Er zijn verschillende, ook wel tegenstrijdige, hedendaagse opvattingen over de kindertijd.
Wat houdt afzonderlijkheid in?
Het meest belangrijke kenmerk van de opvattingen in het moderne, westerse tijdperk is dat het kind afzondering verdient van de wereld van volwassenen. Er is een duidelijk onderscheid tussen het gedrag dat wordt verwacht van kinderen en het gedrag dat wordt verwacht van volwassenen. Andere culturen erkennen ook verschillen tussen kinderen en volwassenen, maar op een minder drastische en duidelijke wijze dan dat wordt gevonden door de moderne westerse opvatting. De moderne opvatting ziet een kind bijvoorbeeld als iemand die speelt, werken is voor volwassenen en eigenlijk het tegenovergestelde hiervan. Niet-Westerse samenlevingen zien werk en spel soms niet als duidelijke tegenstellingen.
Volgens artikel 32 van het VN-Verdrag van de Rechten van het Kind moet het kind beschermd worden tegen uitbuiting, gevaarlijk werk, werk dat schadelijk kan zijn voor de (fysieke, mentale, morele, spirituele of sociale) ontwikkeling en werk dat de educatie verstoort. Belangrijk:
Kinderarbeid is ook een probleem in ontwikkelde landen, hoewel het vaak niet zichtbaar is. Bijvoorbeeld: kinderen die onder de minimumleeftijd al werken.
Kinderarbeid is geen simpel en duidelijk probleem. Er is een grote variëteit van de context waarin kinderen werken. Werk heeft verschillende betekenissen en gevolgen voor kinderen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld hun werk zien als waardevol.
De kindertijd is een fase van incompetentie in vergelijking met volwassenheid. Kinderen missen capaciteiten en vaardigheden. Het belang van de kindertijd wordt tegenwoordig als groter gezien dan in voorgaande samenlevingen en er wordt meer mee bezig gehouden. Kinderen en volwassenen hebben verschillende rechten en verantwoordelijkheden. Een kind is in het bezit van een afzonderlijke aard, omdat het wordt opgevoed om zich te gedragen en te denken over zichzelf als verschillend van een volwassene.
Wat zegt het ontwikkelingsmodel?
Vanaf de tweede helft van de 19e helft werd ‘kindertijd’ het onderwerp van serieus wetenschappelijk onderzoek. De desbetreffende wetenschap was psychologie. Het eerst gepubliceerde ontwikkelingsonderzoek was dat van Tiedemann (1787). Hij bestuurde drie jaar lang de ontwikkeling van zijn zoon.
De bijdrage van Darwin bij het ontstaan van de kinderpsychologie was dat hij het belang van de kindertijd in een bredere evolutionaire context zag. Een expliciete formulering over de relatie tussen de ontwikkeling van individuen en die van soorten werd opgesteld door Ernst Haeckel. Zijn biogenetische wet hield in dat de ontwikkeling van een embryo tot volwassene (ontogenie) een herhaling was van de complete ontwikkeling van soorten (fylogenie).
Een bepaalde versie van de biogenetische wet lijkt algemeen geaccepteerd te worden, namelijk dat de ontwikkeling van kind naar volwassene een afspiegeling vormt van de vooruitgang van de gehele mensheid. Het kind wordt gezien als vergelijkbaar met de primitieve mens.
Uitgangspunten van het ontwikkelingsmodel:
Teleologie. Het model is teleologisch. Dat wil zeggen dat het veronderstelt dat er een eind (of telos) zal worden bereikt. In dit geval is het eindpunt de staat van volwassenheid. De norm voor het bereiken van volwassenheid hangt af van de ontwikkelingstheorie. De twee meest invloedrijke theorieën zijn die van Freud en die van Piaget.
Freud: een volwassene is iemand wiens seksuele verlangen genitaal en heteroseksueel is. Abnormaal gedrag bij volwassenen komt volgens hem voort uit problemen bij het doorkomen van een ontwikkelingsfase in de kindertijd. De ontwikkeling bestaat uit een rechtlijnige progressie. Elke fase is een kwalitatieve verbetering van de vorige. Volwassenheid verschilt niet van de kindertijd in de kwantiteit van vaardigheden, maar in kwaliteit.
Piaget: een volwassene heeft de capaciteit tot formele operaties. Dit betekent dat hij/zij abstract en hypothetisch kan denken.
Kohlberg: verschillende fasen van moreel redeneren. De fasen lopen van het vermijden van straf en het gehoorzamen aan autoriteit, tot het hanteren van universele ethische principes.
Noodzaak. Het is noodzakelijk om door elke fase van het ontwikkelingsmodel te gaan om progressie te maken. Dit ondersteunt het idee van een continue ontwikkeling. Hoewel elke fase staat voor bepaalde kenmerkende kwalitatieve verbeteringen, zijn er geen abrupte onderbrekingen in de voortgang van kind naar volwassene.
Endogeniteit (‘zelf ontstaan’). Ontwikkeling gebeurt op eigen beweegkracht van het kind. Kritiek op Freud en Piaget is dat zij geen rekening houden met de invloed van de sociale context bij de ontwikkeling. Ingebouwde structuren van een kind zorgen voor ontwikkeling. Door het aanpassen aan de omgeving maakt een kind progressie.
Debat:
Aangeboren of aangeleerd. Volgens het empiricisme (John Locke) is het kind een tabula rasa, een leeg blad dat wordt gevormd door ervaring. In het kader van de ontwikkelingstheorie zijn het echter niet de specifieke ideeën of waarheden die zijn aangeboren, maar structuren of aanleg.
De relatieve invloed van ‘nature’ en ‘nurture’ op het karakter van een individu. Je zou verwachten dat iemands karakter volgens de empiristische theorie een product van de omgeving zou zijn en volgens de ontwikkelingstheorie een aangeboren, onveranderlijke eigenschap. Echter, Locke stelde dat het temperament van een kind aangeboren was en ontwikkelingstheoretici stellen dat kinderen zich aanpassen aan de omgeving.
Wat is het verschil tussen kindertijd en volwassenheid?
Volgens de moderne visie heeft de kindertijd eigen behoeftes en belangen die waarde hebben. Het is kindgericht en ziet ‘het kind in het kind’ (Rousseau). Maar voor Rousseau destijds bleef volwassenheid het belangrijkst en is kindertijd en wat het inhoudt in alles relatief aan de volwassenheid.
Volwassenheid kan op twee manieren gezien worden: als een bereikte staat waarbij je de (inferieure?) kindertijd achter je laat (Westerse opvatting), of als een proces dat altijd voortduurt en waarbij de kindertijd niet per se achter je gelaten wordt (oriëntaalse opvatting).
Wat is het religieuze en literaire ideaal?
Religie
In het christendom worden kinderen gezien als het dichtst bij God, terwijl volwassenen het verst van hem af staan. Kinderen bezitten een zuiverheid en onschuld omdat ze nog maar net op de wereld zijn. Opgroeien is een onvermijdelijke achteruitgang van deze oorspronkelijke perfectie. Maar, de onschuld van de kinderen is natuurlijk gebaseerd op onwetendheid, dus het is eigenlijk "lege onschuld". Toch geloven sommigen dat om echt puur te zijn je terug moet naar de staat van de kindertijd.
Hiertegenover staat het puritanisme, vooral de calvinistische vorm, uit de 17e en 18e eeuw. Volgens het puritanisme werd een kind geboren met zonden. Kinderen zouden van nature geneigd zijn tot slechtheid. Alleen een strenge disciplinaire opvoeding zou dit kunnen corrigeren.
Er is nog een andere visie op de kindertijd die deels kan worden toegeschreven aan het christendom, namelijk dat het kind is uitgerust met een wonderlijke, bovennatuurlijke wijsheid. Het kind bezit een niet aangeleerd en intuïtief inzicht in hoe dingen werken. Echter, er is ook een christelijke opvatting die stelt dat het kind kennis mist die moet worden geleerd tijdens het groeiproces.
Literatuur
In de Engelse literatuur wordt het kind sinds 1790 gebruikt als serieus onderwerp. Romantici (vooral Blake en Wordsworth) zagen het kind als onschuldig van oorsprong. Het kind toont ongedwongen en instinctieve gevoelens en verbeelding. Het enthousiasme van een kind dooft uit naarmate het ouder wordt door sociale overeenkomsten en tradities. Wordsworth vindt het spijtig dat groei kennis brengt en hierdoor verbeelding en intuïtie achter zich laat.
In het Victoriaanse tijdperk na de Romantiek was er enkel sentimentaliteit. De onschuld, zwakheid en kwetsbaarheid van het kind werden gebruikt om de onmenselijkheden van de 19e-eeuwse maatschappij te benadrukken. In Dickens was het kind bijvoorbeeld het slachtoffer van corrupte tijden en een brute omgeving. Nostalgie en een gevoel van verlies leidde tot escapisme: de kindertijd werd weergegeven als een verloren droomwereld.
In de 20e eeuw werd de literatuur over de kindertijd weer meer realistisch. Kinderen werden niet langer gezien als puur en onschuldig en werden erkend voor hun invloed op het volwassen karakter.
Het toneelstuk Peter Pan (J.M. Barrie, 1904) lijkt een magisch sprookje over hoe de onschuld van de kindertijd behouden blijft (Peter wil niet opgroeien), maar in werkelijkheid is het een sociale satire geschreven voor volwassenen, waarmee Barrie wilde laten zien dat we onze jeugd achter ons (moeten) laten.
Het moderne kind wordt gezien als onschuldig (ook aseksueel onschuldig, terwijl feiten dit beeld soms tegenspreken) en incompetent en moet een volwassene worden. Het ‘moet’ omvat de noodzaak van de menselijke ontwikkeling en het ideale karakter van volwassenheid. In onze cultuur betekent dit dat het kind een eigen plaats heeft, waarin het nog niet dezelfde rechten en verantwoordelijkheden heeft als een volwassene.
Stampvragen
Wat is de biogenetische wet?
Wat is ontogenie en fylogenie?
Wat betekent het dat het ontwikkelingsmodel teleologisch is?
Waarom zijn Piaget en Freud belangrijk bij het teleologische aspect van het ontwikkelingsmodel?
Wat betekent endogeniteit?
Wat bedoelt Locke met ‘tabula rasa’? Hoe kijkt het ontwikkelingsmodel hier tegenaan?
Op welke twee manieren kun je kindertijd bekijken volgens Rousseau?
Welke visies wat betreft kinderlijke onschuld zijn er in het Christendom?
Hoe worden kinderen in de literatuur van de 19de eeuw geschetst?
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Children: Rights and Childhood, door Archard, 3e druk
- Wat zijn de opvattingen over kinderen van John Locke? - Chapter 1
- Wat zijn de concepten van de kindertijd? - Chapter 2
- Wat zijn moderne opvattingen over de kindertijd? - Chapter 3
- Wat kan ik leren over de morele rechten van kinderen? - Chapter 4
- Wat is het onderscheid tussen bevrijding of bewaking door kinderrechten? - Chapter 5
- Wat heeft willekeur en incompetentie te maken met kinderrechten? - Chapter 6
- Wat zijn de nadelen/misstanden van kinderrechten? - Chapter 7
- Wat kan ik leren over het Verdrag inzake de Rechten van het Kind? - Chapter 8
- Wat voor rol speelt de wet bij het bepalen en naleven van kinderrechten? - Chapter 9
- Wat houdt stemrecht en seksuele keuze van kinderen in? - Chapter 10
- Hoe verhouden de rechten tot opvoeden en en kinderen dragen zich tegenover elkaar? - Chapter 11
- Wat is de rol van het gezin en de staat bij het naleven van kinderrechten? - Chapter 12
- Wat houden ouderlijke rechten op privacy en autonomie in? - Chapter 13
- Wat is de invloed van het collectivisme op kinderrechten? - Chapter 14
- Hoe kunnen we omgaan met het probleem van kindermishandeling? - Chapter 15
- Wat is de conclusie - een bescheiden collectivistisch voorstel? - Chapter 16
- BULLETPOINTS van Children: Rights and childhood door Archard
- TentamenTickets bij Children: Rights and childhood van Archard
Contributions: posts
Spotlight: topics
Children: Rights and Childhood, door Archard, 3e druk
Geupdate, bijgewerkte versie van de samenvatting van de tweede druk (ONDER CONSTRUCTIE)
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1313 |
Add new contribution