NHG-standaard (Geneeskunde): Dementie - M21

Wanneer een verdenking bestaat op dementie moet gelet worden op geheugenklachten, gewichtsverlies, loopstoornissen, apathie en frequentie consulten met onverklaarde klachten. Wanneer patiënten nog jonger zijn dan 65 jaar, is vooral een verandering in gedrag, persoonlijkheid en functioneren opvallend. Vervolgens wordt geïnformeerd naar hoe en wanneer de problemen zijn ontstaan. Andere oorzaken van de verandering in gedrag moeten worden uitgesloten alvorens de diagnose dementie kan worden gesteld.

Er kan gevraagd worden naar het vergeten van afspraken, gesprekken en gebeurtenissen, verdwalen, in herhaling vallen en vaak dingen kwijt zijn. Ook kan er gevraagd worden naar problemen met tijd of mensen herkennen. Er kan verder afasie, apraxie en agnosie aanwezig zijn en een stoornis in het uitvoeren van de executieve functies. Tenslotte kan er een beperking in functioneren zijn opgetreden tijdens het uitvoeren van werk, hobby’s en sociale contacten of zelfredzaamheid. Er moet gevraagd worden naar dementie in de familie, mictieklachten, gewichtsverlies, verminderde voedselinname, gehoor- en gezichtsproblemen en het optreden van recente life-events. Er is sprake van dementie wanneer er een geheugenstoornis is opgetreden in combinatie met één of meer cognitieve stoornissen en een duidelijk negatieve invloed op het dagelijks functioneren. Tenslotte moet de zorgsituatie en de zorgbehoefte geëvalueerd worden.

Lichamelijk en aanvullend onderzoek bij verdenking op dementie

De uiterlijke verzorging kan geïnspecteerd worden. De pols, bloeddruk en temperatuur kan gemeten worden en het hart en de longen kunnen geausculteerd worden. Het gewicht, de lengte en daarmee het BMI kan bepaald worden. Neurologisch onderzoek kan uitgevoerd worden, waarbij loopstoornissen, reflexverschillen, paresen, afwijkende oogbewegingen, traagheid, tremor en rigiditeit vastgesteld zou kunnen worden. Somatische aandoeningen kunnen verder worden uitgesloten aan de hand van laboratoriumonderzoek, waarbij het Hb, de BSE, glucose, TSH en kreatinine worden gemeten. Op indicatie kan het natrium, kalium, vitamine B1, vitamine B6, vitamine B12 en foliumzuur nog bepaald worden. De MMSE moet afgenomen worden, evenals de heteroanamnese.

Beleid

Er moet duidelijk uitgesproken worden dat het om dementie gaat. De diagnose moet gemeld worden bij het CBR en er moet gestimuleerd worden om een wilsverklaring op te stellen als de patiënt nog wilsbekwaam is.

Er moet een zorgbehandelplan worden opgesteld en ook een ondersteuningsplan voor de mantelzorg. Er kan ook schriftelijke informatie over dementie worden weergegeven en er moet gevraagd worden naar de gevoelens van de mantelzorger. Lichamelijke activiteiten moeten gestimuleerd worden en de mantelzorger kan de gelegenheid krijgen om psychosociale interventies te volgen. Wanneer probleemgedrag optreedt, moet de oorzaak hiervan worden achterhaald. Er kunnen bijvoorbeeld somatische problemen optreden, of psychiatrische problemen, maar ook psychosociale problemen.

Lichamelijke problemen moeten behandeld worden, er moet gecommuniceerd worden over de situatie. Wanneer een acute psychose of agressie plaatsvindt, kan behandeling plaatsvinden door middel van risperidon, of haloperidol.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Medicine Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization