstige omstandigheden die leidden tot een lager niveau van proximale processen. Door de suboptimale verwezenlijking waren de genotypen minder goed uitgerust voor een actieve rol in verdere verwezenlijkingprocessen, waardoor ze meer afhankelijk waren van de kennis, vaardigheden en ervaringen die door de ouders verschaft werden. Dit kan verklaren waarom variaties in proximale processen in deze groepen meer invloed hadden.

Er waren ook nog verschillen tussen groepen in de gemiddelde cognitieve competentie op vierjarige leeftijd na het controleren van de verschillen in eerdere competentie, sociaaleconomische status en proximale processen. Mogelijke verklaringen hiervoor:

  • De overblijvende verschillen reflecteren het ‘intercept’ effect van verschillende niveaus van proximale processen in de vier groepen.

  • De overblijvende verschillen worden veroorzaakt door ongemeten omgevingsfactoren of door verschillen in genetisch potentiaal.

De resultaten tonen dus aan dat socialisatiepraktijken belangrijk zijn voor de cognitieve ontwikkeling. Verschillen in cognitieve ontwikkeling tussen jonge Nederlandse middenklasse, Nederlandse lagere klasse, Surinaamse en Turkse kinderen worden gedeeltelijk bepaald door verschillende opvoedpraktijken. Onderwijsbeleid kan een invloed hebben door de proximale processen van jonge kinderen te veranderen, vooral sociale interacties m.b.t. geletterdheid en probleemoplossende interacties.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting bij artikelen Culturele diversiteit in opvoeding en onderwijs

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1171