
HC7: Feedbacksystemen en modellen
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college wordt besproken wat een model is en hoe modellen toegepast worden in de medische wereld
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Model
Feedback is altijd negatief of positief:
- Bij de temperatuurregeling is er negatieve feedback
- Bij baring is er positieve feedback
Een fysiologisch feedbacksysteem is een model. Een model is:
- Een voorbeeld
- Een ideaalbeeld
- Een (kleinschalige) reproductie van de werkelijkheid
Een definitie voor het woord model is: "een representatie (van een ideaalbeeld), vaak in de vorm van wiskundige modellen". Deze wiskundige modellen kunnen uitkomst brengen bij bepaalde problemen.
Fibonacci:
Een voorbeeld van een wiskundig model is de gulden snede. Deze komt op veel plekken in de natuur voor. De gulden snede is gebaseerd op de reeks van Fibonacci (1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55 etc.).
Galileo:
Galileo heeft een methode bedacht die veel in de wetenschap wordt gebruikt. Hij gaat uit van de Sensate esperienze (experimentele waarneming). Dit heeft te maken met inductie en deductie.
Inductie
Inductie is het afleiden van een algemene regel uit meerdere specifieke waarnemingen:
- Via inductie van allerlei observaties komt men bij een theoretische hypothese
- Via deductie en syllogisme komt men tot de necessario dimonstratzione
- Via een experiment wordt de hypothese geverifeerd of gefalsificeerd
- Er ontstaat een nieuwe wet of hypothese
Deductie
Deductie is het maken van uitspraak over het bijzondere op basis van een algemene regel. Hierbij worden de regels van de logica gevolgd. Dit kan gedaan worden m.b.v. syllogisme ("alle vogels zijn dieren" en "alle zwanen zijn vogels" → "alle zwanen zijn dieren").
Verificatie en falsificatie
Hypotheses worden via verificatie en falsificatie bevestigd. Verificatie is het tegengestelde van falsificatie:
- Verificatie is het vooraf aangeven hoe een hypothese d.m.v. experimenten kan worden bewezen. Deze hypothese kan alleen bewezen worden door de empirie
- Bij falsificatie geeft men van tevoren aan bij welke uitkomst van het experiment er aanleiding is om de geldigheid van een theorie of hypothese te verwerpen
Een model zal dus nooit exact de werkelijkheid weergeven → een model is zo goed als de aannames zijn.
De wetenschappelijke methode
De wetenschappelijke methode verloopt als volgt:
- Op basis van waarnemingen wordt er via inductie een theorie of hypothese gevormd
- Door deductief redeneren komt men tot een voorspelling
- De voorspelling wordt in experiment getoetst
- De resultaten worden m.b.v. verificatie en falsificatie geëvalueerd
Bij de wetenschappelijke methode is er sprake van een cirkel:
- D.m.v. metafysica wordt van de realiteit een representatie gemaakt
- D.m.v. wetenschap wordt de representatie omgezet in realiteit
In de medische wereld:
Dit proces blijft zich continu herhalen, ook bij medisch onderzoek:
- N.a.v. een klacht wordt gezocht naar resultaten waardoor er een ziektebeeld uitkomt
- Door onderzoek wordt teruggegaan naar de klacht
De anamnese is inductie, het kiezen van onderzoek is deductie. Het kiezen van de juiste therapie is ook weer deductie. Men gaat dus d.m.v. inductie van een experiment naar een model, en door deductie weer naar een experiment.
Simulaties
Modellen geven de werkelijkheid nooit exact weer: een model is zo goed als zijn aannames. Om te kijken hoe een model zich aanpast aan een veranderende omgeving worden simulaties gebruikt. Dit kan alleen als een model is uitgedrukt in wiskundige formules → kan in de computer worden uitgedrukt in simulaties.
Het valideren bij een experiment kost veel tijd en is moeilijk uitvoerbaar. Dit is niet het geval van simulaties: de resultaten zijn onzeker, maar het is snel uitvoerbaar en het onmogelijke wordt mogelijk gemaakt.
- Experimenten worden gebruikt bij:
- Onvoldoende begrijp van basismechanismen
- Het onderzoeken van aannames
- Materiële gelijkheid
- Simulaties worden gebruikt bij:
- Het vinden van relaties in het systeem te vinden door tijd en ruimte te comprimeren
- Formele gelijkheid
- Begrip van dynamische complexiteit.
Experimenten en simulaties zijn een goede combinatie:
- Experimenten zijn nodig om simulaties te valideren
- Er wordt gekeken of een model klopt, en voor simulaties gebruikt kan worden
- Experimenten profiteren van simulaties → het onderzoek kan versneld worden
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
- Sturing en Stofwisseling HC1: Inleiding
- Sturing en Stofwisseling HC2: Regeling van de voortplanting
- Sturing en Stofwisseling HC3: Microscopie van de gonaden
- Sturing en Stofwisseling HC4: Sturing en temperatuur
- Sturing en Stofwisseling HC5: Mechanisme van het baringsproces
- Sturing en Stofwisseling HC6: Sturing en seksualiteit
- Sturing en Stofwisseling HC7: Feedbacksystemen en modellen
- Sturing en Stofwisseling HC8: Inleiding maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC9: Macroscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC10: Microscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC11: Ontwikkeling maag, darm en lever
- Sturing en Stofwisseling HC12: Ontwikkeling en groei
- Sturing en Stofwisseling HC13: Transport van de voedselbrij door het maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC14: Lever (galtransport)
- Sturing en Stofwisseling HC15: Farmacologie
- Sturing en Stofwisseling HC16: Secretie, digestie en absorptie
- Sturing en Stofwisseling HC17: Patiënt met diarree
- Sturing en Stofwisseling HC18: Sturing van de maagprocessen
- Sturing en Stofwisseling HC19: Stofwisseling van de cel
- Sturing en Stofwisseling HC20: Cholesterol, the good and the bad
- Sturing en Stofwisseling HC21: Regulatie van de energiehuishouding
- Sturing en Stofwisseling HC22: Metabool syndroom
- Sturing en Stofwisseling HC23: Psychologie van eetstoornissen
- Sturing en Stofwisseling HC24: Type I + II diabetes
- Sturing en Stofwisseling HC25: Complicaties van diabetes mellitus
- Sturing en Stofwisseling HC26: Schildklierhormoon-ontregeling
- Sturing en Stofwisseling HC27: Cortisol regelkring, hyper- en hypocortisolisme
- Sturing en Stofwisseling HC28: Microscopie schildklier, bijnier, hypofyse
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 1
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 2

Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
Deze bundel bevat alle hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens van het blok Sturing en Stofwisseling van de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution