College: Soorten overeenkomsten en contracten


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Deze week gaat over het Romeins Goederenrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er is geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten voor verkrijgende verjaring te kennen. 

Voor het tentamen is het van belang het verschil in redenatie te weten met betrekking tot "goede trouw" in het huidige recht en het Romeinse recht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat zijn de vereisten voor verkrijgende verjaring?

Gedurende de wet van de twaalf tafelen, waren dit er slechts twee. Er moest sprake zijn van bezit en dit bezit had een termijn van 1 jaar voor roerende zaken en 2 jaar voor onroerende zaken. Hier kwam echter commentaar op omdat het nu wel heel makkelijk was om onder overdracht uit te komen. Nu zijn de eisen dat het niet mocht gaan om een gestolen zaak. Er moet sprake zijn van een titel en goede trouw en tot slot moet er sprake zijn van bezit en voldaan zijn aan de verjaringstermijn. 

- Wanneer was er in het Romeinse recht sprake van goede trouw?

Naar Romeins recht was het geen vereiste dat je moest hebben gedacht eigenaar te zijn geworden. Je kon eigendom verkrijgen ook al wist je dat de levering onjuist was, voldoende voor verjaring was instemming van de eigenaar. Het ging om het uitgangspunt dat de bezitter van die zaak goede trouw moet hebben gehad op het moment dat hij het goed in bezit krijgt, voor de rest van het verjaringstermijn doet het er niet meer toe.

- Wat was de nieuwe verjaringstermijn?

Eerst 1 jaar voor roerende zaken; deze werd veranderd in 3 jaar. Eerst 2 jaar voor onroerende zaken en dit werd veranderd in 10 jaar voor onroerende zaken in dezelfde provincie en 20 jaar voor onroerende zaken in een andere provincie.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Overeenkomst vs. verbintenis

Een verbintenis is een rechtsbetrekking die kan voortkomen uit een overeenkomst, maar dat hoeft niet het kan ook uit iets anders. Bijvoorbeeld een onrechtmatige daad.

Omgekeerd, is het ook niet zo dat elke overeenkomst een verbintenis ten gevolge heeft.

Verschillende overeenkomsten

Er zijn overeenkomsten die verbintenissen tot gevolg hebben, dit zijn de obligatoire overeenkomsten oftewel de verbintenis scheppende overeenkomst.

Er zijn ook liberatoire overeenkomsten, oftewel de bevrijdende overeenkomst. Hierbij is het doel het teniet laten gaan van de verbintenis in plaats van een verbintenis scheppen. Het voorbeeld naar huidig recht is de overeenkomst naar kwijtschelding (acceptilatio).

Ten slotte hebben we nog de neutrale overeenkomsten, dat zijn overeenkomsten waarbij geen verbintenissen ontstaan en ook geen verbintenissen te niet gaan maar partijen iets anders overeenkomen. Een voorbeeld is dading.

Obligatoire overeenkomst

Dit is de belangrijkste groep overeenkomsten. Deze kun je in twee groepen verdelen, eenzijdige en wederkerige. Eenzijdig ziet hier op het aantal verbintenissen dat uit de overeenkomst voortvloeit, het heeft niks te maken met hoeveel partijen er zijn. (niet in de war raken met eenzijdige rechtshandeling dat is wel dat er maar één persoon een handeling verricht, bijv. het testament). Er komt slechts één verbintenis voort uit de eenzijdige overeenkomst. Dit vonden Romeinen altijd wat raar, want iemand geeft wat weg en wie doet dat nou? In ons huidige recht is het meest logische voorbeeld, de schenking. De schenker neemt een verplichting op zich, de geschenkte krijgt enkel een recht. Wil een schenking geldig zijn dan moet men tegenwoordig naar de notaris, dit om zeker te weten dat het de bedoeling van beide partijen is.

Een wederkerige overeenkomst zijn verbintenissen over en weer, het meest bekende voorbeeld is de koopovereenkomst.

Verschil wederkerig en eenzijdig obligatoire overeenkomst

Naar Romeins Recht is het onderscheid tussen eenzijdig en wederkerig erg belangrijk. Bij een eenzijdige overeenkomst spreekt men van streng recht, contractus stricti iuris. Terwijl men bij de wederkerige overeenkomsten spreekt van de goede trouw, bonae fidei. Bij eenzijdige staat de prestatie vast en mag je niet meer vragen dan is vastgelegd. Bij wederkerige overeenkomst mag dit wel, daar kun je een beroep doen op de bonae fidei (goede trouw).

Er zijn twee soorten goede trouw. Enerzijds de subjectieve goede trouw, dat is de goede trouw van een persoon, die denkt dat het zus is terwijl het zo is. Iemand die zich vergist, anders gezegd, een dwaling die redelijk is. Anderzijds de objectieve goede trouw, daar gaat het bij de contracten om. Dit is een geheel van rechtsregels die bepalen hoe partijen zich tegenover elkaar behoren te gedragen. Regels die meebrengen wat je uit de redelijkheid en billijkheid kunt afleiden. Dit wil zeggen dat bij de wederkerige overeenkomsten er altijd een opdracht van de Praetor kwam, de Praetor gaf de rechter een clausule van de redelijkheid en billijkheid. Dit betrof de aanvullende en beperkte werking van de redelijkheid en billijkheid, zoals we die nu nog kennen in ons huidige recht. In het Romeinse Recht kon dit enkel bij de wederkerige overeenkomst, juist omdat het hier gaat om verbintenissen over en weer. Dit zou onredelijk zijn bij eenzijdige overeenkomsten.

Een ander verschil gaat over de gevolgen. Wie draagt nadelige gevolgen? Bij eenzijdig ligt het bij de schuldeiser, de crediteur. Terwijl bij de wederkerige overeenkomst geldt dat de ene verbintenis teniet gaat, dan vervalt tevens de tegenoverstaande verbintenis ook. Hier ligt het risico bij de schuldenaar van de geleden zaak. De enige uitzondering hierop was de koop.

Exceptio non adimpleti contractus

Bij de wederkerige overeenkomst moeten beide partijen leveren. Stel de verkoper heeft niet geleverd bij de koper. De koper wordt dan boos. Kan de verkoper zich verweren als de koper nog niet heeft betaald? De verkoper wil pas leveren als de koper heeft betaald. Ja, dit is heel redelijk. Je kan niet gedwongen worden om zelf te presteren, er geldt: tegelijk oversteken. Je schort je eigen prestatie op: 'ik presteer op het moment als u ook presteert': exceptio non adimpleti contractus (de nog niet nagekomen overeenkomst).

Nemo alteri stipulari potest

De overeenkomsten werken slechts tussen partijen, zij binden derden niet. Nemo alteri stipulari potest (niemand kan voor iemand anders bedingen). Juridisch betekent dat een derde beding niet geldig is naar Romeins Recht en een derde er dus geen rechten aan kan ontlenen. De partij die het beding zelf heeft gemaakt, kan er ook geen rechten aan ontlenen. Zo'n derde beding is door geen enkele manier afdwingbaar. Tegenwoordig is het wat anders, een derde kan in ons huidige BW wel rechten ontlenen aan zo'n contract mits de derde het beding aanvaard, dus door toestemming aan het beding wordt een derde contractspartij en ontleent dus rechten.

In het Romeins Recht kon een derde wel rechten ontlenen aan een beding, enkel als het ging om een boetebeding. Als er een overeenkomst was tussen A en B, dan kon er worden opgenomen in een contract dat als B niet betaalde, C zou betalen voor B zodat A alsnog geld kreeg. Als ware het een boete.

Bijzondere obligatoire overeenkomsten

Het Romeins Recht kent enkel bijzondere overeenkomsten door de Romeinse Praetor. Je kon alleen procederen over overeenkomsten waar de Praetor een actie voor had. De Praetor moest de overeenkomsten dus erkennen anders kon je er niet over procederen. Een blote overeenkomst is een overeenkomst waar geen actie voor is (pacta nuda non valent: blote overeenkomsten kun je niet afdwingen bij de rechter want er is geen actie voor).

Welke contracten kenden de Romeinen?

  • Contractus re - de reële overeenkomsten

  • Contractus verbis - de mondelinge overeenkomsten

  • Contractus litteris - de schriftelijke overeenkomsten

  • Contractus consensu - de overeenkomsten door wilsovereenstemming

Daarnaast zijn er nog innominaatcontracten (onbenoemde overeenkomsten). Deze vallen buiten het gebruikelijke rijtje van hierboven, en zijn ook niet de meest voorkomende maar passen in de volgende categorieën:

  • Precarium (bruikleen ter bede). Gold pas op het moment dat de zaak werd overgeleverd.

  • Do ut des permutatio (ruil). Ik geef u iets, opdat u iets teruggeeft.

  • Do ut facias aestimatum (Trödelvertrag). Ik geef u iets opdat u iets voor mij doet. Iemand verkoopt jouw fiets voor je, het minimumbedrag is voor jou en al het extra voor die persoon.

  • Facio ut des. Ik doe iets voor u, opdat u mij iets geeft. Ik schilder uw huis voor een paard.

  • Facio ut facias transactio (dading). Ik doe iets opdat u iets doet.

Acties tegen innominaatcontracten

Condictio causa data, causa non secuta. De terugvordering van de prestatie die is verricht omdat er geen tegenprestatie volgde. Je kan in zo'n geval je eigen prestatie terugvorderen als de tegenpartij niet presteert. Daar heb je echter weinig aan, liever wil je vorderen wat je eigenlijk zou moeten krijgen van de partij. Dit kwam er, een actio praescriptis verbis (vordering van nakoming). Deze acties zijn altijd tegenover elkaar blijven bestaan. Je kon dus kiezen of nakoming vorderen of je eigen prestatie terugvorderen.

De meest voorkomende overeenkomsten onder de loep.

Contractus Re (reële contracten)

Één van de beide partijen overhandigt aan de andere partij(en) een zaak. Het is een reële overeenkomst. Het bijzondere is dat wilsovereenstemming alleen niet voldoende is. De wilsovereenstemming moet door één van de partijen al zijn uitgevoerd door overhandiging van de zaak. Er waren vier categorieën hierbinnen die vaak voor kwamen.

  • Mutuum (verbruikleen)

Het gaat om soort zaken en dat er altijd een eigendomsoverdracht plaatsvindt bij deze soort zaken. Je mag de zaak verbruiken mits je uiteindelijk maar evenveel van dezelfde soort, dezelfde kwaliteit teruggeeft. Het is een eenzijdige overeenkomst. Het contract komt pas tot stand als de crediteur het geld overdraagt aan de debiteur (de enkele belofte is onvoldoende). Daarna heeft enkel de debiteur nog de verplichting om bijvoorbeeld over een maand het geld terug te geven.

Heb je het geld pas na een half jaar nodig dan kun je gebruik maken van een voorovereenkomst, zodat het wel al afdwingbaar wordt. Dit deed je door een stipulatio. Die stipulatio was in rechte afdwingbaar. De voorovereenkomst dwingt tot het sluiten van een reële overeenkomst, zodat men alsnog het geld krijgt. Vandaar de term voorovereenkomst, daarmee kun je niet direct het geld ophalen.

Mutuum (de verbruikleen) is tegenwoordig nog steeds in het BW geregeld, art.7A:1791 BW. Probleem hierbij was dat de rechter geen rekening mocht houden met de redelijkheid en billijkheid. De rechter kon enkel de schuldenaar veroordelen om exact hetzelfde bedrag terug te betalen die hij had gekregen. Als men rente wilde, moest men dat weer apart afsluiten via een stipulatio. Ieder moest je afzonderlijk afdwingen etc. Dat was natuurlijk ingewikkeld, dus men ging het in één stipulatie stoppen. Mutuum werd voornamelijk gezien als een vriendendienst. Dus meestal ging men daar geen rente aan vragen.

  • Commodatum (bruikleen)

Een ander mag de zaak gebruiken zonder daar voor te betalen (om niet) en moet de zaak uiteindelijk weer teruggeven. Er vindt geen eigendomsoverdracht plaats. Hij wordt slechts houder, bewaart de zaak voor een ander. De andere blijft eigenaar en bezitter. Een bruiklener heeft de plicht tot bewaking, custodia. Anders gezegd een bruiklener kon zich bijna nooit op overmacht beroepen, hij moet goed voor de zaak zorgen die hij leent. Het is een onvolmaakte wederkerige overeenkomst, enerzijds moet de bruiklener de zaak goed teruggeven aan de bruikleengever. En anderzijds zou het kunnen dat de bruikleengever geld moet toegeven voor kosten die de bruiklener heeft moeten maken voor het goed onderhouden van de zaak. Dit is niet altijd het geval, maar kan soms wel voordoen.

  • Depositum (bewaargeving).

Een reëel contract, ontstaat pas op het moment dat de bewaargever de zaak afgeeft aan de bewaarnemer. De bewaarnemer heeft dan de verplichting om dezelfde zaak terug te geven en de tijd dat hij die zaak onder zich heeft moet hij de zaak goed bewaren. De bewaarnemer is juridisch gezien de houder. Naar Romeins Recht was dit contract altijd om niet, dus voor niks. Als je er voor betaalde dan schaarde de Romeinen het niet onder het depositum maar onder de arbeidsovereenkomst. Naar Nederlands recht is dat anders, depositum is wel degelijk consensueel. Het toevertrouwen of het beloven is al voldoende, ontstaat al bij wilsovereenstemming, het hoeft dus niet eerst te worden afgegeven. En daarnaast kun je in het Nederlandse recht wel degelijk loon bedingen voor bewaarneming van je goed. De zorgplicht van de lener gold streng, de diligentia quam in suis rebus (zorgplicht die hij tot betrekking met zijn eigen zaken ook bewaakt). Het is tevens een onvolmaakt wederkerig contract, er vloeit altijd één verbintenis uit en mogelijkerwijs twee. Altijd is er de verplichting om de zaak terug te geven (actio depositi directa). Daarnaast kan er een tegengestelde actie zijn, als men als bewaarnemer kosten heeft gemaakt voor de zaak (actio depositi contraria). Als er uit een contract twee verbintenissen kunnen voortvloeien dan geldt als maatstaf tussen partijen, hoe zij zich moeten gedragen, de regel van bonae fidei (de goede trouw). Uit de goede trouw kunnen verplichtingen voortvloeien buiten de afspraken van het depositum om.

Depositum irregulare. Een vorm van depositum die eigenlijk niet klopt. Je geeft geld in bewaring, maar anders dan normaal hoefde de bewaarnemer niet dezelfde zaak terug te geven, maar mocht hij een gelijkbare hoeveelheid van het soort teruggeven. (dit speelde vooral bij geld). Zij lieten dit toestaan, omdat het een bonae fidei contract was - die leerde dat het redelijk en billijk was om degene die geld onder zich had gehad, wat meer geld teruggaf aan degene die het geld die gedurende tijd niet voor zich had. Daar hoefde je geen afspraken over te maken, dit kon zo voortvloeien uit de bonae fidei.

  • Pignus (pand)

Ontstaat door het afgeven van het pandrecht. De pandovereenkomst ontstond pas door afgifte aan de geldschieter (bijv. de bank). Het is dus een reële overeenkomst, een belofte is niet juridisch afdwingbaar. Let op. Er staat niet bij dat voor verbintenissenrecht een beschikkingsbevoegde nodig is. Je kan een gestolen ring afgeven aan een pandhouder,ook al ben je niet bevoegd. Dan ontstaat er alsnog een geldige pandovereenkomst. Er is wilsovereenstemming en afgifte van het goed, dus een geldig pandovereenkomst. Dit in tegenstelling tot het goederenrecht, er ontstaat natuurlijk niet een geldig pandrecht, want daar is de beschikkingsbevoegdheid tevens voor nodig! Dus verbintenissenrecht kan het geldig zijn, terwijl het goederenrechtelijk niet geldig is. Naar Nederlands recht is dit niet anders, behalve dat wij nu ook stil pandrecht kennen, dus er niet per definitie een afgifte nodig is.

Wederom geldt er de onvolmaakte wederkerigheid. Er ontstaat altijd één actie uit de overeenkomst, namelijk de teruggave van het goed als de schuld is afgelost (actio pigneraticia directa). Het kan zo zijn dat de pandhouder een tegengestelde actie heeft (de actio pigneraticia contraria), die ontstaat door het maken van kosten aan de pandgegeven zaak. Dit kun je natuurlijk instellen, als u erachter komt dat de zaak die ik aan u in pand heb gegeven helemaal niet van mij is. Er is dan wel een overeenkomst, maar geen pandrecht. Dus je spreekt uit de pandovereenkomst met de actio pigneraticia contraria aan dat je wilt dat iemand echt een zaak stelt waar een recht op kan worden gevestigd. Die andere zaak is namelijk geen zakelijk recht, want dat was niet van jouw. Dus dan heb je geen zekerheid die je juist wil hebben met pand.

  • Contractus Verbis

De mondelinge overeenkomst, oftewel de stipulatio. De stipulatio is altijd een overeenkomst waarbij één verbintenis uit voortkomt. Één van de partijen neemt een belofte op zich door een formeel vraag en aanbod spelletje. Er zijn vormvereisten, okidokie is niet voldoende. Het huwelijk is een heden ten daags voorbeeld. Dit was extreem populair bij de Romeinen omdat je bijna alles in een stipulatio kan stoppen. Bij zo'n stipulatio heb je altijd een actie. Ofwel de condictio (voor geldbedragen en bepaalde zaken) of de actio ex stipulatu (voor onbepaalde prestatie, bijv. haar knippen). Het nadeel is dat je er allebei bij moet zijn en het hele spelletje moet volgen. De bonae fidei geldt hier niet, die geldt enkel bij wederkerige of onvolmaakte wederkerige overeenkomsten.

De stipulatio werd onder andere gebruikt voor een derdenbeding (stipulatio poenae), de hoofdelijke borgtocht (fideiussio), de kwijtschelding of de schuldvernieuwing etc.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen

College: Uitwendige geschiedenis

College: Uitwendige geschiedenis


Sheetnotes 18/19

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

DIt hoorcollege gaat over Romeins Recht: de uitwendige geschiedenis.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen

Hier is geen sprake van. Week 1a omvat Prota Hoofdstuk 5 verbintenissrecht V 1 t/m 4 en G 1 t/m 4 & Hoofdstuk 1 uitwendige geschiedenis (U) 7 & 8. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken

Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk globaal te weten hoe de uitwendige geschiedenis van het codificeren van het Romeinse Recht heeft plaatsgevonden. 

Ook is het van belang dat er geen gebruik hoeft te worden gemaakt van Latijnse woorden/zinnen op het tentamen.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

- Hoe is de codificatie van het Romeinse recht begonnen?

Justiniaus (527-565) begon met het codificeren van het Romeinsrecht. De rechtsbronnen in die tijd verschilden van het ius (ook wel juristengeschriften) en leges (keizerlijke constituties). Leges kunnen weer worden opgedeeld in: 

  • Edicata = algemene regels
  • Rescripta = beschkkingen
  • Decreta = beslissingen van de keizer als rechter 
  • Manadata = ambtsinstructies voor de ambtenaren van de keizer 

De eerste Codex Justinianus is in 529 gecodificeerd. Daarna ging het het ius te lijf. De digesten en de instituten stammen beide uit 533. 

Collegeaantekeningen 16/17

Keizer Justitianus heeft het Romeinse recht in de 6e eeuw gecodificeerd. Één van zijn Digesten is overgebleven en in de 11e eeuw ontdekt. Dit leidde tot de Universiteit van Bologna. Zo heeft het Romeinse Recht de verschillende Europese codificaties beïnvloedt. Codificatie Justitianus: Corupus Iuris Civilis betekent het lichaam van het civiele recht (het Romeinse Recht). Er waren twee rechtsbronnen:

Ius: juristen recht

Keizer Augustus (27 v. Chr - 14 na Chr): wilde alleenheerser zijn, maar wilde dit niet laten blijken. Daarom heet hij ook keizer. Hij bedacht het recht om in openbaar antwoorden te geven: Ius publice respondendi = als een jurist dit recht van de keizer had gekregen, dan mocht de jurist zijn adviezen presenteren in naam van de keizer. Dat wilden juristen natuurlijk, want in naam van keizer heeft veel gezag en bij een volgende advies komen ze sneller bij jou, en dat was goed voor de winst. De adviezen gingen wel in de richting van de mening die de keizer had.

De Praetor

Daarnaast hebben juristen commentaren geschreven in boeken, op enerzijds het wettenrecht (ius civile) en anderzijds de commentaren op het Edict.....read more

Access: 
Public
College: Procesvormen

College: Procesvormen


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Proces recht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Geen sprake van. Terug te vinden in de literatuur: Prota, Hoofdstuk, Proces recht (P) 1 t/m 22.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het van belang de drie procesvormen in Rome te kunnen onderscheiden. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat waren de drie porcesvormen in Rome?

1. Legis actio - proces: in de tijd van de Wet van de Twaalf Tafelen 

Dit is een zeer formeel proces waarbij in vaste formules moest worden uitgesproken. Recht en religie hingen nog sterk samen.

2. Proces per formulam

 Dit is de vorm die de grootste in vloed op het Romeins Recht heeft gehad. Het geschil werd vastgelegd in een akte en de jurist zorgde voor de juiste vaste volgorde in de akte.

3. Cognitio extraordinaria 

Hierbij was sprake van speciale gevallen van geschillen waar de keizer een rechter heeft benoemd die de uitspraak doet. Dit was eigenlijk een manier voor de keizers om hun eigen macht te versterken. Dit werd uiteindelijk de gewone rechtsgang. 

 - Waarom worden de procedures gevoerd?

Dit vanwege een executoriale titel die door het proces wordt verkregen. Zonder deze titel is er sprake van eigenrichting, dit is niet toegestaan. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Wat zijn mijn rechten? Antwoord tegenwoordig, kijk naar het materiële privaatrecht.

Romeinen dachten: kan ik een proces beginnen? Zo ja, dan kan ik over een recht beginnen.

Executoriale titel

De Romeinen procedeerden om een executoriale titel krijgen, om een stuk te hebben dat ten uitvoer wordt gebracht. Het veroordelende vonnis in het bijzonder. Zodra je een executoriale titel hebt, heb je recht van meewerking van de overheid volgens dat vonnis. Echter, er bestaat een zekere beoordelingsmarge in geval van openbare orde -> dan is de overheid niet verplicht mee te werken.

Oudste vorm executie civiel: executie op persoon die veroordeeld was. Hij verloor dan zijn juridische persoonlijkheid, deze persoon werd dan dus slaaf en die kon je verkopen op de markt en dan had je het geld. Inclusief als de schuldenaar wel vermogen had maar niet wilde betalen, dan verloor hij dat ook allemaal. Wat te doen met schuldenaar met meerdere schuldeisers? Dan schuldeisers bevoegdheid om schuldenaar in meerdere

.....read more
Access: 
Public
College: Personen -en familierecht

College: Personen -en familierecht


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

​​​​​​Dit college wordt het Romeins personen- en familierecht behandeld.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Hier is geen sprake van: Prota, hoofdstuk 3 Personen- en familierecht (PF) 1 t/m 19.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Hier is geen sprake van.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wanneer is er sprake van minderjarigheid? 

Infans: betekent dat iemand onder de 7 jaar is en bijgestaan wordt door een tutor. In fari betekent dat iemand nog niet kan praten, ofterwijl nog geen juridisch relevante wil heeft. Deze rechtshandelingen zijn nietig. 

Impubes: betekent dat iemand onder de 12 is en respectievelijk 14 jaar. Dit betekent dat iemand nog niet geslachtsrijp is. Er is wel sprake van een juridische wil, zij konden ook koopovereenkomsten sluiten en deze waren slechts vernietigbaar. Dus de rechtshandelingen waren niet per definitie nietig. De tutor is een voogd die de impubes bijstaat bij hun handelen in rechte.

Pubes: betekent dat het meisjes zijn vanaf 12 jaar en voor jongens vanaf 14 jaar. Deze rechtshandelingen zijn ook vernietigbaar. In dit geval is er geen sprake meer van een tutor, maar een curator.

Maior aetas: betekent dat iemand volledig handelingsbekwaam is, dit is vanaf de leeftijd van 15 jaar. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Romeinen zagen personen samen met een drager van rechten en plichten, kortom of je een vermogen kon hebben hing in verband met de persoon.

Absolute rechten: rechten tegen een ieder gelden.

Relatieve rechten: vorderingen. Indien negatieve vorderingskant, dan heb je een passieve vordering oftewel een schuld.

Als u een vermogen wilt opbouwen, doet u dat ook als u geld leent. Dus een vermogen is niet per definitie een positief saldo. Juridisch gezien is iemand die een vermogen kan hebben, een drager van rechten en plichten en zo iemand is een persoon. Persoon betekent letterlijk gezien een masker. Dan deed je mee in de juridische wereld, dan had je absolute en relatieve rechten.

Naar Romeins recht is niet ieder mens een persoon. Je status, de manier waarop je bestaat in de wereld, speelt een belangrijk rol of je een persoon bent. Er zijn drie zaken van invloed of je inderdaad een persoon bent:

  • Libertas. Besta je in vrijheid?

  • Civitas.

.....read more
Access: 
Public
College: Type verbintenissen

College: Type verbintenissen


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

In dit hoorcollege wordt een start gemaakt met het Goederenrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er worden geen onderwerpen behandeld die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 1 T/M 11 van Prota van belang. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er is geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Belangrijk voor het tentamen is te weten wat het verschil is tussen een zakelijk- en persoonlijk recht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat is het verschil tussen een zakelijk- en persoonlijk recht?

1. Zakelijke rechten zijn limitatief. Persoonlijkrechten komen daarentegen in oneindig veel vormen voor, dit komt door de contractsvrijheid.

2. Zakelijke rechten volgen de zaak, ongeacht onder wie deze is. Dit heeft tot gevolg dat zakelijke rechten tegenover een ieder in te roepen is. Persoonlijke recht slechts tegen een of enkele personen.

3. Zakelijk recht levert bij een faillissement een preferente positie op. 

- Wat is het verschil tussen het genereren van vruchten als inkomst? 

Naar Romeins recht verkrijg je de vruchten niet door bijvoorbeeld afscheiding of inbezitneming. Je moest daadwerkelijk de vrucht geplukt hebben om het eigendom te verkrijgen. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Persoon is drager van rechten en plichten, in dat vermogen zitten drie dingen: de absolute rechten, de relatieve rechten en de schulden.

In de tijd dat er nog geen verbintenissenrecht was, leefden volkeren naar hele andere uitgangspunten. Het ging er dan om dat de religieuze verplichting of bevoegdheid had om de andere persoon een zelfde portie leed mag toe brengen. Dus als iemand jouw been breekt, mag jij diegene zijn been ook breken. - wet op de weerbraak (lex talionis).

Lex Duodecim Tabularum

Romeinen laten het idee van wraak los door middel van de zogenoemde Wet van de Twaalf Tafelen (Lex Duodecim Tabularum). Het idee werd dat er niet een verplichting bestond tot het feitelijk wraak nemen, maar dat er geld moest worden betaald. Dus geen geweldpleging maar een zakje geld geven. Romeinen zagen het wel als geld, maar als debiteur niet wilde of kon betalen dan mocht u de debiteur in uw eigen kerker zetten. Er staat precies hoe zwaar de boeien/kettingen mogen zijn en hoeveel eten je de debiteur moet geven. Als niemand na 60 dagen het geld voor hem betaalde, mocht je

.....read more
Access: 
Public
College: Overmacht, hoofdelijkheid en deelbaarheid

College: Overmacht, hoofdelijkheid en deelbaarheid


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

In dit hoorcollege gaat het wederom over het Goederenrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet in de literatuur worden behandeld. Hoofdstuk 4, goederenrecht (G) 12 $ 13, 15 t/m 20 uit Prota van belang. Het eigendom staat centraal. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen in dit vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Het eigendom zoals we het nu kennen is eigenlijk precies hetzelfde zoals de Romeinen dit definieerden. Het gaat om het meest omvattende recht dat je kan hebben op een zaak; Eigendom = Dominium. ​​​​​​​

Voor het tentamen is het belangrijk te weten welke beperkingen kunnen worden uitgeoefend op het eigendomsrecht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Welke beperkingen kunnen worden uitgefoefend op het eigendomsrecht?

  • Burenrecht: een wettelijk beperktrecht. Cautio damni infecti bij de praetor, indien je buurman zijn perceel niet goed onderhield. Dit was ter zekerheid dat indien er schade zou ontstaan ten gevolge van dit slechte onderhoud deze schade vergoed zou kunnen worden en zelfs eventuel in bezit kon komen van de personen die de schade had moeten ondergaan. 
  • Onrechtmatige daad/misbruik als ongeschreven recht
  • Ook zijn er nog vrijwille beperking zoals de erfdienstbaarheid en vruchtgebruik. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

De verbintenis

Een verbintenis is een rechtsbetrekking tussen ten minste twee personen. Er bestaan subjecten en objecten binnen een verbintenis. De subjecten zijn de deelnemers of de partijen bij de verbintenis. Het object is vaak de prestatie die moet worden verricht bij het sluiten van een verbintenis.

De bepaalbaarheid

Het object van de verbintenis: het voorwerp, de prestatie die moet worden verricht door de schuldenaar. Dat moet bepaalbaar zijn wil het een verbintenis zijn. Hoe ver reikt dat precies? Kun je een verbintenis in het leven roepen waarbij de schuldenaar nog niet precies weet wat hij moet presteren, maar een derde wordt daar voor gevraagd. Voorbeeld: koper van een huis, verkoper van het huis maar beide komen er over de prijs niet uit, dus zij spreken af dat een derde de prijs van het huis bepaalt (de taxateur). Heb je dan geldige koopovereenkomst waar verbintenissen uit voortvloeien? Romeinen zeiden van wel. De verbintenis is niet bepaald (staat nog niet vast), maar wel bepaalbaar (snapt wel wat er uit komt) en dus een

.....read more
Access: 
Public
College: Tenietgaan verbintenissen, crediteursverzuim en overmacht

College: Tenietgaan verbintenissen, crediteursverzuim en overmacht


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat wederom over Goederenrecht.  

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er zijn geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 14 & 21 t/m 25 van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.

Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot tentamenvragen.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Tenietgaan van verbintenissen

Het doel van verbintenissen is dat ze zo snel mogelijk tenietgaan, dus nakoming van de verbintenis. De vorderingen die je hebt wil je graag inleveren bij de schuldenaar die de prestatie wil leveren. Betaling is het nakomen van de verbintenis. Gold in het Romeins recht hetzelfde -> De term van betaling is solutio, betekent letterlijk losmaken. Je maakt de verbintenis los, de verbintenis werd als een ketting gezien door de Romeinen.

Wanneer moet er worden betaalt?

Een schuldenaar heeft altijd een redelijk termijn om te presteren. Je kunt hierdoor bijv. een betalingstermijn afspreken of afspraken maken over de opeisbaarheid (bijv. pas presteren op een nader te bepalen tijdstip in toekomst). Naar Romeins Recht moest je enorm uitkijken dat je niet te snel begon te procederen, want als je de zaak verloor dan verdween jouw vordering (schuldvernieuwing) en werd die vervangen door het vonnis van de rechter. Als die beoogde dat je niks kreeg, dan had je niks meer in rechte. Men noemde dat petitio: de eiser heeft te veel geëist. Kan men spreken van een onverschuldigde betaling als de opeisbaarheid nog niet is verstreken? Dan is er geen onverschuldigde betaling, de schuld was er namelijk wel, ook al was die nog niet rechtens afdwingbaar. Je kan dan niet het geld terugvorderen.

Een derde betaalt voor de schuldenaar

In beginsel zal de schuldenaar zelf moeten betalen, maar op die regel bestaat een uitzondering: in beginsel is elke derde bevoegd om de schuld van de schuldenaar te voldoen. Het resultaat van die betaling is dan dat de verbintenis tenietgaat. In de praktijk werd een schuldenaar vaak bevrijd door een betaling van een derde, die hem vrij kocht van de crediteur. Als de schuldenaar niet betaalde nam de crediteur hem namelijk in gevang.

Waarom zou een derde betalen voor de schuldenaar?

.....read more
Access: 
Public
College: Nakoming, inbetalinggeving, schuldvernieuwing en kwijtschelding

College: Nakoming, inbetalinggeving, schuldvernieuwing en kwijtschelding


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over Goederenrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Geen sprake van odnerwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4 Prota, Goederenrecht paragraaf 12 en 13, 15 t/m 20 van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelignen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk te weten dat het begrip "traditio" tweeslachtig is. Je kunt er allereerst mee bedoel; "overdracht". Er moet dan sprake zijn van titel, beschikkingsbevoegdheid en levering (3:84 BW). De tweede betekenis is bezitsverschaffing (levering). Voor bezitsverschaffing moet het bezit dan dus ook worden verschaft. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​​​​​​​​- Hoe kun je in het Romeinsrecht bezit verkrijgen?

  1. middels bezitsverschaffing (traditio); OF
  2. middels inbezitneming

Het verschil tussen beide is dat bij bezitsverschaffing het verzit van een anders krijgt, indien je het zelf doet is er sprake van inbezitneming. Bezitsoverdracht is een term die Romeinen niet kende. Het ging om een feitelijke handeling. 

- Wat is het verschil in Nederlands recht en Romeins recht voor de verkrijging van het bezit van onroerende zaken?

Voor het Nederlands recht is een akte voor bezitsverschaffing van onroerende zaken wél vereist, voor het Romeins recht niet.

Collegeaantekeningen 2016/2017

De Romeinen keken waar het economisch belang van het contract lag. Als je iets in bruikleen krijgt, dan ligt het belang van het contract bij de gebruiker. Dit betekende dat van hem een hoge zorgplicht werd verwacht. Hij was sneller aansprakelijk als hij het niet teruggaf of dergelijke. Als je iets in bewaarleen krijgt, bijvoorbeeld je geeft je jas af bij een concert, dan ligt het belang van het contract bij de bewaargever; diens jas wordt gratis bewaakt. Hier is het niet de debiteur die het belang heeft, maar de gever.

Nakoming onmogelijk

Indien de nakoming onmogelijk is geworden, dan is van belang waar het belang van het contract ligt want bij diegene ligt logischerwijs ook de meeste zorgplicht. De debiteur is sneller aansprakelijk. Behalve bij bewaargeving, dan was je later aansprakelijk omdat je dan als crediteur handelt. Zie in ons huidige BW, art.6:27.

Nakoming nog mogelijk

Indien de nakoming nog mogelijk is, dan krijgt men eerst nog een tweede kans om als nog na te komen. De crediteur heeft pas recht op vervangende schadevergoeding

.....read more
Access: 
Public
College: Consensus, dwaling, bedrog en dwang

College: Consensus, dwaling, bedrog en dwang


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

In dit hoorcollege gaat het wederom over het Romeins Goederenrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er worden geen onderwerpen besproken die niet terug te vinden zijn in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota is van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Op het tentamen wordt vaak gevraagd welke vorm van schenking niet geldig is. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

- Welke vorm van schenking is niet mogelijk?

Dit is geval van schenking in een huwelijk gedaan. Deze schenkingen aan elkaar als echte lieden is nietig. Eigendom van de gegeven zaak kan dus niet over zijn gegaan, er is geen objectieve geldige titel. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Consensus

Voor iedere overeenkomst in het Romeinse Recht is consensus vereist. Dit is de wilsovereenstemming bij de overeenkomst. In het Nederlands Recht is dit anders, bij ons komt er soms toch nog een overeenkomst tot stand ondanks een gebrekkige wilsovereenstemming (derdenbescherming) . In het Romeinse Recht moet er consensus zijn. Indien er dissensus over de overeenkomst is, dan komt er geen overeenkomst tot stand. Indien dissensus over het object, dan komt er tevens geen overeenkomst. In het Nederlands recht kom je in zo'n geval dan bij art.3:35 BW.

Dwaling

In het Nederlandse recht hebben we dwaling. In het Romeinse Recht werd dit niet beschouwd als wilsgebrek, maar ze vonden het een toepassing van de regel van consensus. Als de consensus ontbrak, dan was er geen overeenkomst tot stand gekomen. Het Romeins Recht kende alleen de tweezijdige dwaling. Het moet gaan om dezelfde zaak maar allebei moeten ze een onjuiste voorstelling van zaken hebben.

Een voorbeeld. Beide partijen hebben het over een fles rode wijn. Deze wijn is echter verzuurd. Is er dan sprake van dwaling? Volgens de Romeinen niet, want er zit wel degelijk rode wijn in alleen is de zuurgraag anders. Dat was onvoldoende voor dwaling bij de Romeinen en de koper heeft in zo'n geval pech. Als er bijvoorbeeld in plaats van wijn, azijn in de fles zat dan was er wel sprake van dwaling.

Bedrog

In het Ius Civile gold het volgende. 'Deceptus tamen volui' - ik ben misleid, maar ik heb wel gewild.

Ratihabitio / praetorische rechtsmiddelen

Als het gaat om een overeenkomst die nog

.....read more
Access: 
Public
College: Soorten overeenkomsten en contracten

College: Soorten overeenkomsten en contracten


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Deze week gaat over het Romeins Goederenrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er is geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten voor verkrijgende verjaring te kennen. 

Voor het tentamen is het van belang het verschil in redenatie te weten met betrekking tot "goede trouw" in het huidige recht en het Romeinse recht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat zijn de vereisten voor verkrijgende verjaring?

Gedurende de wet van de twaalf tafelen, waren dit er slechts twee. Er moest sprake zijn van bezit en dit bezit had een termijn van 1 jaar voor roerende zaken en 2 jaar voor onroerende zaken. Hier kwam echter commentaar op omdat het nu wel heel makkelijk was om onder overdracht uit te komen. Nu zijn de eisen dat het niet mocht gaan om een gestolen zaak. Er moet sprake zijn van een titel en goede trouw en tot slot moet er sprake zijn van bezit en voldaan zijn aan de verjaringstermijn. 

- Wanneer was er in het Romeinse recht sprake van goede trouw?

Naar Romeins recht was het geen vereiste dat je moest hebben gedacht eigenaar te zijn geworden. Je kon eigendom verkrijgen ook al wist je dat de levering onjuist was, voldoende voor verjaring was instemming van de eigenaar. Het ging om het uitgangspunt dat de bezitter van die zaak goede trouw moet hebben gehad op het moment dat hij het goed in bezit krijgt, voor de rest van het verjaringstermijn doet het er niet meer toe.

- Wat was de nieuwe verjaringstermijn?

Eerst 1 jaar voor roerende zaken; deze werd veranderd in 3 jaar. Eerst 2 jaar voor onroerende zaken en dit werd veranderd in 10 jaar voor onroerende zaken in dezelfde provincie en 20 jaar voor onroerende zaken in een andere provincie.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Overeenkomst vs. verbintenis

Een verbintenis is een rechtsbetrekking die kan voortkomen uit een overeenkomst, maar dat hoeft niet het kan ook uit iets anders. Bijvoorbeeld een onrechtmatige daad.

Omgekeerd, is het ook niet zo dat elke overeenkomst een verbintenis ten gevolge heeft.

Verschillende

.....read more
Access: 
Public
College: Beperkte rechten

College: Beperkte rechten


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, specifiek de Beperkte rechten. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkeling in het vakgebied. 

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfdienstbaarheid betekent. Het houdt in dat er sprake is van een heersend erf en een lijdend erf. Er dienen hiervoor 2 erven en 2 verschillende eigenaren te zijn. Erfdienstbaarheden kunnen een dulden of niet-doen inhouden. Verder stelden de Romeinen 3 voorwaarden: 

- Vicinitas (naburigheid): de romeinen namelijk een ruim begrip voor naburigheid, namelijk zolang het gebruik van het ene erf maar in het belang is voor het andere erf.

- Utilitas (nut): de erfdienstbaarheid moet te maken hebben met normaal gebruik heersend erf. 

- Causa perpetua: niet door uitoefening tenietgaan.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.

​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​- Hoe wordt een erfdienstbaarheid gevestigd? 

Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt in:

a. Landelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om dulden

b. Stedelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om nalaten; werd gevestigd door een overdracht in rechten door middel van een schijnproces.

- Hoe gaat een erfdienstbaarheid teniet?

Een erfdienstbaarheid kan tenietgaan door het tenietgaan van het heersend of lijdend erf. Ook kan het tenietgaan door afstand; wanneer de eigenaar van het heersend erf eenzijdig afstand doet van zijn recht en tot slot door vermenging van eigendom van het heersend en het lijdend erf.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Consensuele overeenkomsten

De enkele consensus bindt. In het Romeinse Recht is dit niet per definitie genoeg om een contractuele band tot stand te brengen. De gedachte dat consensus bindt is christelijk, het komt uit bijbel teksten.

Desondanks waren de belangrijkste Romeinse overeenkomsten toch consensueel. De belangrijkste vieren waren de koop/verkoop (emptio venditio), de huur/verhuur (locatio conductio), de maatschap (societas) en de lastgeving (mandatum). Dit zijn overeenkomsten die naar Romeins Recht ontstaan door de enkele wilsovereenstemming. Er zijn twee gemeenschappelijke trekken, namelijk 1) je kunt ze afsluiten onder afwezigen (dit in tegenstelling tot bijv. de stipulatio) en 2) ze zijn allemaal wederkerige overeenkomsten, bonae fide.

Emptio venditio.

Is koop een vorm van ruil tegen geld? De Romeinen zeiden van niet. Koop is een eigensoortig contract dat je niet kon zien als ruil. Ruil

.....read more
Access: 
Public
College: Rechtmatige- en onrechtmatige daden

College: Rechtmatige- en onrechtmatige daden


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, in het bijzonder: erfpachtrecht, pand en hypotheek. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied. 

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfpacht inhoudt. Dit is het recht op andermans onroerde zaak. Dit recht is vervreemdbaar en bezwaarbaar.

Hiernaast is het belangrijk te weten wat het onderscheid is tussen de vestiging van pand en hypotheek. 

Indien men verzwijgt dat er al een ander zekerheidsrecht is gevestigd op een zaak, heet dit stellionaat.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat is het verschil in vestiging bij pand en hypotheek?

Pand wordt gevestigd middels bezitsverschaffing, terwijl hypotheek zonder bezitsverschaffing plaatsvindt. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Andere bronnen van verbintenissen. De rechtmatige en onrechtmatige daden

De rechtmatige daden

Zaakwaarneming (negotiorum gestio)

Je gedragen als belangenbehartiger van iemand anders, is de definitie van zaakwaarneming. Op redelijke grond laat je jezelf in op andermans belangen. Als je als zaakwaarnemer kosten maakt, dan kun je die kosten van de belanghebber vorderen. De actio negotiorum contraria (de actie uit zaakwaarneming). De belanghebbende kan daar als reactie een directe zaakwaarneming actie vorderen op de zaakwaarnemer (actio negotiorum directa).

Het met opzet prijsgeven van een goed, is soms niet voldoende om niet van zaakwaarneming te kunnen spreken. Er moet sprake zijn van een redelijke grond, indien men geen zaakwaarneming mag aannemen. Als je een hond ernstig hebt mishandeld en vervolgens op straat gooit, dan kun je niet zeggen dat je de kosten van de verzorging niet op jouw te verhalen zijn, omdat je de hond had prijsgegeven. (Rechtbank Groningen).

Ongerechtvaardigde verrijking

Naar Romeinen was de ongerechtvaardigde verrijking aanleiding tot de ontwikkeling van de verschillende condictiones. Een condictio is een manier hoe je procedeert. Enkele vormen van condictio (ongerechtvaardigde verrijking):

Condictio indebiti

Ten eerste hadden zij de condictio indebiti (onverschuldigde betaling): dit is bijzonder, want in het Romeins Recht is onverschuldigde betaling dus een onderdeel van de ongerechtvaardigde verrijking, terwijl in het Nederlands Recht zij als aparte rechtmatige zaken worden bekeken. Je dacht dat je een bepaalde schuld had, die heb je ook betaald maar achteraf gezien blijkt dat je helemaal niet hoefde te betalen. De

.....read more
Access: 
Public
College: Vermogensovergang, erfopvolging, erfstelling en onterving

College: Vermogensovergang, erfopvolging, erfstelling en onterving


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van erfopvolging te kennen:

  • De erflater dient dood te zijn; (slaven hebben geen eigen vermogen, ondanks hun dood kunnen zij geen erflater zijn).
  • De erflater dient bekwaam te zijn.
  • De erfgenaam dient in leven te zijn; een kind kan als reeds geboren worden beschouwd. Hiervoor kenden de Romeinen een curator ventris die over de belangen van het kind waakte.
  • De erfgenaam dient bekwaam te zijn; er was in het Romeinse recht sprake van onbekwaamheid als de erfgenaam geen Romeinse burger was. Oplossing waren fideicommissen, een romein werd dan als erfgenaam ingesteld en deze werd dan vezocht het aan de niet-romein af te staan.
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​Hoe kan iemand worden onterft?

  • Formele regels waren het benoemen van degene die je onterft met naam en toenaam.
  • Materiële regel die te maken hadden met de opbouw van de familie. Je moet degene die bijdragen aan de opbouw van je vermogen een legitieme portie geven.

Collegeaantekeningen 2016/2017

De heer Boomgaard - vermogensovergang

Wat gebeurt er met iemands vermogen na zijn overlijden? Hoe gaat het vermogen van de overledene over op zijn opvolgers? Het gaat om de vermogensovergang. Bij de Romeinen ging het om het volledige vermogen, zowel de zaken, de rechten als de schulden. Zei kenden dit als de opvolging onder algemene titel. Dit zit vast aan het begrip vermogen: absolute rechten (eigendom), de relatieve rechten (persoonlijke vorderingsrechten, tegen één bepaalde persoon) en de schulden. Het feit dat een volledig vermogen in één keer overgaat, is een bijzonder geval. Dit kent men enkel in bepaalde gevallen, namelijk in het meest belangrijke erfrecht.

Kan men een geheel vermogen overdragen indien men nog levend is?

Naar Romeins recht gaat het al fout bij de relatieve rechten, zij kenden namelijk geen cessie dus die vorderingsrechten kun je niet overdragen (in het Nederlandse Recht kennen we wel cessie dus zou kunnen). Daarnaast kun je geen schulden overdragen. Enkel de absolute rechten zou kunnen, maar ook niet alle bijv.

.....read more
Access: 
Public
College: Nalatenschap

College: Nalatenschap


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​De testamen waarin kinderen werden onterft konden worden aangevocht bij een speciale rachtbank. Deze rechtbank heette "centumviri". Deze bestond uit 100 vaste rechters en was opgedeeld in kamers van 10 mannen. Deze rechtbank ontwikkelde jurisprudentie. 

Indien iemand zijn kinderen onterft, werd krankzinnig verklaard. Indien dit gebeurde was het testament dus ongeldig. Deze schenkingen werd bij het vermogen opgeteld en de legitieme portie wordt over dit vermogen berekend.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​Hoe worden de verschillende bestanddelen van een nalatenschap verdeeld? 

- Vorderingen; worden van rechtswege verdeeld. Zoveel nieuwe vorderingen als er erfgenamen zijn worden in verhouding verdeeld tot hun erfdeel. Dit geldt tevens voor schulden.

Collegeaantekeningen 2016/2017

De nalatenschap

Men kan op twee manieren aangewezen zijn op een nalatenschap. Op grond van de wet en op grond van een testament. Indien er geen testament is, dan wijst de wet een erfgenaam aan. Indien er wel een testament is, dan wordt die natuurlijk uitgevoerd. Maar een belangrijke vraag is op welk moment verkrijgt de erfgenaam een nalatenschap? Dat hing er van af wat voor soort erfgenaam je was, kortom van de status van de erfgenaam.

De Romeinen onderscheidden twee typen erfgenamen:

  • Sui of necessarii : de eigen of noodzakelijke erfgenamen. Diegene die zelf pater familias worden als hun pater familias komt te overlijden. De plichten werden onmiddellijk overgenomen door de nieuwe pater familias. Romeinen deden aan voorouders cultes: voor de voorouders nagedachtenis zorgen. Die taak was van de pater familias, dus die taak moest onmiddellijk worden voortgezet. Kortom, de nieuwe pater familias is er onmiddellijk als de oude overlijdt. Die moet deze taak meteen overnemen. Daarnaast verwierf je ook direct het vermogen van de pater familias. Dus je nam direct de plichten en het vermogen op. Kern: je erft van rechtswege. Deze groep erfgenamen wordt niet gevraagd wat ze er van vinden, ze worden automatisch erfgenaam.

  • Voluntarii, de vrijwillige erfgenamen: die moeten hun wil bepalen, zij moeten zeggen of ze al dan niet de erfenis willen verkrijgen. Als ze

.....read more
Access: 
Public
College: Nalatenschap, schending en deling

College: Nalatenschap, schending en deling


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied. 

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Men kan in twee opzichten een onverdeeld aandeel hebben in de boedel. Dit heeft te maken met de gehele boedel; dit is een abstract aandeel die afhangt van de verdeling die nog moet plaatsvinden. Ook kunnen er afzonderlijke bestanddelen van de boedel zijn. Je moet toestemming vragen om te mogen beschikking over jouw aandeel in de afzonderlijke bestanddelen. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

- Wat houdt een legaat in?

Dit zijn één of meer bepaalde rechten die aan bepaalde personen per testament toekomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een legaat waarin iets wordt gegeven en een legaat waarin een ander wordt gedwongen iets te doen.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Absolute rechten

In elke nalatenschap zit een onverdeelde boedel. De boedel is het geheel van absolute rechten naar Romeins recht. Hier golden andere regels voor. De absolute rechten op zaken in de nalatenschap gaan gemeenschappelijk over op erfgenamen, die worden gezamenlijk mede eigenaar in alles wat in boedel zit. De boedel is anders dan het vermogen, de boedel betreft het geheel aan absolute rechten dat onverdeeld blijft. Simpel gezegd, de eigendommen (huis, antiek, juwelen). Naar huidig recht zitten de vorderingen ook in de boedel, maar naar Romeins enkel absolute rechten.

Situatie voor deling van de nalatenschap

Wat zit er in de helft van een boedel? Dan ben je mede eigenaar van de boedel als geheel, zo te heten een onverdeeld aandeel in de boedel als geheel. Wat kun je ermee? Je hebt dan recht op de helft van de boedel, afzonderlijk zijn de erfgenamen beschikkingsonbevoegd. Je kunt niet beschikken over het huis, want je hebt maar recht op de helft van dat huis, alleen gezamenlijk kun je bijv. een hypotheek op huis vestigen.

Rechten op afzonderlijke bestanddelen? Kun je daarover beschikken? Je hebt ook een aandeel in afzonderlijke bestanddelen, recht op de helft van het huis, de auto, de klok etc. Hier geldt hetzelfde voor als voor een aandeel in het geheel. Je hebt toestemming nodig van je mede eigenaar in ons huidige recht. In

.....read more
Access: 
Public
Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1555
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer