Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6


Open vragen

Vraag 1

Zoals bekend besloot het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te stappen (“Brexit”). Waar is de mogelijkheid van uittreding geregeld, en welke procedure moet dan op hoofdlijnen worden gevolgd?

Vraag 2a

Waar is de “gewone wetgevingsprocedure “ geregeld en welke bevoegdheden heeft het Europees Parlement in die procedure?

Vraag 2b

Wat is het verschil tussen een verordening en een richtlijn?

Vraag 3a

Wanneer heeft een bepaling van unierecht rechtstreekse werking?

Vraag 3b

Kan een bepaling in een verordening met rechtstreeks werking ook de Nederlandse grondwet opzijzetten?

Vraag 3c

Wat is de grondslag voor deze rechtstreekse werking en voorrang van bepaling van unierecht?

Vraag 3d

Kan een richtlijn rechtstreekse werking hebben?

Vraag 4a

Waar is het parlementair behandelingsvoorbehoud geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 4b

Waar is de subsidiariteitstoets geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 5a

Welke nationale en internationale rechterlijke instanties zijn bevoegd en verplicht nationaal recht te toetsen aan Europees recht?

Vraag 5b

Welke betekenis heeft de prejudiciële procedure van artikel 267 VWEU in dit verband?

Vraag 5c

Welke uitzonderingen bestaan op de verplichting prejudiciële vragen te stellen?

Vraag 6a

Het is gebruikelijk een onderscheid te maken tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Wat is het kenmerk van een klassiek grondrecht, en wat zijn sociale grondrechten?

Vraag 6b

Waarom is een sociaal grondrecht gewoonlijk niet bij de rechter handhaafbaar?

Vraag 6c

Volgens het boek moet het onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten worden gerelativeerd. Licht dat toe aan de hand van een voorbeeld.

Vraag 7a

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het EVRM beroepen en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7b

Kan een Nederlandse burger een klacht indien bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en zo ja, onder welke voorwaarden?

Vraag 7c

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het IVBPR beroepen, en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7d

Kan een Nederlandse burger een klacht indienen bij het Comité voor de rechten van de mens en zo ja, onder welke voorwaarden?

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Stelling: naast de bevoegdheden die de (organen van de) Europese Unie ontvangen van de lidstaten, heeft de Europese Unie een algemene bevoegdheid om nieuwe onderwerpen aan zich te trekken en te reguleren. Deze stelling is: 

  1. Juist;
  2. Onjuist;

Vraag 9

Kan het Europees parlement een eurocomissaris ontslaan wegens het ontbreken van vertrouwen in dien functioneren?

  1. Ja
  2. Nee. 

Vraag 10

Stelling; Omdat aan de nationale instanties wordt overgelaten om vorm en middelen te kiezen om het resultaat dat beoogd wordt met een Europese richtlijn te bereiken, kan een richtlijn nooit rechtstreekse werking hebben. Deze stelling is:

  1. Juist;
  2. onjuist.

Vraag 11

Het handvast van de grondrechten van de Europese Unie;

  1. Heeft geen bindende status; 
  2. heeft de strekking beperkingen aan te brengen op de bepalingen van het EVRM;
  3. Richt zich tot EU-instellingen en lidstaten bij het ten uitvoer brengen van Unierecht;
  4. Is van toepassing zowel binnen als buiten de werkingssfeer van het Unierecht.

Vraag 12

Sinds november 2014 is Frans Timmermans lid van de Europese Commissie. Hij is daartoe voorgedragen door de Nederlandse regering. Voor zijn handelen als lid van de commissie is Timmermans verantwoording schuldig aan:

  1. de Nederlandse regering;
  2. de Nederlandse Staten-Generaal;
  3. de Europese Raad;
  4. het Europees Parlement.

Vraag 13

Ingeval een beroep het gelijkheidsbeginsel als bedoeld in artikel 1 GW in botsing komt met een beroep op de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 7 GW.

  1. Gaat artikel 1 GW voor;
  2. Gaat artikel 7 GW voor;
  3. Zal de rechter per concreet geval een afweging moet maken.

Vraag 14

U treedt op als gemachtigde voor een cliënt wiens bijstanduitkering is ingetrokken. U overweegt de intrekking van de uitkering aan te vechten met onder meer een beroep op artikel 9 van eht IVESCR. Kan uw cliënt rechten aan dit artikel ontlenen die uw cliënt bij de Nederlandse rechter kan inroepen?

  1. Ja
  2. Nee 

Antwoordindicatie

Vraag 1

Art. 50 VEU; hoofdlijnen

  • Het begint met de nationale beslissing tot terugtrekking (bijv. Doormiddel van een referendum)
  • Kennisgeving van de terugtrekking ; geldt geen termijn tussen de nationale beslissing en de kennisgeving
  • Onderhandelingen ; richtsnoeren & aanwijzing van onderhandelaar & afrekening 

Vraag 2a

Artikel 294 VWEU omvat de gewone wetgevingsprocedure. (Blz. 380 boek)

In die procedure kan het Europees Parlement amendementen voorstellen (amendement = formele wijziging van een officieel document)  en beschikt het in geval van blijvende onenigheid met de Raad uiteindelijk over een vetorecht; 

Vraag 2b

Art. 288 EU-werkingsverdrag onderscheidt verordeningen, richtlijnen en besluiten.

Een verordening = heeft een algemene strekking. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke stad.

Een richtlijn = is verbindend t.a.v. het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen

De meeste richtlijnen moeten binnen een bepaalde termijn in nationale wetgeving worden omgezet. 

Vraag 3a

Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie dat bepalingen van unierecht die voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk (ongeclausuleerd) zijn, rechtstreekse werking hebben; dat wil zeggen rechtstreeks rechten en verplichtingen voor burgers in het leven roepen

Het hangt af van of het een ieder verbindend is 93/94 GW;

Vraag 3b

Bepalingen die rechtstreekse werking hebben voorrang boven afwijkend nationaal recht, zelfs boven afwijkende bepalingen in een nationale grondwet! Dit volgt uit jurisprudentie;

  1. Simmenthal
  2. Internationale handelgeselschaft
  3. Costa/ENEL

Vraag 3c

93/94 GW niet van toepassing;  Rechtstreekse werking – voorrang; doet de nationale wetgeving niets aan bij of aan af. Op grond van de verdragen werkt het EU recht door NIET door 93/94 GW! Dit komt door de verdragen niet door deze artikelen;

Vraag 3d

Dit is mogelijk indien de richtlijn voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk is.

Vraag 4a

Artikel 4 Goedkeuringswet verdrag van Lissabon heeft een nieuw instrument van parlementaire controle toegevoegd: “parlementair behandelvoorbehoud”

Op grond van artikel 4 kan elk van beide kamers besluiten dat zij een Europees voorstel van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd.

Het artikel kent de kamers geen instemmingsrecht toe. Het is vooral bedoeld om de informatiepositie van de kamers te versterken en de dialoog met de regering (koning + ministers) te stroomlijnen. Een kamer kan met de procedure van artikel 4 een politiek signaal aan de regering afgeven.

Vraag 4b

Artikel 5 lid 3 VEU bepaalt dat de Europese Unie alleen mag optreden –bijv. Door het vaststellen van wetgevende maatregelen- als de doelstelling van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt; dit moet er voor zorgen dat besluiten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.

Ieder nationaal parlement heeft in de procedure van de subsidiariteitstoets twee stemmen: in het tweekamerstelsel zoals in NL heeft ieder kamer 1 stem. Met de subsidiariteitstoets kunnen de nationale parlementen geen voorstellen tegenhouden, maar bij het bereiken van bepaalde drempels moet wel een gemotiveerde heroverweging door de Europese commissie plaatsvinden.

Subsidiariteitstoets geldt voor alle lidstaten. (art. 5 VEU jo. 12 VEU jo. 6 protocol nr 2 bij Verdrag van Lissabon). Houdt in dat je altijd dingen moet regelen op het laagste niveau.  (lid 3 subsidiariteitsbeginsel ) (lid 4 evenredigheidsbeginsel)

Vraag 5a

Nationaal: de nationale rechterlijke instantie;  alle nationale rechters.

Internationaal: Het Hof van Justitie (267 VWEU)

Vraag 5b

De nationale rechter, bij wie een rechtszaak aanhangig is gemaakt, schorst het geding om aan het Hof van justitie een uitspraak te vragen; om te voorkomen dat deze het Europese recht verschillend uitleggen en toepassen.

Vraag 5c

Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechterlijke instanties van een der lidstaten is de bevoegd maar niet verplicht het Hof te verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen; wordt zo’n vraag echter opgeworpen bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep dan is deze instantie verplicht zich tot het hof te wenden.

Overigens bestaat deze verplichting niet wanneer de juiste uitleg van het unierecht evident is (acte clair ) of wanneer er ter zake reeds rechtspraak van het Hof bestaat en daardoor geen sprake is van echte twijfel over de uitleg van het Unierecht (acte eclaire) 

Vraag 6a

Klassiek grondrechten =  de overheid moet zich van ingrijpen onthouden.

Sociale grondrechten = het treffen van voorzieningen om een samenleving te bevorderen waarin burgers in staat worden gesteld een menswaardig bestaan op te bouwden. (voldoende werkgelegenheid/volksgezondheid)

Vraag 6b

Het gaat bij sociale grondrechten om aansporingen om het overheidsbeleid op bepaalde doeleinden te richten waarbij een grote vrijheid overblijft voor overheidsinstanties om af te wegen in welk tempo en op welke wijze de vervulling van deze taken zal geschieden. 

Vraag 6c

Er is een nauwe samenhang tussen klassieke en sociale grondrechten.

Vraag 7a

Ja Begint ermee dat op grond van artikel 93 GW het hier gaat om een ieder verbindende bepalingen;  (400 EVRM)

Vraag 7b

Ja dit is mogelijk op grond van artikel 34 EVRM; burgers die beweren slachtoffer te zijn van schending door één van de verdragsluitende partijen van rechten in het verdrag vermeld kunnen een klacht indien bij het Hof  (bindende uitspraak dus belangrijk (verschil met IVBPR))

Voorwaarden: (art. 35 EVRM)

  • Vereist dat de klager alle nationale rechtsmiddelen heeft aangewend; én
  • Zijn klacht binnen een termijn van zes maanden na de datum van de definitieve nationale beslissing heeft ingediend.

Vraag 7c

Indien het gaat om een ieder verbindende bepaling; voldoende duidelijk ongeclausuleerd;

Het IVBPR kent geen internationaal hof, wel echter – mits door de betrokken staat o.g.v. een facultatief protocol erkend NL heeft dit ondertekent– een individueel klachtenrecht.

Zo’n klacht wordt ingediend bij het comité voor de rechten van de mens.

De Nederlandse burger moet zich dus wenden tot het Comité van de rechten van de mens. Oordeel van het Comité van de rechten van de mens is niet bindend; advies/aanbeveling.

Vraag 7d

Ja; alleen als het individueel klachtenrecht is erkend. Oordeel van comité is bindend.

Vraag 8

B

Vraag 9

B

Vraag 10

B

Vraag 11

C

Vraag 12

D

Vraag 13

C

Vraag 14

B

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 1

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 1


Open vragen

Vraag 1a

Noem de vereisten, inclusief uitleg van genoemde begrippen, waaraan moet zijn voldaan wil er sprake zijn van een staat.

Vraag 1b

Geef aan of de Europese Unie als staat gekwalificeerd kan worden?

Vraag 2a

Belinfante stelt dat toepassing van dwang ter handhaving van de gemeenschapsnorm kenmerkend is voor een staat. Wat is de relatie tussen het uitoefenen van dwang en het hebben van gezag?

Vraag 2b

In het boek wordt beschreven dat volgens Rousseau het toebedelen van gezag aan een of meer staatsorganen een zeker spanningsveld met zich mee brengt. Welk spanningsveld is dat en hoe verhoudt zich dat spanningsveld tot het contrat social?

Vraag 2c

Wat is de reden dat politie wel wapens mag dragen en particuliere beveiligers niet?

Vraag 2d

Er gaan met enige regelmaat pleidooien op om particuliere beveiligers van bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden het recht te geven vuurwapens te dragen. Wat vindt u van dat idee?

Vraag 3a

Belinfante stelt dat geen machthebber gemakkelijk macht uit handen geeft. Vaak wordt in dat kader ook gesteld dat macht corrumpeert. Op welke wijze kan machtsmisbruik worden voorkomen volgens Montesquieu?

Vraag 3b

Op welke wijze wordt vandaag de dag in Nederland uitvoering gegeven aan het idee van de machtenscheiding van Montesquieu?

Vraag 4a

Omschrijf de begrippen/kenmerken van democratische rechtsstaat en de wijze waarop deze begrippen zich tot elkaar verhouden.

Vraag 4b

Welke kenmerken/beginselen van de democratische rechtsstaat zijn (enigszins) te herkennen in de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798?

Vraag 4c

Tijdens een (vooralsnog) vredige demonstratie van een extremistische groepering -waarvan de burgemeester van mening is dat de inhoud van de demonstratie niet pas bij het karakter van de stad- besluit de politie op gelaste van de burgemeester een aantal demonstranten die bekend zijn als herrieschoppers, preventief op te pakken en uit de stad te verwijderen. Kan gezegd worden dat een dergelijke actie past in een democratische rechtsstaat?

Vraag 5a

Welke bronnen kent het Nederlandse staatsrecht?

Vraag 5b

Net als veel andere landen kent Nederland een geschreven Grondwet. Waarin onderscheidt de Grondwet zich van veel andere wetten in formele zin?

Vraag 5c

Beschrijf op welke wijze de democratie-gedachte, terugkomt in de wijzigingsprocedure van de Grondwet.

Meerkeuzevragen

Vraag 6

De Italiaanse politieke denker Niccolò Machiavelli (1469 – 1527) schreef in 1513 zijn befaamde boek ‘Il Principe’ (De vorst). Hierin:

  1. geeft hij adviezen over de wijze waarop de gezaghebber de eenheid van de staat dient te bewerkstelligen;
  2. stelt hij dat de begrenzing van de statelijke macht dient te geschieden via machtenscheiding en bescherming van mensenrechten;
  3. waarborgt hij de vrijheid van de vorst door middel van de vorming van een internationale rechtsgemeenschap;
  4. tracht hij tirannie en almacht te voorkomen door de vestiging
.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 2

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 2


Open vragen

Vraag 1a

In hoeverre volgt uit de Nederlandse Grondwet dat Nederland een democratie is?

Vraag 1b

Kennen we in Nederland naast indirecte democratie ook vormen van directe democratie? Zo ja, welke?

Vraag 2a

Stel, bij de Tweede Kamerverkiezingen zijn 9 miljoen geldige stemmen uitgebracht. De stemmen zijn als volgt over de deelnemende partijen verdeeld:

  • Partij Allen voor Nederland (hierna: A) heeft 3,8 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Beter Nederland (hierna: B) heeft 2,3 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Christelijk Sociaal Nederland (hierna: C) heeft 1,6 miljoen stemmen behaald;
  • Partij Democratisch Europa (hierna: D) heeft 1,3 miljoen stemmen behaald;

Bereken de kiesdeler

Vraag 2b

Hoe vaak hebben de partijen A,B, C en D de kiesdeler gehaald?

Vraag 2c

Hoeveel restzetels zijn er?

Vraag 2d

Welke partij krijgt de eerste restzetel?

Vraag 2e

Wie krijgt de overige restzetel(s)?

Vraag 2f

Welke partijen zouden samen een meerderheidscoalitie kunnen vormen?

Vraag 3a

Stel, Ybbeltje Klaver maakt sinds de laatste verkiezingen deel uit van de fractie van de VVD in de Tweede Kamer. Bij de behandeling van een wetsvoorstel om de criteria voor toelating van vreemdelingen die asiel zoeken flink aan te scherpen, blijkt dat zij fundamenteel met de rest van haar fractie van mening verschilt. De emoties lopen hoog op. In een kamerdebat maakt zij de verantwoordelijke minister en haar eigen fractiegenoten uit voor moordenaars en racisten. Om haar zaak kracht bij te zetten herhaalt ze haar beschuldigingen dezelfde avond via Twitter. Haar fractiegenoten menen dat Klaver te ver gegaan is en strafbare feiten heeft gepleegd. Ze roepen op tot een strafrechtelijk onderzoek naar de uitlatingen.

Kan Klaver strafrechtelijk worden vervolgd voor de gedane uitlatingen?

Vraag 3b

Op de dag van de stemming besluit Klaver, anders dan in de fractie is afgesproken, tegen het wetsvoorstel te stemmen. Het wetsvoorstel wordt mede door haar stem verworpen. De fractie meent dat Klaver staatsrechtelijke aan het standpunt van haar fractie was gebonden, nu zij daarvan juridisch deel uitmaakt.

In hoeverre heeft de VVD-fractie gelijk?

Vraag 3c

Is deze gang van zaken staatsrechtelijke correct?

Vraag 4a

Wie benoemt de minister-president, de ministers met portefeuille, de ministers zonder portefeuille en de staatssecretarissen?

Vraag 4b

In hoeverre is er sprake van gelijkwaardigheid dan wel ondergeschiktheid tussen de in vraag 4a genoemde ambten?

Vraag 5a

Na de verkiezingen vindt de kabinetsformatie plaats. Tijdens de kabinetsformatie wordt gewoonlijk gestreefd nar de vorming van een kabinet dat bestaat uit partijen die een meerderheid in de TK en EK hebben. Waarom doet men dat?

Vraag 5b

Wat houdt de vertrouwensregel in?

Vraag 5c

De Kabinetsformatie verloopt via een aantal stappen. Deze staan hieronder. Zet ze in de juistie volgorde. 

Vraag 6

Op 9 juli 2015 traden minister Opstelten en staatssecretaris Teeven, beide va Veiligheid en Justitie af. De reden hiervoor was dat Opstelten

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 3


Open vragen

Vraag 1a

Wat houdt de legaliteitseis in en waarom is dit zo’n belangrijk rechtstatelijk uitgangspunt?

Vraag 1b

Welke ambten zijn op rijksniveau bevoegd tot het vaststellen van wetten in materiële zin, en waar is hun bevoegdheid daartoe geregeld?

Vraag 1c

Zet de volgende begrippen in de juiste hiërarchische volgorde (van hoog naar laag): 

  1. Algemene maatregelen van bestuur
  2. Provinciale verordeningen
  3. Grondwet
  4. Wetten in formele zin
  5. Gemeentelijke verordeningen
  6. Ministeriële regelingen
  7. Statuut

Vraag 2a

Is in art. 13 GW sprake van attributie/delegatie?

Vraag 2

Leg uit of. artikel 4 lid 1 WOM in overeenstemming is met artikel 9 lid 2 GW

Vraag 2d 

Is in artikel 4 lid 1 Wom sprake van attributie of delegatie?

Vraag 3 

Volgens artikel 105 GW wordt de begroting bij wet vastgesteld. Dit betekent dat de Staten-Generaal daarover meebeslissen, een van de oudste bevoegdheden van het parlement.

In de begrotingvan het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor 2017 is een bedrag van 1,7 miljoen euro opgenomen voor een uitstapprogramma voor prostitues. 

Vraag 3a 

Betekent dit dat dit bedrag ook door de minister van veiligheid en justitie moet worden uitgegeven?

Vraag 3b

Het programma is opgenomen in begrotering ter uit voering van een motie van Van der Staaij. Verandert dit het antwoord onder a?

Vraag 3c 

Is de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid verplicht  1 miljoen minder uit te geven?

Vraag 3d

Stel, het programma is populairder dan verwacht. De totale kosten bedragen daardoor niet 2,7 miljoen maar 3,3 miljoen. Dat geld is uitgegeven. Moet de begroting nu worden aangepast? 

Vraag 4a

De Raad van State bestaat uit twee afdelingen. Welke zijn dit en met welke taken en bevoegdheden zijn zij belast? Noem steeds de relevante wettelijke bepalingen.

Vraag 4b

Er wordt naar gestreefd het werk van deze twee afdelingen zoveel mogelijk organisatorisch te scheiden. Dat heeft te maken met staatsrechtelijke bezwaren tegen het takenpakket van de Raad van State. Leg dat uit.

Vraag 5a

In welke artikelen worden in de Grondwet de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van del eden van de rechterlijke macht beschermd en gegarandeerd?

Vraag 5b

Gelden deze grondwettelijke eisen voor alle rechters in Nederland?

Vraag 6

Geef gemotiveerd aan of de rechter een bepaling in een wet in formele zin onverbindend kan verklaren wegens strijd met:

  1. de Grondwet; Artikel 120 GW;
  2. het Statuut;
  3. eenieder verbindende verdragsbepalingen;
  4. ongeschreven fundamentele rechtsbeginselen;

Vraag 7

Geef gemotiveerd aan of de rechter een algemeen verbindend voorschrift dat niet in een wet in formele zin is neergelegd onverbindend kan verklaren wegens strijd met 

  1. W.i.f.z. 
  2. De grondwet;
  3. eeniederverbindende verdragsbepalingen; 
  4. ongeschreven recht 

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Een Tweede kamerlid dient de volgende motie in:

"De kamer, gehoord

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 4

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 4


Open vragen

Vraag 1

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat, Duitsland is een federatie (bondsstaat). Wat is het verschil tussen beide, en in hoeverre zijn aan dat verschil rechtsgevolgen verbonden?

Vraag 2a

Decentralisatie kent twee verschijningsvormen, autonomie en medebewind. Wat is het verschil tussen beide, en in hoeverre zijn aan dat verschil rechtsgevolgen verbonden?

Vraag 2b

Leg uit of in de onderstaande gevallen sprake is van autonomie of medebewind;

  1. Artikel 149 gemeentewet;
  2. Artikelen 6 lid 2 en 7 van de Participatiewet;
  3. Artikel 150 Gemeentewet; 

Vraag 3a

De drie voornaamste bestuursorganen van de provincie zijn provinciale staten, gedeputeerde en de commissaris van de Koning. Wie beslist over de samenstelling van deze ambten. Noem de relevante wetsartikelen.

Vraag 3b

Zijn de leden van provinciale staten, geputeerden en de commissaris van de Koning verplicht om te wonen in de provincie waar zij hun ambt vervullen?

Vraag 3c

Kunnen provinciale staten de leden van gedeputeerde staten ontslaan als er geen vertrouwen in hun functioneren meer is?

Vraag 4a

Stel het college B&W van Leeuwarden besluit tot het opheffen van een aantal parkeerplaatsen in de binnenstad om zo meer ruimte voor groenvoorzieningen te creëren. Een winkelier is het hier niet mee eens, en beklaar zich bij een bevriend gemeenteraadslid over dit collegebesluit. Het gemeenteraadslid belooft om de wethouder van economische zaken ter verantwoording te roepen.

Is de wethouder van economische zaken individueel verplicht verantwoording over dit besluit af te leggen?

Vraag 4b

De wethouder verklaart dat het besluit tegenzijn zin is genomen, en dat het er in het college door de burgemeester is “doorgedrukt”. Maakt dit uit voor de verantwoordelijkheid van de wethouder?

Vraag 4c

Kan de burgemeester voor het genomen besluit ter verantwoording worden geroepen?

Vraag 5

Welk gemeentelijk orgaan:

  1. Stelt de straf op overtreding van autonome gemeentelijke verordeningen?
  2. Stelt de begroting vast?
  3. Parkeervergunning verlenen?
  4. Besluit tot het aangaan van een overeenkomst met een aannemer?

Vraag 6

Lees het standaardarrest Wilnisser visser. 

Vraag 6a

Welke gedraging was door de gemeenteraad van Wilnis verboden?

Vraag 6b

Waarom kon dit verbod volgens de HR niet in stand blijven?

Vraag 7

Kan de burgemeester, naast zijn bestuursbevoegdheden , ook door middel van verordeningen de openbare orde reguleren?

Vraag 8a

Veel overheidsbeleid wordt door gemeenten uitgevoerd. Daar is vaak (veel) geld voor nodig. Hoe komen gemeenten aan hun inkomsten?

Vraag 8b

De gemeenteraad van Emmen meent dat het oneerlijk is dat eigenaren van honden wel (honden)belasting moeten betalen, maar eigenaren van katten geen kattenbelasting. De raad wil daarom een kattenbelasting gaan heffen. Is de raad daartoe bevoegd?

Vraag 9a

Stel de gemeenteraad van Almere verbiedt het dragen van nikabs, boerka’s en chadors op de openbare weg in de gehele gemeente. De regering meent dat de gemeenteraad de godsdienstvrijheid aantast. Kan de regering

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 5

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 5


Open vragen

Vraag 1a

Geef aan wat de onderscheiden positie is t.o.v. Nederland-in-Europa, van:

  1. Aruba;
  2. Bonaire;
  3. Curacao;
  4. Saba;
  5. St. Eustatius;
  6. St. Maarten;

Vraag 1b

Gelden op St. Maarten dezelfde wetten als in NL?

Vraag 1c

Bestaat tussen Statuut en Grondwet een onderlinge hiërarchie? Betrek in uw antwoord artikel 5 van het statuut.

Vraag 2a

Kan Aruba een verdrag met Trinidad en Tobago en Venezuela sluiten om de onderlinge zeegrenzen af te bakenen?

Vraag 2b

Sel de regering wil dat het Nederlanderschap wordt ontnomen aan Nederlanders met een dubbele nationaliteit die een terroristisch misdrijf plegen. Daartoe moet de rijkswet op het Nederlanderschap worden gewijzigd. Is het nodig de andere landen van het Koninkrijk formeel te betrekken?

Vraag 2c

Sint Maarten is getroffen door de gevolgen van orkaan Irma. Daardoor het functioneren van het openbaar bestuur sterk geraakt. Kan de regering van het Koninkrijk het openbaar bestuur op Sint Maarten overnemen? Betrek in uw antwoord artikel 43 Statuut.

Vraag 3a

Stel dat nederland naar aanleiding van de hoge kosten die de wederopbouw met zich brengt de staatkundige relatie met St. maarten wil verbreken. Kan nederland dit eenzijdig besluiten? 

Vraag 3b

Stel dat NL om dezelfde reden de banden met Saba en St. Eustatius wil verbreken, is Nederland daartoe eenzijdig bevoegd?  

Vraag 4a

Wat is een gevolmachtigd minister?

Vraag 4b

Wetgeving over koninkrijksaangelegenheden wordt gemaakt bij Rijkswet. Wie is de wetgever van het Koninkrijk?

Vraag 4c

Op welke wijze kunnen de andere landen van het Koninkrijk invloed uitoefenen op totstandkoming van rijkswetgeving, en kunnen zij de totstandkoming ervan verhinderen?

Vraag 5a

Dient een Gevolmachtigde Minister verantwoording af te leggen aan de Tweede of de Eerste kamer voor besluiten die in de Rijksministerraad getroffen worden?

Vraag 5b 

Dient een gevolmachtigde minister verantwoording af te leggen aan het parlement van het eigen land? 

Vraag 6

Er is, zegt artikel 13 van het Statuut , een Raad van State van het koninkrijk. Waaruit bestaat het takenpakket van de Raad van State van het Koninkrijk?

Vraag 7a

Welk orgaan is namens het koninkrijk een verdrag te sluiten en op welke wijze zijn de andere landen van het koninkrijk daarbij betrokken?

Vraag 7b

Stel, een verdrag is ter stilzwijgende goedkeuring aangeboden aan de S.G. Wanneer geldt dit verdrag als goedgekeurd en wat moet er gebeuren als dat niet het geval blijkt te zijn?

Vraag 7c

(Vervolg). In de tweede kamer heeft niemand om goedkeuring gevraagd (niet aan de bel getrokken). Moet de goedkeuringswet ook in de Tweede kamer worden behandeld?

Vraag 7d

Wanneer staat het aan de regering niet vrij een verdrag ter stilzwijgende goedkeuring aan te bieden?

Vraag 8

Verdragen die van de GW afwijken moeten door de Staten-Generaal worde goedgekeurd met een twee derde meerderheid, zegt artikel 91 lid 3 GW. Wie bepaalt eigenlijk of

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 6


Open vragen

Vraag 1

Zoals bekend besloot het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te stappen (“Brexit”). Waar is de mogelijkheid van uittreding geregeld, en welke procedure moet dan op hoofdlijnen worden gevolgd?

Vraag 2a

Waar is de “gewone wetgevingsprocedure “ geregeld en welke bevoegdheden heeft het Europees Parlement in die procedure?

Vraag 2b

Wat is het verschil tussen een verordening en een richtlijn?

Vraag 3a

Wanneer heeft een bepaling van unierecht rechtstreekse werking?

Vraag 3b

Kan een bepaling in een verordening met rechtstreeks werking ook de Nederlandse grondwet opzijzetten?

Vraag 3c

Wat is de grondslag voor deze rechtstreekse werking en voorrang van bepaling van unierecht?

Vraag 3d

Kan een richtlijn rechtstreekse werking hebben?

Vraag 4a

Waar is het parlementair behandelingsvoorbehoud geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 4b

Waar is de subsidiariteitstoets geregeld, en wat houdt dit instrument in?

Vraag 5a

Welke nationale en internationale rechterlijke instanties zijn bevoegd en verplicht nationaal recht te toetsen aan Europees recht?

Vraag 5b

Welke betekenis heeft de prejudiciële procedure van artikel 267 VWEU in dit verband?

Vraag 5c

Welke uitzonderingen bestaan op de verplichting prejudiciële vragen te stellen?

Vraag 6a

Het is gebruikelijk een onderscheid te maken tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Wat is het kenmerk van een klassiek grondrecht, en wat zijn sociale grondrechten?

Vraag 6b

Waarom is een sociaal grondrecht gewoonlijk niet bij de rechter handhaafbaar?

Vraag 6c

Volgens het boek moet het onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten worden gerelativeerd. Licht dat toe aan de hand van een voorbeeld.

Vraag 7a

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het EVRM beroepen en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7b

Kan een Nederlandse burger een klacht indien bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en zo ja, onder welke voorwaarden?

Vraag 7c

Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het IVBPR beroepen, en zo ja onder welke voorwaarden?

Vraag 7d

Kan een Nederlandse burger een klacht indienen bij het Comité voor de rechten van de mens en zo ja, onder welke voorwaarden?

Meerkeuzevragen

Vraag 8

Stelling: naast de bevoegdheden die de (organen van de) Europese Unie ontvangen van de lidstaten, heeft de Europese Unie een algemene bevoegdheid om nieuwe onderwerpen aan zich te trekken en te reguleren. Deze stelling is: 

  1. Juist;
  2. Onjuist;

Vraag 9

Kan het Europees parlement een eurocomissaris ontslaan wegens het ontbreken van vertrouwen in dien functioneren?

  1. Ja
  2. Nee. 

Vraag 10

Stelling; Omdat aan de nationale instanties wordt overgelaten om vorm en middelen te kiezen om het resultaat dat beoogd wordt met een Europese richtlijn te bereiken, kan een richtlijn

.....read more
Access: 
Public
Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 7

Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 Week 7


Vragen

Vraag 1a

Artikel 7 GW beschermt de vrijheid van meningsuiting, in het eerste lid wordt de vrijheid van drukpers beschermd

Wordt een handgeschreven brief door de vrijheid van drukpers beschermd? En een gehouden toespraak?

Vraag 1b

In de jurisprudentie met betrekking tot artikel 7 lid 1 GW wordt onderscheid gemaakt tussen het openbaringsrecht en het verspreidingsrecht. Wie kan het verspreidingsrecht beperken, en onder welke voorwaarden?

Vraag 1c

Stel, een journalist loopt een aantal maanden mee met premier Rutte om een beeld te krijgen van diens werkzaamheden. In een contract is vastgelegd dat slechts tot publicatie mag worden overgegaan als de regering tegen het artikel geen bezwaren heeft op grond van staatsveiligheid, de economische belangen van de staat of de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Hoe beoordeelt u deze voorwaarde?

Vraag 1d

Stel, de gemeenteraad van Wassenaar meent dat het aanzien van de gemeente wordt geschaad doordat overal maar posters en affiches worden aangeplakt. Daarom wordt een verbod op het aanplakken van affiches en posters op vanaf de openbare weg zichtbare plaatsen afgekondigd, met uitzondering van verkiezingsposters. De gemeenteraad laat in een toelichting weten de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel te hebben, maar meent dat dergelijke uitingen tegenwoordig prima via social media kunnen worden gepromoot. Door te kiezen voor een algeheel verbod wil de raad bovendien laten zien dat het niet om de specifieke inhoud van bepaalde posters of affiches gaat. Acht u dit verbod toelaatbaar?

Vraag 2a

Het RIVM heeft in de zomer van 2017 een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat de vaccinatiegraad in Nederland voor het derde jaar op rij is gedaald. Het RIVM vindt dit verontrustend, omdat met de gedaalde dekking het risico op een mazelenepidemie toeneemt. Stel, een aantal leden van de Tweede Kamer maakt zich zorgen over specifieke regio’s van Nederland waar de dekkingsgraad het laagst is (denk: de ‘Biblebelt’). Deze Kamerleden stellen dat ouders verplicht moeten worden hun minderjarige kinderen in te enten. Ze dienen een voorstel van wet met deze strekking in.

In het Kamerdebat rijst de vraag in hoeverre het wetsvoorstel verenigbaar is met de vrijheid van godsdienst zoals die onder andere is neergelegd in artikel 9 EVRM. Volgens de initiatiefnemers staat artikel 9 niet aan het aannemen van deze wet in de weg, omdat artikel 9 lid 2 EVRM ruime beperkingsmogelijkheden kent. U krijgt als ambtenaar de vraag een en ander uit te zoeken. De beperking moet allereerst ‘bij wet voorzien’ zijn. Wat betekent het woord ‘wet’ hier, en wanneer kan gezegd worden dat een beperking ‘voorzienbaar’ is?

Vraag 2b

De beperking moet in de tweede plaats ‘noodzakelijk zijn in een democratische samenleving’. Volgens het EHRM wordt de ‘democratische samenleving’ gekenmerkt door een aantal ‘waarden’. Welke zijn dit volgens het Hof?

Vraag 3a

U maakt deel uit van de actiegroep

.....read more
Access: 
Public
Aantekeningen, Sheetnotes en Werkgroepopdrachten - Staatsrecht 1 - RUG
Staatsrecht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1470
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer