Hoorcolleges Biopsychosociale Perspectieven op Psychopathologie
- 2052 reads
Verwanten van mensen met depressie hebben een 2-3 keer hogere kans op depressie dan de algemene populatie.
Depressieve schemata: negatieve spiraal van mensen met depressie
Integratief model voor depressie: als je biologische en psychologische kwetsbaarheid hebt + een stressful life event kan je een stemmingsstoornis ontwikkelen.
Biologische factoren: verschillende hersengebieden zijn mogelijk betrokken bij het ontstaan van depressie. De activiteit in de raphe nucleus wijkt af bij mensen met depressie: serotonine systeem is verstoord.
5-HT transporter gen: zorgt voor heropname van serotonine. Dit gen is geassocieerd met neuroticisme:
L variant: overgerepresenteerd in lage scores op neuroticisme.
S variant: overgerepresenteerd in hoge scores op neuroticisme.
Effect van gen op serotonine is alleen aanwezig in stessvolle condities.
SSRI’s: selectieve serotonine heropname remmers
Cortico-hippocampaleamygdala path: zorgt voor sterke activatie van amygdala.
De genetica van depressie is complex: individuele genen verklaren slechts een klein deel van de gevoeligheid.
Theoretisch longitudinaal gene-environment model: wanneer genetisch bepaald is dat er een lage 5-HT activiteit is, is er meer kans op neuroticisme/negative bias, meer angst, een grotere amygdala reactie op bedreiging en een grotere reactie op stressoren.
Bij depressie is er disregulatie bij het stressrespons van de HPA as: er wordt teveel cortisol geproduceerd.
Inhiberende functie is verstoord bij depressie. Dit is aan te tonen met dexamethason suppressietest: inname van dexamethason zorgt normaal voor verlaging van cortisol. Verminderde suppressie is indicatie dat de negatieve feedback verstoord is.
Mensen met depressie hebben vaak ook een verkleinde hippocampus, wat een verminderende regulatie van de HPA-as indiceert. De hogere cortisol spiegels worden in stand gehouden door verminderde feedback mechanism.
Learned helplessness theorie: bij learned helplessness is er de verwachting dat het gedrag geen invloed heeft op de uitkomst. Hierdoor is het individu in een nieuwe situatie minder geneigd tot respons initiatie. Daardoor leren ze slechter in soortgelijke situaties. Daarnaast kan depressie ontwikkelt worden bij opgegeven hoop en is learned helplessness geassocieerd met depletie van norepinephrine en serotonine. Individuele variatie in mate van depletie en vertonen gedrag gaan samen.
Bij depressie is er een lage concentratie 5-HT afbraakproduct in het hersenvocht. Ook is er een verminderd aantal 5-HT transporters bij mensen met de korte gen variant. Dit leidt tot een verminderende aanmaak/heropname van 5-HT.
Bij depressie is het serotonerge systeem gevoeliger voor schommelingen. Dit heeft een sterk effect op stemming van tryptofaan depletie. Tryptofaan is precursor van serotonine. Dus als tryptofaan niet aanwezig is kan er geen 5-HT aangemaakt worden.
Soorten anti-depressiva:
MonoAmineOxidase inhibitors blokkeren de afbraak van mono-aminen (zoals 5-HT). Dieet: tyramine arm (GEEN kaas, rode wijn, bier). Er is risico op hypertensieve crises (kaas syndroom) en een te hoge bloeddruk kan orgaanschade opleveren. Wordt relatief weinig meer gebruikt.
Serotonine disfunctie: toegenomen negatief effect
Dopamine disfunctie: toegenomen positief affect
TCA (voor alle monoaminen) en SSRIs (voor serotonine) stoppen heropname van serotonine.
Hoort accuut te werken maar het eerste effect wordt op zijn vroegst zichtbaar na een aantal weken. Dus de oplossing op depressie is niet simpelweg alleen serotonine beschikbaar maken.
Ongeveer 50% van de medicatie is werkzaam (onafhankelijk van klasse). Dit is 25% boven placebo.
Een behandeling kan ook gericht zijn op het voorkomen van herhaling. Een depressie verloopt cyclisch: vaak gaat de episode vanzelf over maar de kans op terugval is groot.
Cognitieve gedragstherapie heeft gemiddeld genomen de beste prognose, met ernstige depressie uitgezonderd: combinatie van therapieën nodig.
Het is van belang dat er adequaat behandeld wordt: verminderde doorbloeding en weefselschade in ventromediale PFC in patiënten met unipolaire en bipolaire depressie. Hierbij is het ook van belang dat er tijdig wordt behandeld: hypoactivatie is reversibel na SSRI therapie, maar weefselreductie is niet reversibel gebleken naar ong. 3 maanden behandelen. Celdeling kan worden aangezet door Prozac.
Bij lichte en milde depressie: psychotherapie
Zware depressie: farmacotherapie
Onvoldoende effect / terugval: combinatietherapie
Indien onvoldoende effect, kan er worden gekeken naar andere therapieën zoals:
ECT therapie: stroomstoot, zorgt ook voor veel celdeling
Deep brain stimulation: relatief nieuwe therapie. Target: area 25 in het brein.
Concluderend: genen bepalen cognitieve bias. Medicatie en cognitieve therapie beïnvloeden vooral de cognitieve bias, de amygdala/prefrontale cortex activatie en de neurogenese in de hippocampus.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel zijn de aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak Biopsychosociale Perspectieven op Psychopathologie (BPOP) te vinden. Ik heb dit vak gevolgd aan de Universiteit Utrecht tijdens de studie psychologie. Succes!
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1884 |
Add new contribution