Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3


Open vragen

Vraag 1a

Wat houdt de legaliteitseis in en waarom is dit zo’n belangrijk rechtstatelijk uitgangspunt?

Vraag 1b

Welke ambten zijn op rijksniveau bevoegd tot het vaststellen van wetten in materiële zin, en waar is hun bevoegdheid daartoe geregeld?

Vraag 1c

Zet de volgende begrippen in de juiste hiërarchische volgorde (van hoog naar laag): 

  1. Algemene maatregelen van bestuur
  2. Provinciale verordeningen
  3. Grondwet
  4. Wetten in formele zin
  5. Gemeentelijke verordeningen
  6. Ministeriële regelingen
  7. Statuut

Vraag 2a

Is in art. 13 GW sprake van attributie/delegatie?

Vraag 2

Leg uit of. artikel 4 lid 1 WOM in overeenstemming is met artikel 9 lid 2 GW

Vraag 2d 

Is in artikel 4 lid 1 Wom sprake van attributie of delegatie?

Vraag 3 

Volgens artikel 105 GW wordt de begroting bij wet vastgesteld. Dit betekent dat de Staten-Generaal daarover meebeslissen, een van de oudste bevoegdheden van het parlement.

In de begrotingvan het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor 2017 is een bedrag van 1,7 miljoen euro opgenomen voor een uitstapprogramma voor prostitues. 

Vraag 3a 

Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van veiligheid en justitie moet worden uitgegeven?

Vraag 3b

Het programma is opgenomen in begrotering ter uit voering van een motie van Van der Staaij. Verandert dit het antwoord onder a?

Vraag 3c 

Is de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid verplicht  1 miljoen minder uit te geven?

Vraag 3d

Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast? 

Vraag 4a

De Raad van State bestaat uit twee afdelingen. Welke zijn dit en met welke taken en bevoegdheden zijn zij belast? Noem steeds de relevante wettelijke bepalingen.

Vraag 4b

Er wordt naar gestreefd het werk van deze twee afdelingen zoveel mogelijk organisatorisch te scheiden. Dat heeft te maken met staatsrechtelijke bezwaren tegen het takenpakket van de Raad van State. Leg dat uit.

Vraag 5a

In welke artikelen worden in de Grondwet de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van del eden van de rechterlijke macht beschermd en gegarandeerd?

Vraag 5b

Gelden deze grondwettelijke eisen voor alle rechters in Nederland?

Vraag 6

Geef gemotiveerd aan of de rechter een bepaling in een wet in formele zin onverbindend kan verklaren wegens strijd met:

  1. de Grondwet; Artikel 120 GW;
  2. het Statuut;
  3. eenieder verbindende verdragsbepalingen;
  4. ongeschreven fundamentele rechtsbeginselen;

Vraag 7

Geef gemotiveerd aan of de rechter een algemeen verbindend voorschrift dat niet in een wet in formele zin is neergelegd onverbindend kan verklaren wegens strijd met 

  1. W.i.f.z. 
  2. De grondwet;
  3. eeniederverbindende verdragsbepalingen; 
  4. ongeschreven recht 

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Een Tweede kamerlid dient de volgende motie in:

"De kamer, gehoord de beraadslaging, gezien de uitslag van de verkiezingen voor provinciale staten, roept de regering op het roer om te gooien, en gaat over tot de orde van de dag."

Namens de regering verklaart de minister-president de motie onaanvaardbaar. Tijdens de stemming over de motie door de Tweede Kamer enkele Kamerleden van de coalitie afwezig wegens deelname aan een spelshow. Mede daardoor wordt de motie aangenomen.

Wat is rechtens?

  1. Gezien de tekst van de motie heeft aanneming van de motie geen rechtsgevolgen;
  2. Als het kabinet niet opstapt, is de tweede kamer bevoegd de ministers en staatssecretarissen te ontslaan;
  3. De regering hoeft geen gevolgen aan de motie te verbinden aangezien moties geen rechtsgevolgen kunnen hebben;
  4. Het kabinet moet zijn ontslag aanbieden aan de Koning, behoudens de mogelijkheid van ontbinding. 

Vraag 9

De regering dient een wetsvoorstel in bij de Tweede kamer. Door de tweede kamer wordt het in geamendeerde versie aanvaard. Daarop bespreekt en aanvaardt de Eerste Kamer het voorstel. Intussen is echter het kabinet gevallen en zijn er nieuwe tweede kamerverkiezingen geweest. Kort nadat de Eerste Kamer het voorstel aanvaard komt het nieuwe kabinet tot de conclusie dat het geen voortander van het wetsvoorstel is. De regering:

  1. is bevoegd het wetsvoorstel in te trekken;
  2. is bevoegd het aangenomen wetsvoorstel alsnog te wijzigen en vervolgens te bekrachtigen;
  3. is bevoegd het voorstel niet te bekrachtigen;
  4. kan niet voorkomen dat het voorstel van wet tot wet wordt verheven. 

Vraag 10

De Raad van State hoeft niet gehoord te worden over:

  1. Ministeriële regelingen;
  2. Algemene maatregelen van bestuur waarin geen bepalingen door straffen te handhaven;
  3. voorstellen van wet die door een lid van de Tweede kamer aanhangig zijn gemaakt;
  4. Verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring worden overgelegd aan de Staten-Generaal. 

Vraag 11

Wat is juist ten aanzien van de procedure van Grondwetsherziening?

  1. Na de eerste lezing wordt de Staten-Generaal ontbonden;
  2. In tweede lezing kan het wetsvoorstel niet door de regering worden gewijzigd;
  3. Indien een wetsvoorstel in de eerste lezng met ten minste een tweederde meerderheid is aangenomen, is in tweede lezing een gewone meerderheid voldoende; 
  4. In eerste lezing kan het wetsvoorstel niet door de Tweede Kamer worden gewijzigd. 

Vraag 12

Een wetsvoorstel afkomstig van de regering dat bij de Eerste kamer ligt:

  1. Kan niet meer worden gewijzigd, maar nog wel worden ingetrokken;
  2. Kan nog worden gewijzigd door de regering, maar niet meer door de eerste of tweede kamer; 
  3. kan niet meer worden gewijzigd en niet meer worden ingetrokken.

Vraag 13 

De dualistische verhouding tussen regering en staten-generaal blijkt uit de regel dat;

  1. Ministers niet door de Staten-Generaal maar bij Koninklijk besluit worden benoemd;
  2. Een bewindspersoon in wie het vertrouwen is opgezegd, zijn onstlag moet aanbieden aan de tweedekamer;
  3. Informateurs en formateurs worden benoemd door de tweede kamer;
  4. Door de kamers aangenomen moties bindend zijn voor de regering. 

Vraag 14

Op welke van de onderstaande terreinen heeft de raad voor de rechtspraak geen taak?

  1. De selectie van rechters;
  2. Advisering over wetgeving inzake de inrichting en het functioneren van de rechtspraak;
  3. De opsoring en vervolging van strafbare feiten;
  4. Het bewaken van de rechtseenheid. 

Vraag 15

Stel, tijdens de Tweede Kamerbehandeling van een inititatiefwetsvoorstel, worden bij amendement ingrijpende wijzigingen voorgesteld. Er is zowel in de kamer als bij de regering behoefte aan advies van de Afdeling advisering van de Raad van State ten aanzien van deze voorgestelde wijzigingen. Wie is bevoegd dit advies te vragen?

  1. Alleen de regering;
  2. Alleen de tweede kamer;
  3. Zowel de regering als de tweede kamer;
  4. Noch de regering noch de tweede kamer. 

Vraag 16

Artikel 4 van de Beroepswet bepaalt dat de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (grotendeels) ook van toepassing is op raadsheren van de Centrale raad van beroep. Dit artikel 4 van de Beroepswet.

  1. Is een uitwerking van artikel 116 lid 2 GW;
  2. Is een uitwerking van artikel 117 lid 4 GW;
  3. Heeft geen grondwettelijke basis.

Antwoordindicatie

Vraag 1a

De legaliteitseis = de grondregel dat geen orgaan een bevoegdheid kan hebben die niet op de Grondwet of de wet berust. Je mag niets doen als overheid tenzij je toestemming hebt van de formele wetgever (SG+Parlement)

Vraag 1b

Wet in materiële zin = algemeen verbindend voorschrift.

  • Een besluit dat algemeen is (niet gericht tot bepaalde (rechts)personen of betrekking hebbend op bepaalde aanwijsbare objecten; algemeen is bijv. het wetboek van strafrecht),
  • Dat voor herhaalde toepassing vatbaar is (Een regel geldt voor een onbepaald aantal gevallen, dus met name en regel die iedere keer toepasselijk is als een gedraging plaatsvindt die onder de termen van de bepaling valt)
  • Dat bestemd is om buiten de administratie te werken (om zuiver interne voorschriften uit te sluiten; maar regels die de bevoegdheden van wettelijke ingestelde bestuursorganen raken, zoals gezagsverhoudingen over de politie tussen OM enerzijds en burgemeester anderzijds, zijn niet zuiver intern)
  • Dat burgers of overheidsorganen bindt.  (verbindend karakter: bepalingen die onbevoegd zijn vastgesteld zijn “onverbindend”, maar ook een beleidsregel waarvan kan worden afgeweken is geen wet in materiële zin)

Bevoegd tot vaststellen van wetten in materiële zin:

De regering én de Staten-Generaal gezamenlijk: artikel 81 GW ; Formele wetten.

De regering: artikel 89 lid 1 GW; AMvB.

De ministers: artikel 89 ld 4 GW; Ministeriële regeling. 

Vraag 1c

G, C, D, A, F, B, E

Vraag 2a

Artikel 13 GW gaat over het brief-, telefoon- en telegraafgeheim; communicatie is vertrouwelijk. Klassiek grondrecht; tegen overheidsbemoeienis. 

Vraag 2b

“Bij de wet” ; sprake van attributie; komt slechts toe aan regering + S.G, een wet in formele zin.

Vraag 2c

Artikel 9 lid 2 GW; “ de wet stelt regels ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Artikel 4 lid 1 Wom; “De gemeenteraad stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de gevallen waarin voor vergaderingen en betogingen op openbare plaatsen een voorafgaande kennisgeving vereist is’ Deze wet zegt wat je mag regelen

à Artikel 4 lid 1 is in overeenstemming met  9 lid 2 omdat het in sommige gevallen nodig is om voorafgaande kennisgeving te stellen  voor vergaderingen en betogingen op openbare plaatsen ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. (Wat mag je regelen)

Vraag 2d

Delegatie aan de gemeenteraad.

Vraag 3a

Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van Veiligheid en Justitie moet worden uitgegeven?

Nee, de begroting is een machtiging en geen verplichting. Het kan ook dat de minister helemaal niks uitgeeft, dat mag ook. Maar hij kan hier wel problemen mee krijgen, maar hij is niet op zichzelf verplicht om het bedrag daadwerkelijk uit te geven.

Vraag 3b

Het programma is opgenomen in begroting ter uitvoering van een motie van (toen Kamerlid) Van der Staaij. Verandert dit uw antwoord op de vraag onder 3a?

Als het bedrag is opgenomen ter uitvoering van een motie verandert dit dan het antwoord? Nee er veranderd niks aan het antwoord. Nog steeds geen verplichting.

Vraag 3c

Stel dat de Tweede kamer in meerderheid meen dat er meer geld naar het programma moet. Een meerderheid van de tweede kamer wil het budget van het programma met 1 miljoen verhogen.  De tweede kamer besluit bij amendement de begroting van het ministerie van sociale Zaken en Werkgelegenheid met 1 miljoen te verlagen. Is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verplicht 1 miljoen minder uit te geven?

 Hij mag minder uitgeven; de wet wordt aangepast en hierdoor wordt ook zijn machtiging aangepast. De machtiging bestaat voor een bepaald bedrag.

Vraag 3d

Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is al uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast?

Er is hier sprake van een begrotingsoverschrijding, dan moet je de begroting aanpassen wil je meer geld mogen uitgeven. Artikel 14 comptabiliteitswet; door middel van een aanvullende begrotingswet; in dit geval omhoog. 

Vraag 4a

De Raad van Staat bestaat uit twee afdelingen:

  1. Een afdeling advisering; (artikel 73 lid 1 GW) ;
  • Alle wetsvoorstellen en alle ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur en voorstellen tot goedkeuring van verdragen worden ter overweging aangeboden aan de afdeling advisering van de Raad van State die advies uitbrengt.
  • Kan ook uit eigen beweging; komt niet vaak voor.
  1. Een afdeling bestuursrechtspraak;
  • Adviserende taak van de raad van state in gevallen dat de wet geschillen van bestuur ter beslissing opdraagt aan de Kroon (beslissing bij Koninklijk besluit). (artikel 73 lid 2 GW)
  • Rechtsprekende taak door de afdeling bestuursrechtspraak; tegen overheidsbesluiten is beroep bij de bestuursrechter, zijnde in eerste aanleg de rechtbank mogelijk, waarna in principe hoger beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan worden ingesteld (artikel 73 lid 3 GW) (art. 8:105 Awb)

Vraag 4b

De combinatie van adviserende en rechtsprekende functies binnen de Raad van State kan een probleem opleveren indien met betrekking tot dezelfde taak achtereenvolgens beide soorten taken door hetzelfde lid of dezelfde leden vervuld worden. In dat geval kan namelijk de onpartijdigheid van de Raad van State als rechter in twijfel worden getrokken en is er sprake van strijd met artikel 6 EVRM. Procola-arrest;

Vraag 5a

  • Artikel 117 lid 1 GW; de grondwet voorziet de onafhankelijkheid van de met rechtspraak belaste leden van de rechterlijke macht door een benoeming voor het leven;
  • Ontslag alleen op eigen verzoek en pensioen leeftijd; en voor ontslag indien er sprake is van een reden hiervoor kan dit alleen door de Hoge Raad.
  • Salariëring bij de wet.

Vraag 5b

De rechters bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven geldt de garantie van 117 lid 1 GW niet; maar hun benoeming voor het leven is in gewone wetten vastgelegd. Nadeel hiervan is dat een gewone wet makkelijker kan worden gewijzigd dan de GW.

Vraag 6

  1. De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van de wet in formele zin. De rechter mag een wet of verdrag niet toetsen op het al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. De rechter moet een wet/verdrag dus ook toepassen als zij naar zijn oordeel in strijd met de GW zou zijn.
  2. niet mogelijk; kan ook niet ook gelet op artikel 120 GW. blz. 216/217 boek
  3. Ja Artikel 120 GW;  De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van een verdragsbepaling. De rechter mag een wet of verdrag niet toetsen op het al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. De rechter moet een wet/verdrag dus ook toepassen als zij naar zijn oordeel in strijd met de GW zou zijn
  4. Niet mogelijk; harmonisatiewet-arrest blz. 216/217 boek

Vraag 7

  1. een wet in formele zin; Ja er is hier sprake van een hogere regeling
  2. de Grondwet; Ja er is hier sprake van een hogere regeling (geen verbod)
  3. een ieder verbindende verdragsbepalingen; Ja er is heir sprake van een hoger regeling
  4. ongeschreven recht; Ja;  landbouwvliegers-arrest.

Vraag 8

 D: het kabinet moet zijn ontslag aanbieden aan de Koning behoudens de mogelijkheid van ontbinding.

Vraag 9

C.  Is bevoegd het voorstel niet te bekrachtigen

Vraag 10

Artikel 17 Wet op de raad van State; A lichtere regeling dus niet nodig.

Vraag 11

137 GW; B is juist

Vraag 12

A; niet meer wijzigen maar wel intrekken! 

Vraag 13

A. Ministers worden bij koninklijk besluit benoemd; LOS van S.G.. onafhankelijk.

Vraag 14

C. dit is opgedragen aan het openbaar ministerie.

Vraag 15

B.

Vraag 16

C; heeft geen grondwettelijke basis; bij bijzondere wet ingesteld en dat is het!

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 1

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 1


Open vragen

Vraag 1a

Noem de vereisten, inclusief uitleg van genoemde begrippen, waaraan moet zijn voldaan wil er sprake zijn van een staat.

Vraag 1b

Geef aan of de Europese Unie als staat gekwalificeerd kan worden?

Vraag 2a

Belinfante stelt dat toepassing van dwang ter handhaving van de gemeenschapsnorm kenmerkend is voor een staat. Wat is de relatie tussen het uitoefenen van dwang en het hebben van gezag?

Vraag 2b

In het boek wordt beschreven dat volgens Rousseau het toebedelen van gezag aan een of meer staatsorganen een zeker spanningsveld met zich mee brengt. Welk spanningsveld is dat en hoe verhoudt zich dat spanningsveld tot het contrat social?

Vraag 2c

Wat is de reden dat politie wel wapens mag dragen en particuliere beveiligers niet?

Vraag 2d

Er gaan met enige regelmaat pleidooien op om particuliere beveiligers van bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden het recht te geven vuurwapens te dragen. Wat vindt u van dat idee?

Vraag 3a

Belinfante stelt dat geen machthebber gemakkelijk macht uit handen geeft. Vaak wordt in dat kader ook gesteld dat macht corrumpeert. Op welke wijze kan machtsmisbruik worden voorkomen volgens Montesquieu?

Vraag 3b

Op welke wijze wordt vandaag de dag in Nederland uitvoering gegeven aan het idee van de machtenscheiding van Montesquieu?

Vraag 4a

Omschrijf de begrippen/kenmerken van democratische rechtsstaat en de wijze waarop deze begrippen zich tot elkaar verhouden.

Vraag 4b

Welke kenmerken/beginselen van de democratische rechtsstaat zijn (enigszins) te herkennen in de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798?

Vraag 4c

Tijdens een (vooralsnog) vredige demonstratie van een extremistische groepering -waarvan de burgemeester van mening is dat de inhoud van de demonstratie niet pas bij het karakter van de stad- besluit de politie op gelaste van de burgemeester een aantal demonstranten die bekend zijn als herrieschoppers, preventief op te pakken en uit de stad te verwijderen. Kan gezegd worden dat een dergelijke actie past in een democratische rechtsstaat?

Vraag 5a

Welke bronnen kent het Nederlandse staatsrecht?

Vraag 5b

Net als veel andere landen kent Nederland een geschreven Grondwet. Waarin onderscheidt de Grondwet zich van veel andere wetten in formele zin?

Vraag 5c

Beschrijf op welke wijze de democratie-gedachte, terugkomt in de wijzigingsprocedure van de Grondwet.

Meerkeuzevragen

Vraag 6

De Italiaanse politieke denker Niccolò Machiavelli (1469 – 1527) schreef in 1513 zijn befaamde boek ‘Il Principe’ (De vorst). Hierin:

  1. geeft hij adviezen over de wijze waarop de gezaghebber de eenheid van de staat dient te bewerkstelligen;
  2. stelt hij dat de begrenzing van de statelijke macht dient te geschieden via machtenscheiding en bescherming van mensenrechten;
  3. waarborgt hij de vrijheid van de vorst door middel van de vorming van een internationale rechtsgemeenschap;
  4. tracht hij tirannie en almacht te voorkomen door de vestiging
.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 2

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 2


Open vragen

Vraag 1a

In hoeverre volgt uit de Nederlandse Grondwet dat Nederland een democratie is?

Vraag 1b

Kennen we in Nederland naast indirecte democratie ook vormen van directe democratie? Zo ja, welke?

Vraag 2a

Stel, bij de Tweede Kamerverkiezingen zijn 9 miljoen geldige stemmen uitgebracht. De stemmen zijn als volgt over de deelnemende partijen verdeeld:

  • Partij Allen voor Nederland (hierna: A) heeft 3,8 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Beter Nederland (hierna: B) heeft 2,3 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Christelijk Sociaal Nederland (hierna: C) heeft 1,6 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Democratisch Europa (hierna: D) heeft 1,3 miljoen stemmen behaald;

Bereken de kiesdeler

Vraag 2b

Hoe vaak hebben de partijen A,B, C en D de kiesdeler gehaald?

Vraag 2c

Hoeveel restzetels zijn er?

Vraag 2d

Welke partij krijgt de eerste restzetel?

Vraag 2e

Wie krijgt de overige restzetel(s)?

Vraag 2f

Welke partijen zouden samen een meerderheidscoalitie kunnen vormen?

Vraag 3a

Stel, Ybbeltje Klaver maakt sinds de laatste verkiezingen deel uit van de fractie van de VVD in de Tweede Kamer. Bij de behandeling van een wetsvoorstel om de criteria voor toelating van vreemdelingen die asiel zoeken flink aan te scherpen, blijkt dat zij fundamenteel met de rest van haar fractie van mening verschilt. De emoties lopen hoog op. In een kamerdebat maakt zij de verantwoordelijke minister en haar eigen fractiegenoten uit voor moordenaars en racisten. Om haar zaak kracht bij te zetten herhaalt ze haar beschuldigingen dezelfde avond via Twitter. Haar fractiegenoten menen dat Klaver te ver gegaan is en strafbare feiten heeft gepleegd. Ze roepen op tot een strafrechtelijk onderzoek naar de uitlatingen.

Kan Klaver strafrechtelijk worden vervolgd voor de gedane uitlatingen?

Vraag 3b

Op de dag van de stemming besluit Klaver, anders dan in de fractie is afgesproken, tegen het wetsvoorstel te stemmen. Het wetsvoorstel wordt mede door haar stem verworpen. De fractie meent dat Klaver staatsrechtelijke aan het standpunt van haar fractie was gebonden, nu zij daarvan juridisch deel uitmaakt.

In hoeverre heeft de VVD-fractie gelijk?

Vraag 3c

Is deze gang van zaken staatsrechtelijke correct?

Vraag 4a

Wie benoemt de minister-president, de ministers met portefeuille, de ministers zonder portefeuille en de staatssecretarissen?

Vraag 4b

In hoeverre is er sprake van gelijkwaardigheid dan wel ondergeschiktheid tussen de in vraag 4a genoemde ambten?

Vraag 5a

Na de verkiezingen vindt de kabinetsformatie plaats. Tijdens de kabinetsformatie wordt gewoonlijk gestreefd nar de vorming van een kabinet dat bestaat uit partijen die een meerderheid in de TK en EK hebben. Waarom doet men dat?

Vraag 5b

Wat houdt de vertrouwensregel in?

Vraag 5c

De Kabinetsformatie verloopt via een aantal stappen. Deze staan hieronder. Zet ze in de juistie volgorde. 

Vraag 6

Op 9 juli 2015 traden minister Opstelten en staatssecretaris Teeven, beide va Veiligheid en Justitie af. De reden hiervoor was dat Opstelten

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3


Open vragen

Vraag 1a

Wat houdt de legaliteitseis in en waarom is dit zo’n belangrijk rechtstatelijk uitgangspunt?

Vraag 1b

Welke ambten zijn op rijksniveau bevoegd tot het vaststellen van wetten in materiële zin, en waar is hun bevoegdheid daartoe geregeld?

Vraag 1c

Zet de volgende begrippen in de juiste hiërarchische volgorde (van hoog naar laag): 

  1. Algemene maatregelen van bestuur
  2. Provinciale verordeningen
  3. Grondwet
  4. Wetten in formele zin
  5. Gemeentelijke verordeningen
  6. Ministeriële regelingen
  7. Statuut

Vraag 2a

Is in art. 13 GW sprake van attributie/delegatie?

Vraag 2

Leg uit of. artikel 4 lid 1 WOM in overeenstemming is met artikel 9 lid 2 GW

Vraag 2d 

Is in artikel 4 lid 1 Wom sprake van attributie of delegatie?

Vraag 3 

Volgens artikel 105 GW wordt de begroting bij wet vastgesteld. Dit betekent dat de Staten-Generaal daarover meebeslissen, een van de oudste bevoegdheden van het parlement.

In de begrotingvan het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor 2017 is een bedrag van 1,7 miljoen euro opgenomen voor een uitstapprogramma voor prostitues. 

Vraag 3a 

Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van veiligheid en justitie moet worden uitgegeven?

Vraag 3b

Het programma is opgenomen in begrotering ter uit voering van een motie van Van der Staaij. Verandert dit het antwoord onder a?

Vraag 3c 

Is de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid verplicht  1 miljoen minder uit te geven?

Vraag 3d

Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast? 

Vraag 4a

De Raad van State bestaat uit twee afdelingen. Welke zijn dit en met welke taken en bevoegdheden zijn zij belast? Noem steeds de relevante wettelijke bepalingen.

Vraag 4b

Er wordt naar gestreefd het werk van deze twee afdelingen zoveel mogelijk organisatorisch te scheiden. Dat heeft te maken met staatsrechtelijke bezwaren tegen het takenpakket van de Raad van State. Leg dat uit.

Vraag 5a

In welke artikelen worden in de Grondwet de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van del eden van de rechterlijke macht beschermd en gegarandeerd?

Vraag 5b

Gelden deze grondwettelijke eisen voor alle rechters in Nederland?

Vraag 6

Geef gemotiveerd aan of de rechter een bepaling in een wet in formele zin onverbindend kan verklaren wegens strijd met:

  1. de Grondwet; Artikel 120 GW;
  2. het Statuut;
  3. eenieder verbindende verdragsbepalingen;
  4. ongeschreven fundamentele rechtsbeginselen;

Vraag 7

Geef gemotiveerd aan of de rechter een algemeen verbindend voorschrift dat niet in een wet in formele zin is neergelegd onverbindend kan verklaren wegens strijd met 

  1. W.i.f.z. 
  2. De grondwet;
  3. eeniederverbindende verdragsbepalingen; 
  4. ongeschreven recht 

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Een Tweede kamerlid dient de volgende motie in:

"De kamer, gehoord

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 4

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 4


Open vragen

Vraag 1

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat, Duitsland is een federatie (bondsstaat). Wat is het verschil tussen beide, en in hoeverre zijn aan dat verschil rechtsgevolgen verbonden?

Vraag 2a

Decentralisatie kent twee verschijningsvormen, autonomie en medebewind. Wat is het verschil tussen beide, en in hoeverre zijn aan dat verschil rechtsgevolgen verbonden?

Vraag 2b

Leg uit of in de onderstaande gevallen sprake is van autonomie of medebewind;

  1. Artikel 149 gemeentewet;
  2. Artikelen 6 lid 2 en 7 van de Participatiewet;
  3. Artikel 150 Gemeentewet; 

Vraag 3a

De drie voornaamste bestuursorganen van de provincie zijn provinciale staten, gedeputeerde en de commissaris van de Koning. Wie beslist over de samenstelling van deze ambten. Noem de relevante wetsartikelen.

Vraag 3b

Zijn de leden van provinciale staten, geputeerden en de commissaris van de Koning verplicht om te wonen in de provincie waar zij hun ambt vervullen?

Vraag 3c

Kunnen provinciale staten de leden van gedeputeerde staten ontslaan als er geen vertrouwen in hun functioneren meer is?

Vraag 4a

Stel het college B&W van Leeuwarden besluit tot het opheffen van een aantal parkeerplaatsen in de binnenstad om zo meer ruimte voor groenvoorzieningen te creëren. Een winkelier is het hier niet mee eens, en beklaar zich bij een bevriend gemeenteraadslid over dit collegebesluit. Het gemeenteraadslid belooft om de wethouder van economische zaken ter verantwoording te roepen.

Is de wethouder van economische zaken individueel verplicht verantwoording over dit besluit af te leggen?

Vraag 4b

De wethouder verklaart dat het besluit tegenzijn zin is genomen, en dat het er in het college door de burgemeester is “doorgedrukt”. Maakt dit uit voor de verantwoordelijkheid van de wethouder?

Vraag 4c

Kan de burgemeester voor het genomen besluit ter verantwoording worden geroepen?

Vraag 5

Welk gemeentelijk orgaan:

  1. Stelt de straf op overtreding van autonome gemeentelijke verordeningen?
  2. Stelt de begroting vast?
  3. Parkeervergunning verlenen?
  4. Besluit tot het aangaan van een overeenkomst met een aannemer?

Vraag 6

Lees het standaardarrest Wilnisser visser. 

Vraag 6a

Welke gedraging was door de gemeenteraad van Wilnis verboden?

Vraag 6b

Waarom kon dit verbod volgens de HR niet in stand blijven?

Vraag 7

Kan de burgemeester, naast zijn bestuursbevoegdheden , ook door middel van verordeningen de openbare orde reguleren?

Vraag 8a

Veel overheidsbeleid wordt door gemeenten uitgevoerd. Daar is vaak (veel) geld voor nodig. Hoe komen gemeenten aan hun inkomsten?

Vraag 8b

De gemeenteraad van Emmen meent dat het oneerlijk is dat eigenaren van honden wel (honden)belasting moeten betalen, maar eigenaren van katten geen kattenbelasting. De raad wil daarom een kattenbelasting gaan heffen. Is de raad daartoe bevoegd?

Vraag 9a

Stel de gemeenteraad van Almere verbiedt het dragen van nikabs, boerka’s en chadors op de openbare weg in de gehele gemeente. De regering meent dat de gemeenteraad de godsdienstvrijheid aantast. Kan de regering

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 5

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 5


Open vragen

Vraag 1a

Geef aan wat de onderscheiden positie is t.o.v. Nederland-in-Europa, van:

  1. Aruba;
  2. Bonaire;
  3. Curacao;
  4. Saba;
  5. St. Eustatius;
  6. St. Maarten;

Vraag 1b

Gelden op St. Maarten dezelfde wetten als in NL?

Vraag 1c

Bestaat tussen Statuut en Grondwet een onderlinge hiërarchie? Betrek in uw antwoord artikel 5 van het statuut.

Vraag 2a

Kan Aruba een verdrag met Trinidad en Tobago en Venezuela sluiten om de onderlinge zeegrenzen af te bakenen?

Vraag 2b

Sel de regering wil dat het Nederlanderschap wordt ontnomen aan Nederlanders met een dubbele nationaliteit die een terroristisch misdrijf plegen. Daartoe moet de rijkswet op het Nederlanderschap worden gewijzigd. Is het nodig de andere landen van het Koninkrijk formeel te betrekken?

Vraag 2c

Sint Maarten is getroffen door de gevolgen van orkaan Irma. Daardoor het functioneren van het openbaar bestuur sterk geraakt. Kan de regering van het Koninkrijk het openbaar bestuur op Sint Maarten overnemen? Betrek in uw antwoord artikel 43 Statuut.

Vraag 3a

Stel dat nederland naar aanleiding van de hoge kosten die de wederopbouw met zich brengt de staatkundige relatie met St. maarten wil verbreken. Kan nederland dit eenzijdig besluiten? 

Vraag 3b

Stel dat NL om dezelfde reden de banden met Saba en St. Eustatius wil verbreken, is Nederland daartoe eenzijdig bevoegd?  

Vraag 4a

Wat is een gevolmachtigd minister?

Vraag 4b

Wetgeving over koninkrijksaangelegenheden wordt gemaakt bij Rijkswet. Wie is de wetgever van het Koninkrijk?

Vraag 4c

Op welke wijze kunnen de andere landen van het Koninkrijk invloed uitoefenen op totstandkoming van rijkswetgeving, en kunnen zij de totstandkoming ervan verhinderen?

Vraag 5a

Dient een Gevolmachtigde Minister verantwoording af te leggen aan de Tweede of de Eerste kamer voor besluiten die in de Rijksministerraad getroffen worden?

Vraag 5b 

Dient een gevolmachtigde minister verantwoording af te leggen aan het parlement van het eigen land? 

Vraag 6

Er is, zegt artikel 13 van het Statuut , een Raad van State van het koninkrijk. Waaruit bestaat het takenpakket van de Raad van State van het Koninkrijk?

Vraag 7a

Welk orgaan is namens het koninkrijk een verdrag te sluiten en op welke wijze zijn de andere landen van het koninkrijk daarbij betrokken?

Vraag 7b

Stel, een verdrag is ter stilzwijgende goedkeuring aangeboden aan de S.G. Wanneer geldt dit verdrag als goedgekeurd en wat moet er gebeuren als dat niet het geval blijkt te zijn?

Vraag 7c

(Vervolg). In de tweede kamer heeft niemand om goedkeuring gevraagd (niet aan de bel getrokken). Moet de goedkeuringswet ook in de Tweede kamer worden behandeld?

Vraag 7d

Wanneer staat het aan de regering niet vrij een verdrag ter stilzwijgende goedkeuring aan te bieden?

Vraag 8

Verdragen die van de GW afwijken moeten door de Staten-Generaal worde goedgekeurd met een twee derde meerderheid, zegt artikel 91 lid 3 GW. Wie bepaalt eigenlijk of

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6


Open vragen

Vraag 1

Zoals bekend besloot het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te stappen (“Brexit”). Waar is de mogelijkheid van uittreding geregeld, en welke procedure moet dan op hoofdlijnen worden gevolgd?

Vraag 2a

Waar is de “gewone wetgevingsprocedure “ geregeld en welke bevoegdheden heeft het Europees Parlement in die procedure?

Vraag 2b

Wat is het verschil tussen een verordening en een richtlijn?

Vraag 3a

Wanneer heeft een bepaling van unierecht rechtstreekse werking?

Vraag 3b

Kan een bepaling in een verordening met rechtstreeks werking ook de Nederlandse grondwet opzijzetten?

Vraag 3c

Wat is de grondslag voor deze rechtstreekse werking en voorrang van bepaling van unierecht?

Vraag 3d

Kan een richtlijn rechtstreekse werking hebben?

Vraag 4a

Waar is het parlementair behandelingsvoorbehoud geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 4b

Waar is de subsidiariteitstoets geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 5a

Welke nationale en internationale rechterlijke instanties zijn bevoegd en verplicht nationaal recht te toetsen aan Europees recht?

Vraag 5b

Welke betekenis heeft de prejudiciële procedure van artikel 267 VWEU in dit verband?

Vraag 5c

Welke uitzonderingen bestaan op de verplichting prejudiciële vragen te stellen?

Vraag 6a

Het is gebruikelijk een onderscheid te maken tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Wat is het kenmerk van een klassiek grondrecht, en wat zijn sociale grondrechten?

Vraag 6b

Waarom is een sociaal grondrecht gewoonlijk niet bij de rechter handhaafbaar?

Vraag 6c

Volgens het boek moet het onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten worden gerelativeerd. Licht dat toe aan de hand van een voorbeeld.

Vraag 7a

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het EVRM beroepen en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7b

Kan een Nederlandse burger een klacht indien bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en zo ja, onder welke voorwaarden?

Vraag 7c

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het IVBPR beroepen, en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7d

Kan een Nederlandse burger een klacht indienen bij het Comité voor de rechten van de mens en zo ja, onder welke voorwaarden?

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Stelling: naast de bevoegdheden die de (organen van de) Europese Unie ontvangen van de lidstaten, heeft de Europese Unie een algemene bevoegdheid om nieuwe onderwerpen aan zich te trekken en te reguleren. Deze stelling is: 

  1. Juist;
  2. Onjuist;

Vraag 9

Kan het Europees parlement een eurocomissaris ontslaan wegens het ontbreken van vertrouwen in dien functioneren?

  1. Ja
  2. Nee. 

Vraag 10

Stelling; Omdat aan de nationale instanties wordt overgelaten om vorm en middelen te kiezen om het resultaat dat beoogd wordt met een Europese richtlijn te bereiken, kan een richtlijn

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 7

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 7


Vragen

Vraag 1a

Artikel 7 GW beschermt de vrijheid van meningsuiting, in het eerste lid wordt de vrijheid van drukpers beschermd

Wordt een handgeschreven brief door de vrijheid van drukpers beschermd? En een gehouden toespraak?

Vraag 1b

In de jurisprudentie met betrekking tot artikel 7 lid 1 GW wordt onderscheid gemaakt tussen het openbaringsrecht en het verspreidingsrecht. Wie kan het verspreidingsrecht beperken, en onder welke voorwaarden?

Vraag 1c

Stel, een journalist loopt een aantal maanden mee met premier Rutte om een beeld te krijgen van diens werkzaamheden. In een contract is vastgelegd dat slechts tot publicatie mag worden overgegaan als de regering tegen het artikel geen bezwaren heeft op grond van staatsveiligheid, de economische belangen van de staat of de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Hoe beoordeelt u deze voorwaarde?

Vraag 1d

Stel, de gemeenteraad van Wassenaar meent dat het aanzien van de gemeente wordt geschaad doordat overal maar posters en affiches worden aangeplakt. Daarom wordt een verbod op het aanplakken van affiches en posters op vanaf de openbare weg zichtbare plaatsen afgekondigd, met uitzondering van verkiezingsposters. De gemeenteraad laat in een toelichting weten de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel te hebben, maar meent dat dergelijke uitingen tegenwoordig prima via social media kunnen worden gepromoot. Door te kiezen voor een algeheel verbod wil de raad bovendien laten zien dat het niet om de specifieke inhoud van bepaalde posters of affiches gaat. Acht u dit verbod toelaatbaar?

Vraag 2a

Het RIVM heeft in de zomer van 2017 een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat de vaccinatiegraad in Nederland voor het derde jaar op rij is gedaald. Het RIVM vindt dit verontrustend, omdat met de gedaalde dekking het risico op een mazelenepidemie toeneemt. Stel, een aantal leden van de Tweede Kamer maakt zich zorgen over specifieke regio’s van Nederland waar de dekkingsgraad het laagst is (denk: de ‘Biblebelt’). Deze Kamerleden stellen dat ouders verplicht moeten worden hun minderjarige kinderen in te enten. Ze dienen een voorstel van wet met deze strekking in.

In het Kamerdebat rijst de vraag in hoeverre het wetsvoorstel verenigbaar is met de vrijheid van godsdienst zoals die onder andere is neergelegd in artikel 9 EVRM. Volgens de initiatiefnemers staat artikel 9 niet aan het aannemen van deze wet in de weg, omdat artikel 9 lid 2 EVRM ruime beperkingsmogelijkheden kent. U krijgt als ambtenaar de vraag een en ander uit te zoeken. De beperking moet allereerst ‘bij wet voorzien’ zijn. Wat betekent het woord ‘wet’ hier, en wanneer kan gezegd worden dat een beperking ‘voorzienbaar’ is?

Vraag 2b

De beperking moet in de tweede plaats ‘noodzakelijk zijn in een democratische samenleving’. Volgens het EHRM wordt de ‘democratische samenleving’ gekenmerkt door een aantal ‘waarden’. Welke zijn dit volgens het Hof?

Vraag 3a

U maakt deel uit van de actiegroep

.....read more
Access: 
Public
Aantekeningen, Sheetnotes en Werkgroepopdrachten - Staatsrecht 1 - RUG
Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1329
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.