HC5 Diagnostiek
Diagnostiek van de psychosociale problemen
Psychosociale problemen
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Sociale ontwikkeling en onderzoek bij kinderen zonder psychopathologie
Relaties
Gehechtheid
Relaties met andere kinderen
Wenselijk gedrag
Spel (ontwikkeld zich met de tijd, bv spelregels)
Bewustzijn van anderen (interesse gaan tonen in anderen, sympathie/empathie ontwikkelen)
Bewustzijn van het zelf
Sociale cognitie
Emotionele ontwikkeling en onderzoek bij kinderen zonder psychopathologie
Expressie van emoties
Begrip van emoties
Regulatie van emoties
Ontwikkeling en onderzoek bij kinderen met internaliserende psychopathologie
Ontwikkeling en onderzoek bij kinderen met externaliserende psychopathologie
ODD/CD (5-10%, vaker bij jongens, vaker in steden, gemiddeld lager IQ, vaak samengaan met bv ADHD)
Ouders/leerkracht: VVGK6-16, CBCL/TRF, VFO, ECBI, SNAP-IV, MOAS
Zelfrapportage liefst gestructureerd, bv. SIV-interview
Algemene en partiële ontwikkelingsbeperkingen
Onderzoeksinstrumenten
Vragenlijsten (CBSA/CBSK, CDI-2, SSAT)
Subjectief: gaat heel erg om perceptie.
Voordelen: gestandaardiseerd, efficiënt, kwantificeren
Soms voor screening, soms tijdens onderzoek, soms als evaluatie (of allemaal)
Expressie Tests en projectiemateriaal
Observaties
Gesprekken en interviews
Discussie instrumenten (vooral expressie tests en projectiemateriaal is niet vaak onderzocht, want het zijn hele subjectieve onderzoeksmaterialen)
Discussie projectiemateriaal
Kindertekeningen en speldiagnostiek
Tekeningen en spel geven zicht op:
Centrale belevingsinhouden
Coping- en afweermechanismen
Relatie tussen gevoelens en realiteit
Interesse in kindertekeningen
Vijf stadia
18 maanden tot 2 jaar (krabbelstadium)
2 tot 3 jaar (geen representatie)
3 tot 4 jaar (kopvoeters)
5 tot 7 jaar (intellectueel realisme)
lichaam wordt al vollediger
Tekeningen hoeven nog niet meer overeen te komen met de werkelijkheid
Wel meer gericht op bv bladrand
Ze tekenen wat ze weten (intellectueel)
> 8 jaar (visueel realisme)
Voorbeelden
House, Tree, Person (HTP)
Gezinstekeningen: FID (Familie in Dieren) en Dynamische gezinstekening
Spelniveaus (Edith Vermeer)
Speldiagnostiek
Interpreteren van de gegevens
Individueel testonderzoek
Domeinen ITO (Individueel Test Onderzoek)
(Psycho)motorisch en neuro(psycho)logisch functioneren
Cognitieve functioneren en taalvaardigheid
Sociaal-emotioneel functioneren
Aanwezigheid van symptomen van psychopathologie
Overzicht onderzoeksintrumenten
Ontwikkelingsschalen en tests voor intelligentie
Instrumenten voor onderzoek naar taalontwikkeling
Tests voor overige specifieke vaardigheden
Tests voor schoolrijpheid, leervoorwaarden en leervorderingen
Vragenlijsten
Expressietests en projectieve methoden
Observatieschalen en vragenlijsten, in te vullen door opvoeders of verzorgers
ITO: analyse van mogelijkheden voor onderzoek bij het kind
Leeftijd/ ontwikkelingsniveau
Culturele achtergrond
Zintuiglijke of motorische beperkingen
Ernstige gedragsproblemen of psychopathologie
Aandachtspunten testafname
Samenstellen van de testbatterij en praktische voorbereidingen
Introductie van de testsituatie bij het kind
Het contact in de onderzoekssituatie
Nadere structurering van de testsituatie
Observatiepunten testafname
Fysieke verschijning
Contactname
Socialisatie
Emotionele reacties
Taakgericht werken en voorwaarden daarvoor
Situatiebegrip, oriëntatie, adaptatie
Gok- en vermijdingsgedrag en faalangst
Zintuiglijk functioneren
Grove, fijne en mondmotoriek
Spraak en taal
Neuropsychologische problemen
Kanttekeningen ITO
Individueel karakter
Betekenis voor het gezin
Communicatie tussen kind en proefleider
Fasespecifieke behoeften kind
Grote angst
Ernstige gedragsproblemen
Beperkte kwaliteiten tests
Onderzoekscontexten
Integratiefase
Uitwerken onderzoeksmiddelen
Integreren onderzoeksmiddelen
Integreren van alle informatie
Overleg met collega’s
Verslaglegging en onderbouwing
Gesprek met betrokkenen
Hoe nu verder?
Add new contribution