HC2 Diagnostiek
Neuropsychologie
Belangrijke begrippen
Neuropsychologie en ontwikkelingsneuropsychologie
Klinische neuropsychologie en klinische kinderneuropsychologie
Neurologie en kinderneurologie
Biologische psychiatrie en kinder- en jeugdpsychiatrie
Neuropsychologie en klinische neuropsychologie
De Neuropsychologie onderzoekt de relaties tussen hersenen en gedrag bij zowel interactie als beschadigde individuen, bij zowel dieren als mensen (Deelman & Eling, 1997).
Neuropsychologie = wetenschappelijke discipline
Klinische neuropsychologie = toegepaste discipline
Een neuropsycholoog is een psycholoog die zich gespecialiseerd heeft in de klinische neuropsychologie of een neurowetenschapper (soms beide).
Ontwikkelingsneuropsychologie
De ontwikkelingsneuropsychologie of kinderneuropsychologie houdt zich bezig met het bestuderen van de relatie tussen hersenen en gedrag bij kinderen en adolescenten binnen de dynamische context van het zich ontwikkelde brein (Anderson et al, 2001).
Engels: Developmental neuropsychology, child neuropsychology, developmental cognitive neuroscience.
Jonge wetenschap: 30 jaar geleden ontstaan
Vroeger: M (Minimal) B (Brain) D (Dysfunction)-kinderen
Dus alle kinderen die symptomen hadden van nu bv ADHD vielen onder de MBDkinderen
Nu: ADHD, ODD, CD, DCD, etc. (vanaf jaren 80 ongeveer)
Klinische kinderneuropsychologie
Swaab, Bouma, Hendriksen, & Köning (2015): ‘...richt zich op het leggen van verbanden tussen problematisch of afwijkend gedrag en disfuncties van de zich ontwikkelende hersenen bij kinderen en jeugdigen”.
Attentional Bias
Neurologie en kinderneurologie
Assumpties
Volwassenen neuropsychologie: onderzoek naar de symptomatologie geeft inzicht in het onderliggende neurologisch defect. Er is een één-op-één relatie tussen structuur en functie (modulaire benadering).
Ontwikkelingsneuropsychologie: de symptomatologie (=gestoord of afwijkend gedrag) geeft NOOIT een duidelijke verwijzing naar een onderliggend neurologisch defect.
Bv. impulsiviteit kan het gevolg zijn van een niet-aangeboren hersenbeschadiging, genetisch defect, vroege sociale deprivatie, etc.
Neuropsychologische diagnostiek bij kinderen
Relatie hersenen en gedrag
Disciplines en verklaringsniveaus
Orthopedagogiek: omgeving > gedrag
Ontwikkelingspsychologie: cognitie > gedrag
Biologische psychiatrie: biologie > gedrag
Klinische kinderneuropsychologie: biologie + cognitie + omgeving > gedrag.
Functionele organisatie hersenen
Associatiegebieden en gespecialiseerde gebieden:
Snelle en langzame routes
Corticale-subcorticale routes:
Bottom-up (activering, motivatie en emotie)
Top-down (controle, onderdrukken)
Neurale netwerken (large scale brain networks)
Lateralisatie
Neurotransmittersystemen
Hersendisfuncties
Dysfuncties in hersenprocessen: anatomie (aanleg neuronen, migratie, synaptische verbindingen, witte stof banen), fysiologie (processen op celniveau, neurotransmitterstoffen, neuromodulatoren), communicatie tussen hersengebieden (neurale netwerken).
Hersenontwikkeling
Anatomisch zijn de hersenen van een pasgeborene volgroeid
Alle hersenstructuren zijn aanwezig
De hersenontwikkeling na de geboorte kenmerkt zich vooral door veranderingen op celniveau
Stadia celontwikkeling
Neurogenese of proliferatie
Migratie en differentiatie
Apoptosis (spontaan afsterven van neuronen)
Synaptogenese
Myelogenesis of myelisering
Cellen van het zenuwstelsel
Neuronen en gliacellen
Neuronen communiceren met elkaar via de synaps
Ronde 6e maand zwangerschap zijn alle neuronen aangelegd (=neurogenese)
Apoptose = geprogrammeerde celdood (grote aantallen neuronen sterven).
Hersenontwikkeling
0-5 jaar: explosieve groei aantal synaptische verbindingen tussen neuronen ( = synaptogenese)
Eerst: sensorische en motorische systemen
Later: associatiegebieden en frontale cortex
Kindertijd: wegsnoeien (pruning) van grote aantallen synaptische verbindingen in de corticale gebieden ( = synapseliminatie)
Specialisering van de hersengebieden (afname plasticiteit) en individuele verschillen
Aanleg en versterking verbindingen tussen hersengebieden (neural circuits of netwerken) door myelisering van de axonen (witte stof)
Overproductie en synapseliminatie
Myelinisatie
Myelinisatie = groei myeline (=witte stof) rond het axon door oligodendrocyten en Schwann cellen
Myeline verhoogt snelheid actie potentiaal door het acon
Sensorische en motorische centra myeliniseren het eerst. De frontale gebieden als laatste (rond 23 jaar of later).
Ontwikkeling witte stof en grijze stof
Neuroplasticiteit
Twee vormen van neuroplasticiteit
Veranderingen in de functie en structuur van de hersenen als gevolg van ervaringen (Synaptogenese, synaps eliminatie, dendriet vorming): ontwikkelingsplasticiteit
Veranderingen in de functie en structuur van de hersenen als gevolg van hersenschade (celdood of necrosis en rewiring): neurale plasticiteit
Herstel hersenschade (neurale plasticiteit) is het grootst tussen 2e en 5e levensjaar (= geringe kwetsbaarheid)
Plasticiteit neemt af naarmate de neurale systemen …..
Vroege hersenbeschadigingen
Conclusies
Neuropyschologische diagnostiek
Vijf situaties voor neuropsychologische diagnostiek (Swaab et al, 2015):
Ontwikkelingsproblemen
Hersenschade
Evaluatie behandeling
Evaluatie van de ontwikkeling
Ondersteuning …..
Welke groepen kinderen
Neuropsychologische diagnostiek
Onderzoek naar sterke en zwakke kanten van iemands neurocognitieve functies
Neurocognitieve functies: aandacht, motoriek, geheugen, perceptie, taal, denken, executieve functies etc.
Neuropsychologische testbatterij
Een serie taakjes die verschillende neurocognitieve functies meten
Volledig of deelonderzoek
Probleem: tijdrovend, kostbaar, taken zijn niet altijd voldoende gevalideerd (taken voor volwassenen zijn vereenvoudigd), task-impurity problem (probleem om afzonderlijke functie afzonderlijk goed te kunnen meten zonder andere functies ook meteen te meten).
Anamnese
Neurocognitieve ontwikkeling
Motoriek
Taal en spraak
Perceptie, constructief en visuomotoriek
Leren en geheugen
Aandacht en executieve functies
Emotie en sociaal cognitie
Algemeen IQ, schoolse vaardigheden en gedragsmatig functioneren.
Benaderingen
Gefixeerde testbatterijen (ANT, NEPSY II -vanaf 5 jaar)
Eclectische testbatterijen (onderzoeker maakt zelf een test)
Kwalitatieve batterijen
Procesbenaderingen (TEACH)
Functionele evaluatie (Rivermead Test of Behavioral Memory for Children) - heeft kind in dagelijks leven moeite met dingen
NEPSY
Executieve functies
WErkgeheugen (updating) = de capaciteit (verbale of visuele) informatie voor enige tijd vast te houden, ondanks interferentie en concurrentie met andere responsen, zodat met deze informatie actieve bewerkingen uitgevoerd kunnen worden.
Inhibitie
Motorische inhibitie = het vermogen een dominante (vaak ongeschikte) respons te onderdrukken)
Aandachtscontrole = het kunnen focussen van de aandacht en het tegelijkertijd onderdrukken van de storende invloed van irrelevante of misleidende visuele informatie
Voorbeelden van executieve functie taken in ppt slides
Add new contribution