Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Wat kan ik leren over het Verdrag inzake de Rechten van het Kind? - Chapter 8

Wat is het belang van het Verdrag?

Hoewel het Verdrag inzake de Rechten van het Kind een ontzettend belangrijk en invloedrijk document is, zijn er nog steeds ook andere documenten die weer andere en verschillende rechten aan kinderen toebedienen. Toch is het Verdrag wel echt het startpunt. Het is het meest geratificeerde (dus ondertekende) instrument van de internationale wet, dus het wordt in de meeste landen toegepast. Het beïnvloedt ook zwaar hoe veel mensen, ook in de regering en dergelijke, kinderrechten zien. Het Verdrag legt ook duidelijke verplichtingen op, waardoor het kan worden gemerkt en gestraft als dit niet wordt nagekomen. En sinds het Verdrag er is, gaat het veel beter met kinderen in de wereld - sterfte onder kinderen is bijvoorbeeld teruggedrongen, net zoals kinderarbeid. Van het Verdrag word ook gedacht dat het accuraat de belangrijke rechten voor kinderen weergeeft, voor alle kinderen in de wereld. En tot slot reikt het Verdrag verder - het zorgt ook voor andere belangrijke internationale verbintenissen omtrent dit onderwerp. Zelfs als je filosofisch gezien sceptisch bent over het Verdrag en over kinderrechten, wordt het Verdrag nog wel vaak aangemoedigd, om politieke redenen.

Ondanks al het bovenstaande is toch de praktische en wettelijke impact van het Verdrag nog steeds beperkt. Kinderrechten worden over de hele wereld nog steeds systematisch misbruikt. En het Verdrag heeft nog niet in alle landen (genoeg) impact gehad op de binnenlandse, dus nationale wetgeving. Een belangrijke oorzaak hiervan is de afwezigheid van een internationale rechtbank die het niet nakomen van het Verdrag kan berechten, en hiermee de rechten kan beschermen. Mocht het Verdrag meer in binnenlandse wetgeving naar voren komen, kan het ook in het binnenland goed worden berecht en dit zou een grote stap voorwaarts zijn. Dan kan ook strenger in de gaten gehouden dat er rapporten worden ingestuurd over hoe het met de kinderrechten gaat, want ook dit gebeurt nu nog te weinig of niet goed genoeg in alle landen.

Het ontzettend belangrijke van het Verdrag is dat het erkent dat kinderen anders zijn en dus speciale rechten, verzorging en bescherming verdienen, ook qua wetgeving.

Wat zijn de rechten van het kind?

De kinderrechten in het Verdrag kunnen worden opgesplitst in drie categorieeën: voorziening (zoals dat het kind moet worden voorzien in goede zorg bij ziekte), bescherming (bijv. het kind mag niet misbruikt worden), en participatie (bijv. het kind heeft vrijheid van meningsuiting). 

Soms lijkt het contrast tussen kinderen en volwassen overschat te worden. Volwassenen worden niet beschermd tegen uitbuiting of misbruik, zoals dat bij kinderen is, omdat dat wordt gezien als niet nodig of niet passend. Kinderen lijken te verschillen van volwassenen in deze context, op twee verschillende manieren die apart van elkaar moeten worden gehouden. De eerste is dat kinderen erger en specifieker lijden dan volwassenen wanneer zij op een bepaalde manier worden behandeld: dus dat kinderen in principe ernstiger lijden onder een verkrachting dan een volwassene. Het tweede verschil is dat kinderen meer kwetsbaar zijn om hier slachtoffer van te worden omdat ze zich minder goed kunnen verdedigen. Ze zijn meer kwetsbaar en afhankelijk omdat ze kind zijn. Uiteindelijk geeft dit weer dat een kind misschien vatbaar kan zijn voor specifieke gevaren omdat hij een kind is, maar omdat hij een kind is kan hij zich niet goed hier tegen beschermen of zijn kinderrechten zelf uitoefenen. Dit zijn twee verschillende dingen, want het zijn niet altijd dezelfde factoren die laten zien hoe verkeerd het is sommige dingen bij kinderen te doen, als die die laten zien waarom kinderen zichzelf niet kunnen beschermen. 

Kinderen krijgen dus ook al participatierechten, zoals vrijheid van religie, en vrijheid van meningsuiting. Zij missen wel het recht voor politieke participatie zoals stemrecht. Artikel 3 geeft het basisrecht van participatie weer en is eigenlijk een beetje het recht om een eigen stem te hebben, die een beetje meetelt. Maar het kind heeft niet per se altijd de beslissende stem omdat het een kind is. Een volwassene heeft het participatierecht om een rol te spelen, net zoals de anderen om hem heen, die helpt bepalen wat uiteindelijk het collectieve lot is van de hele groep. Dit mist eigenlijk nog bij kinderen, net zoals dat het kind niet volledig kan beslissen wat hij in zijn leven wil en zal doen, want zijn verzorgers hebben hier ook een stem in.

Wat is het "het beste belang" principe?

De belangrijkste artikelen van het CRC zijn Artikel 3 en Artikel 12. Deze gaan over in de eerste plaats het handelen in het beste belang van het kind, en in de tweede plaats ook de stem van het kind meenemen. Soms is het niet altijd duidelijk wat het beste voor het kind is, is het lastig te bepalen of zijn er meningsverschillen over. Het kan dus best ingewikkeld zijn en soms komt hier zelfs de rechter aan te pas. Dit is volgens sommigen niet altijd wenselijk, want sommigen vinden dat rechters de uiteindelijke beslissingen niet zouden moeten maken. Maar wie zegt dat rechters dat niet beter kunnen dan ouders of maatschappelijk werkers? Daarnaast zeggen sommigen dat rechters willekeurig beslissen. Maar als dat zo is, is dat voor alles waar een rechter aan te pas komt en niet alleen voor zaken met kinderen. Daarnaast is dit bij andere mensen ook zo, en staan rechterlijke bepalingen nog onder serieus, kritisch en goed geregeld toezicht. Dit haalt ook de bewering dat rechters wellicht vooroordelen hebben onderuit, want dit geldt ook voor andere mensen en hier is dus controle bij. Hoewel het "beste belang" principe lastig blijft, is het wel essentieel, want het neemt het kind mee. 

Een ander voorbeeld dat het "beste belang" principe lastig is, heeft te maken met religie. Religieuze ouders van een kind zullen vinden dat het het beste is voor het kind om met deze religie op te groeien. Maar vanuit de liberale kijk zou het het beste voor het kind zijn om "open" op te groeien zodat het zelf keuzes kan maken en verschillende ideeën meekrijgt. Ook in verschillende culturen kan het heel verschillend zijn wat gezien wordt als beste voor het kind. Toch kan het soms ook zo zijn dat ze wel hetzelfde idee hebben over wat belangrijk is, maar gewoon verschillende ideeën over hoe de uitvoering daarvan werkt.

Moreel relativisme houdt in: wat cultuur A denkt dat het beste is voor een kind is niet wat cultuur B denkt dat het beste is voor het kind, maar beide culturen hebben gelijk dat ze zo denken. Soms gaat dit principe wel op, maar soms is het ook erg ongepast.

Het Verdrag is dus over de hele wereld verspreid en vrij universeel, maar toch moet rekening worden gehouden met dat er verschillen kunnen zijn tussen culturen, qua mening maar ook qua hoe haalbaar het is om alle rechten goed na te leven. 

Hoe werkt naar het kind luisteren?

Artikel 12.1 gaat over de mening van het kind. Het VRK stelt dat een kind zijn/haar eigen mening moet kunnen uiten. Het kind heeft een stem die gehoord moet worden. Deze stelling is de kern van het invloedrijke idee van "Gillick competence": een minderjarige die volwassen genoeg is heeft het recht om te bepalen, vooral wat betreft medische procedures, wat wel en niet mag gebeuren. Hoe dichter het kind bij de status volwassene komt, hoe serieuzer de mening genomen moet worden.
Aan dit recht zijn twee voorwaarden verbonden:

  • Capaciteit: het kind moet in staat zijn om zijn/haar mening te uiten over alle zaken die van invloed zijn op hem/haar.
  • Weging: hoeveel de mening van kinderen meetelt, is in verhouding met hun leeftijd en vooral ‘volwassenheid’. Verzorgers van kinderen moeten erkennen dat kinderen van verschillende leeftijden verschillende vaardigheden hebben om te begrijpen wat er speelt in hun leven en hier ook op inspelen.

Er is dus een verschil tussen het gebruiken van een visie met "weging", of een visie met een "drempel/grenslijn". En het kan gebaseerd worden op leeftijd en/of op competentie, maar hoe moeten we de meningen van een kind nou echt laten meewegen?

Het Gillick vonnis in Engeland en latere rechterlijke vonnissen hebben gebruik gemaakt van een vrij strenge test (de Gillick test van bekwaamheid) om de ‘volwassenheid’ van een kind te meten. Het kind moet voldoende begrip en intelligentie hebben om de aard van een handeling en de uitkomsten of gevolgen ervan te begrijpen (Scarman). Een gek idee is dat veel volwassenen deze testen wellicht ook niet zouden doorkomen, maar hier wordt dan niet echt bij stilgestaan omdat ze volwassen zijn.

Doordat capaciteit en het wegen worden meegenomen wordt het Verdrag vrijgesproken van het idee dat het de kindertijd als te ongedifferentieerd en homogeen zou zien. Dit maakt Artikel 12.1 erg invloedrijk, maar het is nog steeds best ingewikkeld om echt toe te passen. 

Wat is de spanning tussen Artikel 3 en 12?

Artikel 3.1 is in essentie paternalistisch. Dat wil zeggen dat de volwassene beslissingen neemt voor/over het kind. Het artikel deelt dit kenmerk met andere artikelen die gezien kunnen worden als ‘beschermend’. Artikel 12.1 daarentegen is anti-paternalistisch en geeft het kind een eigen stem. Dit kenmerk komt overeen met andere artikelen die gezien kunnen worden als ‘participerend’. Er is niet echt een hiërarchie in het Verdrag, waardoor het niet altijd duidelijk is wat leidend is. 

Relaties tussen artikel 3.1 en 12.1:

  1. Als wat het kind zegt dat er moet gebeuren het tegenovergestelde is van zijn/haar eigen belang, dan wil dit niet zeggen dat het kind niet de volwassenheid heeft om voor zichzelf te beslissen. Een kind kan bijvoorbeeld geen operatie willen, terwijl een operatie wel van groot belang is voor hem/haar. Het kan zijn dat het kind dan wel in staat is om eigen keuzes te maken, maar simpelweg een slechte keuze maakt. Volwassenen maken ook genoeg slechte beslissingen.
  1. Wat volgens een kind in zijn/haar belang is, hoeft niet daadwerkelijk het beste te zijn. Wat een kind zegt gaat over wensen, angsten, overtuigingen, hoop en verplichtingen, niet over feiten. Een ander belangrijk punt is ‘beperking van goedkeuring’: het idee dat je leven alleen beter wordt als het wordt geleid door waarden waar je zelf achter staat. Het kan een averechts effect hebben als je een persoon iets laat doen om zijn/haar leven beter te maken, terwijl de persoon hier zelf niet achter staat.

Soms is het dus lastig te bepalen welke van deze twee artikelen nou boven de ander staat bij sommige beslissingen. Maar het is hoe dan ook belangrijk om naar het kind te luisteren. 

Eekelaars notie van "dynamische zelfbeschikking" probeert de spanning tussen de bedoelingen van de twee artikelen te verzachten. Hij zegt ook dat de mening van het kind alleen bepalend kan zijn als het kind competent genoeg is. Bij het incompetente kind wordt er op verschillende manieren gehandeld:

  • Allereerst is het belangrijk dat er wordt gehandeld naar Feinberg's idee van een open toekomst. Dus, er wordt gehandeld om een kind een toekomst te laten hebben met open mogelijkheden, waardoor het uiteindelijk zelf keuze heeft.
  • De volwassene moet kijken naar het specifieke kind en de ontwikkelende persoonlijkheid van het kind bij het nemen van beslissingen.
  • Het proces van zelfbeschikking is dynamisch, want het is gevoelig voor het proces van ontwikkeling, en dus het continu veranderende kind.

Wat opvalt is dat er geen sprake is hier van zelfbeschikking in de zin van dat het kind zelf zoveel te zeggen heeft, maar meer dat de volwassenen er op letten dat het kind een veranderend en persoonlijk individu is. Dus hoewel deze notie meer genuanceerd laat zien hoe denken in het belang van het kind werkt, neemt het de stem van het kind eigenlijk te weinig mee.

Het lijkt soms onduidelijk waarom volwassenen wel voor zichzelf en voor kinderen mogen beslissen, en waarom kinderen daar niet competent genoeg voor zijn. Want hoe wordt die competentie bepaald en waar liggen precies de grenzen? Welke stem moeten kinderen hebben? Er wordt gedacht dat het gaat om het rechtvaardigen van de paternalistische aanpak, maar het kan ook zijn dat het misschien wel gaat om het probleem met het rechtvaardigen van de anti-paternalistische aanpak voor volwassenen.

Stampvragen:

  1. Hoe komt het dat het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind nog te weinig invloed heeft?
  2. Welke typen rechten onderscheidt het Verdrag?
  3. Wat houdt het "beste belang" principe in?
  4. Zijn beschermingsrechten paternalistisch of niet-paternalistisch?
  5. Leg uit waarom het "beste belang" principe paternalistisch is.
  6. Wat is moreel relativisme?
  7. Wat houdt Eekelaars notie van "dynamische zelfbeschikking" in?
  8. Wat klopt er niet helemaal aan Eekelaars notie?

 

 

 

 

 

 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
1017