Werkgroepopdrachten Bestuursrecht: rechtsbescherming 2017/2018 - RUG
- 2151 keer gelezen
Het college van B&W van de gemeente Haren verleent aan mevrouw Van Kleef een omgevings- vergunning voor de bouw van een tweede garage inclusief carport bij haar woning aan de Brinkweg te Glimmen. Haar rechterbuurman, de heer Eringa, maakt bij het college van B&W bezwaar tegen de verleende vergunning. Het college komt gedeeltelijk aan de bezwaren tegemoet en wijzigt enkele voorschriften in de vergunning, ten gunste van het uitzicht van de heer Eringa. Mevrouw Van Kleef baalt van deze wijzigingen en stelt beroep in bij de rechtbank. Haar linkerbuurman, de heer Katoen, die de procedure tot nu toe van enige afstand gevolgd heeft, besluit ook beroep in te stellen bij de rechtbank. Hij vreest dat door de bouw van de garage een deel van zijn uitzicht op de Brinkweg verdwijnt. Het besluit op bezwaar neemt zijn vrees niet weg.
Zal de rechtbank mevrouw Van Kleef en de heer Katoen in hun beroep ontvankelijk achten?
Acht u het mogelijk dat de heer Eringa wordt betrokken in de procedure bij de rechtbank?
Voor het instellen van beroep bij de rechtbank is griffierecht verschuldigd. Leg uit welk bedrag aan griffierecht mevrouw Van Kleef en de heer Katoen per persoon verschuldigd zijn.
Stel dat overbuurvrouw Gouwenberg eveneens bezwaar had gemaakt bij het college van B&W tegen de verleende omgevingsvergunning en zij drie weken later is verhuisd naar de Hulstweg in Glimmen. Op welke wijze zal het college van B&W naar verwachting oordelen over het bezwaarschrift van mevrouw Gouwenberg?
Mevrouw Van Kleef wil de nog te bouwen garage op termijn inrichten als bloemenwinkeltje annex workshopruimte. De heer Hovinga, eigenaar van het nabij gelegen tuincentrum E-plant, vreest concurrentie en heeft ook een bezwaarschrift ingediend. In zijn bezwaarschrift voert de heer Hovinga onder meer aan dat het bouwwerk niet voldoet aan eisen van brandveiligheid. Het college van B&W verklaren het bezwaar van de heer Hovinga niet-ontvankelijk, omdat:
het bezwaar van de heer Hovinga, het bouwwerk voldoet niet aan brandveiligheidseisen, niets te maken heeft met zijn belang als concurrent;
het belang van de heer Hovinga, een goede concurrentiepositie, niet mag meewegen in de besluitvorming over de omgevingsvergunning.
Bespreek aan de hand van beide argumenten of het college van B&W het bezwaar van de heer Hovinga terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De beslissing om aan mevrouw Van Kleef een omgevingsvergunning te verlenen is door het college van B&W van Haren op dinsdag 6 maart 2018 genomen. Deze beslissing is op 13 maart 2018 op schrift gesteld, gedagtekend en ondertekend. Op donderdag 15 maart 2018 is de brief verstuurd aan mevrouw Van Kleef, die de brief op zaterdag 17 maart 2018 in de bus ontvangt. Vervolgens verschijnt op woensdag 21 maart 2018 het ‘Harener weekblad’ waarin staat dat vergunning is verstrekt aan mevrouw Van Kleef.
Beargumenteer – aan de hand van alle relevante bepalingen – wat de laatste dag van de bezwaartermijn is.
Buurman Eringa hoort op 8 maart 2018 van zijn dochter, die als juriste werkzaam is bij de gemeente Haren, dat de omgevingsvergunning is verleend. Hij geeft de volgende dag zijn bezwaarschrift af bij de balie van het gemeentehuis. Beoordeel of het bezwaar ontvankelijk is.
Stel dat het college van B&W van oordeel is dat de heer Hovinga niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en om die reden het bezwaar niet-ontvankelijk is. Had het college van B&W desondanks toch inhoudelijk over het bezwaarschrift kunnen oordelen?
Beschrijf de casus (feitenrelaas, procedurele verloop, rechtsvraag).
Waarom heeft de minister het bezwaar van appellante tegen het besluit van 21 februari 2014 niet-ontvankelijk verklaard?
Hoe oordeelt de rechtbank op dit punt?
Hoe oordeelt de Centrale Raad van Beroep over de centrale rechtsvraag?
Wat leert deze uitspraak over de toepassing van art. 6:11 Awb?
Zoek de uitspraak CRvB 7 oktober 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3799 op. Leg uit op welke wijze de Centrale Raad van Beroep oordeelt over de vraag of sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en benoem daarbij een verschil met bovenstaande uitspraak.
Beschrijf de casus (feitenrelaas, procedurele verloop, rechtsvraag).
a. Wat wordt bedoeld met een volledige heroverweging?
b. Wat is het object van de volledige heroverweging?
c. Leg uit wat een heroverweging ‘op grondslag van het bezwaar’ is.
Waarom vindt Recracenter dat de rechtbank ten onrechte niet heeft geoordeeld dat het college met het nemen van het besluit op bezwaar in strijd met artikel 7:11, eerste lid, Awb heeft gehandeld door een beslissing te nemen die buiten de omvang van het geschil valt?
Hoe oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak op dit punt?
Waarom vindt Recracenter dat de rechtbank ten onrechte niet heeft geoordeeld dat het college met het nemen van het besluit op bezwaar in strijd met artikel 7:11, eerste lid, Awb heeft gehandeld door een beslissing te nemen die een reformatio in peius betekent?
Hoe oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak op dit punt?
Leg uit waarom het onjuist is om, in het kader van de bezwaarschriftprocedure, als hoofdregel uit te gaan van een verbod van reformatio in peius.
Voor ontvankelijkheid zijn de vereisten dat
iemand belanghebbende is
er sprake is van een procesbelang
er voldaan is aan de termijn van zes weken
aan de eisen van 6:5 awb is voldaan
er een voorprocedure is geweest ex 6:13
het griffierecht is betaald.
Mevrouw van Kleef:
Is belanghebbende ex 1:2 awb, aan de vereisten wordt namelijk voldaan. Zij heeft ook een procesbelang. Er is geen voorprocedure geweest, omdat tegen het primaire besluit geen beroep is ingesteld, maar art. 7:1 lid 1 onder a stelt dat dit niet noodzakelijk is als het besluit in bezwaar is genomen zoals i.c. het geval is. Ze zal ontvankelijk worden verklaard.
De heer Katoen:
Op grond van 6:13 zal de heer Katoen niet-ontvankelijk worden verklaard. Hij heeft geen bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.
Hij kan als partij geen eigen gronden meer aanvoeren, maar heeft wel procesbelang en kan dus wel zijn zegje doen. Hij kan gehoord worden ogv 7:2.
Het griffierecht is geregeld in 8:41 awb. Op grond van 8:41 lid 2 onder b zijn zowel van kleef als Katoen 168 euro griffierecht verschuldigd. Zie ook bijlage 3 van de Awb!
Het college zal oordelen of zij nog procesbelang heeft in de zaak. Deze term is gevormd in jurisprudentie en is niet te vinden in een artikel. Procesbelang kan tijdens een zaak nog verloren gaan. Als je verhuist verlies je hoogstwaarschijnlijk het procesbelang, behalve als de waarde van het huis daalt. De nieuwe bewoner neemt de rechtspositie over van degene die verhuisd is.
Hovinga is belanghebbende ex 1:2 awb. Als belanghebbende mag je over alle aspecten van een besluit bezwaar indienen en het relativiteitsvereiste speelt in casu (nog) geen rol. Dus niet terecht geoordeeld. Het relatiteitsvereiste speelt alleen in de beroepsfase een rol, maar ziet sowieso niet op de ontvankelijkheid.
Dit argument zal opnieuw niet leiden tot niet-ontvankelijkheid (gaat hier om het specialiteitsbeginsel). Dit wordt niet beoordeeld bij de vraag over ontvankelijkheid.
Op 15 maart 2018 is het bekendgemaakt, want verstuurd, ex 3:41 Awb. De termijn begint te lopen op de dag nadat het besluit is bekendgemaakt. Op vrijdag 00:01 begint deze dus te lopen. 6 weken (6:7) later is de donderdag 26 april om 23:59. Let op dat het gaat op de datum waarop het verstuurd is, en niet ontvangen is!
Kijk in de algemene termijnenwet of er sprake is van een verschuiving van de termijn, zie art 1 en art. 3. Je krijgt tijdens het tentamen altijd een kalender bij dit soort vragen.
Ja, dit is een prematuur bezwaar ex 6:10 sub b awb dus gewoon ontvankelijk. Er is niets op geschrift gesteld, uit lid 2 blijkt dat ze dit een week vasthouden.
Nee, de termijnen zijn heel strict, 1 sec is gewoon te laat en dan wordt je niet-ontvankelijk verklaard. Soms kan een b.o. het door de vingers zien in het belang van de openbare orde.
Appellant heeft nav een besluit van de minister om haar financiering te wijzingen en vervolgens een bestuurlijke boete op te leggen, bezwaar ingediend. De minister heeft haar vervolgens niet-ontvankelijk verklaard, omdat de termijn voor het indienen van bezwaar verlopen was. Hierop heeft appellant in hoger beroep aangevoerd dat dit haar niet kan worden verweten, mede door technische en psychische problemen. De raad heeft gesteld dat dit voor haar eigen risico was en niet te maken heeft met het feit dat termijn was verlopen. De rechtsvraag is of er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding.
Primaire besluit = B.I.P
Omdat niet aan de termijn voor bezwaar van 6 weken was voldaan. Op vrijdag 4 april liep de termijn af.
De rb is het eens met de minister dat appellant niet-ontvankelijk was.
De raad oordeelt over de rechtsvraag dat de gronden die appellant heeft aangevoerd – technische en psychische - niet van belang zijn voor het antwoorden van de vraag. Daarnaast zijn de gronden niet goed gemotiveerd.
6:11 leert dat wil hieraan voldaan worden, er bewijzen moeten worden geleverd voor de gevoerde gronden. Dit was i.c. niet het geval en daarom kon dit artikel niet worden toegepast.
In dit geval ging het om een persoon met een beperking, die genoeg medisch bewijs had om aan te voeren dat hij in verzuim was, en waardoor 6:11 wel van toepassing was en een geslaagd beroep op verschoonbare termijnoverschrijding als gevolg had.
Het college heeft op 22 december 2006 een vergunning met voorwaarde verleend aan Recracenter. Recracenter en 4 andere belanghebbenden hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Er wordt namelijk gesteld dat er een verkeerde vergunning is verleend. Het college heeft zijn besluit herroepen en de vergunning alsnog geweigerd, waarop Recracenter beroep heeft ingesteld omdat het argument dat geen sprake is van een caravan niet duidelijk is gemaakt. De rechtbank heeft dit beroep ongegrond verklaard.
a. Bij een volledige heroverweging wordt de rechtmatigheid (of het besluit op de juiste manier tot stand is gekomen) en doelmatigheid (of het besluit past bij het beleid van het bestuursorgaan)van een besluit beoordeeld. Het b.o. beoordeeld ex nunc en de rechter kijkt ex tunc. Art. 7:11 Verder is een verbod op reformatio in peius
b. Het object is het primaire besluit.
c. Het is één onderdeel waar meerdere gronden worden aangevoerd. Als b.o. kun je dan ook zelf bepalen of er sprake is van een caravan of bouwwerk, valt namelijk onder hetzelfde bouwwerk. Zie blz 198 boek.
Uit r.o. 2.4 .blijkt dat wat belanghebbenden in hun bezwaarschriften hebben aangevoerd geen betrekking had op de vraag of er een bouwvergunning vereist was voor het plaatsen van de recreatieobjecten.
Zie r.o. 2.4.1. waaruit blijkt dat de Afdeling oordeelt dat er geen sprake is van strijdigheid met art. 7:11 awb.
Volgens Recracenter heeft de Rb gehandeld ism het verbod van reformatio in peius. De positie van Recracenter is dus onterecht verslechterd.
Uit eigen beleidsregels van b.o. blijkt dat de rechtspraak van toepassing is op deze casus en dat ze daarnaar handelen. Het college had in de van toepassing zijnde beleidsregels de mogelijkheden om af te wijken van de genomen beslissing. Je mag op je fout terugkomen omdat dat in de beleidsregels stond en er een volledige heroverweging is geweest.
Verslechtering van rechtspositie is mogelijk als
Een b.o. een wijzigings-, en intrekkingsbevoegdheid heeft
Er bezwaar wordt gemaakt door een derde.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat de werkgroepopdrachten uit 2017/2018 bij het vak Bestuursrecht: rechtsbescherming aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1904 |
Add new contribution