Sturing en Stofwisseling HC10: Microscopie van de buik

HC10: Microscopie van de buik

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college wordt de microscopische anatomie van de buik besproken
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

Opbouw van de darmwand

Een standaard darm (dus ook de trachea) bestaat uit 4 lagen:

  • Mucosa: 3-lagige barrière voor absorptie en secretie
    • Epitheel (incl. basaalmembraan)
      • Secreert enzymen, mucosa en hormonen
      • Binnenste laag → grenst aan het lumen
    • Lamina propria: bindweefsel
      • Bestaat uit:
        • Extracellulaire matrix
          • Grondsubstantie met glycosaminoglycanen (hyaluronzuur & proteoglycanen)
          • Vezels (collageen en elastine)
          • Structurele glycoproteïnen
        • Fibroblasten (bindweefselcellen)
        • Adipocyten
        • Immuun-/afweersysteemcellen
          • Mestcellen
          • Macrofagen
          • Leukocyten
      • Meerdere functies:
        • Immunologische barrière: GALT (gut associated lymphatic tissue)
        • Epitheel ondersteunen
        • Transport van en naar het epitheel
    • Muscularis mucosae
      • Motoriek slijmvlies: zorgt ervoor dat als iets door de darm moet worden getransporteerd villi ingetrokken worden zodat dit makkelijker kan gebeuren
  • Submucosa
    • Plexus van Meissner/sub-mucoseale plexus: coördinatie van afscheiding van maagsap en bloedstroom
      • Bevat sympathische en sympathische vezels
        • Sympathisch: vlakbij de grensstreng vooral uit het thoracale niveau
        • Parasympathisch: vlakbij de organen vooral uit het cervicale en sacrale deel
    • Ondersteuning van de mucosa
    • Lactealen: transporteren vetten van en naar de mucosa
      • Zijn aangesloten op het lymfesysteem → gaan niet langs de lever maar direct in het lymfe
  • Muscularis externa
    • 2 (in de maag 3) lagen glad spierweefsel
      • Circulair: verkleinen, spiraal met kleine spoed met veel windingen
      • Longitudinaal: verkorten, spiraal met grote spoed met weinig windingen
    • Zorgt voor peristaltiek
    • Aangestuurd door de plexus van Auerbach/plexus myentericus
      • Tussen de circulaire en longitudinale laag in
      • Bevat sympathische en sympathische vezels
        • Sympathisch: vlakbij de grensstreng vooral uit het thoracale niveau
        • Parasympathisch: vlakbij de organen vooral uit het cervicale en sacrale deel
      • Vormt samen met de plexus van Meissner het enterische zenuwstelsel
  • Serosa/adventitia: bindweefsellaag
    • Alle intraperitoneale organen hebben een seroza
      • Seroza is hetzelfde als adventitia, maar dan bedekt door buikvlies
    • Alle (secundair) retroperitoneale organen hebben een adventitia

Soorten epitheel

Er zijn verschillende soorten epitheel:

  • Plaveiselepitheel
    • Eénlagig
    • Meerlagig
  • Kubisch epitheel
    • Eénlagig
    • Meerlagig
  • Cylindrisch epitheel
    • Eénlagig
    • Meerlagig
    • Overgangs

Epitheel kan verschillende structuren bevatten:

  • Lateraal
    • Tight junctions: maken waterdicht
    • Zonula en macula adherens: desmosomen → geven stevigheid
    • Gap junctions: maakt intracellulaire communicatie mogelijk
  • Apicaal
    • Cilia: voor beweging over het oppervlak
    • Stereocilia/stereovilli
    • Microvilli: zorgen voor oppervlaktevergroting
  • Basaal
    • Basaalmembraan: hechtlaag voor cellen
    • Hemidesmosomen

Oesophagus

Eigenschappen van de wand van de oesophagus zijn:

  • Epitheel
    • Meerlagig plaveiselepitheel
      • Als enige van alle darmdelen meerlagig
      • Hierdoor ontstaan er geen beschadigingen als er iets groots ingeslikt wordt
    • Barrière
    • Bescherming
  • Klieren
    • Submucoseale klieren: voor smering (licht zure mucus)
    • Cardiale klieren: voor neutralisatie vanwege de lichtelijk basische mucus
  • Submucosa
    • Longitudinale, stervormige plooien → maakt uitrekking van de oesophagus nodig
  • Muscularis externa: deels dwarsgestreept

Maag

De maag is een opslagorgaan waar de eerste digestie plaatsvindt. Eigenschappen van de wand van de maag zijn:

  • Epitheel
    • Slijmbeker-/slijmnapcellen: beschermen de maag tegen maagzuur
      • Produceren mucus
      • Liggen op het oppervlak
      • Heten ook wel "service mucus cells"
    • Klieren
      • Cardia klieren: voor neutralisatie
      • Gastrische klieren: voor digestie, vormen de grootste hoeveelheid klieren
        • Hoofdcellen: productie van pepsinogeen (een inactieve vorm van pepsine)
          • Liggen vooral onderin
        • Wand/pariëtale cellen: HCl
          • HCl maakt pepsine uit pepsinogeen
        • Nekcellen: mucus
          • Maken een mucuslaagje over de cellen van de maagwand heen, zodat deze niet aangetast kunnen worden door pepsine
        • Enteroendocriene cellen
          • Maken hormonen voor het enterische systeem
        • Vervangcellen
          • Onderin de klieren
          • Vervangen kapotte epitheelcellen
      • Pylorische klieren: voor neutralisatie
        • Neutralisatie
        • Regulatie
  • 3-lagige muscularis externa (i.p.v. 2-lagig)
    • Circulair, longitudinaal, circulair
    • Voor peristaltiek

Duodenum

Het duodenum heeft een aantal functies:

  • Neutralisatie van de zure voedselbrij
  • Regulatie
    • Communiceert met de maag wanneer het voedsel kan ontvangen → de lediging van de maag
      • Opent en sluit de pylorus
    • Peristaltiek van de darm
    • Secretie van de lever en pancreas (gal)
  • Digestie
  • Absorptie

Eigenschappen van de wand van het duodenum zijn:

  • Eénlagig cylindrisch epitheel
    • Slijmbekercellen: voor smering
      • Op de epitheellaag
    • Enterocyten: voor digestie en absorptie
      • Microvilli zorgen voor oppervlaktevergroting
    • Lieberkuhn klieren:
      • Regulatie via CCK, secretine en GIP
      • Productie van antibacteriële Paneth cellen
      • Lediging maag
      • Lever en pancreas secretie
    • Villi in de lamina propria: voor extra oppervlaktevergroting
      • Staan op de submucosa
      • Kunnen opzwellen
  • Submucosa
    • Brunner klieren:
      • Voor neutralisatie
      • Afvoergang richting het epitheel
      • Produceren HCO3-→ gaat een reactie aan met HCl waardoor water en CO2ontstaat
        • Water kan geresorbeerd worden
        • CO2komt boven of onderin de darm uit
    • Plicae circulares: voor oppervlaktevergroting
      • Dwarse plooien

Jejunum

Ook het jejunum zorgt voor digestie en absorptie. Eigenschappen van de wand van het jejunum zijn vergelijkbaar met die van het duodenum en ileum, maar verschillen op een aantal gebieden:

  • Plicae circulares
  • Geen Brunner klieren
  • Geen Plakken van Peyer → deze liggen alleen in het ileum

Net als het duodenum en ileum, heeft het jejunum wel villi.

Ileum

Het ileum is vergelijkbaar met het duodenum en de jejunum. Op één gebied is het ileum uniek:

  • Plakken van Peyer: lymfeknoopjes
    • Gebieden waar B cellen die antilichamen maken zitten
    • Onderdeel van het GALT
    • Vormen een immunologische barrière

De plakken van Peyer beschermen de dunne darm tegen bacteriën uit het colon. Deze bacteriën zijn in het colon heel nuttig, maar zorgen in de dunne darm voor darmontstekingen. Als deze bacteriën via het colon naar het ileum gaan, maken de plakken van Peyer antilichamen tegen de bacterie zodat de dunne darm niet aangetast wordt. Vervolgens worde ze door de M-cellen doorgegeven aan de macrofagen die eronder liggen, en de macrofagen zorgen ervoor dat de B-cellen antilichamen maken.

Colon

Het colon heeft meerdere functies:

  • Reabsorptie
    • De belangrijkste functie van het colon is reabsorptie van water
  • Smering
  • Opslag
  • Barrière/afweer

Eigenschappen van de wand van het colon zijn:

  • Eénlagig cynlindrisch epitheel
    • Slijmbekercellen: zorgen voor smering zodat de ontlasting naar de uitgang kan glijden
    • Enterocyten: voor absorptie
      • Microvilli, en dus geen villi, zorgen voor oppervlaktevergroting
        • Microvilli zijn vele malen kleiner dan villi en zitten bovenop het epitheel
    • Lieberkühn klieren (mucosa)
  • Lamina propria
    • Collageen: vormt een fysische barrière
    • GALT: vormt een immunologische barrière
  • Muscularis mucosae: is robuust
  • Muscularis externa
    • Taenia coli: longitudinale vezels die samen gaan liggen → er ontstaat een klassieke bolvormige structuur
    • Haustrae: klassieke uitpuilingen die ontstaan als de taenia coli gaan samenliggen
      • Zorgen voor opslag en afvoer van de ontlasting

Lever

Endocriene functie:

De lever wordt door 2 vaten voorzien van bloed:

  • Truncus coeliacus: vervoert zuurstofrijk bloed naar de lever
  • Vena portae: vervoert zuurstofarm, maar voedingsstofrijk, bloed naar de lever

Het weefsel van de lever is verdeeld in leverlobjes. Het bloed stroomt door de lever heen van de hoekpunten van zo'n leverlobje naar het midden. De lever fungeert als een filter: al het bloed wordt gefiltreerd. In het midden van de lever liggen centrale venen die al het bloed verzamelen en via de vena cava naar het hart brengen.

Exocriene functie:

De exocriene functie van de lever is het maken van gal. In de lever ligt de drie-eenheid van Kiernan/portal triad:

  • Bestaat uit de arteria hepatica, galgang en vena portae
  • Ligt op de hoekpunt van het leverlobje

Op een plaatje zijn dan altijd 3 vaten te herkennen. Als er geen 3 vaten zichtbaar zijn, wordt de vena hepatica/centralis afgebeeld.

Sinusoïden:

Het bloed door de lever zelf loopt in hele grote capillairen: sinusoïden. Sinusoïden bevatten gaten, waardoor het bloed in de ruimte van Disse terecht kan komen. In deze ruimte vindt uitwisseling plaats → de levercel steekt in de ruimte van Disse.

Pancreas

De pancreas heeft een endocriene en exocriene functie:

  • Endocriene functie: productie van insuline en glucagon door de eilandjes van Langerhans
    • Deze hormonen gaan niet naar de darm, maar direct naar het bloed
      • Als ze in de darm terechtkomen, zouden ze direct verteerd worden
  • Exocriene functie: productie van verteringsenzymen door tuboloacinaire klieren
    • Deze kliercellen zijn georganiseerd in acini: klompjes kliercellen die in een buisje (afvoergang) uitkomen
      • Alle afvoergangetjes komen samen in de ductus pancreaticus (Wirsung), die uitkomt in de papil van Vater en dus het duodenum
      • Er zijn verschillende typen buisjes:
        • Intralobulaire ducten
        • Interlobulaire ducten
        • Pancreatische ducten (Wirsung)

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is used in:

Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: nathalievlangen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2261