
Opdrachten
B Het IGH was niet bevoegd het geschil inhoudelijk te beoordelen. Rwanda’s verweer was gericht op haar bezwaar tegen de rechtsmacht van de IGH. Hierdoor had Rwanda feitelijk geen eenduidige indicatie gegeven de rechtsmacht van het IGH te aanvaarden en was geen sprake van forum prorogatum., Rwanda tegen Conga-zaak (DRC).
Congo bracht een zaak tegen Rwanda en beschuldigde het land ervan dat zij mensenrechten hebben geschonden en het oorlogsrecht hebben geschonden op het grondgebied van Congo. Congo stelde dat IGH rechtsmacht had op grond van forum prorogatum. IGH ging daar niet in mee want wil er sprake zijn van forum prorogatum moet er uit het verdrag blijken dat het op een ondubbelzinnige manier en op vrijwillige manier en onbetwistbaar de rechtsmacht van het Hof aanvaardt (paragraaf 21). Rwanda was alleen gekomen om de rechtsmacht van het Hof te betwisten en uit het gedrag van Rwanda bleek niet dat het om een ondubbelzinnige manier en op vrijwillige manier en onbetwistbaar manier aanvaardt (paragraaf 22, blz. 591).
Congo zei ook dat er sprake was van een compromissoire clausule, in art. 9 van Genocideverdrag. Congo zei dat zij art. 2 en 3 hadden geschonden en dus IGH rechtsmacht had op grond van art. 9. Rwanda zei echter dat zij een voorbehoud (wanneer staat wel partij wordt bij verdrag maar rechtsgevolg van één bepaald rechtsgevolg, aldus art. 9, uitsluit) hadden (paragraaf 29 en 38).
Congo zei daarop weer dat dit voorbehoud in strijdt in met doel en strekking van het verdrag. IGH zei dat het Genocideverdrag voorbehouden niet uitsluit (paragraaf 66). Maar zegt wel dat een voorbehoud nooit in strijd mag zijn met doel en strekking van het verdrag. IGH relativeert dit wel dat dit voorbehoud ziet op de rechtsmacht van het hof maar niet om materiële verplichtingen van het verdrag en daarom niet in strijd met doel en strekking van het verdrag (paragraaf 67).
Congo zegt dat dit voorbehoud in strijd is met norm van Jus cogens (dwingend internationaal recht). Verbod op genocide is jus cogens en dus in strijd. IGH zei dat dit waar is maar geen norm van jus cogens dat zegt dat wanneer er een geschil is van Genocidevedrag dat rechtsmacht van IGH moet worden aanvaardt (paragraaf 69).
a. Diplomatieke methoden, arbitrage en internationale rechtspraak
b. Nee, er is een compromissoire clausule opgenomen waarin wordt gesteld dat geschillen die rijzen met betrekking tot dat verdrag zullen worden voorgelegd aan het Internationaal Gerechtshof. Eerst zal er moeten worden onderhandeld, vervolgens de mogelijkheid tot arbitrage. Als binnen zes maanden geen overeenstemming is over de organisatie van de arbitrage dan pas IGH
c. Facultatieve clausule, compromissoire clausule, compromis en forum prorogatum
d. Compromissoire clausule
e. Beroep doen op mensenrechtenverdrag en daardoor naar mensenrechtencomité. Dus hierbij het Comité tegen Foltering. Individuen hebben een individueel klachtrecht. Syrië heeft echter de bevoegdheid van het Comité niet aanvaard.
f. De zaak voor te leggen aan het Internationale Strafhof. In Statuut van Rome. Maar geen rechtsmacht over Syrië, want Syrië verdrag niet ondertekent
Het mensenrechtencomité (art. 28 IVBPR)́. Ziet toe op nalevering van IVBPR. Opgericht door het internationaal verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten. Individuen die in Nederland geen recht op hoger beroep hebben kunnen persoonlijk klagen bij het Mensenrechtencomité. Bestaat uit 18 onafhankelijke experts. Zij worden gekozen en treden op in hun persoonlijke hoedanigheid. Bevoegdheden: rapportageplicht art. 40 (staten moetens eens in zoveel tijd rapport inleveren van nalevering IVBPR), statenklachtrecht art. 41 (staten mogen klacht indienen over naleven van verdrag in andere staat) en optioneel protocol (individueel klachtenrecht geldt alleen tegen staten die optionele protocol hebben geratificeerd, Syrië niet). Dit is echter niet bindend, maar wel gezaghebbend
De mensenrechtenraad opgericht door Resolutie van AVVN. Het is een politiek orgaan sub-orgaan. Comité bestaat uit 47 lidstaten en dus geen experts. Ziet toe op mensenrechtensituatie van lidstaten van de VN. Bevoegdheden: promoten van mensenrechten, forum voor dialoog, aanbeveling aan AVVN, etc
I: Een team internationale wetenschappers heeft recent een olieveld ontdekt in de Caribische zee, ter hoogte van de kruising tussen de EEZ van de Dominicaanse en de Dominicaanse EEZ. De vraag is of dit geschil kan worden voorgelegd aan het IGH en of er belemmeringen zijn waardoor het Hof niet zijn rechtsmacht uit kan oefenen over dit geschil.
Is het mogelijk om het geschil tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof en of er eventuele belemmeringen zijn voor het Hof om zijn rechtsmacht uit te oefenen?
Structuur:
Deze notitie zal beginnen met het juridisch kader, waarna deze zal worden toegepast op de vraag of het mogelijk om het geschil tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof en of er eventuele belemmeringen zijn voor het Hof om zijn rechtsmacht uit te oefenen. De notitie zal worden afgesloten met een conclusie en het antwoord op de rechtsvraag
R: Het uitgangspunt voor vraagstukken over de rechtsmacht van het IGH is dat het Hof enkel bevoegd is om over een geschil te oordelen indien beide procespartijen hebben ingestemd met de rechtsmacht van het Hof. Dit staat vastgesteld in artikel 36 van het Statuut van het Hof en is ook onder andere bekrachtigd door het Hof in zijn uitspraak in East Timor. Staten kunnen op meerder manieren hun instemming verlenen, bijvoorbeeld door een verklaring af te leggen op grond van artikel 36 lid 2 van het Statuut van het Hof.
Er bestaan echter situaties waarin het Hof niet zijn rechtsmacht kan uitoefenen. Dit is onder andere het geval wanneer het oordeel van het Hof noodzakelijk de juridische belangen van een derde staat zou kunnen raken en deze derde staat geen partij is bij de procedure. Het is echter wel mogelijk voor een dergelijke derde staat het Hof te verzoeken om tussenbeide te komen door middel van interventie op grond van artikel 62 van het Statuut van het Hof.
Dit heeft het Hof bevestigt in zijn jurisprudentie, onder andere in de East Timor-zaak tussen Portugal en Australië. In deze uitspraak concludeerde het Hof dat zijn uitspraak in het geschil tussen Portugal en Australië de rechten en plichten van Indonesië zou raken. Hoewel het niet onmogelijk is voor het Hof om recht te spreken in een geschil waar de juridische belangen van een derde staat ter sprake zijn, is dit wel het geval indien het handelen van de derde staat de kern van het geschil vormt zoals het geval was voor Indonesië in de East Timor-zaak. Hierdoor was het niet mogelijk voor het Hof om zijn rechtsmacht uit te oefenen zonder de instemming van Indonesië.
A: Zowel Aruba en de Dominicaanse Republiek hebben een verklaring afgelegd op grond van artikel 36 lid 2 van het Statuut van het Hof. Hierdoor heeft het Hof in principe rechtsmacht over dit geschil en zou het het geschil kunnen beslechten door de zeegrens tussen Aruba en de Dominicaanse Republiek af te bakenen. In dit geval spelen echter ook de belangen van een derde staat een rol: die van Venezuela. Venezuela stelt dat Aruba niet tot ontginning over kan gaan zonder eerst met Venezuela te onderhandelen over de verdeling van de opbrengst van exploitatie van het gasveld. De vraag is echter of dit betekent dat de belangen van Venezuela op basis van het grensverdrag met het Koninkrijk der Nederlanden noodzakelijkerwijs ook tot de kern gaan van het geschil tussen Aruba en de Dominicaanse Republiek. Nederland zou namelijk ook enkel de vraag over de afbakening van de zeegrens tussen de twee staten kunnen voorleggen aan het Hof en hierbij de praktische zaken met betrekking tot ontginning in het midden laten.
C: Kleine samenvatting:
Of, en in welk mate, het IGH rechtsmacht kan uitoefenen over het geschil tussen Aruba en de Dominicaanse Republiek, hangt af van de vraag of de rechten en plichten van Venezuela feitelijk de kern van het geschil vormen. Deze kans is vrij klein
Aangezien dat niet het geval is in de bewuste situatie, kan ik u adviseren dat het IGH-rechtsmacht heeft om de zeegrens tussen Aruba en de Dominicaanse Republiek af te bakenen.
Hoe wordt het internationaal recht gehandhaafd?
In andere woorden: wat gebeurt er wanneer een internationaler rechtsplicht wordt geschonden
Geen centrale uitvoerende macht (want soevereiniteit)
Nakomen en handhaven
Geschillenmechanismen:
Diplomatieke geschillenbeslechting. Bijvoorbeeld: onderhandelingen, goede diensten, bemiddeling, feitenonderzoek en verzoening (conciliatie) --> gradatie
Juridische geschillenbeslechting. Arbitrage en internationale rechtspraak
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Inleiding Internationaal Publiekrecht (samenvatting literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en arresten)
- Samenvatting week 1 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Samenvatting week 2 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Samenvatting week 3 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Samenvatting week 4 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Samenvatting week 5 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Samenvatting week 6 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Hoorcollege week 1 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Hoorcollege week 2 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Hoorcollege week 3 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Hoorcollege week 4 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Hoorcollege week 5 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Hoorcollege week 6 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Werkcollege week 1 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Werkcollege week 2 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Werkcollege week 3 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Werkcollege week 4 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Werkcollege week 5 Inleiding Internationaal Publiekrecht
- Werkcollege week 6 Inleiding Internationaal Publiekrecht

Contributions: posts
Spotlight: topics
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution